Beregeningsverbod Noord-Brabant
Reorganisatie West-Brabantse
waterschappen niet uitgesloten
Dalende investeringslust van boeren speelt Cebeco parten
Nederland dreigt kansen
te missen in Sovjet-Unie
Overslag agribulk
Rotterdam daalde
Vanaf 1 november 1991 is de gewij
zigde Grondwaterverordening
Noord-Brabant van kracht. Dat be
tekent dat vanaf die datum voor het
oppompen van grondwater voor be
regening van bouwland, grasland
en tuinbouwgronden een vergun
ning van Gedeputeerde Staten no
dig is, indien de capaciteit van de
pomp meer bedraagt dan 10 kubie
ke meter per uur. Voorheen lag die
grens bij 60 kubieke meter per uur.
Voor installaties tussen 10 en 60
kubieke meter per uur pompcapaci-
teit was een meldingsplicht van
kracht, ledereen die zijn installatie
vóór 1 november 1991 bij de provin
cie heeft gemeld, krijgt automatisch
een vergunning.
Brief provincie
Al degenen die hun installatie in de
loop der jaren hebben gemeld en als
zodanig bij de provincie gere
gistreerd zijn, krijgen omstreeks 22
november 1991 een brief met toe
lichtende folder van de provincie.
Daarin staat dat zij per 1-11-1991
voor hun installatie over een vergun
ning beschikken. Hebt u die brief
halverwege volgende week nog niet
ontvangen, dan is er iets mis met de
registratie bij de provincie, hebben
zij uw melding inderdaad niet ont
vangen, hebt u intussen een ander
adres, is de verzending fout gegaan,
enzovoorts. In dat geval kunt u con
tact opnemen met de provincie, te
lefoon: 073-154637 (bij voorkeur 's
morgens tussen 9 en 12 uur) en
krijgt u alsnog de brief toegezonden.
Vergunning
Zoals gezegd, u hebt automatisch
vergunning, indien u indertijd, al
thans voor 1-11-1991, uw installatie
bij de provincie hebt gemeld. De
vergunning is geldig, voor het door
u opgegeven aantal inrichtingen, de
totale pompcapaciteit (als u meer
dan één pomp hebt) en het totaal
aantal aanwezige putten op uw be
drijf. In de brief van de provincie zijn
die gegevens, zoals die bij de provin
cie bekend zijn, ingevuld. Als deze
gegevens overeenstemmen met de
situatie op dit moment en u dus nog
steeds een (of meer) beregenings-
installatie(s) hebt, moet u één van
de twee brieven ondertekenen en
terugsturen naar de provincie. Doet
u dat niet, dan bent u uw vergun
ning kwijt.
Alleen wanneer de gegevens niet
(meer) kloppen met de situatie van
dit moment, moet u óók de achter
kant invullen. Als het bedrijf inmid
dels aan de opvolger is
De overslag van agribulk in de haven
van Rotterdam was in het derde
kwartaal ongeveer 12,8% kleiner
dan in 1990.
overgedragen, maar er met de bere-
geningsinstallatie niets is veranderd,
behoeft u alleen het blok met naam
en adres in te vullen. Indien naam
en adres wel juist zijn maar de in
stallatie is veranderd - bijvoorbeeld:
u hebt een perceel bijgekocht en
daarop is ook een put aanwezig,
waardoor het aantal putten in uw
bedrijf is veranderd, moet u het
tweede blok volledig invullen, dus
ook de niet veranderde gegevens
moet u dan toch invullen. Dit geldt
óók voor de diepte van de filters en
de oppervlakte die beregend gaan
werden.
Indien u intussen twee inrichtingen
hebt - dus twee installaties kunnen
tegelijkertijd beregenen - dient u de
capaciteit van de pompen apart aan
te geven. Bijvoorbeeld: 60 50.
Vervolgens de brief ondertekenen
en terugsturen naar de provincie.
Advies: neem de gegevens óók over
op de brief die u mag bewaren.
Beperking vergunning
Zoals bekend heeft de provincie
besloten de beregening op grasland
in bepaalde perioden te verbieden
om het verbruik van grondwater te
beperken. Dat verbod wil de provin
cie van kracht laten worden door de
aan u verstrekte 'automatische' ver
gunning weer gedeeltelijk in te trek
ken. Tegen het voornemen om dat
te doen, kunt u bezwaren indienen
bij Gedeputeerde Staten binnen de
door hen in de brief gestelde
termijn.
Omstreeks 1 maart 1992 krijgt
iedereen, of men nu wel of niet be
zwaren heeft ingediend en of men
nu wel of juist geen grasland heeft,
bericht van Gedeputeerde Staten
dat zij uw vergunning hebben inge
perkt door hem buiten werking te
stellen voor beregening op grasland
in de verboden periode, tenzij uw
bezwaren van dien aard waren dat
daaraan tegemoet is gekomen. U
krijgt dus allemaal omstreeks 1
maart 1992 een gewijzigde vergun
ning. Op dat moment krijgt u ook
weer een folder bij de brief. In die
folder staat dan te lezen hoe u des
gewenst beroep kunt aantekenen
tegen de beslissing van Gedepu
teerde Staten maar ook wat er moet
gebeuren bij overdracht van het be
drijf of een perceel grond met of
zonder put(ten) daarin, bij uitbrei
ding van de installatie, enzovoorts.
Uitzonderingen
Er zijn twee uitzonderingen op het
periodieke beregeningsverbod op
grasland.
De eerste is individueel. Na een
emissie-arme mestaanwending mag
binnen 48 uur na de bemesting be
regend worden. Eveneens is het in
regenen of verregenen van mest
toegestaan door de provincie; het al
of niet hiervan gebruik kunnen ma
ken is afhankelijk van de uitrijbepa-
lingen van het landelijke Besluit
Gebruik Dierlijke Meststoffen. Vol
gens dat besluit vallen inregenen en
verregenen buiten de boot op de
voor nitraatuitspoeling gevoelige
gronden zoals aangegeven op de bij
dat besluit behorende kaart.
De tweede uitzondering is collectief.
Als er in de maand mei een droogte
optreedt die feller is dan gemiddeld
éénmaal in de 20 jaar, wordt het
verbod voor de rest van het jaar op
geheven. Deze situatie wordt beoor
deeld op 5 plaatsen waar de
neerslag in april en mei dagelijks
wordt gemeten en vergeleken met
de gemiddelde verdamping te Gilze
en Eindhoven. De bedoelde vijf
plaatsen zijn Dinther, Eersel, Gilze,
St. Anthonis en Zundert. Als op één
van deze plaatsen de zogenaamde
5% droogte wordt bereikt, wordt
voor heel Brabant het verbod op
geheven.
ir. L.J. Vollebregt
Dienst Grondgebruik NCB
Het beregenen in Noord-Brabant
wordt sterk beperkt.
'De waterschapsbelangen van kwa
liteit en kwantiteit moeten geschei
den blijven. Het gaat te ver dat
industriële vervuilers gaan beslissen
over detailontwatering en waterbe
heersing in agrarisch gebied'. Dit
stellen de negen voorzitters van wa
terschappen in West-Brabant en de
kringvoorzitters van de drie CLO's.
Zij waren onlangs bijeen om over
deze problematiek van gedachten
te wisselen.
Binnen West-Brabant is een mogelij
ke reorganisatie op komst van het
waterschapsbeleid. Commissie de
Bekker is met een onderzoek bezig
of de huidige structuur nog wel de
juiste is. Amper 3 jaar na een ingrij
pende concentratie staat het functi
oneren van de waterschappen weer
ter discussie. Bestuurders van wa
terschappen willen meedenken
maar zeker niet hun zeggenschap
opofferen. Geruchten als zou het
Hoogheemraadschap West-Brabant
naast kwaliteit ook ontwatering en
waterbeheersing tot taak krijgen
gaan er niet in.
'Bestuurlijk moeten deze twee za
ken gescheiden blijven', stelt voor
zitter de heer Fr. van der Heyden.
'De afstand zou anders veel te groot
worden. Land- en tuinbouw is eco
nomisch afhankelijk van een goed
kwantiteitsbeheer. Daarom mag het
niet zo ver komen dat industriële- en
huishoudelijke vervuilers gaan
beslissen. Van de 35 zetels binnen
het hoogheemraadschap worden er
maar 10 ingenomen door vertegen
woordigers van grondeigenaren.
Dat er een eventuele reorganisatie
komt in de vorm van schaalvergro
ting is niet uitgesloten. Er bestaan
geluiden dat er een onderlinge sa
menvoeging op komst is tussen be
staande waterschappen'.
Het invoeren van een districtenstel
sel binnen het Hoogheemraad
schap, om zo het beheer van
kwaliteit en kwantiteit toch geschei
den te houden, behoort ook tot de
mogelijkheden. De waterschaps
bestuurders zijn niet weg van deze
constructie. Natuur en landschap
gaan dan meer meepraten en uitein
delijk is het bestuur ondergeschikt
aan het Hoogheemraadschap. 'De
zorg voor het landschap ligt van
oudsher al voor het grootste gedeel
te op de rug van de agrariër', merkt
Van der Heyden op.
Stemrecht pachter
Een punt dat op de gecombineerde
vergadering aandacht kreeg was
het stemrecht voor de pachter. Per
1-1-1992 is de nieuwe waterschaps
wet van kracht. Pachters kunnen
dan zitting nemen in een water
schapsbestuur. De water
schapslasten komen dan wellicht
voor de helft voor hun rekening. Op
dit moment kunnen pachters alleen
gekozen worden als ze een vol
macht hebben van de grondeige
naar. Voor het zo ver is zal er een
wijziging van de pachtwet aan voor
af moeten gaan. Het waterschaps-
deel zal uit de pachtprijs gehaald
worden. Uiteindelijk zal de pachter
voor meer zeggenschap moeten
betalen.
Binnen het werkgebied van het
Hoogheemraadschap, 165.000 ha,
functioneren de waterschappen: de
Agger, Zoomvliet, Vierlinghpolders,
de Mark-Vlietlanden, de Ham, de
Markgronden, de Aa of Weerijs, de
Boven Mark en de Dongestroom. Zij
zijn 3 jaar geleden gevormd uit toen
45 waterschappen.
J.v.T.
Cebeco-Handelsraad is zeer teleur
gesteld over de blokkade, die de Ne
derlandse overheid heeft
opgeworpen tegen handelstransac
ties met de Sovjet-Unie. Er worden
sinds kort door de NCM geen kre
dietgaranties meer verstrekt vanwe
ge de precaire financiële situatie in
de Sovjet-Unie.
Voor Cebeco-Handelsraad betekent
deze beslissing een fikse tegenval
ler. De landbouwcoöperatie heeft al
een aantal goedlopende projecten in
de Sovjet-Unie opgezet en wil deze
verder uitbreiden. De Russen tonen
zich uiterst geïnteresseerd.
Volgens algemeen directeur ir. H. de
Boon dreigt de Nederlandse land- en
tuinbouw als leverancier van uit
gangsmateriaal en know-how door
deze blokkade belangrijke kansen te
gaan missen. 'We zijn bezig daar
een goede naam op te bouwen.
Overal waar we komen schiet de
produktie omhoog. Duitsland sluit
intussen de ene na de andere mil
joenenleverantie af, terwijl ons rug
dekking van de Nederlandse
overheid wordt afgenomen', aldus ir.
De Boon.
Cebeco-Handelsraad koerst aan op
eenzelfde bedrijfsresultaat als in
1990. In dat jaar kwam de winst uit
op ongeveer 34 miljoen gulden. De
omzet van de landbouwcoöperatie
zal in 1991 iets hoger zijn.
President-directeur ir. J. Prins ver
klaarde tijdehs een persbijeenkomst
in Mijnsheerenland 'redelijk tevre
den' te zijn met de resultaten van de
spcerpuntaktiviteiten van Cebeco:
zaaizaad en pootgoed, tuinbouw en
voedingsmiddelen. Minder content
toonde hij zich over de gang van za
ken in de toelevering. Met name in
de gewasbeschermingsmiddelen
en mechanisatiepoot tekent zich
stagnatie af. 'We draaien nog niet
met verliezen, maar we zullen tijdig
aanpassingen moeten doorvoeren',
aldus ir. Prins. Bij Luxan (gewasbe
scherming) heeft al een reorganisa
tie plaatsgevonden.
Investeringen
De Cebeco-topman constateerde
een afnemende investeringslust op
het boerenerf. Oorzaaken daarvan
zijn volgens hem de aangekondigde
wijzigingen in het EG-
landbouwbeleid, de GATT-
onderhandelingen en het strenge
milieubeleid van de Nederlandse
overheid. Deze factoren maken dat
Ir. J. Prins, president-directeur
Cebeco-Handelsraad
de Nederlandse boer geneigd is pas
op de plaats te maken. Ir. Prins il
lustreerde zijn stelling door te wijzen
op de scherp gedaalde verkopen
van trekkers. In een topjaar gingen
er in Nederland ooit 12.000 trekkers
van de hand. Nu ligt dat cijfer op
4.000.
Cebeco-Handelsraad verwacht dit
jaar een geconsolideerde omzet van
ongeveer 5 miljard gulden te berei
ken. Dat is hoger dan verwacht. Vo
rig jaar haalde de coöperatie een
omzet van 4,4 miljard gulden. Het
personeelsbestand steeg dit jaar tot
ongeveer 5.000.
Ir. Prins deelde voorts mee dat de
50 miljoen gulden die de Rabobank
dit jaar aan Cebeco-Handelsraad
verstrekt in een nieuw op te richten
houdstermaatschappij wordt gesto
ken. In deze holding brengt Cebeco
enkele van haar minderheidsdeelne
mingen onder, zoals Coveco en Plu
kon. De Rabobank krijgt overigens
geen zeggenschap over deze be
drijven.
Cebeco-Handelsraad blijft streven
naar groei, vooral in de voe
dingsmiddelensector. Voor de finan
ciering zal een beroep worden
gedaan op vreemd kapitaal.
Cebeco-Handelsraad zoekt geen
geld bij de boeren via bijvoorbeeld
ledenbewijzen. Volgens ir. Prins
hebben de boeren hun geld hard no
dig voor de ontwikkeling van het ei
gen bedrijf. Overigens is
Cebeco-Handelsraad een topcoöpe-
ratie, die regionale coöperaties als
leden heeft. Zij heeft dus geen
rechtstreekse relatie met de boeren.