Veel veehouders moeten nog flink investeren Aanpak verzuring ligt op schema Ploegkampioenschap ideaal verlopen Bukman: we zitten op goede weg Hoorzittingen Hogesnelheidsspoorweg- verbinding matig bezocht Nieuws 12 IBM 'Het onderzoek naar de aanwezig heid van milieu- en welzijnsvoorzie ningen op agranschs b«i?ijvsn wijst tot mijn genoegen uit dat er al zeer aanzienlijk is geïnvesteerd in voe- dingsdoseerapparatuur en uitbrei ding van mestopslagcapaciteit. Wij zitten op de goede weg, dat is dui delijk'. Dit zei minister Bukman op donderdag 5 september in Liempde bij de opening van de landbouw- beurs 'Liempde September'. 'Maar', zo voegde hij er aan toe, 'laten wij nuchter blijven. Buiten kijf staat dat een groot aantal veehouders nog flinke investeringen zal moeten ver richten'. Het onderzoek 'Milieu- en welzijns- investeringen in de Nederlandse veehouderij' is in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuurbe heer en Visserij uitgevoerd door het onderzoeksbureau AGB uit Hilver sum. Doel van het onderzoek was inzicht te krijgen in de huidige situa tie met betrekking tot milieu- en welzijnsvoorzieningen op diverse ty pen veehouderijbedrijven. Verder is onderzocht in welke mate de vee houders bereid zijn in de eerstko mende jaren investeringen te doen. In de komende jaren zal een aantal maatregelen op het gebied van mi lieu en welzijn wettelijk worden vastgelegd. Het ligt dan ook in de bedoeling over enkele jaren het on derzoek te herhalen, om zo een be ter inzicht in de ontwikkelingen te krijgen. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van persoonlijke gesprekken met bedrijfshoofden aan de hand van een vragenlijst. In totaal zijn een kleine 2000 veehou ders ondervraagd. Mestopsiag De doelstelling is dat eind 1994 op het eigen bedrijf of elders een mestopslagcapaciteit van tenminste zes maanden aanwezig is. Eind 1990 voldeed ruim 40% van de geënqueteerde veehouders op wier bedrijven dunne mest wordt gepro duceerd hieraan. Vleeskalverenhou- ders en leghennenhouders hebben gemiddeld minder dan zes maan den, terwijl fokzeugen- en vleesvar kenshouders gemiddeld ruim boven de zes maanden mestopslagcapaci teit hebben. Gemiddeld hadden de Nederlandse veehouders eind 1990 voor 5.4 maanden mestopslagcapa citeit. Ongeveer 20% van de geënque teerde veehouders heeft plannen om de mestopslagcapaciteit vóór 1994 uit te breiden. De wil om te in vesteren is duidelijk het hoogst op bedrijven met melkvee en vleesstie ren. Bij de helft van de geënquêteer de melkvee- en vleeskalverbedrijven met een mestsilo was deze af gedekt. Uitrijmethoden Op circa 15% van de geënqueteer de melkvee- en vleesvarkensbedrij ven werd in 1990 alle of een deel van de dunne mest geïnjecteerd. Dit betrof vooral bedrijven in concentra tiegebieden. Voor de overige secto ren was dit percentage kleiner dan 10. Stallen en stalinrichting Het voornemen bestaat om vanaf 1994 bij nieuwbouw of renovatie van stallen wettelijke ammoniakemissie-eisen in te stel- ier:. uiterlijk in 2005 moeten alle stallen aan deze eisen voldoen. On geveer een derde van de veehou ders heeft plannen om de komende 15 jaar te investeren in nieuwbouw. De helft van de vleesvarkens- en fokzeugenhouders met investe ringsplannen overwegen installatie van nieuwe stalsystemen, waaraan later verdere emissiebeperkende voorzieningen kunnen worden aan gebracht. Vleeskalveren worden voor circa 80% in individuele boxen gehuis vest. Bij de helft van de investe ringsplannen wordt gedacht aan groepshuisvestingssystemen. On geveer 60% van de leghenstallen bestaat uit batterijen, terwijl 30% van het scharrel-type is. Men is op dit moment nauwelijks bereid te in vesteren in volièresystemen. Kanttekeningen Uit de resultaten blijkt dat de aan wezigheid van een opvolger in be langrijke mate bepalend is voor de investeringsbereidheid. Ook blijkt dat bij een kwart van de veehouders de huidige subsidiemogelijkheden een min of meer belangrijke rol heb ben gespeeld bij recente investerin gen. Dit geldt met name voor melkveehouders (40%). Naast het onderzoeksrapport zijn er deelrapportages opgesteld van de volgende sectoren: de melkveehou derij, de vleesstierenhouderij, de vleeskalverenhouderij, de fokzeu- genhouderij, de vleesvarkenshoude rij, de leghennenhouderij en de slachtkuikenhouderij. 'Bij de aanleg van de TGV-lijn zal de landbouw te maken krijgen met kwelplekken en een broedhaard van onkruiden. Doordat grote hoeveel heden grond worden verzet ont staan er drukplekken die de grondwaterstroom kunnen verande ren. Het onderhoud van de lijn zal te wensen overlaten. Brede bermen en grondwallen zorgen voor nog meer distels en ongewenste kruisbestui ving bij graszaad'. Dit bracht na mens de 3 CLO's, de heer A. van Sprang, als aanvulling naar voor op een hoorzitting aangaande de nota Hogesnelheidsspoorwegverbinding Amsterdam-Parijs. Ondanks 705 in spraakreacties, waarop 21.000 mensen hun handtekening zetten, was de belangstelling op de bijeen komsten te Roosendaal en Fijnaart niet groot. De heer Van Sprang ziet de gehele besluitvorming rond een nieuw aan te leggen spoorverbinding als een politiek spel. 'Ik kan het nu nog niet goed overzien. Om geen gezichten te verliezen zal uiteindelijk toch de voorkeur gegeven worden aan tracé H. Dat België aan zal sluiten op tra ject F zie ik niet zo zitten. Burge meester Brokx van Tilburg, voorzitter tijdens de hoorzittingen, zal de minister wijzen op de punten waarop zij moet letten'. Van Sprang heeft goede hoop dat bij de goedkeuring van traject H de lijn bij Roosendaal een belangrijke wijziging zal ondergaan. Hij ver wacht dat het gedeelte van Roosen daal naar Essen over het bestaande spoor zal lopen. Mogelijk onder gronds. 'Zoals de lijn nu is ingete kend moet het ten westen van Roosendaal een viadukt en spoorlijn kruisen en dat geeft in dat gebied zwaarwichtige problemen. Als klankbordgroep (overlegorgaan 3 CLO's) zullen we vasthouden aan ons eerder gemaakte bezwaar schrift en alternatieven'. Ook klankbordgroepslid de heer A. Mouwen uit Roosendaal had geen hoge pet op omtrent de werkwijze tijdens de hoorzitting. 'Het is een formele zaak waarbij alles op een stapel wordt gelegd. Ik zie het meer als een poppenkast. Rijkswaterstaat is een staat binnen een staat en als daar helemaal plannen gemaakt zijn wijkt men daar niet zo maar van af'. Fruitteler Mouwen kan het weten. Eerder moest hij wijken voor de aan leg van de Buisleidingenstraat en de rotonde waar de rijkswegen A58 en A17 samenkomen. 'Bij zulk soort aangelegenheden wordt het kleine vergeten waar je als ondernemer dagelijks mee te maken hebt. Zeer belangrijk in deze is dat de landbouw organisaties voet bij stuk houden. Je moet volhouden en er hard te genin gaan'. De heer Mouwen verwacht dat de aanleg op termijn wel door zal gaan. 'De Deltawerken zijn vrijwel afge rond zodat men bij Rijkswaterstaat zit te popelen op nieuwe projecten'. De bestrijding van de verzuring in Nederland verloopt volgens plan. Dit bii^ct uit een notitie, die minister Alders (VROM) aan de Tweede Ka mer heeft gestuurd. Hierin wordt een overzicht gegeven van de geno men en nog te nemen maatregelen en worden recente wetenschappe lijke gegevens over de zure depositie samengevat. De totale zure depositie in Neder land is tussen 1980 en 1989 met ongeveer een kwart afgenomen. In 1980 bedroeg de depositie nog ge middeld 6800zuurequivalenten per ha. per jaar. In 1989 was dit gemid delde teruggelopen tot 4800 equiva lenten. De belangrijkste oorzaak van deze afname is de daling van de S02-emissie (zwaveldioxide) in Ne derland, aldus het ministeria Voor alsnog gaat het ministerie ervan uit dat de vermindering van de ammo- niakuitstoot met 70% zal worden gehaald. Hierbij houdt men rekening met het feit dat de bijdrage van am moniak aan de verzuring hoger is dan eerder was aangenomen, zoals door het RIVM is gesignaleerd. De grotere bijdrage van ammoniak aan de verzuring zal ertoe leiden dat het ministerie meer aandacht gaat besteden aan object- en regionaal beleid. Het regionale ammoniakbe leid zal zo spoedig mogelijk worden geformuleerd. Behalve ammoniak en zwaveldioxide dragen overigens ook stikstofoxiden en vluchtige or ganische stoffen bij aan de ver zuring. Rinus Mo! met zijn driespan trekpaarden. Het Zeeuws ploegkampioen schap vorige week zaterdag in de Wilhelminapolder te Goes is onder ideale weersomstandighe den verlopen: niet te warm en niet te koud, droog en een be dekte lucht. Mede daardoor was er een zeer grote publieke be langstelling. Veertien ploegers streden om de hoogste eer, waarmee uiteindelijk M. van Til- beurgh uit Oud-Vossemeer ging strijken. Hij was de enige die streed in de kategorie 'rondgaande ploegen', de andere ploegers hadden een twee- of driescharige wentel- ploeg. Van Tilbeurgh haalde 243% van de te behalen 300 punten. Nummer twee werd P. Ooms eveneens uit Oud- Vossemeer met 226 punten en J. Crucq uit Arnemuiden kwam met 2161/2 punten op de derde plaats. Beiden ploegden met een tweeschaar wentel ploeg. De jury gaf maximaal 30 punten voor elk van de onderdelen: be- ginvoor, aanstorting, voren, dek king, aanploegen geer, inzetten en uitlichten. Voor de twee on derdelen geploegde sneden en eindvoor konden elk 60 punten gehaald worden. Staande boven op een boerenwagen schetste juryvoorzitter ing. A. Remijn na afloop voor iedereen een karak teristiek van het geleverde ploeg- werk, waarbij alle onderdelen de revue passeerden. "De voren waren niet helemaal recht, maar ik wil niet zeggen dat ze krom waren", zo luidde in enkele ge vallen zijn milde oordeel. Remijn deed dit werk voor het dertigste jaar. De volledige uitslag van het kam pioenschap luidt: 1. M. v. Til beurgh 243 punten; 2. P. Ooms 226; 3. J. Crucq 216%; 4. A. Spruijt 202; 5. F. Boudeling 201; 6. P. Hanse 18514; 7. S. Baas 183; 8. J. v.d. Velde 180%; 9. P. Kuyper 17714; 10. L. Rijs 174%; 11. C. de Jonge 170%; 12. A. Dieleman 168%; 13. P.C. Baas 164; 14. G. v. Damme 148. Trekpaarden Evenals in voorgaande jaren was ook de Stichting Werkend Trek paard Zeeland op het ploegkam pioenschap van de partij met enkele driespannen trekpaarden. Dit jaar maakten Stoffel van de Velde uit Zonnemaire, Rinus Mol uit Waarde en Ad Verhage uit Serooskerke (W) gedrieën uit wie met de paarden het beste ploegwerk leverde. Uiteindelijk bleek Ad Verhage aan het langste eind te trekken. Hij mocht uit handen van voorzitter A. de Feijter van de ploegkom- missie de door de ZLM beschik baar gestelde beker in ontvangst nemen. S. Baas uit Arnemuiden legt de laatste hand aan zijn veldje.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 12