zXDztim Landbouwvoorlichting |_9_
De maand augustus op het zuidwestelijk veehouderijbedrijf
Veel berigheidsproblemen kunt U voorkomen
Melkveehouderij
Varkenshouderij
In de maanden juli - au
gustus zijn vele mensen
op hun best. Echter, ook
vliegen hebben dan hun
topactiviteit. Dit is hin
derlijk voor mens en dier.
De koeien laten zich door
de constante 'speldeprik-
kenf moeilijker melken.
Later, bij het opstallen
krijgt het vee te maken
met andere uitwendige
parasieten zoals ring-
schurft en mijten. Als u
zich niet wilt laten ver
rassen door overlast van
de plagen, is het goed
om nu al stil te staan bij
de bestrijding ervan.
In de laatste helft van dit
artikel wordt beschreven
hoe kalveren en droge
koeien in de weide de
optimale energie
opname halen.
Uitwendige parasieten
Rundvee kan vele soorten uitwendi
ge parasieten bij zich dragen. De
meeste worden aan het begin van
de stalperiode aktief. Het stalkli-
maat (warmte, hoge relatieve voch
tigheid en weinig licht) is gunstig
voor ontwikkeling van de parasie
ten. Bovendien verspreidt een
besmetting zich in de stal gemakke
lijk door het intensieve contact tus
sen het vee. Besmette dieren
hebben last van haaruitval en krij
gen kale plekken en korsten en zijn
onrustig. Dit uit zich in een lagere
produktie en een verminderde groei.
Om een aantasting te voorkomen,
moet de stal fris en droog zijn met
voldoende daglicht. Ook scheren
van het vee bij het opstallen helpt
een besmetting te voorkomen.
Ringschurft. Dit is de belangrijkste
uitwendige parasiet bij rundvee: ook
de mens kan besmet worden. De
aantasting kan jaar na jaar op het
zelfde bedrijf voorkomen, doordat
de schimmel zich erg gemakkelijk
verspreidt en een lange overlevings-
duur heeft. Bij een behandeling
moet het hele dier gedaan worden
en de hele koppel. Het blijkt dat vele
veehouders soms het verkeerde
middel gebruiken. Ringschurft moet
namelijk met heel andere middelen
bestreden worden dan luizen en mij
ten. Om over verlopen olie evt. ge
mengd met zwavelpoeder maar niet
te spreken. De dieren die de ziekte
eenmaal hebben doorgemaakt, zijn
meestal levenslang immuun.
VERVOLG VAN PAGINA 8
het wel goed. Voor informatie aan
gaande omhullingsmateriaal, drain-
dieptes en drainafstanden, kunt u bij
de DLV terecht. Behalve draineren
moet ook een diepe grondbewer
king in een zo droog mogelijke pe
riode worden uitgevoerd.
Bedrijfshygiëne
In deze vaak drukke periode van
oogsten blijft het belangrijk om op
de bedrijfshygiëne te letten op en
om uw bedrijf. Het verspreiden van
ziekten, plagen en onkruiden van
het ene perceel naar het andere ge
beurt soms sneller dan u denkt. Het
schoonmaken van grondbewer
kingswerktuigen en oogstmachines
is daarom zeer zinvol. Zorg er tevens
voor, dat de bewaarplaats van aard
appelen en uien schoon is. Tijdens
de oogst komt hier niets meer van.
ing. A. Bakker,
bedrijfsdeskundige
DLV Team Akkerbouw Goes
Luizen en mijten. Deze veroorzaken
irritatie, jeuk en haaruitval. Een
besmetting met luizen is gemakkelij
ker waar te nemen dan een besmet
ting met schurftmijten, omdat
zowel de luizen als de eitjes (neten)
met het blote oog zichtbaar zijn. De
meeste bestrijdingsmiddelen wer
ken tegen schurftmijten en tegen
luizen. De behandeling moet her
haald worden in verband met het uit
komen van de eitjes.
Vliegen. Deze hebben het hoogte
punt van hun activiteit in de warme
zomermaanden juli en augustus. De
vliegen maken het vee onrustig,
waardoor de produktie kan vermin
deren. Daarnaast kunnen vliegen
ziektekiemen overbrengen; het
meest bekende voorbeeld hiervan is
de zomerwrang. Bestrijding van
vliegen begint met schone stallen,
hygiënisch werken en het zoveel
mogelijk opruimen van broedplaat
sen. Doordat vliegen snel resistent
worden tegen bestrijdingsmiddelen,
moet regelmatig een ander middel
worden gebruikt.
Andere plagen in de stal
Naast vliegen kunnen ratten, mui
zen en rattestaartlarven een plaag
worden. Hygiëne en het opruimen
van voerresten en mest help de
overlast te voorkomen.
Ratten en muizen kunnen in stallen
veel schade aanrichten. Ze vreten
aan veevoer en ze knagen aan
isolatie-materiaal, leidingen en elec-
triciteitskabels (kortsluiting). Daar
naast kunnen ze ziekten
overbrengen zoals: varkenspest, de
ziekte van Aujesky, de ziekte van
Weil en mond- en klauwzeer. Een
optimale bestrijding van ratten en
muizen is daarom van (levensbe
lang. Een bestrijding met behulp van
voerkisten werkt prima. Ook zijn
goede ervaringen opgedaan met
jampotten, die gevuld met lokaas in
isolatie-materiaal gedraaid worden.
Raadpleeg voor de uitvoering van
een bestrijdingsactie de ongedierte-
bestrijding van uw gemeente.
Rattestaartlarven. Dit zijn de larven
van een zweefvlieg die de blinde bij
heet (blind betekent hier 'niet ste
kend'). In het voorjaar legt deze bij
haar eieren in drijfmestputten of in
stilstaand water bij mesthopen. Uit
Zeugen behoren normaal 5 a 6 da
gen na het spenen berig te worden.
Na 7 dagen moet 90% van de zeu
gen gedekt zijn. Als dit niet het ge
val is kan van een probleem
gesproken worden. Een lang inter
val tussen spenen en dekken is één
van de oorzaken van een te lage
worpindex.
Als er berigheidsproblemen voorko
men, treden er later vaak ook meer
problemen met terugkomers op. Het
is daarom belangrijk om kritisch te
zijn op het interval spenen dekken.
Op de betere bedrijven ligt dit inter
val beneden de 7 dagen. Vooral in
de zomerperiode, als de zeugen ver
haren, ontstaan er vaak meer berig
heidsproblemen.
In dit artikel wordt een aantal aspek-
ten belicht dat van invloed is op het
berig worden van de zeugen.
Konditie bij het spenen
Bij zeugen die tijdens de zoogperio-
de veel gewicht verliezen, komen
meer berigheidsproblemen voor dan
bij zeugen die weinig afvallen. Te
veel gewichtsverlies komt vaak door
een te lage voeropname in de
kraamstal. Zeugen met 10 biggen
behoren 6 6,5 kg voer per dag op
te nemen. Op veel bedrijven nemen
de zeugen deze hoeveelheid niet op.
Enkele aandachtspunten om tot ver
betering te komen zijn de volgende:
Waterafgifte nippels
Drinknippels moeten circa 1,5 li
ter water per minuut geven.
Door zeugen met de emmer wa
ter bij te geven gaat de totale
de eieren komen de larven. De lar
ven verlaten in juli-augustus de
mestput en gaan op zoek naar een
droge plaats om te verpoppen.
Soms zoeken ze daarvoor het melk-
lokaal of het woonhuis. Dit geeft
een vieze aanblik en is bij vele
boer(innen) ongewenst. Voor
bestrijding van de larven moeten
middelen op de mest gestrooid wor
den, voor de trek van de larven.
Kalveren in de weide
Kalveren zijn de melkkoeien van
morgen. Dit betekent dat ook in de
weideperiode de groei goed (min.
800 gr/dag) en constant moet zijn..
Omdat maagdarm- en longwormen
haast op ieder bedrijf op de loer lig
gen, moet een goed omweidings-
systeem evt. aangevuld met
ontworming toegepast worden. Dit
bereikt u door de kalveren (van min.
3 maanden) in te scharen op ge
maaid weiland en door om de twee
weken om te weiden. Samen met of
achter de (droge) koeien aanweiden
moet afgeraden worden, omdat de
wateropname vaak niet om
hoog. Het is beter en gemakkelij
ker om drinknippels te hebben
met een hoge waterafgifte.
Temperatuur afdeling
Als de afdelingstemperatuur te
hoog is nemen de zeugen min
der voer op. De temperatuur in
de kraamstal dient daarom afge
bouwd te worden naar 18 gra
den bij een leeftijd van de biggen
van plm. 10 dagen. Dit is voor de
biggen geen probleem als er een
goede nestverwarming is.
Aantal voerbeurten
Meestal worden de zeugen twee
keer per dag gevoerd. Een aantal
bedrijven heeft zeer goede erva
ringen met het driemaal per dag
voeren van de zeugen tijdens de
zoogperiode. De voeropname
gaat vaak duidelijk omhoog.
Konditie zeugen
Het komt voor dat de dragende
zeugen met een te royale kondi
tie in de kraamstal komen, waar
door de voeropname in de
kraamstal te laag is. Dit is een
gevolg van een te hoog voernivo
in de eerste 80 dagen van de
dracht. Op het eind van de
dracht moet het voernivo hoog
zijn i.v.m. een hoog geboortege
wicht van de biggen. Een voerni
vo van 2,3 a 2,5 kg is in de
eerste 80 dagen van de dracht
voldoende. Een hoger nivo kost
extra geld en is vaak nadelig.
koeien de weerstand van de kalve
ren kunnen doorbreken. Koeien heb
ben namelijk zelf voldoende
weerstand, maar kunnen de infec-
tiedruk van de wormen op het gras
sterk verhogen.
Als de kalveren acht weken geweid
hebben, kunnen ze opgestald wor
den. Na augustus moeten alle kalve
ren opgestald worden, omdat dan
de graskwaliteit sterk afneemt. Bij
het opstallen kunnen mestmonsters
genomen worden op het voorko
men van maagdarmwormen evt.
gevolgd door een ontworming. Het
jongvee dat buiten is geweest, moet
bij voorkeur niet gehuisvest worden
bij kalveren die geen weidegang
hebben gehad. Oudere kalveren
kunnen veldvirussen bij zich dragen,
waartegen de jonge kalveren (nog)
geen weerstand hebben opge
bouwd. Het gevolg is dat de jonge
kalveren longproblemen krijgen.
Voeding van droogstaande
koeien in de zomer
Droogstaande koeien moeten in de
Maatregelen na het spenen
Na het spenen dient U veel aan
dacht aan de zeugen te besteden.
Door tijdens de gustperiode veel
wisselingen aan te brengen wordt
het berig worden gestimuleerd. De
volgende maatregelen zijn onder an
dere mogelijk:
Buitenuitloop
De zeugen dienen twee maal per
dag gedurende ca. 30 minuten
per keer uitloop te krijgen. Deze
uitloop kan op een betonnen
plaat zijn. Tijdens de uitloop kunt
U het beste een rustige beer tus
sen de zeugen laten lopen.
Voerovergang
Na het spenen kan bijvoorbeeld
overgegaan worden op vleesvar-
kensvoer. Het voeren van big-
genkorrel is ook mogelijk maar
wel erg duur.
- Licht in de stal
Veel licht bij de guste zeugen
heeft een gunstige invloed op
het berig worden. In een stal
zonder daglicht kan daarom het
beste kunstlicht gebruikt wor
den. Een afnemende daglengte
in de zomer is erg nadelig voor
het berig worden. Het is daarom
verstandig om na 21 juni de dag
lengte op peil te houden met
kunstlicht.
Douchen van de zeugen
Een aantal bedrijven heeft goede
ervaringen met het douchen van
de zeugen tijdens de gustperio
de. De zeugen worden dan enke
le dagen na het spenen of zelfs
dagelijks gedoucht. Hiervoor
grasopname beperkt worden, om
dat een royaal rantsoen afkalfpro-
blemen en melkziektegevallen
bevordert. Zelfs bij het achter de
koeien aanweiden, ligt de energie
opname vaak boven het gewenst ni
veau. Door de droge koeien op te
stallen en te voeren met voerresten
of kwalitatief slechter ruwvoer, kun
nen de problemen voorkomen
worden.
Tot slot
Parasieten en plagen bij het vee zijn
ongewenst. Ze veroorzaken onrust,
groeivertraging en verspreiden ziek
tekiemen. Een passende en tijdige
bestrijding is daarom gewenst. De
voeding van kalveren en
droogstaande koeien heeft ook in
de zomer aandacht nodig. Als u
over bovenstaande zaken nog vra
gen hebt, staan de regionale DLV-
teams u graag te woord.
Ing. F. Vermeulen
Bedrijfsdeskundige
DLV Breda
076-203190
moet men uiteraard wel beschik
ken over een zeugendouche.
Het gebruik van hormonen
Ondanks veel maatregelen kan het
toch voorkomen dat een zeug niet
spontaan berig wordt. Deze moet
dan behandeld worden met hormo
nen. Op 7 a 10 dagen na het spenen
dient U de zeugen, waarbij geen
bronstverschijnselen waargenomen
worden, te behandelen met hormo
nen. De zeug wordt dan vaak na 4
of 5 dagen berig. Als dit niet ge
beurt moet ze op 21 dagen weer
behandeld worden. Als de zeug dan
na 6 dagen nog niet berig is, kan ze
het beste opgeruimd worden.
De meeste berigheidsproblemen
doen zich bij de zeugen voor na de
eerste worp. In probleemgevallen
kan het nodig zijn om deze groep al
daags na het spenen te behandelen
met hormonen. Dit moet echter niet
als bedrijfssysteem zijn.
Samenvattend
Problemen met het berig worden
van de zeugen verlagen de biggen-
produktie. Er is een aantal maatre
gelen mogelijk dat het berig worden
bevordert. Het is belangrijk dat de
zeugen tijdens de zoogperiode veel
voer opnemen om te veel gewichts
verlies te voorkomen. Uitloop van
de zeugen tijdens de gustperiode
werkt positief op het berig worden.
Als noodmaatregel kunt U een zeug
behandelen met hormonen.
Kees Vermunt,
DLV-team
Varkenshouderij Breda