Intensieve landbouw in West- Brabant kan problemen geven Zout water en wild- overlast knelpunten bij landinrichting Reigersbergsepolder definitief zoet water krijgt Nieuws Studiemiddag in Roosendaal ZMF informeert boeren Midden-Schouwen Rabobank stelt bijdrage beschikbaar SS;; Waar het in voldoende mate aanwezig is blijft grondwater beschikbaar voor beregening, zoals hier bij een Westbrabantse boomkweker. in het rapport wel een duidelijke en tevens genuanceerde benadering van de markt miste. De heer Latijnhouwers gaf aan dat zeer zeker eerst in de markt gekeken moet worden wat de mogelijkheden zijn en dat er vervolgens pas gepro duceerd kan worden. Een massale overstap zonder goede begeleiding zal volgens hem zeer zeker tot pro blemen kunnen leiden. Op woensdag 19 juni jl. vond in Roosendaal een studiemiddag plaats over het rapport 'Nu zaaien, straks oogsten'. Het rapport, tot stand gekomen met inbreng van het Ministerie van Landbouw, de pro vincie Noord-Brabant en het land bouwbedrijfsleven, bevat beleidsaanbevelingen en project voorstellen die moeten leiden tot een strukturele oplossing van de problemen in de akkerbouw en vol- legrondstuinbouw in West-Brabant. Samenwerking en specialisatie op akkerbouwbedrijven, intensivering d.m.v. het opnemen van een tweede tak, maar ook part-time akkerbouw en bedrijfsbeëindiging zijn oplos singsrichtingen die in het rapport zijn aangegeven. Bij de project voorstellen worden projecten ge noemd zoals een bemiddelingsbureau voor de afzet van plantaardige land- en tuinbouw- produkten, in dit geval een initiatief van NCB en veiling RBT, een ar beidspool en een bedrijfsverplaat- singsregeling. Ruimtebehoefte In het rapport wordt voorgesteld om een onderzoek uit te voeren naar de ruimtebehoefte van de intensieve sektoren. Mevrouw P.H.M. Jacobs- Aarts, gedeputeerde voor land- en tuinbouw in Noord-Brabant, zei in een toelichting op het rapport dat het toestaan van intensieve land bouw als tweede tak een probleem kan vormen, onder andere als inten sieve landbouw de openheid van het landschap aantast en als de doelstellingen van het Meerjaren plan Gewasbescherming en het mest- en ammoniakbeleid door kruist worden. Ten aanzien van de omschakeling naar glastuinbouw merkte me vrouw Jacobs op dat dit in het ontwerp-streekplan uitgesloten is, evenals nieuwvestiging en uitbrei ding op afstand. Onder voorwaar den is uitbreiding van bestaande glastuinbouwbedrijven mogelijk. In beginsel zal de vestiging van glastuinbouw slechts mogelijk zijn in aangewezen projectontwikke lingsgebieden, aldus mevrouw Jacobs. Duidelijkheid De heer ir. A.J. Latijnhouwers, voor zitter van de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap voor Noord- Brabant, gaf aan dat er bij boeren en tuinders behoefte bestaat aan dui delijkheid over de ontwikkelingen naar de toekomst. Juist omdat deze ontwikkelingen bepalend zijn voor de noodzakelijke aanpassingen van de bedrijven. Het stimuleren van sa menwerking in de akkerbouw is niet nieuw, aldus de heer Latijnhouwers. De omstandigheden in de sektor no pen er echter toe dat dit initiatief opnieuw en wellicht anders wordt opgepakt, bijvoorbeeld in de vorm van samenwerking tussen akker bouwers en tuinders. Ook het opstarten van een bemid delingsbureau voor plantaardige land- en tuinbouwprodukten is vol gens de heer Latijnhouwers een goed initiatief, dat bijdraagt aan de mogelijkheden van krachtenbunde ling van de telers. De afzet van het bemiddelingsbureau zal gericht zijn op snijderijen en industrie en in sa menwerking met het bemiddelings bureau van het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen ook op de versmarkt. Discussie In de discussie kwam o.a. het grondwaterbeleid van de provincie, en daarmee de beregeningsmoge- lijkheden voor de tuinbouw in de toekomst, aan de orde. Mevrouw Jacobs gaf desgevraagd aan dat grondwater, daar waar het in vol doende mate voorradig is, beschik baar blijft voor beregeningsdoeleinden. Aan het ge bruik van grondwater in de ecologi sche hoofdstructuur worden echter beperkingen gesteld. Overigens kan bij beregening uit oppervlaktewater, dat aan minder beperkingen onder hevig is, wateraanvoer vanuit het Zoommeer perspectieven bieden, aldus mevrouw Jacobs. De heer Kerstens, directeur van vei ling CHZ, greep de discussie aan om te melden dat de akker- en tuin bouwers in West-Brabant zich voor wat betreft de teelt en afzet van vol- legrondsgroenten in een grote be langstelling mogen verheugen. Vanuit het gebied worden immers produkten aangevoerd op veiling CHZ en ook het bemiddelingskan toor Grobeka richt zijn aktiviteiten mede op West-Brabant. Overigens merkte de heer Kerstens op dat hij Uitvoer De bewaking van enerzijds het in gang zetten van de gewenste ont wikkelingen en projecten en ander zijds het vertalen van de aanbevelingen in beleid zal in han den gelegd worden van de kring voorzitters van de NCB, de ZLM en de CBTB in West-Brabant. Het is daarvoor wel noodzakelijk dat de voorstellen door zowel de overheid als het bedrijfsleven gedragen wor den. Met de presentatie van het rap port is de aanzet daarvoor in ieder geval gegeven. ir. G. van der Schelde "De Zeeuwse Milieu Federatie zal samen met de Natuur- en Vogel wacht en Natuurmonumenten een landinrichtingsprojekt aanvragen voor het gebied Midden-Schouwen. Een landinrichting is het middel om de natuurontwikkeling, die de ZMF voorstaat aan de zuidkust van het eiland, te realiseren". Dit zei T. Kra mer, medewerker van de Zeeuwse Milieufederatie, op 20 juni jl. te Se- rooskerke. De ZMF had de bestuurders van de landbouworganisaties en direkt be trokkenen op Schouwen-Duiveland uitgenodigd voor een toelichting op het plan-Tureluur, waarin 44 projek- ten worden aangegeven rondom de Oosterschelde, die goede mogelijk heden bieden voor het behoud en de ontwikkeling van natuur waarden. Landinrichting De ZMF ziet als belangrijkste twee knelpunten tussen landbouw en na tuur het zoute water en de wildover- last. "De landbouw heeft juist zoet water nodig en de natuur zout of brak. Door middel van landinrichting zouden de landbouwkundig slechte re gronden aan de natuurbescher mingsorganisaties kunnen worden toebedeeld. De boeren, die op dit moment deze gronden in ge bruik hebben, zouden dan de betere gronden toebedeeld kunnen krijgen. Bovendien zouden op de eerstge noemde gronden ganzen kunnen fourageren", aldus Kramer. Hij gaf daarmee aan, dat landinrichting niet alleen positief zou zijn voor de na tuur, maar dat ook de landbouw zijn voordeel ermee kan doen. "Voor de landbouw kan in ieder geval de ver kaveling er door verbeterd worden". Kramer zei nog geen uitspraak te willen doen over welke vorm van landinrichting gewenst is. Het kan in ieder geval een eenvoudige vorm zijn, omdat het uitruilen van gron den centraal zal staan. Als landin- richtingsblok denkt de ZMF globaal aan het gebied Zierikzee - Brou wershaven -Schelphoek: eventueel kan het gebied ten noorden daarvan ook meegenomen worden. Het ge bied zal in ieder geval groot genoeg moeten zijn om voldoende uitruil mogelijkheden te hebben. Kramer nodigde de landbouworganisaties uit om hierover nader met de ZMF van gedachten te wisselen. Ontpolderen Kramer wees er op, dat het ontpol deren, als onderdeel van Tureluur, in de pers zwaar overtrokken is. "Ont polderen is een zeer dure aangele genheid. Bovendien zijn de effekten niet precies te voorspellen. We heb ben in Tureluur slechts één ontpol- deringsprojekt voorgesteld: het Rammegors tussen Tholen en St. Philipsland. Dit moet worden gezien als een proefprojekt", aldus Kramer, die daaraan toevoegde, dat het niet de bedoeling is daar de dijken door te steken, maar buizen onder de dijk door te leggen om op die manier eb en vloed terug te brengen. Beheer Kramers gehoor bleek de nodige re serves te hebben. De boeren vrezen vooral voor verruiging en veronkrui- ding van het landschap en een sterk toenemende wildoverlast. "Als je ziet hoe op dit moment veel natuur gebieden op het eiland worden on derhouden, dan ben ik bepaald niet gerust op de toekomst", aldus één van de aanwezigen. "Eerst moet het beheer van de huidige natuurge bieden maar eens goed worden uit gevoerd". Verder vroeg men zich af of wel vol staan zou kunnen worden met een eenvoudige landinrichting. In de ge bieden, die op de kaart van het plan Tureluur zijn opgenomen, staan een aantal boerderijen. Deze bedrijven zullen moeten worden aangekocht of aan de ondernemer zal een ver vangend bedrijf moeten worden aangeboden. Dit is een zeer dure aangelegenheid: heeft de ZMF in het financiële plaatje hiermee wel voldoende rekening gehouden? Kramer gaf aan, dat er in het kader van het Natuurbeleidsplan en de 3e Nota Waterhuishouding middelen beschikbaar zijn. "De staatssekreta- ris van LNV heeft het plan Tureluur positief ontvangen. Ik verwacht, dat hij daarom zeker de nodige midde-* len vrij zal maken", aldus Kramer. Het Waterschap Noord- en Zuid- Beveland heeft in zijn algemene ver gadering op 20 juni j.l. een positief besluit genomen over de aanvoer van zoet water in de Reigersbergse polder en met zuidelijk deel van de Ie Bathpolder. Het zoete water uit het Zoommeer zal in 1993 beschik baar zijn. Het gaat om een gebied van onge veer 1000 ha met ca. 40 bedrijven, in hoofdzaak akkerbouw. De boeren in het gebied hebben zich door mid del van een enquête kunnen uitspre ken over de komst van zoet water. De enquête was georganiseerd door de drie Zeeuwse landbouworganisa ties. Ruim 2/3 deel, zowel uitge drukt in aantal stemgerechtigden als in oppervlakte grond, stemde voor. Deze uitslag telde voor het waterschap zwaar mee. De boeren in de Reigersbergsepol der en een gedeelte van de 1e Bath polder gaan maximaal 90 gulden per ha betalen voor het zoete water. Het totale project kost 1,8 miljoen gulden. Via de subsidie voor zgn. A-2 werken draagt het rijk 40% bij. Dit geld komt overigens pas in 1993 beschikbaar, zodat het waterschap een aanzienlijk deel van de investe ring moet voorfinancieren. Daar naast stelt de provincie 300.000 gulden beschikbaar en komt er van de gemeente Reimerswaal een bij drage van 17.000 gulden. De raad van deze gemeente heeft hiertoe dinsdag j.l. besloten. Bijdrage Rabobank Opmerkelijk is dat ook de Rabobank Krabbendijke de zoetwatervoorzie ning in dit deel van Oost Zuid- Beveland financieel wil ondersteu nen. De bank heeft voorlopig voor de eerstkomende vijf jaar een be drag van f 5.000,— per jaar toege zegd. Dit betekent voor de boeren een kostenreduktie van 5 gulden per ha. Volgens de heer G.J. Dees te Waarde, gezworene van het water schap en voorzitter van de Rabo bank Krabbendijke, is de bijdrage beschikbaar gesteld gezien de bij zonder innovatieve betekenis van het zoetwaterproject. De omscha keling naar meer intensieve teelten, zoals tuinbouw en bollenteelt, wordt er door vergemakkelijkt. Bo vendien kan dit project een stimu lans betekenen voor zoetwateraanvoer in andere streken. De werkzaamheden gaan begin 1992 van start met onder andere de bouw van een pomphuis langs het Rijn-Scheldekanaal.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 7