Nieuws en Commentaar
Weinig kans voor Nederlandse
wensen in Europese zuivel
MacSharry: prijs op wereldmarkt
norm voor landbouwhervormingen EG
KNLC
kommentaar
Energieheffing
Nederlandse mengvoederproduktie weer iets gedaald
Beleidsmedewerkers op bezoek
Japanners op veemarkt Den Bosch
Het draagvlak in Europa voor een
wijziging van het zuivelbeleid naar
Nederlandse wensen is nog niet in
millimeters te meten, stelde voorzit
ter Berend Jan Warmelink van de
KNLC-afdeling veehouderij. Hij pleit
te daarom voor enige terughou
dendheid bij het bedenken van
nieuwe alternatieven.
Verzet tegen de spiraal van quotum
kortingen blijft nodig, stelde Warme
link. De gedachte aan een
tweeprijzensysteem is wat naar de
achtergrond gedrongen door de ge
groeide overschotten. Op dit mo
ment zijn twee andere varianten in
discussie: de zogenaamde marktbe-
heersingsbijdrage, een idee van het
Landbouwschap, en een heffing op
méér tegenover een premie op min
der, uitgedacht door het PZ. Friese
Mij-voorzitter Gerard Hofstra bracht
nog een derde variant in de discus
sie: een heffing van twee procent
op 95 procent van het quotum en
een heffing van bijvoorbeeld dertig
procent op de laatste vijf procent.
Een dergelijke strafheffing binnen
het huidige systeem moet voorko
men dat de quota met vier procent
teruggebracht worden, gecombi
neerd met 15 procent prijsdaling.
De afdeling veehouderij kwam niet
tot een duidelijke keuze voor een van
de alternatieven. De financiële con
sequenties van de verschillende
systemen zijn nog onduidelijk. Bo
vendien komen zowel de verevening
als het leasen op de tocht te staan.
De afdeling was verdeeld over de
toekomst van leasen. In elk geval
moet het huidige volume van de
melkproduktie koste wat het kost
behouden blijven en moet de zuivel-
export niet worden prijsgegeven, zo
werd gesteld. Een grotere financiële
bijdrage van de producenten om
quotumkorting te voorkomen is bij
de achterban bespreekbaar, werd
gesteld.
De afdeling benadrukte nog eens
dat het zuivelbeleid communautair
moet blijven, dat wil zeggen gelijk in
de hele EG. Zodra over heffingen
gesproken wordt zitten andere lan
den op het puntje van de stoel om
ontzien te worden. "Heffingen zul
len daarom gegarandeerd gediffe
rentieerd worden," stelde Willem
Koops, vertegenwoordiger in de
COPA-werkgroep zuivel. In die
werkgroep is geen steun voor de
Nederlandse gedachten, voegde hij
daar aan toe.
Gerard Westerhof
De licht dalende tendens in de tota
le omvang van de mengvoederpro
duktie in Nederland zette zich in
1990 voort. In dat jaar daalde de
hoeveelheid voer ten opzichte van
1989 met 1,4% tot ruim 16 miljoen
ton. De scherpste daling (7,2%)
vertoonde de produktie van voer
voor rundvee. Dit blijkt uit de resul
taten van de Mengvoederenquête
1990 van het Produktschap voor
Veevoeder.
De produktie van rundvee
mengvoeders daalde ten opzichte
van het voorgaande jaar naar
4.053.000 ton. De
kunstmelkvoeder-produktie (met
name voor kalveren) bleef 0,1%)
nagenoeg gelijk ten opzichte van
1989. In totaal werd in 1990
639.000 ton geproduceerd. De hoe
veelheid varkensvoer steeg iets
(0,5%) tot 7.690.000 ton. De fabri-
kage van pluimveevoeder nam ook
enigszins toe (0,9%) tot in totaal
3.308.000 ton. Van dit tonnage
was 1.983.000 ton- v^or legpluim-
vee en 1.321.000 ton voor slacht-
pluimvee, terwijl 4000 ton
pluimveevoeders niet werd gespeci
ficeerd. Aan mengvoeders voor an
dere dieren werd in 1990 in totaal
520.000 ton gefabriceerd. De voe-
derproduktie voor honden en katten
nam met 10,7% toe tot 305.000
ton, die voor duiven, zang- en sier-
vogels steeg met 18,4% tot 66.000
ton, terwijl de produktie voor overi
ge soorten met 8,4% afnam tot
149.000 ton.
Van de totale Nederlandse meng
voederproduktie in 1990 was
47,5% in handen van partikuliere
bedrijven, terwijl 52,5% werd ge
produceerd door ondernemingen
behorende tot koöperatieve organi
saties.
Op 22 oktober 1991 brachten de beleidsmedewerkers van de bij het
KNLC aangesloten organisaties een bezoek aan het KNLC kantoor in
Den Haag. Het belangrijkste agendapunt was hoe de samenwerking
tussen het bestuur en de staf van het KNLC en de organisaties in de
regio geoptimaliseerd kan worden. Op de foto de regionale be
leidsmedewerkers, onder wie de heren Eizinga en v.d. Schelde van de
ZLM, de staf van het KNLC en de voorzitter van het KNLC (foto Ri
chard Hogeveen, West/ands fotobureau).
Landbouwkommissaris MacSharry
is van mening dat de effekten van
de landbouwhervormingen in de EG
pas zichtbaar zullen worden als het
prijspeil in de EG dat van de wereld
markt dicht heeft genaderd. Hij zei
dit tijdens de beantwoording van
vragen van de Nederlandse voorzit
ter van de EG.
De doelmatigheid van de hervor
ming wordt aangetast als de prijs
verlaging voor graan geringer is of
als de overgangsperiode langer
wordt. De beste manier om kom
pensatie te verlenen is deze te kop-
- pelen aan de opbrengsten uit het
verleden, aldus de mening van
MacSharry.
Braaklegprogramma haalt weinig uit
Het braakleggingsprojekt van de EG
boekt weinig succes. Zo weinig ak
kers worden braakgelegd, dat de in
vloed op de graanproduktie uiterst
gering is. De toekomst ziet er niet
veel beter uit. De lidstaten lijken
zeer terughoudend in het verlenen
van hun deel in de premie voor het
braakleggen van gronden. Het ver
wachte graanoverschot in de EG be
draagt 45 miljoen ton. MacSharry
zag geen mogelijkheid dit overschot
op de wereldmarkt af te zetten. De
voorgestelde prijsverlaging voor
graan alsmede de overgang naar het
verminderen van de produktie zullen
pas op lange termijn effekt hebben.
Daarom meent MacSharry dat braak-
leggen een strikte voorwaarde
blijft voor het verlenen van kom-
pensatie.
In 1990/1991 bedroeg de graanpro
duktie in de EG, inkl. de voormalige
DDR 169,7 miljoen ton. In
1991/1992 is de geraamde produk
tie 177,8 miljoen ton. MacSharry
wees op de noodzaak de ovs'schot-
ten te verminderen en zag de voor
gestelde prijsverlaging (gekoppeld
aan kompensatie) als het meest ef-
fektieve middel.
In de overige sektoren zijn de pro
blemen minder dringend maar ze
zullen wel worden aangepakt zodra
de Raad van ministers daarover
standpunten hebben ingenomen.
Deze sektoren omvatten 75% van
de produktie in de EG.
Alternatief COPA afgewezen
MacSharry verwierp het alternatief
van de landbouworganisatie COPA
om de prijzen te handhaven en het
beleid geheel te richten op het weg
werken van overschotten door mid
del van produktiebeperking. Dat zou
de landbouw in een doodlopende
steeg doen belanden aldus Mac
Sharry. Bovendien zou de produktie
beperking veel strenger moeten zijn,
omdat de konsumptie voortdurend
daalt. Hij erkende dat de grote be
drijven de gevolgen van de politiek
van braakleggen beter kunnen op
vangen dan de kleine.
Melkquota inkrimpen
Een verdere inkrimping van de melk
quota is volgens MacSharry nood
zakelijk. De mogelijkheid bestaat dat
veehouders ter kompensatie hun
weiland omzetten in akkerland voor
de teelt van produkten.
Als dat gebeurt in enige omvang
kunnen alle producenten verwach
ten dat zij meer land braak zullen
moeten leggen om het gewenste
marktevenwicht te bereiken.
Het is een vanouds bekend feit
dat belastingen en heffingen het
gedrag en handelen van mensen
beïnvloeden. Soms is die invloed
zelfs in het landschap en de hui
zenbouw te zien. Zo kwamen er
kers in zwang toen er een
belasting op zijramen van huizen
werd geheven. Uit dit voorbeeld
blijkt ook dat mensen inventief
zijn om belastingen te ontduiken.
In het verleden kenden we veel
meer dan nu belastingen die los
stonden van het zogenaamde
draagkrachtbeginsel. Dit begin
sel is in de laatste 75 jaar het uit
gangspunt van de
belastingheffingen geweest.
Door de discussies of subsidies
nog wel zinvol zijn (rondpompen
van geld) en nog meer door het
streven naar een doelmatig mi
lieubeleid, komen belastingen en
heffingen los van het draag
krachtbeginsel weer meer in
beeld. Met het opleggen van be
lastingen en heffingen denkt de
overheid het gedrag en handelen
meer te kunnen beïnvloeden dan
door allerlei wetten en regel
geving.
Ik denk dat dit in zijn algemeen
heid juist is. ledereen zal probe
ren een eventuele extra heffing
op energie te ontlopen en zal dus
zuinig zijn met energie. Het is
echter ook denkbaar dat een
dergelijke heffing milieu
onvriendelijk gedrag stimuleert
bijvoorbeeld doordat de mensen
in de privé-sfeer meer hun zoge
naamde allesbranders gaan ge
bruiken. Ook heffingen zullen
dus niet altijd effectief zijn. Re
gels en controle blijven nodig.
Groene energie vrij
Ik heb in het voorgaande met op
zet de heffingen en belastingen
op energie als voorbeeld geno
men. In het kader van het milieu
beleid is in EG-verband in
beginsel overeenstemming be
reikt over een heffing op energie
als belastingmaatregel. Het zal
een heffing zijn op zowel de
C02-emissie als op de energie
zelf.
De CO2-emissie moet terugge
drongen worden om het
broeikas-effect te verminderen.
De EG probeert met het opleg
gen van deze heffingen boven
dien het gebruik van fossiele
energie terug te dringen. Her
nieuwbare, dus groene, energie
is van de heffing vrijgesteld. Het
onderzoek naar en de produktie
van bio-brandstoffen krijgen
hiermee een krachtige stimulans.
Het is belangrijk dat in Europees
verband overeenstemming over
de energieheffing is bereikt. De
concurrentieverhoudingen be
hoeven daardoor niet te worden
verstoord.
Hier dreigt echter wel een ge
vaar. De bedoeling van de ener
giebelasting is niet dat de totale
belastingdruk wordt verhoogd.
De opbrengst moet op een of
andere manier naar de belasting
betaler en de bedrijven worden
teruggesluisd. De EG-landen be
houden daarin een grote vrijheid.
Het is te hopen dat ons land bij
de uitvoering hiervan de belan
gen van industrie, landbouw en
transport goed voor ogen houdt.
Het kabinet heeft al aangekon
digd dat verlaging van de ar
beidskosten een belangrijk
aandachtspunt bij het terugslui
zen van de heffingsopbrengst zal
zijn. Ik heb de indruk dat het ka
binet daarbij met name aan de
werknemers en indirect aan de
bedrijven die werknemers in
dienst hebben denkt. De
zelfstandigen die in hun eigen
bedrijf een groot deel van de
werkkracht zelf leveren, mogen
daarbij beslist niet worden verge
ten. Verlaging van de inkomsten
belasting of premie
volksverzekering hebben daarom
de voorkeur.
Niet vooruitlopen
Nu in principe besloten is tot een
Europese energieheffing moet
Nederland volgens mij niet ver
der vooruitlopen met het be
lasten van energie. De nationale
voorstellen om energie te be
lasten die er nu liggen moeten
beslist in de ijskast. De concur
rentiepositie van het Nederland
se bedrijfsleven moet niet
onnodig worden aangetast.
Bij de discussie over de energie
heffing komt naar voren dat gro
te energiegebruikers
uitgezonderd wensen te worden
van de heffing. Als de grote
energiegebruikers uitgezonderd
gaan worden, mag de tuinbouw
daarbij niet ontbreken. De forse
energieheffing, waartoe in de EG
is besloten, heeft gevolgen voor
alle land- en tuinbouwbedrijven
en met name ook voor de
toeleverende- en verwerkende
industrie. Kunstmest zat aanzien
lijk in prijs stijgen, indirect is een
energieheffing een kunstmest
heffing!
Meer dan tot nu zullen tuinders
in warmte-krachtinstallaties in
vesteren. Industrie, electriciteits-
centrales en tuinbouw zullen op
energiegebied meer samenwer
king moeten zoeken. Het trans
port dat voor meer dan 25
procent verantwoordelijk is voor
de C02-uitstoot zal meer be
langstelling moeten krijgen voor
bio-brandstof. Het is van belang
dat de grote oliemaatschappijen
dit gaan inzien en het onderzoek
daar op richten. Ook voor de
elektriciteitscentrales is bio
brandstof een alternatief. Dat
Shell al meer dan 100.000 hec
tare bos heeft aangeplant is een
voorbeeld dat er in die richting al
geïnvesteerd wordt.
Uitdaging
De energieheffing zal in eerste
instantie kostenverhogend wer
ken voor de land- en tuinbouw.
De heffing is mede bedoeld om
het gebruik van fossiele energie
af te remmen. Het meer doelma
tig omgaan met energie en het
mogelijk gaan gebruiken van bio
brandstof brengt nieuwe kansen
met zich mee. Mits het terugslui
zen van de energieheffing op
een redelijke manier plaats gaat
vinden, de heffing en uitvoering
in Europees verband plaats vin
den en er sluitende wereldwijde
afspraken worden gemaakt zal
de land- en tuinbouw ook deze
nieuwe uitdaging aankunnen.
Dam Jaarsma
plv. alg. secretaris KNLC
Afgelopen woensdag waren 25 Ja
panse rundvleesdeskundigen te
gast op de veemarkt in Den Bosch.
Zij Werden daar ontvangen door het
Bureau Nederlandse Vee-export.
De Japanners maken een tien da
gen durende reis door Duitsland en
Nederland. Ze komen hier naar toe
om zich te oriënteren op de produk
tie en verwerking van rundvlees. Ja
pan is een belangrijke importeur.
Vorig jaar voerde het land van de rij
zende zon 341.000 ton varkens
vlees in en 366.000 ton rund- en
kalfsvlees.