Jonge boeren doen het goed als vrachtwagenchauffeur Personalia Bijzondere pacht wordt de belangrijkste pachtvorm Opleidingsproject bietenvervoer geslaagd Symposium in Wageningen: Nieuwe secretaris Veehouderij Landbouwschap Direktie CZAV Jonge boeren, die in de landbouw niet meer voldoende emplooi kun nen vinden, zijn geknipt voor het vak van vrachtwagenchauffeur. Die conclusie kan worden getrokken uit het project 'opleiding vrachtwagen chauffeur voor bietentransport' in Zeeuws-Vlaanderen. Het project is, ondanks de kleinschalige opzet, een groot succes geworden. Er hebben 19 merendeels jonge mensen met een agrarische achtergrond aan meegedaan. Daarvan rijden er nu 8 op een vrachtwagen. Het idee om jonge boeren op te lei den tot chauffeur voor het bieten transport komt uit de boezem van de suikerverwerkende industrie (CSM en Suikerunie). Na sluiting van de suikerfabrieken in Zeeuws- Vlaanderen viel er een stuk brood winning weg voor de trekkerchauf feurs die de bieten van de boeren naar de fabriek in Sas van Gent re den. De suikerfabrieken zochten naar vervangend werk voor de men sen. Enerzijds werd daarmee voor zien in een dreigend tekort aan chauffeurs voor het bietenvervoer, terwijl anderzijds tegemoet werd gekomen aan een stukje verborgen werkloosheid in de landbouw. De heer Calon van de CSM stapte met het idee naar het arbeidsbureau in Terneuzen, waar meteen enthou siast en slagvaardig werd gerea geerd. In samenwerking met Verkeersschool Kielman in Terneu zen en de Landbouwpraktijkschool in Schoondijke werd een project opgezet. Lage drempel Op de advertenties, waarin de oplei ding werd aangekondigd, reageer den 30 personen. Daarvan bleven er 19 over, die de cursus vrachtwagen chauffeur daadwerkelijk gingen vol gen. Het paste volledig bij de doelstelling van het project om de financiële drempel laag te houden. Het behalen van een vrachtwagen rijbewijs is een kostbare aangele genheid. Het komt neer op een gemiddeld bedrag tussen de f 3.500,- en f 4.000,-. Het ar beidsbureau nam in het kader van dit project een groot deel van de kosten voor zijn rekening. De cur- Het manoeuvreren met zware bietenwagens op vaak smalle wegen vraagt veel inzicht en inspanning van de chauffeurs (foto APS/Peter Mastenbroek) sisten betaalden alleen het eerste onderdeel (rijbewijs C) uit eigen por temonnee. Dat komt neer op een ei gen bijdrage van gemiddeld f 1.500,-. Bijzonder aan de opleiding was ook het aandeel van de Praktijkschool Schoondijke Deze school verzorgde gedurende 2 weken technisch- agrarische instructie. In de eerste lesweek draaide het om hydrauliek en pneumatiek, in de tweede week werd aandacht besteed aan moto renkennis en onderhoud, vervoer van agrarische produkten en het werken met kraan, voorlader en heftruck. Verantwoordelijkheid Het besturen van een vrachtwagen is een zware verantwoordelijkheid, in de eerste plaats vanwege de vei ligheid op de weg, maar ook uit een oogpunt van het dure materieel, dat je onderhanden hebt. Daarom mag de opleiding niet te licht worden op gevat. Er moet veel tijd en energie in gestoken worden en de eisen zijn zwaar. Als men de cursus op nor male wijze kan volgen, duurt het on geveer 18 maanden voor men het felbegeerde papier op zak heeft. Het Zeeuwsvlaamse project heeft duidelijk gemaakt dat jongeren met een agrarische achtergrond als vrachtwagenchauffeur een uitste kend figuur slaan. Ze doen de cur sus wat gemakkelijker dan mensen uit andere beroepsgroepen, aldus rijschoolhouder Kielman. Ze zijn ge motiveerd, hebben technisch inzicht en zijn van huis uit gewend met trekker en aanhanger om te gaan. In de praktijk hoeven ze zich uiteraard niet te beperken tot alleen bieten vervoer. Vooral in het internationale vervoer zit men om vakbekwame chauffeurs te springen. 'Het regeringsvoorstel tot wijziging van de Pachtwet bevat pachtalter- natieven waarvan verwacht mag worden dat ze de reguliere pacht tot een sterfhuis zullen maken'. Dat stelde universitair docent bij de vak groep Agrarisch recht aan de Land bouwuniversiteit te Wageningen en tevens plaatsvervangend griffier van de Centrale Grondkamer te Arn hem, mr. H.C.A. Walda onlangs op een symposium in Wageningen over de toekomst van het pachtrecht. Mr. Walda en andere sprekers zet ten grote vraagtekens bij de effecti viteit en het realiteitsgehalte van de in discussie zijnde voorstellen. Vol gens Walda wordt voor het gedeelte van het pachtareaal dat niet uit ge wone pacht bestaat - op termijn het grootste deel - het uitgangspunt van de regering, namelijk het in standhouden van de pachtersbe scherming, niet gehaald. Mr. Walda kritiseerde het nalaten van een gedegen onderzoek naar de oorzaken van de pachtdruk. Ook Mr. G. Heida voorzitter van de grondka mer voor Friesland zei een dergelijk onderzoek te hebben gemist. Met het oog op de ingrijpendheid van het wetsvoorstel had een analyse van de factoren die de pachtdruk veroorzaken verwacht mogen wor den, zo zeiden zij. Langdurige pacht Volgens mr. Walda is de door de re gering voorgestelde bijzondere pacht niet geschikt voor het door de overheid beoogde flexibele grondge bruik. De verpachter moet jaarlijks of tweejaarlijks met telkens andere pachters contracten afsluiten. De voorkeur zal daarom, zeker gezien de administratieve rompslomp, ge geven worden aan verpachting over de hele periode aan dezelfde gega digde. Ook voor het mestbeleid en de ontwikkelingen op de markt biedt slechts een groter aanbod van grond voor langdurig gebruik een oplossing. Daarom zal langdurige pacht aantrekkelijk moeten worden gemaakt. Volgens de heer Walda mag worden aangenomen dat niet alleen oudere ondernemers maar vrijwel alle ver pachters van bijzondere pacht ge bruik zullen willen maken. Voor eigenaren die een hoeve willen ver pachten ontstaat eveneens de inte ressante mogelijkheid om het land grotendeels bijzonder te verpachten en de gebouwen samen met de overige grond als hoeve te verpach ten. Er ontstaat daarbij geen lagere pachtprijs voor de gebouwen, om dat de totale oppervlakte grond dienstbaar is aan de bedrijfsgebou wen. Daarmee wordt bijzondere pacht de eerste tientallen jaren de belangrijkste pachtvorm. Na uitput ting van deze vorm (er geldt een wettelijk maximum van 12 jaar) is nog slechts reguliere pacht moge lijk. Zo bezien zijn we na enkele tien tallen jaren weer op het punt beland waar we nu ook zijn: veel zwarte pacht en grote maatschappelijke druk om tot wetswijziging te ko men. Goes beschouwd leidt invoe ring van de voorgestelde wijzigingen het einde van de pacht in zoals we die nu kennen, aldus de heer Walda. De docent Agrarisch recht wijst er op dat een lagere pachtdruk leidt tot hogere belastingafdracht voor pach ters en verpachters, hogere overna mekosten binnen de familiesfeer en een lager rendement voor de beleg gers. Hij doet de suggestie varianten te creëren met een hoger rende ment voor de verpachter gekoppeld aan een langere duur voor de pach ter. In een nieuwe pachtvariant zou de pachtprijs hoger moeten zijn naarmate de pachter op een langere duur aanspraak kan maken. Mr. G. Heida, kantonrechter te Beetsterzwaag en voorzitter van de grondkamer in Friesland, vroeg zich af in hoeverre het doorsnee bedrijf nog wel afhankelijk is van pacht. Volgens recente gegevens heeft een groot aantal bedrijven de grond voor meer dan 80% in eigendom. Bij een nieuwe opzet van de Pachtwet zal zijns inziens voorkomen moeten worden dat onnodige rechtsonge lijkheid ontstaat tussen oude en nieuwe pachters. Hij stelde o.m. voor de pachtprijs in beginsel vrij te laten (waarbij om extremen te voor komen net als bij de verhuur van be drijfsruimten getoetst zou kunnen werden aan gemiddelde prijzen in de streek) terwijl van indeplaatsstelling alleen sprake kan zijn als tevens de onderneming in zijn geheel of voor een deel wordt overgedragen. Grondprijzen Prof.dr.ir. P.C. v.d. Noort hield in zijn betoog o.m. een pleidooi voor een aanpassing van de pachtprijzen aan de huidige landbouwkundige wer kelijkheid. Dat betekent in zijn ogen dat de prijzen voor de kleigronden relatief omlaag kunnen en die voor de zandgronden omhoog. Hij waar schuwde verder voor het gevaar dat boeren een te groot deel van hun ei gen vermogen in grond en gebou wen steken. Hij wees op het mogelijke gevaar van een ineenstor ten van de grondprijzen zoals dat zich in de VS enige jaren geleden heeft voorgedaan. Boeren moeten hun kapitaal gespreid beleggen, zo adviseerde hij. (J.W.) Alternatief Het besturen van een vrachtwagen kan dus een welkom alternatief zijn voor boerenzonen, die op het eigen bedrijf geen toekomst zien. Voor Zeeuws-Vlaanderen is het een goe de zaak dat mensen die bekend zijn in de streek op de bietengewas rijden. Ze kennen de weg, ook als ze 's nachts op pad zijn ven ze weten van de specifieke risico's op de Zeeuwsvlaamse wegen, die niet overal even veilig zijn. Het arbeidsbureau in Terneuzen noemt het project opleiding bieten chauffeur geslaagd. Van de 19 cur sisten hebben er nu 8 een baan als chauffeur, waarvan 5 in het bieten transport. Vijf cursisten hebben voorlopig nog geen tijd of gelegen heid om achter het stuur te kruipen en 6 hebben de opleiding nog niet afgesloten. Het arbeidsbureau sluit niet uit dat het project een vervolg krijgt. G.P.L.M. Dingemans hoofd Inspektie Landbouwonderwijs Per 1 november 1991 is de heer G.P.L.M. Dingemans (53) benoemd tot hoofd van de Inspektie Land bouwonderwijs. Hij volgt in deze f unktie ir. C. Boer op, die per 15 okto ber werd benoemd tot voorzitter van de centrale direktie van het Agrarisch Opleidingscentrum Zuid-Holland- Oost. De heer Dingemans werkt sinds 1986 bij de Direktie Landbouwon derwijs. Hij begon als regionaal in- spekteur en vanaf 1 juli 1991 was hij inspekteur voor het voortgezet onderwijs. De heer Dingemans heeft in zijn loopbaan verschillende funkties in het onderwijs vervuld. Onder meer was hij leraar in het agrarisch onderwijs en in het alge meen voortgezet onderwijs voor volwassenen. Vanaf 1980 was hij adjunkt-direkteur van de toenmalige Middelbare Land- en Tuinbouw school in Breda. Tot secretaris van de hoofdafdeling Veehouderij van het Landbouw schap is benoemd ir. J.G.B. Venne- man (42) uit Zoetermeer. De heer Venneman is op het ogenblik hoofd van de afdeling zuivelkwaliteitsaan- gelegenheden en plaatsvervangend directeur van de Koninklijke Neder landse Zuivelbond FNZ. Zijn benoe ming bij het Landbouwschap gaat in op 1 februari 1992. Als secretaris van de hoofdafdeling Veehouderij, tevens secretaris van de afdeling Paardenhouderij komt ir. Venneman in de plaats van J.A. Bokx, die eerder dit jaar gebruik maakte van de VUT-regeling. Ven neman studeerde zootechniek in Wageningen en werkte vervolgens als algemeen en agrarisch secretaris van de plattelandsjongerengemeen- schap Nederland en in verschillende functies op het ministerie van land bouw, natuurbeheer en visserij. Sinds 1981 is hij voorzitter van de Stichting Uitwisseling en Studierei zen voor het Platteland. De direkteur van de CZAV en Agri- markt, de heer S.C. Rijlaarsdam, zal niet reeds binnen afzienbare tijd te rugtreden. Hij deelt dit mee in een reaktie op het bericht in het ZLM- blad van vorige week, dat zijn zoon mr. J.G.F. Rijlaarsdam onlangs in dienst is getreden als direktie- assistent bij CZAV. De heer Rijlaars dam sr. hoopt nog een aantal jaren als direkteur te kunnen functioneren.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 23