Meldingsplicht bij AMVB
Accountantsunie
ZLM
Geen nieuwe belasting
op landbouwgrond
Vrijstelling bestemmingswijzigingswinst
voor 1 januari aanstaande aanvragen
ifilM on go^L
Sociaal
Ekonomische
Voorlichting
Overheid geeft bijdrage voor
minder intensief telen
DLV begeleidt elektronische
bedrijfsvergelijking glastuinbouw
Algemene maatregel van bestuur voor melkrundveehouderij
Op 1 augustus j.l. is de algemene
maatregel van bestuur (AMVB) voor
de melkrundveehouderij van kracht
geworden. In Nederland kennen we
reeds lang de Hinderwet. Het aan
vragen van een vergunning in het
kader van de Hinderwet, kost veel
tijd en geld. Indien men voldoet aan
de gestelde eisen van de AMVB, is
het aanvragen van een vergunning
niet meer noodzakelijk. Men kan
dan met een melding bij de gemeen
te volstaan.
Wanneer melden?
In de AMVB staat een groot aantal
eisen vermeld waaraan men moet
voldoen. Dit geldt in principe ook
voor bedrijven, die reeds een geldige
Hinderwetvergunning hebben. In
dien men niet aan één van de eisen
of voorwaarden voldoet dan blijft
men gewoon 'vergunningplichtig'.
Hoe dient men nu te handelen?
Hiervoor zijn vier verschillende si
tuaties mogelijk.
a. Nieuwe bedrijven
Voor nieuwe bedrijven vanaf 1 au
gustus 1991 geldt voor melkrund-
veehouders dat zij zich uiterlijk één
maand voor ingebruikneming van
het bedrijf moeten melden. Er moet
direkt aan de eisen die in de AMVB
zijn gesteld worden voldaan.
b. Bestaande bedrijven met geldige
Hinderwetvergunning
Deze bedrijven hoeven zich niet te
melden bij de gemeente. Voor 1 au-
gustus 1992 moeten deze bedrijven
aan de eisen voldoen. De huidige
vergunning wordt als melding ge
zien. Op 1 augustus 1992 komt de
Hinderwetvergunning dan te ver
vallen.
Indien niet aan de eisen van AMVB
wordt voldaan, dan blijft men ge
woon 'vergunningsplichtig'.
c. Bestaande bedrijven zonder geldi
ge Hinderwetvergunning
Deze bedrijven dienen zich voor 31
januari 1992 bij de gemeente te
melden. Men heeft dan tot 1 augus
tus 1992 de tijd om aan de eisen
van de AMVB te voldoen. Bij deze
groep is nog wel de ammoniakemis-
sie van belang.
d. Bedrijven die uitbreiden of de op
zet wijzigen
Voor bedrijven die reeds over een
vergunning beschikken, die willen
uitbreiden of verbouwen geldt dat
ze de eerste keer dit één maand van
te voren bij de gemeente dienen te
De Dienst Landbouwvoorlichting
gaat samen met Dacom-
automatisering glastuinders bege
leiden, die via 'Teletuin' bedrijfsver-
gelijkingen uitvoeren. De
begeleiding hiervoor geldt voorals
nog voor de proefperiode 1992.
DLV en Dacom willen via dit project
stimuleren dat glasgroente- en glas-
bloementelers optimaal gebruik ma
ken van informatie via 'Teletuin'.
De begeleiding door DLV van de te-
lersgroepen die meedoen aan het
project 'Teletuin' gebeurt via
groepsbijeenkomsten. Aan de hand
van een van te voren vastgesteld
onderwerp vindt de bedrijfsvergelij-
king plaats. De begeleiding door
DLV gebeurt via maximaal tien bij
eenkomsten per jaar.
melden. Indien na de eerste melding
er verbouwingsplannen ontstaan
dan dient alleen een melding te wor
den gedaan indien de gegevens op
het kennisgevingsformulier verande
ren. Er dient direkt aan de eisen te
worden voldaan.
Indien door verbouwing of uitbrei
ding niet meer aan een van de eisen
van de AMVB wordt voldaan, bijv.
het aantal stuks melkrundvee wordt
groter dan 100 stuks, dan is men
opnieuw vergunningplichtig. De
Hinderwetvergunning moet dan
voor het gehele bedrijf worden aan
gevraagd!!
Kennisgevingsformulier
Het melden kan gebeuren met be
hulp van het kennisgevingsformu
lier. Dit moet in viervoud worden
ingevuld. Het origineel moet naar de
gemeente, een afschrift naar de Ar
beidsinspectie en een naar de Regi
onale Inspectie Milieugyiëne. Er is
één exemplaar voor de ondernemer.
In dit artikel is niet ingegaan op alle
eisen en voorwaarden. In een groot
aantal afdelingen wordt in de ko
mende weken door de SEV het
SEV-journaal gepresenteerd. Tijdens
deze bijeenkomsten is het mogelijk
uitvoerig op de eisen/voorwaarden
en meldingsplicht in te gaan.
J.A.M. Withagen,
Hoofd SEV
Onder de titel 'Belastingheffing op
landbouwgrond?!' kondigde het
Accountants- en belastingadviesbu
reau NCB te Goes in het ZLM-blad
van 1 november j.l. per advertentie
een lezing aan over de gevolgen van
de wijziging landbouwvrijstelling.
De titel van deze advertentie heeft
bij een aantal lezers van het ZLM-
blad misverstanden en vragen opge
roepen.
De aangekondigde lezing heeft be
trekking op de zogenaamde
bestemmingswijzigingswinst. Dit
betreft wetgeving, die reeds op 1
april 1986 van kracht is geworden.
De wetswijziging had betrekking op
de landbouwvrijstelling. Het verzoek
om een beschikking voor vaststel
ling van de bestemmingswijzigings
winst, die voor 1 april 1986 is
ontstaan, moet uiterlijk op 31 de
cember 1991 worden ingediend.
Daarom is in de afgelopen maanden
in het ZLM-blad regelmatig over de
ze materie is geschreven. Zie ook de
bijdrage van de Accountantsunie
van de ZLM van deze week, elders
op deze pagina. Daarnaast heeft de
Accountantsunie ZLM in mei al haar
leden schriftelijk geïnformeerd over
dit onderwerp.
De kop boven de genoemde adver
tentie zette een aantal lezers op het
verkeerde been. Uit het bovenstaan
de mag voldoende duidelijk zijn, dat
er geen sprake is van een nieuwe
belastingheffing op grond.
Boeren die op een minder intensieve
manier willen gaan telen, kunnen
vanaf 18 november 1991 een bijdra
ge aanvragen voor de produktie van
een aantal overschotprodukten,
waaronder granen, sojabonen, pe
ren en appelen. De bijdrage kan
worden verstrekt op grond van de
Nederlandse uitwerking van een
EEG-verordening.
De beschikking bevat een regeling
voor de kwalitatieve methode van
extensivering. Deze extensivering
moet leiden tot een vermindering
van de produktie met tenminste
20% ten opzichte van de gangbare
produktie. De minimum looptijd van
de extensivering is vijf jaar. De kwa
litatieve methode houdt de over
gang in vah gebruikelijke naar
minder intensieve produktietechnie-
ken als biologisch-dynamische of
ecologische teeltmethoden.
De vergoeding bedraagt 475 gulden
per jaar voor elke hectare overschot
gewas. Naast bovengenoemde gra
nen, sojabonen, peren en appelen
gaat het hierbij om kool-, raap- en
zonnebloemzaad, erwten, tuin- en
veldbonen. De richtlijnen die op de
ze minder intensieve produktiewijze
van toepassing zijn, stemmen over
een met die van de Vereniging
Biologisch-dynamische landbouw
of van de Stichting Ekomerk Con
trole. Er wordt echter geen verplich-
ting opgelegd om zich bij een van
de genoemde instanties aan te slui
ten en zich aan hun controle te on
derwerpen.
Deelnemers aan de regeling mogen
de produktie van geen enkel over-
schotprodukt (dier of gewas) opvoe
ren, tenzij tijdens de looptijd van de
verbintenis de bedrijfsoppervlakte
toeneemt. In dat geval is toename
van de produktie onder voorwaar
den en tot een bepaald maximum
toegestaan.
Voor bestaande bedrijven mèt hinderwetvergunning wordt de huidige
vergunning ais melding gezien.
Reeds meerdere malen is in deze ru
briek aandacht besteed aan de wij
ziging van de landbouwvrijstelling
per 1 april 1986. Vanaf deze datum
zijn bestemmingswijzigingswinsten
niet meer vrijgesteld van inkomsten
belasting. Dat nogmaals hieraan
aandacht wordt besteed, houdt ver
band met de snel naderende datum
31 december 1991. Na deze datum
is het namelijk niet meer mogelijk
om verzoeken in te dienen om
vrijstelling te verkrijgen voor
bestemmingswijzigingswinst die op
31 maart 1986 reeds aanwezig
was.
Overgangsregeling
Bij de wijziging van de landbouw
vrijstelling per 1 april 1986 is even
eens een overgangsregeling van
kracht geworden. Op grond van de
ze regeling is het mogelijk dat
bestemmingswijzigingswinst, die na
31 maart 1986 wordt gerealiseerd
doch reeds aanwezig was vóór 1
april 1986, onder bepaalde voor
waarden toch nog onder de oude
landbouwvrijstelling valt. Het vrij
gestelde bedrag is gelijk aan het
verschil tussen de vrije verkeers-
waarde en de vrije agrarische waar
de van de grond per 31 maart 1986.
Uiteraard dient aannemelijk te zijn
dat per 31 maart 1986 een bestem
mingswijziging te verwachten is.
Om voor toepassing van de over
gangsregeling in aanmerking te ko
men is het noodzakelijk de
inspekteur om een beschikking te
verzoeken, waarin de (latente)
bestemmingswijzigingswinst wordt
vastgelegd. De mogelijkheid tot het
aanvragen van een beschikking
staat open tot 1 januari 1992. Al
leen als u in het bezit bent van een
beschikking kan aanspraak worden
gemaakt op toepassing van de
vrijstelling.
Het begrip bestemmingswijziging
Volgens de Wet op de inkomstenbe
lasting is sprake van bestemmings
wijziging indien de grond voortaan
of waarschijnlijk binnenkort buiten
het kader van het landbouwbedrijf
zal worden aangewend. Hierbij kan
worden gedacht aan situaties waar
in landbouwgrond wordt aange
wend voor industrieterrein, dorps-
of stadsuitbreiding, rekreatie e.d.
Veelal zal dit een extra waardestij
ging tot gevolg hebben. Wanneer
deze waardestijging per 31 maart
1986 reeds aanwezig was, kan een
beroep worden gedaan op de over
gangsregeling. Aan de hand van fei
ten en omstandigheden zal dan
aannemelijk gemaakt moeten wor
den dat op 31 maart 1986 sprake is
van een naderende bestemmings
wijziging. Hierbij kan worden ge
dacht aan voorbereidingsbesluiten
of bestemmingsplannen die voor
zien in een andere dan agrarische
bestemming.
Erf en ondergrond woning
Ten aanzien van erf en ondergrond
van de woning die tot het onderne
mingsvermogen behoren, stelt de
staatssekretaris zich op het stand
punt dat er eveneens sprake is van
een bestemmingswijziging wanneer
deze naar het privé-vermogen wor
den overgebracht. Dit zal zich voor
doen wanneer de landbouwer na
bedrijfsbeëindiging in zijn woning
blijft wonen. Bij de overbrenging
naar het privé-vermogen zal dan
meestal een hogere waarde voor de
grond worden aangenomen dan de
agrarische waarde. Ook in deze si
tuatie kan het daarom zinvol zijn te
onderzoeken of er sprake is van een
latente bestemmingswijzigings
winst per 1 april 1986.
Hierbij zullen onder meer een rol
spelen: leeftijd van de landbouwer,
leeftijd van de gebouwen, bedrijfs-
grootte, bedrijfsvoering, ligging i.v.m.
milieu-eisen, bedrijfsopvolging.
Wanneer u als gevolg van een nade
rende bestemmingswijziging een
meerwaarde van de grond per 1
april 1986 verwacht, adviseer ik u
deze door een taxateur te laten
vaststellen. Op basis van zijn taxatie
kan dan een beschikking worden
aangevraagd bij de inspekteur der
direkte belasting. Wees er hierbij op
bedacht dat de aanvraag wordt in
gediend vóór 1 januari a.s.
Mocht u naar aanleiding van dit on
derwerp nog vragen hebben, neem
dan gerust kontakt met ons op.
W.F. Poeles FB