Bestuur Landbouwschap akkoord met reorganisatieplan Nieuws Nieuw voor pootaardappelen Oogst vlas moet niet te lang meer duren in Bezuinigingen halen landbouwbeleid onderuit Minister wil meer koppeling tussen arbeidsprojecten Bollentelers krijgen uitstel uitrijverbod mest Landbouwschap wil ontheffingssysteem mestuitrijden Het bestuur van het Landbouw schap heeft vorige week woensdag het tweede gedeelte van het reorga nisatieplan vastgesteld. Het heeft betrekking op de bestuurlijke en or ganisatorische inrichting van het sa menwerkingsorgaan. Een deel van de veranderingen zal op 1 januari a.s. ingaan. Andere wijzigingen kun nen eerst hun beslag krijgen als ook het instellingsbesluit van het Land bouwschap is aangepast. Dit geldt onder meer voor de uitbreiding van het bestuur, een andere verdeling van de bestuurszetels en een nieu we indeling van de adviesorganen. Afgesproken is dat de wijzigingen niet mogen leiden tot kostenstijgin gen. Nieuwe activiteiten moeten worden gefinancierd binnen het be staande budget door het aanbren gen van prioriteiten. In de belangenbehartiging moet het Land bouwschap zich in de toekomst of- fensiever opstellen. Er moet meer nadruk komen te liggen op het be leidsmatig ontwikkelen en realiseren van nieuwe initiatieven. De nu genomen besluiten zijn op hoofdlijnen: 1) Bestuur a. Het aantal zetels in het bestuur wordt uitgebreid van 27 tot 29. De Katholieke Boeren- en Tuin- dersbond (KNBTB) krijgt er 7 (was 5), de Nederlandse Christe lijke Boeren- en Tuindersbond (NCBTB) houdt er 5, het Konink lijk Nederlands Landbouw Comi té (KNLC) krijgt er 6 (was 5), de Voedingsbond FNV 7 (was 8). De Industrie- en Voedingsbond CNV behoudt 4 zetels. b. De drie centrale landbouworga nisaties vaardigen elk in het bestuur tenminste één vrouw af. c. De zittingsduur van de voorzit ter, die bij toerbeurt wordt gele verd door één van de drie centrale landbouworganisaties, wordt verlengd van twee naar planning van werkzaamheden en drie jaar. het aangeven van prioriteiten. c. De algemeen secretaris zal wor den bijgestaan door een adjunct algemeen secretaris voor de in terne coördinatie en planning van beleidszaken. d. Er komt meer aandacht voor bij scholing, jobrotation en promotie. 2) Adviesorganen a. De adviesstructuur blijft geba seerd op afdelingen, hoofdafde lingen en commissies. b. De bestaande hoofdafdelingen voor akkerbouw en tuinbouw worden samengevoegd tot een nieuwe hoofdafdeling Akker- en Tuinbouw. De sectorale herken baarheid moet zoveel mogelijk worden gewaarborgd. c. Er komr een hoofdafdeling Grondgebruik en Milieu. d. In de algemene beleidscommis sies voor bedrijfsontwikkeling en agrarische voorlichting, buiten land en integratie en onderzoek komen vertegenwoordigers van de hoofdafdelingen naast de ver tegenwoordigers van onderne mers en werknemers. e. Er komt een werkgroep Vrouw en Bedrijf. Met het NAJK moet verder worden overlegd over de vorming van een commissie agrarische jongeren. f. Alle adviesorganen hebben de mogelijkheid om de in eigen ver band geformuleerde adviezen rechtstreeks voor te leggen aan en toe te lichten in het bestuur en het dagelijks bestuur. Het bestuur kan uitvoerende taken delegeren aan hoofdafdelingen en afdelingen. 3) Landelijk secretariaat a. Er komen naast het algemeen secretariaat secretariaten voor akker- en tuinbouw, grondge bruik en milieu, sociale zaken, veehouderij en voor de algemene beleidscommissies. Het secreta riaat buitenland blijft tevens functioneren voor de buitenland se activiteiten van de drie cen trale landbouworganisaties. b. Naast de bestaande staf komt er een managementteam voor de Het bestuur van het Landbouw schap heeft vorige week ingestemd met het garantiebeleid 1992 voor de pootaardappelen. Naast een basisheffing per hectare van 400 gulden en een plombehef fing van 1,75 gulden per 100 kilo, is afgesproken dat de naheffing per ras niet meer per hectare maar naar rato van de opbrengst wordt bere kend. Indien de Stichting Overleg Pootaardappelaangelegenheden (Stopa) meer dan 1000 kilo van een ras overneemt, zal de naheffing ten minste 20 procent van de basis- plombeheffing gaan bedragen. Bij 5000 kilo overname bedraagt de naheffing 100 procent. De nieuwe opzet moet voorkomen dat bij telers met een lagere op brengst per hectare de kosten van de heffing relatief zwaar drukken ten opzichte van telers die een ho gere opbrengst hebben. Verder is besloten de garantieprijs te verlagen met circa 10 procent. De garantieregeling zou in deze nieuwe opzet meerdere jaren moe ten lopen, zo drong het bestuur aan. Op deze manier kan de regeling in de praktijk worden beproefd. Het garantiebeleid 1992 is tot stand ge komen in samenspraak met het Be drijfschap voor Aardappelen (BGA). Minister De Vries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vindt dat er meer koppeling moet komen tussen de verschillende arbeidsprojecten. Hij zei dit in een overleg vorige week dinsdag met een delegatie van het Landbouwschap. Door de projecten meer te koppelen kan er volgens De Vries een structu reel arbeidsaanbod ontstaan en wordt oneigenlijk gebruik van de re gelingen voorkomen. Het Land bouwschap liet weten bij de verdere opzet van de projecten deze moge lijk op te zullen nemen. De delegatie drong bij de minister aan op ondersteuning van regionale en sectorgerichte arbeidsprojecten. Omdat het in veel gevallen gaat om kortlopende arbeidsvoorziening grijpt de werkgever vaak naast de subsidiepot, zo benadrukte voorzit ter J. Mares van het schap. Bedrijfsgezondheid Op het gebied van de arbeidsom standigheden werd door de delega tie van het Landbouwschap gewezen op de initiatieven vanuit de agrarische sector om zelf de be drijfsgezondheidszorg te verbeteren. Het Landbouwschap vroeg de steun van de minister voor de verdere ont wikkeling en erkenning van een ei gen agrarisch bedrijfsgezond- heidsmodel. 4) Gewestelijke raden a. Voor elke gewestelijke raad gel den in principe dezelfde kernta ken: beïnvloeding van het provinciaal en gemeentelijk be leid, sociaal-economische belan genbehartiging in de regio, uitvoerende taken, het onder houden van publieke en politieke relaties. Over de invulling naar vorm en inhoud kan in de regio's zelf worden overlegd. Uitwerking van de sociaal-economische be langenbehartiging is facultatief. Werkzaamheden die uitgaan bo ven de kerntaken worden met de regionale organisaties verrekend. b. De secretariaten van de ge westelijke raden gaan onderling nauwer samenerken. De beleidsvoornemens van het mi nisterie van Landbouw, Natuurbe heer en Visserij worden door de aangekondigde bezuinigingen finan cieel onderuitgehaald, aldus het Landbouwschap in zijn bestuursver gadering van woensdag 2 oktober jl. Met het oog op de algemene be schouwingen besloot het Land bouwschap een brief aan de Tweede Kamer te sturen, waarin de kritiek op de voorgenomen bezuini gingen is verwoord. Het ministerie van Landbouw, Na tuurbeheer en Visserij moet in 1992 ongeveer 160 miljoen gulden bezui nigen. In vergelijking met andere de partementen levert LNV onevenredig veel in om het financie ringstekort van de overheid terug te dringen. Het Landbouwschap constateert dat de financiële onder bouwing van het LNV-beleid wordt ondermijnd en wijst erop dat dit de duurzaamheid en het concurrentie vermogen van de agrarische sector aantast. Vooral de voorgenomen be zuinigingen op het Ontwikkelings- Saneringsfonds en op onderwijs, voorlichting en onderzoek zijn het Landbouwschap een doorn in het oog. Werner van Dorsselaer (1) en Wim de Kock van vlasbedrijf Mortier nemen tijdens het keren van het vlas even een eetpauze Het nog niet geoogste vlas mag niet te lang meer op het land blijven lig gen. 'Als we er nog eens een keer een dag of drie vier van af moeten blijven zullen we sommige percelen niet meer hoeven oogsten', zegt vlasser G. Mortier uit St. Jansteen. Mortier had eind vorige week 60 tot 70 procent van het vlas binnen. Ge zien de marktsituatie zou het zijns inziens zeer gunstig zijn als alle toen nog niet geoogste vlas op het land zou moeten blijven liggen. 'Dan zou de produktie met ongeveer eender de inkrimpen, precies de hoeveel heid die voor de inzaai voorgesteld is. We hebben wel allemaal minder gezaaid, maar er is dit jaar meer ge groeid. Dus echt ideaal is het niet als iedereen alles nog zou kunnen rapen'. De kwaliteit van het geoogste vlas was vorige week nog wel goed. Af hankelijk van het weer kan er op een dag veel, weinig of niets gedaan worden. Mevrouw Mortier: 'Vorige week donderdag ging het goed, maar vrijdag konden we pas in de loop van de middag beginnen. Het had donderdagavond wat geregend, en vrijdagmorgen was er een beetje mist en geen wind, en dan droogt het maar langzaam op. Als het echt gaat regenen kunnen we natuurlijk helemaal niets doen'. In vijf dagen binnen? Vorige week woensdag aan het eind van de middag namen de medewer kers Werner van Dorsselaer en Wim de Kock van vlasbedrijf Mortier tus sen de bedrijven door even een kor te pauze om een boterham te eten en een kop koffie te drinken. In Absdale waren ze een perceel vlas aan het keren, dat de volgende dag geperst en binnengehaald zou werden. Het vlas is al tijdens de eer ste maal keren, vijf dagen na het plukken, van het zaad ontdaan. Tij dens dezelfde werkgang is het (zaai-) zaad geschoond. Het schonen op het veld gebeurt dit jaar voor het eerst. 'Als het weer het toelaat is alle vlas in een dag of vijf binnen', aldus de twee vorige week, 'maar dan moet ook wel alles meezitten'. In dat ge val zou nu dus alle vlas van het land zijn. Volgens de twee medewerkers hangt het er maar helemaal van af of alle vlas nog binnengehaald kan worden. 'In het laatste weekend van september is hier 40 mm regen ge vallen. Als het vlas dat we nu aan het keren zijn nog eens 20 mm re gen te verduren zou krijgen gaat het kwalitatief zover achteruit dat oogsten niet meer zinvol is. Dat kun je het beter verbranden. Het vlas dat al in de schuur zit heeft de beste kwaliteit, de vezels daarvan zijn zo sterk, daar kun je gitaar op spelen. Dat vlas kun je niet doormidden trekken, dit vlas kun je dat wel'. Bij deze woorden pakt een van de keer- ders een paar stengels vlas en trekt deze, zij het niet zonder moeite, doormidden. Milieuheffingen in de brief aan de Tweede Kamer benadrukt het Landbouwschap dat de introductie van milieuheffingen nadelige effecten op de land- en tuinbouw kan hebben. Agrarische bedrijven worden dan geconfron teerd met lastenverzwaringen en in komensachteruitgang. Dit leidt tot aantasting van het concurrentiever mogen en tot vermindering van de werkgelegenheid in de land- en tuin bouwsector. Alvorens de overheid besluit tot een milieuheffing moet eerst worden vastgesteld, dat andere beleids instrumenten ontoereikend zijn om een bepaald milieuvraagstuk op te lossen. Het Landbouwschap denkt hierbij met name aan onderzoek, voorlichting en demonstratieprojec ten. Het schap wil dat aan eventue le milieuheffingen ten minste voorwaarden worden gesteld. Mi lieuheffingen moeten in EG-verband worden afgestemd en de verkregen financiële middelen uit heffingen moeten rechtstreeks worden aange wend voor de oplossing van milieu vraagstukken. De voorzitter van de afdeling Recht spraak van de Raad van State heeft het Landbouwschap in het gelijk gesteld wat betreft de aanvraag van een voorlopige voorziening voor cir ca honderd bloembollentelers. Deze groep telers maakt vanaf de maanden juli en augustus gebruik van de zogenoemde inundatietech niek om hun grond te ontsmetten. Door de inwerkingtreding van het Besluit gebruik dierlijke meststoffen dreigde circa 250 hectare bollen land, dat inmiddels onder water was gezet, niet met dierlijke mest te kun nen worden bewerkt. Dit is nodig om de structuur van de grond te verbeteren en om verstuiving in de wintermaanden tegen te gaan. De betrokken groep telers krijgt nu tot 15 oktober de tijd alsnog mest uit te rijden. Het Landbouwschap wil overigens op korte termijn met het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij overleggen om ook voor an dere teelten, waar zich soortgelijke problemen voordoen, een regeling te treffen. Het Landbouwschap wil voor be paalde nader omschreven gevallen ontheffing voor het mestuitrijverbod voor de maand september. Het Landbouwschap wil hierover op korte termijn overleg met het minis terie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het betreft die teelten of gebieden waar (nog) geen goed alternatief voor dierlijke bemesting voorhanden is en die nu in de knel komen door het uitrijverbod. Voor het begin van het volgend jaar wordt dan telkens opnieuw bekeken of de ontheffing nog nodig is, zo stelt het schap voor. Het gaat over onder meer bepaalde bollenteelten, de najaarplanting van boomteelt en Veenkoloniale aardap pelpercelen. Verder komen volgens het Landbouwschap de gronden in aanmerking waarop voorheen een bouwplanbemesting werd uit gevoerd. De criteria voor een ontheffing moe ten worden vastgesteld door een gezamenlijke werkgroep van over heid en bedrijfsleven, zo stelt het Landbouwschap de minister voor.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 12