"ÖoIch Nieuws en Commentaar Landbouwschap achter halvering gebruik bestrijdingsmiddelen Draagvlak kalft af Uitspraken KNLC kommentaar Nieuws uit het hoofdbestuur Doorbraak in GATT- landbouwoverleg? KNLC-bestuur over mestregels Benoeming CZAV Europese Economische Ruimte Het Landbouwschap is bereid met de overheid bindende afspraken te maken over het verminderen van het gebruik van bestrijdingsmidde len. In het jaar 2000 moet dit leiden tot een vermindering van de milieu belasting met minimaal 50 procent. Het bestuur van het Landbouw schap ging woensdag unaniem ak koord met een uitvoerig advies over het Meerjarenplan Gewasbescher ming. Om het plan te laten slagen moet volgens het schap aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan. De Commissie Toelating Staatssecretaris Yvonne van Rooij van Buitenlandse Handel verwacht dat de Amerikaanse president Bush en premier Lubbers morgen (9 nov.) in Den Haag een belangrijke stap zullen zetten naar een oplossing voor het GATT-conflict over de land bouwsubsidies. Het onderwerp zou het belangrijkste agendapunt zijn op de halfjaarlijkse topontmoeting van EG en VS. Van Rooy had afgelopen maandag in Brussel vooroverleg met haar EG- collega's. Tijdens deze ontmoeting bleek echter weinig beweging in het EG-standpunt. In een verklaring on derstreepten de EG-ministers welis waar dat ze vastbesloten zijn het GATT-overleg voor eind dit jaar af te ronden. Maar men stelde ook dat de EG al voldoende concessies gedaan heeft op landbouwgebied. Een di plomaat omschreef de verklaring als 'optimistisch maar standvastig'. Hoe Bush en Lubbers beweging kunnen forceren liet Van Rooy in het midden. Brussel hoopt in ieder geval op concessies van de Amerikanen nu het debat over een ingrijpende landbouwhervorming in de EG op gang is gekomen en iedereen het al vast eens is over het principe van forse subsidieverlaging. Informatie Cebeco over cichoreiteelt Cebeco Zuid-West organiseert dins dag 12 november a.s informatiebij eenkomsten voor telers voor Schouwen-Duiveland en Tholen/St. Philipsland, die belangstelling heb ben getoond voor cichoreiteelt op contract voor Benuline BV. De eer ste bijeenkomst voor Schouwen vindt plaats in het Tonnenmagazijn te Brouwershaven, aanvang 14.00 uur. De bijeenkomst voor de Thool- se telers wordt gehouden in De Wel- levaete te St. Annaland, aanvang 19.30 uur. Bestrijdingsmiddelen functioneert niet en moet op korte termijn slag vaardiger gaan werken. De beoordeling van bestrijdingsmid delen moet aan vaste termijnen worden gebonden. Ook de bestaan de achterstand - dertig tot veertig nieuwe middelen wachten op goed keuring - moet snel worden wegge werkt. Zonder deze aanpassingen is het Meerjarenplan Gewasbescher ming gedoemd te mislukken, aldus het bestuur van het Land bouwschap. Stoffenparagraaf Het Landbouwschap meent dat er in de land- en tuinbouw geen draag vlak bestaat voor de zogenaamde stoffenparagraaf in het meerjaren plan. In deze stoffenparagraaf wordt voorgesteld om middelen kortweg te saneren als ze net aan bepaalde milieucriteria voldoen. Deze aanpak doorkruist de hoofddoelstelling van het Meerjarenplan Gewasbescher ming, namelijk het terugdringen van het totale gebruik. Om deze reden adviseert het Land bouwschap een kanalisatie of re ceptensysteem in te voeren voor bestrijdingsmiddelen met bijzondere milieurisico's. Dit systeem moet in samenwerking met de overheid, het landbouwbedrijfsleven en met de toeleverende handel en industrie worden ingevoerd. In het bestuur van het Landbouw schap werd onderstreept dat Neder land op het gebied van de gewasbescherming zich moet rich ten op de Europese richtlijnen. Een afwijkend beleid zal leiden tot hand- havingsproblemen en ongewenst 'toerisme' van bestrijdingsmiddelen. Het bestuur vindt dat er meer aan dacht moet komen voor arbeidsom standigheden en arbeidsveiligheid dan nu in het meerjarenplan tot uit drukking is gebracht. Het Meerjarenplan Gewasbescher ming voorziet in de mogelijkheid van een bestemmingsheffing op bestrijdingsmiddelen ter financiering van onder andere onderzoek, voor lichting en onderwijs. Het Land bouwschap meent dat zo'n heffing dient te voldoen aan zeer strikte voorwaarden. De uitwerking van een heffingensysteem, alsmede de bestemming van de gelden, dienen in nauw overleg met het bedrijfsle ven te gebeuren. Het bestuur van het KNLC consta teert dat het draagvlak onder de boeren om zich in te zetten voor een oplossing voor het mestpro bleem steeds verder afkalft. De ene discussie is nog niet afgelopen of de andere is al weer gestart. Tijdensdebestuursvergaderingvan 5 november is er zeer uitgebreid over de mestproblematiek gesproken. De mestregels die de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij op Prinsjesdag heeft gepresenteerd zijn voor het KNLC niet aanvaard baar. Het bestuur is echter van me ning dat alleen een eensgezind standpunt van de georganiseerde landbouw de politiek nog tot andere gedachten kan brengen. De uitwer king van de plannen van de georga niseerde landbouw moet tot resultaat hebben dat de mestproble matiek effectief wordt aangepakt. Binnen dit standpunt moet uitge gaan worden van de indidviduele boer; een landelijke of regionale be nadering is wat het KNLC betreft ongewenst. Een mineralenboekhou- ding gaat van deze individuele bena dering uit. Ook mag er geen scheiding worden aangebracht tus sen de verschillende soorten ge bieden. Kabinet Deze week formuleren de drie Cen trale Landbouworganisaties een standpunt over het mestbeleid, dat 'Er is in de landbouw sprake van een gigantische verspilling. Gigantische hoeveelheden bestrijdingsmiddelen en meststoffen worden gebruikt, terwijl voor een optimale produktie de landbouw met veel minder toe kan'. Prof.dr.ir. R. Rabbinge, hoogleraar Landbouwuniversiteit en lid Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (Wagenings Universiteitsblad, 31 oktober 1991). 'De milieulobby zit de zaak te traineren. Ze hebben oogkleppen op en daar om zien ze maar één doei: minder dieren. Hun vertragingstaktiek is er op gericht om in 1994 te kunnen roepen: jullie hebben het niet geklaard'. Direkteur Van Tuyn van de mestfabriek Vefinex in Weert, waar stapelbare pluimveemest wordt verwerkt (Intermediair, 25 ok tober 1991). 'Een waarschuwing is op z'n plaats: we kunnen ons niet de luxe permitteren om wiggen te plaatsen in ons eigen agrarisch verband of tegenstellingen op te roepen. Want dan is er maar één winnaar en dat is de overheid'. Drs. J. Mares, voorzitter Landbouwschap tijdens een bijeen komst in Raalte (Boer en Tuinder, 1 november 1991). maandag 11 november in een geza menlijk overleg aan de besturen van de landbouworganisaties zal wor den voorgelegd. Zo snel mogelijk daarna zal het bestuur van het Landbouwschap in een brief aan ka binet en tweede Kamer de plannen presenteren. Dit standpunt kan dan nog meegenomen worden bij de be grotingsbehandeling van het Minis terie van LNV. Ondertussen wordt ook de politiek benaderd om af te tasten hoe die over het plan van aanpak van de georganiseerde land bouw denkt. Ingeborg Schuitemaker Bij de CZAV in Wemeldinge is mr. J.G. F. Rijlaarsdam (31) benoemd tot direktie-assistent. De heer Rijlaars dam was tot voor enkele weken werkzaam op een advocatenkan toor in Rotterdam. Hij is een zoon van de huidige direkteur, die binnen afzienbare tijd zal terugtreden. Algemeen voorzitter Het hoofdbestuur van de ZLM heeft algemeen voorzitter H.C. van der Maas gevraagd of hij voor een her benoeming als voorzitter van de ZLM beschikbaar is. Van der Maas heeft de bereidheid daartoe uit gesproken. Hij deelde aan het hoofdbestuur mee, dat zijn beschik baarheid onder meer is gebaseerd op de lopende gesprekken over sa menwerking met andere landbouw organisaties. De zittingsperiode loopt op 31 december 1992 af. De officiële benoeming zal in de loop van volgend jaar met inachtneming van de daarvoor geldende procedu re plaatsvinden. SEV Het dagelijks bestuur van de ZLM heeft ir. J.L. Mieras benoemd tot plaatsvervangend hoofd van de sociaal-economische voorlichting van de ZLM. In april 1984 werden de EG en de EVA het er over eens dat er een dynami sche Europese Economische Ruimte (EER) zou moeten komen. De landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) zagen toen al in dat een eigen economisch beleid los van een sterke EG niet mogelijk zou zijn. Pas in 1989 kwamen de onderhande lingen op initiatief van de voorzitter van de Europese Commissie, Delors, tussen de EG en EVA goed op gang. Oktober 1991 besloten de beide eco nomische blokken de Europese Econo mische Ruimte op 1 januari 1993 in werking te laten treden. Dezelfde dag dat een "EG zonder grenzen" een feit moet zijn. De Europese Economische Ruimte (EER) zal, als de nationale Par lementen en het Europese Parlement akkoord gaan, bestaan uit 19 landen. De EVA-landen vormen een restant van een groter geheel. Al eerder verlie ten landen als Groot-Brittannië, Ier land, Portugal en Denemarken dit blok en sloten zich bij de EG aan. Nu beho ren Noorwegen, Zweden, Finland, IJs land, Oostenrijk, Zwitserland en de ministaat Liechtenstein nog tot de EVA. Zweden en Oostenrijk hebben het lidmaatschap van de EG al aange vraagd. Het lijkt er dus op dat de EVA een aflopende zaak zat zijn. De EER wordt in eerste aanzet wel een gemeenschappelijke markt maar geen tolunie. De grenzen en de grenscontro les tussen de EG en de EVA-landen blijven bestaan. Er komt geen monetai re en politieke unie tussen de beide blokken. Het goederen-, kapitaal- en dienstenverkeer wordt geliberaliseerd. De EVA-landen kunnen gebruik maken van de voordelen van een vrije Europe se markt maar krijgen geen zeggen schap over de EG-regelgeving. Deze regels worden in belangrijke ma te wel op hun landen van toepassing. Anderzijds krijgt de EG-industrie en - dienstverlening vrije toegang tot mark ten van de EVA-landen. Op deze ma nier ontstaat een markt met 375 miljoen inwoners. De EER laat zien dat een volwaardig toetreden tot de EG geleidelijk kan gebeuren. Ook voor de voormalige Oostbloklanden zal deze geleidelijke weg gegaan moeten worden. Landbouw buitenspel Terwijl de landbouw de voortrekker was bij de tot standkoming van de EG valt de land- en tuinbouw vrijwel ge heel buiten de EER-overeenkomst. Het EG-landbouwbeleid blijft beperkt tot de EG. Er komt op termijn wel een ze kere liberalisering maar de agrarische producenten in de EVA tanden blijven sterk beschermd tegen de EG concur rentie. Op veterinair gebied gaat een aantal EG-regels gelden. Voor de plantaardige sector houden de EVA-landen voorlo pig hun strenge gezondheidseisen. De afzetmogelijkheden van de Nederland se land- en tuinbouw zullen door de EER dus niet veel groter worden. Dit is zeer teleurstellend. Deze vergaande bescherming tegen de EG landbouw zal niet lang kunnen du ren. In ieder geval zullen de EVA lan den die lid worden van de EG een gemeenschappelijke landbouwpolitiek moeten aanvaarden. Zweden heeft daar een drastisch begin mee gemaakt. De landbouw in de EVA-landen be hoort nu tot de zwaarst gesubsidieer de ter wereld. Deze bescherming op een hoog niveau is mogelijk omdat de landbouw in al deze landen maar een klein deel van de bevolking uitmaakt en de industrie, handel en diensten sector (banken, verzekeringen en ver keer) goed ontwikkeld zijn. Wel zeer opvallend is het geringe percentage beteelde grond van de totale opper vlakte: IJsland 0,1, Noorwegen 3, Zweden 7, Finland 8, Zwitserland 10 en Oostenrijk 18. Voor de EG landen ligt dit percentage op gemiddeld 40. Het is te verwachten dat de landbouw in de meeste EVA-landen zich zal ver zetten tegen een volledige toetreding tot de EG. Ik denk dat de economische macht van de niet-agrarische sectoren ook daar in de politiek de doorslag zal geven. De tot nu sterk beschermde landbouw kan bij toetreding tot de EG weI eens te maken krijgen met het te gendeel, namelijk een vergaande libe ralisering. Ik denk ook dat de sterk ontwikkelde industrie, handel en dienstverlening niet bereid is veel geld te besteden aan een omvangrijke EG- landbouw. Zweden voorbeeld Een eerste voorbeeld van een dergelij ke ontwikkeling is Zweden. Op 1 juli van dit jaar werd het EG-lidmaatschap aangevraagd en op dezelfde dag trad een vergaand landbouwhervor mingsprogramma in werking. De tot nu sterk gesubsidieerde Zweedse landbouw wordt gedwongen een ge heel andere richting in te slaan. De prijs- en exportondersteuning wordt sterk teruggebracht. Voor de import blijft er een zekere bescherming. Het zelf gezamenlijk mee financieren door de boeren van de export van over schotten is verboden. De melkquote ring werd al eerder terzijde gezet. Door prijsverlaging, braaklegging en bebos sing wordt de produktie verminderd. De Zweedse regering bevordert de ontwikkeling van bio-energie uit hout en graan. Daarnaast is een bedrijfs beëindigingsregeling ingesteld. On danks het geringe aantal agrariërs en de kleine hoeveelheid cultuurgrond, denken de Zweden in 5 jaar tijd het aantal bedrijven met de helft terug te brengen en de oppervlakte cultuur grond met 500.000 hectare te ver minderen. Nu al blijkt dat het boereninkomen in Zweden sterk terugloopt. Dit geldt voor vrijwel alle sectoren. Door de prijsverlaging loopt de produktie snel terug. Bij melk is deze al gedaald tot beneden het zelfvoorzieningsniveau. De Zweedse veehouders willen dan ook hun produktieomvang van 1984 zien als het ijkpunt bij de toetreding tot de EG en de vaststelling van hun lan- denquotum. Het grote probleem van de Zweedse landbouw is dat er geen rendabele al ternatieven zijn. In de bosbouw lijkt door een lage inplantvergoeding en de lage houtprijs weinig toekomst te zit ten. Bio-energie kan ondanks hoge subsidies en een hoge C02-heffing op fossiele brandstof niet concurreren met de gangbare brandstof. Geen wonder dat de Zweedse boeren pessi mistisch zijn. Omdat het EG-beleid voor de komende tijd ook niet duidelijk is, is er geen hoop op verandering. Voorteken? Het Zweedse programma dat nu in uit voering is gaat veel verder dan de voorstellen van MacSharry. Ik denk dat de andere EG-kandidaat, Oostenrijk, uit eigen beweging nooit met een dergelijk programma zal komen. Daar voor is het "Bauerlichte Familienbe- trieb" teveel in de Oostenrijkse cultuur verankerd. Die vorm van bedrijfsvoe ring past echter niet bij een economisch- en sociaal verantwoord bedrijf. In Zweden zijn concurrerende sociaal- en economische verantwoor de agrarische bedrijven die passen in een moderne maatschappij het eind doel. Duurzaamheid, landschap, regio nale politiek en het sociale aspect zijn daarbij belangrijke randvoorwaarden. Ik denk dan ook dat de Zweedse toe treding tot de EG wel eens verrassen de veranderingen in de EG-landbouwpolitiek kan brengen. Juist omdat het maar een zeer gering deel van de grond in Zweden en de an dera EVA-landen voor de landbouw gebruikt wordt, zal de politieke druk om in de bestaande EG grond uit pro duktie te nemen toenemen. Als met de landen in Midden en Oost-Europa een verdere EG-samenwerking tot stand komt kan de agrarische produktie zich zelfs wel eens in toenemende mate verplaatsen vanuit het dichtbevolkte West-Europa naar de nog lege vrucht bare gebieden in het Oosten. Het is be langrijk de Zweedse ervaring goed te volgen en te leren van de goede en verkeerde aspecten die dit landbouw hervormingsprogramma aan het licht zal brengen. In de EER-overeenkomst speelt de landbouw een geringe rol. Het is een overeenkomst die in de eerste plaats van belang is voor het niet-agrarische bedrijfsleven. Zolang de EVA-landen nog niet volwaardig lid zijn van de EG wil dat bedrijfsleven de kleine land bouwsector in eigen land nog wel steunen. Van een bereidheid dit ook te doen voor een omvangrijke EG- landbouw verwacht ik niet veel. De uiteindelijke toetreding van de EVA landen tot de EG kan daarom ingrijpen de gevolgen hebben voör het EG- landbouwbeleid. De geringe plaats die de landbouw in de EER-overeenkomst inneemt is een duidelijk voorteken. Dam Jaarsma plv. alg. secretaris KNLC

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 5