"Laat mensen zien dat
u de bakens verzet"
Voorlichting overheid
onvoldoende en te laat
Aanpassing en
beeldvorming
JOURNALISTEN
DAG IN OENKERK
9
Prof. C. van Woerkum:
Beeldvorming landbouw op Zeeuwse Zomeruniversiteit
Nieuws
VRIJDAG 6 SEPTEMBER 1991
N bin -
De overheid stelt zich te passief op
als het gaat om het geven van voor
lichting aan boeren over belangrijke
zaken zoals de mestproblematiek.
Ook zit er onvoldoende kontinuïteit
in. Met voorlichting moet in een
vroeg stadium al worden begonnen
en het moet voortdurend worden
herhaald om de boeren inzicht te ge
ven in de omvang van de problema
tiek en hen daarvoor medeverant
woordelijk te kunnen laten voelen
Aldus prof. C. van Woerkum, hoogle
raar van de vakgroep voorlichtings
kunde van de Landbouwuniversiteit
te Wageningen. Nu wacht de over
heid net zolang tot een regeling klaar
is en pas daarna komen de voorlich-
tingsaktivitèiten op gang. De boeren
voelen zich door een dergelijke werk
wijze overvallen en ervaren de nor
men, die worden gesteld als niet reëel
en redelijk. De mestwetgeving is
daarvan een treffend voorbeeld, zo
zei Van Woerkum.
Ook op de landbouworganisaties
had de heer Van Woerkum kritiek.
Hij vond, dat zij teveel vasthouden
aan de werkwijze, dat er eerst een
gemeenschappelijk standpunt moet
zijn voordat dit in de publiciteit kan.
De Zeeuwse Zomeruniversi-
teit organiseerde ook dit jaar
weer studiedagen over de
landbouw. Als thema was
gekozen: aanpassing en
beeldvorming. Een aantal
sprekers liet op 26 en 27 au
gustus jl. in hotel Brittania te
Vlissingen hun licht schijnen
over dit onderwerp. Hierbij
een verslag van hun inlei
dingen.
Deze werkwijze is ouderwets en
achterhaald. De agrariër is in de re
gel goed opgeleid en heeft er be
hoefte aan kennis te nemen van de
verschillende meningen, die er bin
nen de landbouw leven. Hij is best
in staat deze meningen op hun
waarde te schatten en er konklusies
uit te trekken. Door bepaalde min
derheidsstandpunten onder de tafel
te schuiven, keren boeren zich van
de landbouworganisaties af, aldus
Van Woerkum.
Aanpassing
De direkteur van de Dienst Land
bouwvoorlichting (DLV), de heer ir.
W. Tacken, zei de indruk te hebben,
dat de aanpassing in de akkerbouw
op gang begint te komen. Steeds
meer boeren laten hun bedrijf door
lichten en gaan op grond daarvan
een bedrijfsstrategie opstellen. Hij
zei dit een zeer goede ontwikkeling
te vinden, omdat een onderneming
zonder strategie gedoemd is te
mislukken. Ook juichte hij de regio
nale projekten die worden opgezet
om de aanpassing in de akkerbouw
te vergemakkelijken, toe. Tacken
had het idee, dat Zeeland in dit ver
band in vergelijking met andere re
gio's achterblijft. Door een aantal
van zijn toehoorders werd dit overi
gens bestreden.
Bedrijfsstijlen
Ir. R. van Broekhuizen, agrarisch so
cioloog aan de LU te Wageningen,
gaf opening van zaken over het on
derzoek naar de verschillende be
drijfsstijlen in de veehouderij. Hij
onderscheidde onder andere inten
sieve, zuinige/ekonomische, grote
boeren en boeren gericht op de vee-
fok. Hij pleitte voor een meer toege
sneden beleid op basis van
bedrijfsanalyses voor deze verschil
lende bedrijfsstijlen en om daaraan
specifiek perspektieven te verbin
den. Nederland moet volgens
Broekhuizen ruimte bieden aan veel
soortige bedrijven en bedrijfsont
wikkelingen.
Bert Stoutmeijer (links) aan het woord op de studiedag over de beeldvorming van de landbouw in Vlissin
gen. Zittend achter de tafel dagvoorzitter prof. dr. J. de Veer, ex-dirpkteur van het LEI (Foto Ruben Oreel).
"Tegen de boeren wil ik zeggen: ter
wijl u de bakens verzet, uw silo over
kapt, de mestinjekteur laat rondrij
den en het gebruik van chemicaliën
halveert, blijf gewoon u zelf. Want
Nederlanders houden van gewone
boeren en boerinnen. Maar haal ze
wel naar u toe, zodat ze kunnen zien
dat u de bakens verzet en persoonlijk
kunnen ervaren dat een boerderij niet
zomaar een willekeurige onderne
ming is in handen van wat anonieme
aandeelhouders. Leven en werken op
een boerderij zijn zaken die boeren en
boerinnen zelf het beste kunnen
overbrengen op de buitenwereld".
Dat zei Bert Stoutmeijer, direkteur
van de Stichting Public Relations
Land- en Tuinbouw, op de themadag
van de Zeeuwse Zomeruniversiteit
over de beeldvorming van de land
bouw op 27 augustus jl. in Vlissin
gen. Stoutmeijer hield zijn gehoor
voor de zogenaamde negatieve pu
bliciteit over de landbouw in de me
dia niet te overdrijven. "We moeten
beseffen dat de traditionele gierkar
nog door de overgrote meerderheid
wordt gebruikt en er dagen zijn dat
er duizenden van deze machines
rondrijden. Je kunt dus niet van het
NOS-journaal eisen te doen alsof ze
niet meer bestaan. Mestinjekteurs
en mestverwerkingsfabrieken heb
ben herhaaldelijk óók het nieuws
gehaald".
In het defensief
Niettemin toonde ook Stoutmeijer
zich niet gerust op de beeldvorming
van agrarisch Nederland, "al moe
ten we elkaar niet dieper in de put
praten dan nodig is". De landbouw
wordt in het defensief gedrongen
als het gaat om milieu en kwesties
als natuur en landschap, subsidies
en overschotten, GATT-
onderhandelingen, welzijn dieren en
biotechnologie. In deze zaken vindt
de landbouw een goed georgani
seerde en professioneel communi
cerende lobby tegenover zich. Het
heeft volgens Stoutmeijer weinig
zin je fanatiek te verdedigen tegen
alle mogelijke aanvallen. Alleen als
er onwaarheden worden verteld
moet je terugmeppen. Maar als dat
niet het geval is geldt de aloude
kapperswijsheid: wie geschoren
wordt, moet stil zitten. De enige ge
loofwaardige aanpak is er voor te
zorgen dat je de zaken in eigen huis
goed voor elkaar hebt en daarmee
aan de weg timmert.
Om het gemeenschappelijk imago
van agrarisch Nederland op te poet
sen moet er volgens Stoutmeijer in
organisatieland het nodige verande
ren. Zijn stichting probeert intussen
met negen mensen en een budget
van 2,3 miljoen gulden eruit te halen
wat er in zit. Dit gebeurt door mid
del van allerlei interessante en goed
lopende projekten en aktiviteiten,
maar het is volgens Stoutmeijer nog
veel te weinig. Overigens ziet Stout
meijer weinig in grootscheepse
campagnes via de STER en adver
tenties, zoals in ZLM-kring ooit be
pleit is. Het kost miljoenen en je
loopt al vlug de kans de zaken mooi
er voor te stellen dan ze in werkelijk
heid zijn. Wat je uitdraagt moet je
tenslotte ook kunnen waarmaken.
Krachtenbundeling
Meer geld en meer mensen om de
beeldvorming van de Nederlandse
land- en tuinbouw te verbeteren zijn
weliswaar zeer noodzakelijk, maar
daar moet het volgens Stoutmeijer
niet bij blijven. Er zal ook in de orga
nisatie van de belangenbehartiging
iets moeten veranderen. Er moet
een krachtenbundeling komen, een
vorm van intensieve samenwerking
tussen de organisaties, het Land
bouwschap en de Stichting PR met
als doel een gecoördineerd en geka
naliseerd optreden naar buiten. Op
die manier kan er worden in
gespeeld op de aktualiteit, als 't
moet ook vooraf. Als bijvoorbeeld
een bepaald landbouwonderwerp in
de Tweede Kamer aan de orde
komt, is het goed vooraf de pers op
een bedrijf te ontvangen, waar dat
onderwerp in de praktijk speelt. De
journalisten weten dan waar ze over
schrijven. Stoutmeijer deelde mee
dat hij over deze gecoördineerde
aanpak in gesprek is met de centra
le landbouworganisaties, het Land
bouwschap en Oogst.
Als iemand die van de buitenkant
tegen de land- en tuinbouw aankijkt
was de Volkskrant-journalist G.
Reijn uitgenodigd op de Zeeuwse
Zomeruniversiteit. Hij zei zich enigs
zins te verbazen over het toch vrij
positieve beeld dat burgers hebben
van de landbouw, zoals diverse en
quêtes aantonen. Volgens hem is dit
niet geheel in overeenstemming met
de werkelijkheid.
Volgens de journalist treedt de geor
ganiseerde landbouw te defensief
op. "Het Landbouwschap wist 20
jaar geleden al dat het mis zou gaan
met de mest. Men heeft het uit de
hand laten lopen en over zich laten
komen in plaats van zelf maatrege
len te nemen". Ook in kontakten
met de pers is de landbouw niet
alert. De reakties uit de landbouw-
wereld op aktuele ontwikkelingen
zijn bijna altijd voorspelbaar nega
tief. Meer waardering had Reijn voor
de landbouw-lobby richting politiek.
Op dat punt kan de milieubeweging
volgens hem nog veel van de land
bouw leren.
Duidelijke koers
Als derde spreker trad mr. H.A.F. Ve-
lu, pr-adviseur van de NMB/Post-
bankgroep, op. Hij gunde de
deelnemers op aanstekelijke en
anekdotische wijze een blik in de
keuken van de pr, reklame en publi
citeit. Hij zei de indruk te hebben dat
de Nederlandse boer te veel mana
ger op zijn bedrijf wil zijn, maar nog
te weinig strateeg en communicator
is. "De Nederlandse landbouw
heeft nog steeds veel goodwill on
der het publiek. Men is trots op on
ze agrarische prestaties en onze
degelijke, hardwerkende boeren. De
landbouw zal echter een duidelijke
koers moeten varen, een strategie
moeten uitzetten. En de communi
catie naar buiten moet boven alles
georkestreerd en geregisseerd ge
beuren", aldus mr. Velu.
De inleidingen verleidden de deelne
mers in de middaguren tot interes
sante diskussies onder leiding van
dagvoorzitter prof. dr. J. de Veer,
oud-direkteur van het LEI. K.J.
Een Brits proefstation heeft een
lang houdbare champignon ontwik
keld die het best groeit bij een tem
peratuur van 30 graden Celsius in
plaats van de gebruikelijke 16 tot 18
graden. De champignon ziet er net
zo uit als een normaal in de super
markt verkochte champignon,
smaakt ook hetzelfde, maar is 2
keer zo lang houdbaar. Gekoelde
opslagplaatsen zijn overbodig, het
geen kostenbesparend werkt.
Vorige week woensdag was er op
de Praktijkschool voor de Veehou
derij in Oenkerk (Fr) een 'boeren-
dag' voor dagbladjournalisten en
radioverslaggevers. Zo'n 20 deelne
mers maakten op deze door de
praktijkschool samen met de Stich
ting PR georganiseerde dag een
educatieve rondgang door alle afde
lingen van de school. Vervolgens
bekwaamden ze zich in trekkerrij
den, het mennen van paarden,
drachtigheidsonderzoek, het onder
scheiden van verschillende soorten
weidegras etc. Ter afsluiting kregen
de journalisten een examen voorge
schoteld. Ze kregen ook een getuig
schrift uitgereikt. Volgens dirrecteur
Dr. Ir.Anne Osinga van de praktijk
school hebben de 20 eens aan den
lijve kunnen ondervinden hoe het is
om boer te zijn.
Zo'n 20 journalisten werkzaam bij de niet-agrarisch pers, namen aan
de boerendag op de praktijkschool deel.