d
veelzij
van
van volksvoedsel tot
Nederland Mosselland
Bodemcultuur
mosselen zegt, zeqt Zeeland. Erf^ndersom. De
mossetcuituur is namelijk dusdanig vervlochten met
die van de provincie, dat de variatie op de Zeeuwse
wapènspreuK^k worstel en naai boven", op z'n
plaats is. Wie een studie over mosselen breed aan
pakt, studeert niet alleen biologie maar zal ook dui
ken in de rijke Zeeuwse geschiedenis, de typische
keuken en ae folklore en wijsheden van generaties
mosselkwekers en -handelaren. Want de wereld der
mossels speelt zich af op twee niveaus: onder de
zeespiegel, waar zich de mosselzaadjes volgens na
tuurlijke wetmatigheid ontwikkelen tot eetbare
schelpdieren. En erboven - aan wal, aan boord van
kotters (en bij eb op drooggevallen mosselbanken) -
waar de mens deze zeevruchten zaait, oogst, be
werkt, verhandelt en tot lekkere maaltijden bereidt.
Het woord mossel komt van "mussel", dat in het Engels nog
steeds betekent waar het voor stond: spier (muscle). Daarmee is
meteen een belangrijk lichaamsdeel van het weekdier aangege
ven, dat ook qua uiterlijke verschijningsvorm veel wegheeft van
een stevig gespierd wezentje dat zich behaaglijk in zijn schelp
zeeuwse
duktschap houdt zich bezig met de vele facetten van de mossel
cultuur in Nederland. Naast regelgeving en voorlichting hoort
het beheer van de mosselveiling van Yerseke - de enige ter we
reld! - tot de verantwoordelijkheden van deze instantie die zo
wel de belangen van mosselkwekers en -handelaren, als van
consumenten, zo goed mogelijk tracht te behartigen.
"Het werk van de mosselkweker is in grote lijnen te vergelijken
met dat van de boer; hij zaait, ziet toe en oogst", aldus Lucas.
"Hij controleert regelmatig hoe het met de mosselen op de ver
schillende percelen is gesteld en zal ingrijpen als er bijvoor
beeld teveel zeesterren (een natuurlijke vijand van de mossel)
zijn. Er zijn trouwens diverse andere manieren waarop de mos
sel zoals we die in Zeeland kennen (de mytilus edulis), geculti
veerd kan worden. Aan de Franse Atlantische kust worden ze
aan palen gekweekt, aan de Spaanse westkust en in de
Skandinavische fjorden aan touwen. In Zeeland en in de
Waddenzee kan bodemcultuur beoefend worden omdat de ge-
tijdeverschiilen er niet zo groot zijn als in die andere landen.
Dat betekent qua concurrentiepositie een voorsprong, bodem
cultuur is namelijk aanmerkelijk arbeidsextensiever."
Ging het bij mosselvissen lange tijd in eerste instantie om de ei
gen voedselvoorziening, deze eeuw groeide het mosseigebeu-
ren uit tot een heuse industrie die het voor een groot gedeelte
van de export moet hebben. Tot in Zuidfranse supermarkten zijn
heeft gevlijd. Dat deze weekdiertjes eetbaar zijn wisten waar
schijnlijk al de vroegste bewoners van Zeeland. En ook dat ver
van de kust geviste mosselen dicht bij wal gemakkelijk bewaard
kunnen blijven door ze opnieuw over boord te zetten, werd snel
ontdekt. Bovendien, zo bleek, ging het formaat en de smaak er
door deze handelwijze nog eens op vooruit. In een notedop is
dit het begin van de mosselcultuur zoals die zich in volgende
eeuwen verder ontwikkelde.
Geleerd werd dat de mosselcyclus zich in drie jaren voltrekt:
mosselzaad (mosseltjes van circa 1 cm groot) kan na een jaar
opgevist worden en daarna uitgezaaid op percelen. Na nog
maals een jaar worden de mosselen naar zogenaamde con
sumptiepercelen gebracht om er te volgroeien tot het produkt
zoals de consument dat kent: mosselen van a 7 centimeter
groot.
"Deze manier van kweken noemen we bodemcultuur", vertelt
de heer L.Lucas, hoofd van de afdeling Mosselzaken van het
Produktschap vis en visprodukten in Bergen op Zoom. Het pro-