Borsele zeer geïnteresseerd
in glastuinbouwproject
Nieuwe gezichten bij DLV-Westmaas
Statuten zuivelcoöperatie
Campina Melkunie goedgekeurd
'Zoals men zaait, zo
zal men oogsten
Handelwijze btw-tarieven
mestvervoer onverantwoord
CDA-Kamerlid wordt
Directeur-Generaal Landelijke
Gebieden en Kwaliteitszorg
Vertrek ing. B. van der Spek bij team Goes
De ledenraden van de zuivelcoöpe-
raties Campina b.a. en Melkunie
Holland B.A. hebben hun goedkeu
ring gegeven aan de statuten voor
de nieuwe zuivelcoöperatie Campi
na Melkunie b.a. Eind november, na
dat aan een aantal formaliteiten is
voldaan, zal de nieuwe zuivelcoöpe
ratie tot stand komen, een jaar eer
der dan was gepland.
De inhoud van de nieuwe statuten
stemt overeen met de harmonisatie-
voorstellen die eerder door de leden
raden werden aanvaard. Een
uitzondering geldt voor de statutaire
bepalingen over het onderdeel le
denfinanciering: de zogenaamde le-
denbewijzen. In tegenstelling tot
wat eerder is besloten zijn de leden
nu vrij in de aankoop van het aantal
ledenbewijzen en in het moment
waarop zij daartoe overgaan. De no
minale waarde van de ledenbewij
zen bedraagt f 10,— per 100 kg
melk.
Om ook in de komende jaren een
goede melkprijs te kunnen betalen
wil Campina Melkunie met meer
merkartikelen goede posities ver
werven in de Europese markt. Om
dit te realiseren zijn grote investerin
gen vereist. Daarvoor is een sterk
eigen vermogen noodzakelijk. De
nieuwe zuivelcoöperatie tracht dit
te realiseren door jaarlijkse toevoe
gingen aan het collectief vermogen
(algemene reserve), stortingen van
leden op certificaten die op hun
naam staan en door het uitgeven
van ledenbewijzen.
Leden die in het bezit zijn van leden
bewijzen maken aanspraak op de
zogenaamde ledenplusprijs. Deze is
in 1992 f 1,60 hoger dan de leden
prijs voor de te leveren melk waar
voor geen ledenbewijzen zijn
aangekocht.
De gemeente Borsele is zeer geïnte
resseerd in het tot stand komen van
een glastuinbouwproject binnen
haar grenzen. Dat zei wethouder
P.J. Vollaard van Borsele maandag jl.
tijdens de officiële presentatie van
dfe resultaten van een haalbaar
heidsonderzoek naar een dergelijk
project, uitgevoerd door de Grontmij.
Borsele zal in eerste instantie niet
zelf initiatieven nemen tot vestiging
van een tuinbouwcentrum, maar
stelt zich open om deze te on
dersteunen. Dergelijke initiatieven
kunnen komen van een projectont
wikkelaar of gemeente, maar ook is
het mogelijk dat een groep boeren
of tuinders het voortouw neemt, al
dus directeur Bram Maljaars van het
Innovatiecentrum Zeeland. Uit het
onderzoek is gebleken dat het ge
bied Nieuwdorp, 's Heerenhoek, Le-
wedorp, Heinkenszand zich
uitstekend leent voor glastuinbouw.
Volgens het onderzoek steekt dit
gebied gunstig af tegen mogelijke
andere vestigingsgebieden in Ne
derland. Tuinders uit het Westland
hebben al interesse getoond, aldus
de heer Maljaars. Opsteller van het
rapport E.J. Roelofsen van de
Grontmij gaf aan dat het gebied mi
nimaal 200 ha groot moet zijn om
een centrumfunctie te creëren, no
dig voor het aantrekken van
transport- en voorlichtingsfacili
teiten.
NV Elektriciteits-
Produktiemaatschappij Zuid-
Nederland EPZ heeft plannen om
een warmte/kracht centrale te bou
wen in het Sloegebied. In de
doelstellingen van EPZ gaat het
daarbij om het leveren van een com
binatie van warmte en elektriciteit.
Een tuinbouwproject van 200 ha is
voor de EPZ vergelijkbaar met 'een
zeer grote procesindustrie' en als
zodanig een interessante klant.
De projectgroep wil graag zo snel
mogelijk tot resultaat komen. Daar
om worden ca. 100 exemplaren van
het door de Grontmij opgestelde
rapport opgestuurd naartuindersver-
enigingen in het Westland, project
ontwikkelaars en andere mogelijk
geïnteresseerden.
Sinds de afgelopen maanden zijn er
bij DLV-Westmaas nieuwe gezichten
te zien.
Per 1 september 1991 is ir. C.J. van
der Wekken in dienst getreden in de
funktie van teamleider. Na zijn stu
die aan de Landbouwuniversiteit te
Wageningen is hij enkele jaren
werkzaam geweest bij een zaadver-
edelingsbedrijf. Na een korte in-
werkperiode zal hij de leiding van
het team akkerbouw op zich
nemen.
Per 1 en 15 augustus jl. zijn resp.
ing. J.C. Harmsma en ing. J. Ham
ming in dienst getreden, beiden als
bedrijfsdeskundige. J. Harmsma zal
namens het team zich vooral gaan
richten op het gebied Steenbergen
en Ossendrecht/Wouw; het gebied
Brabants Westhoek komt voor reke
ning van J. Hamming.
Per 1 november a.s. zal ing. B. van
der Spek het team komen verster
ken. B. van der Spek heeft reeds 5
jaar bij de Voorlichtingsdienst ge
werkt, nl. bij CAT-Barendrecht en
DLV-Goes. Hij zal zich gaari bezig
houden met teeltbegeleiding en de
specialisatie Gebouwen.
Bovengenoemde personen zijn, net
zoals de overige teamleden van DLV-
Westmaas, bereikbaar op het nieu
we kantoor aan de Groeneweg 5 te
Westmaas, telefoon 01864-3011
(van 08.15 tot 17.15 uur).
ing. J.C.H.M. Staal,
plv. teamleider
J. Hamming
Bedrijfsdeskundige Akkerbouw
J.C. Harmsma
Bedrijfsdeskundige Akkerbouw
Per 1 november a.s. gaat Bart van
der Spek het team akkerbouw van
B. van der Spek
Teeltbegeleider, specialist Ge
bouwen
DLV Goes verlaten om bij het buur-
team Westmaas te gaan werken.
Vanaf de start van de DLV op 1 ja
nuari 1990 heeft de heer Van der
Spek als bedrijfsdeskundige akker
bouw gewerkt, met Schouwen-
Duiveland als gebiedsverantwoor-
delijkheid. Daarnaast behartigde hij
de specialisatie gebouwen en bewa
ring in het gebied boven de Wester-
schelde. Bij het team Westmaas
gaat hij aan het projekt teeltbegelei
ding werken en de specialisatie ge
bouwen gaat hij ook daar
voortzetten. Bij het akkerbouwteam
Goes wordt getracht de vrijkomen
de plaats van Van der Spek weer zo
spoedig mogelijk in te vullen.
Voor vragen en voor het maken van
afspraken is het team akkerbouw
Goes iedere werkdag bereikbaar van
8.15 tot 17.15 uur onder telefoon
nummer 01100-33711.
In het WEST ZUID-BEVELANDSE
zijn momenteel de oogstwerkzaam-
heden in alle geledingen nog volop
aan de gang. Plannen en voorberei
dingen voor het komende oogstjaar
krijgen reeds hun beslag.
Reden tot het houden van de zgn.
oogstfeesten, waarbij feest wordt
gevierd ter gelegenheid van het ge
borgen zijn van de oogst, kent men
hedentendage vrijwel niet meer. Be
richten omtrent opgaven van te ver
wachten oogsten wijzen veelal op
overproduktie. Uitzonderingen daar
gelaten voor wat betreft onderne
mers welke ten gevolge van
klimatologische omstandigheden
getroffen zijn door nachtvorst, ha-
gelschade of welke calamiteit dan
ook.
Het succes van de oogsttijd is in on
ze tijd onder normale omstandighe
den niet meer dan klatergoud voor
de agrarische ondernemer. Daar
naast blootgesteld aan een overheid
die uit eigen onkunde maar slecht
raad weet met zijn onderdanen.
Perspectief wordt nauwelijks meer
geboden. Zelfs ten spoedigste ge
torpedeerd door milieu-fanatici, wel
ke zich ook als een luis hebben
genesteld in de pels van de agrari
sche ondernemer.
Het huidige jaargetijde, de herfst,
met name het verdorren der natuur
met ogenschijnlijk mooie kleuren
pracht, lijkt het toekomstbeeld van
de land- en tuinbouw. Niets zal ove
rigens minder waar zijn!! De teke
nen naar de natuur zullen ten alle
tijde waarde aan de landbouw blij
ven toekennen. Land- en tuinbouw
zullen stroomopwaarts hun bestaan
in de maatschappij rechtvaardigen.
Nu en in de toekomst. 'Zo men
zaait, zo zal men oogsten', maar dat
doet geen opgeld voor de agrari
sche sektor alleen!
De Stichting Landelijke Mestbank
vindt de huidige handelwijze en ver
warring omtrent de hoogte van het
BTW-tarief bij mestdistributie onver
antwoord. Enkele belastinginspek-
ties vinden namelijk dat
mestvervoer over langere afstand
niet meer dient te vallen onder het
lage BTW-tarief (6%), maar onder
het hoge 18,5% tarief. Deze opstel
ling geeft grote onrust onder de be
trokken loonwerkers c.a.
mestdistributeurs, omdat in een
aantal gevallen al naheffingsaansla
gen van 12,5% zijn opgelegd over
de omzet van de afgelopen 5 jaar.
In de landbouwsektor wordt in ver
band met de landbouwregeling
BTW veelal niet verrekend. Loon
werkers kunnen dan ook geen BTW
nafaktureren bij hun klanten. Inning
van de naheffingen betekent voor
de betreffende bedrijven dan ook
hoogstwaarschijnlijk een faillisse
ment. Effektuering van de handel
wijze van de belastinginspekties
betekent voorts voor de veehouderij
een kostenverhoging van 12,5%
over een belangrijk deel van de
oplossing van de mestproblematiek
en met name voor de oplossings
richtingen die milieu-technisch ge
wenst zijn.
De Stichting Landelijke .Mestbank
stelt als oplossing voor het begrip
loonwerk uit de Wet omzetbelasting
1968 meer in overeenstemming te
brengen met de huidige praktijk. Al
le mogelijke vormen van mestdistri
butie komen dan te vallen onder het
uitgebreide begrip loonwerk, waar
voor het BTW-tarief van 6% geldt.
Volgens de mestbank is dit voorstel
niet strijdig met de EG-regelgeving.
Weersafhankelijk
De handelwijze bij enkele belasting
inspekties houdt in dat het BTW-
tarief afhankelijk wordt gesteld van
sterk wisselende omstandigheden.
Als bijvoorbeeld door een weersver
andering de mest niet direkt op het
land aangewend kan worden, maar
eerst in tussenopslag moet dan
wordt het BTW-tarief 18,5%, omdat
deze bestemming niet als onderdeel
van een loonwerkprestatie in de zin
van de Wet O.B. 1968 wordt aange
merkt. Het weer bepaalt dan het
BTW-tarief. Ook andere sterk wisse
lende omstandigheden zoals korter
of langer vervoer ("wegomleggin-
gen") of methoden van mestaan-
wenden bij de gebruiker zijn dan
bepalend voor de hoogte van het
BTW-tarief. In al deze situaties kun
nen de belastinginspekties niet aan
geven waar omslagpunten liggen
tussen het lage en hoge tarief. Deze
situatie kan tot misbruik uitnodigen,
zo vreest de mestbank.
C.J. van der Wekken
Teamleider Akkerbouw
De Ministerraad heeft ingestemd
met de voordracht tot benoeming
van de heer ir. J.F. de Leeuw tot
Directeur-Generaal Landelijke Ge
bieden en Kwaliteitszorg van het mi
nisterie van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij. De heer
De Leeuw is thans lid van de Twee
de Kamer der Staten-Generaal voor
het CDA. De voordracht houdt ver
band met het a.s. vertrek wegens
pensionering van de huidige
Directeur-Generaal, de heer mr. J.P.
van Zutphen.
De benoeming van de heer De
Leeuw zal ingaan op een nog nader
te bepalen datum. De heer De
Leeuw is in 1953 geboren in Barne-
veld. Na zijn studie Agrarische So
ciologie en Planologie aan de
Landbouwuniversiteit Wageningen
(1972-1978) was hij achtereenvol
gens beleidsmedewerker Ruimtelijke
Ordening van het toenmalige Stads
gewest Tilburg en, vanaf begin
1982, secretaris van de Nederland
se Christelijke Boeren- en Tuinders-
bond, met name voor
sociaal-economisch beleid, sociale
zaken en akkerbouw.
Vanaf 1980-1984 was hij voorzitter
van het CDJA en lid van dagelijks
bestuur en partijbestuur van het
CDA. Van 1984-1986 was de heer
De Leeuw lid van het bestuur van de
Kamer kring Leiden en van het pro
vinciaal bestuur van het CDA. Van
1984-1986 was hij verder voorzitter
van de CDA-afdeling Lisse. De heer
De Leeuw is lid van de Tweede Ka
mer sinds 3 juni 1986. Hij is ge
huwd en heeft drie kinderen.
HB