De maand juli op het Zuidwestelijk akkerbouwbedrijf
Granen
OL\
Landbouwvoorlichting
O
16
In deze maand staat de oogst
van enkele gewassen voor de
deur. Het laat zich aanzien dat
de oogst ten opzichte van vo
rig jaar net iets later valt.
Daarnaast vraagt de groei van
een aantal gewassen, vooral
vanwege de droge maand
mei en ook nog juni, de nodi
ge aandacht. Controleer re
gelmatig uw gewassen en
houdt u op de hoogte via Vi-
tak, het telefoonbandje
01806-14166 en de land-
bouwpers. Een aantal zaken
kunnen nu voorbereid wor
den, zoals bewaarplaats voor
aardappelen en uien, aanleg
drainage, aanwending organi
sche mest en grondon
derzoek.
Bruine roest in tarwe kan in juli bij
warm weer nog sterk doorzetten.
De veiligheidstermijn van de midde
len Corbel, Tilt en Bayfidan is 6 we
ken. U dient u er dus bij toepassing
terdege rekening mee te houden dat
tussen de bespuiting en oogsten
minimaal 6 weken tussenruimte is.
Bladluizen kunnen in tarwe en gerst
ook na de bloei nog veel schade
aanrichten. Wanneer op 70% of
meer van de halmen luizen voorko
men is een bestrijding gewenst tot
het einde van het melkrijpe stadium.
Houdt hier ook rekening met de vei
ligheidstermijn van het toe te pas
sen middel.
Ongeveer 7 dagen voor de oogst
van de granen, wanneer de korrels
minder dan 30% vocht bevatten is
het mogelijk om een bestrijding te
gen o.a. veenwortel, kweek, klein-
hoefblad en aardappelopslag uit te
voeren met 4 liter Round-up per ha.
De te bestrijden onkruiden moeten
nog vitaal zijn om het middel op te
kunnen nemen, anders valt het re
sultaat tegen. Gebruik 200-300 liter
water per ha. Na de bespuiting mag
er binnen 6 uur geen neerslag val
len. In granen bestemd voor zaai
zaad wordt deze bespuiting
ontraden.
Suikerbieten
Tot half juni waren er zeer weinig
perzikbladluizen aanwezig. In som
mige percelen kwam zwarte bonen-
luis voor. De ontwikkeling van de
luizenpopulatie dient nog terdege in
de gaten te worden gehouden. Van
wege de trage begingroei en de on
regelmatige stand van de bieten
moet tot minimaal 15 juli, indien no
dig, een bestrijding plaats hebben.
Wanneer de resultaten van de tellin
gen aantonen dat een bestrijding
moet plaats hebben wordt u via de
suikerindustrie er op geattendeerd.
Zelf controleren van tijd tot tijd is
zeer belangrijk. Een late virusinfectie
na 15 juli geeft zeer weinig schade.
Grote kolonies zwarte bonenluis
kunnen zuigschade veroorzaken.
Een bestrijding tegen deze luis kan
rendabel zijn. Verwijder schieters
voordat ze in het zaad komen. Dit
zaad kan jarenlang kiemkrachtig
blijven.
Aardappelen
De meeste percelen pootaardappe-
len bereiken deze maand het eind
van hun groeiperiode Er is op een
aantal percelen gewerkt met mine
rale olie in combinatie met een in
secticide. Met de minerale olie
bespuiting moet worden doorge
gaan tot een week voor de loofver-
nietiging. Loofklappen plus één
maal doodspuiten komt in de be
langstelling in plaats van twee maal
volle velds doodspuiten. Vorig jaar is
er al ervaring opgedaan met deze
methoda
Voor de consumptie-aardappelen
vraagt de Phytophthora-bestrijding
de nodige aandacht. Bij droog warm
weer in juli kan de spuitinterval wel
Bruine roest in tarwe kan in juli bij warm weer sterk doorzetten.
iets ruimer worden genomen tot 10
a 14 dagen. Bij vochtig weer elke
week op de gevoelige rassen zoals
o.a. Bintje.
Bij een eerste aantasting in het ge
was consumptie-aardappelen spui
ten met 2.5 kg Ridomil Delta 47 WP,
na 5 dagen herhalen. Dus maximaal
twee keer en daarna gewoon verder
gaan wekelijks met een Maneb/tin
combinatie.
In verband met kans op resistentie
tegen Ridomil na 3 dagen kontrole-
ren of de schimmel nog sporuleert.
Is dit het geval, dan heeft een twee
de bespuiting geen zin meer. Door
zieke blaadjes in een vochtige lap te
leggen of blaadjes in een plastic
zakje te doen dat vol is met lucht en
dan dichtgemaakt ontstaat na enke
le uren aan de onderkant van het
blad rondom de zieke plek schim-
melpluis wanneer er resistentie is.
Wanneer er meer dan 50 bladluizen
per samengesteld blad voorkomen
is een luisbestrijding noodzakelijk.
Spuiten in een aparte werkgang met
500 liter water per ha tegen de
avond geeft het beste resultaat.
Hoewel het beste tijdstip voor een
gedeelde stikstofbemesting na be
gin knolzetting is, kan nog tot uiter
lijk half juli een overbemesting
worden gegeven. De hoeveelheid
bedraagt 50 tot 75 kg N per ha af
hankelijk van de reeds gestrooide
hoeveelheid.
Erwten
In de latere percelen kan een bestrij
ding tegen botrytis (grauwe schim
mel) nog zinvol zijn. De eerste
bespuiting moet plaats hebben als
de eerste bloemblaadjes gaan val
len. Bij vochtig weer en een zeer
bladrijk gewas moet de bespuiting
na 7 10 dagen herhaald worden.
Als de peulen gaan zwellen, moet
de erwtenpeulboorder worden
bestreden. Controleer aan de ran
den van het perceel. Bestrijding is
mogelijk met Decis, Permethrin, Cy-
permethrin of Parathion. Om rond
de oogst problemen met onkruiden
te voorkomen, kan in voererwten
een pre-harvest bestrijding tegen la
te grote onkruiden worden toe
gepast:
7-4 dagen voor de oogst 2-4 Itr. Di-
quat (Reglone)
7 dagen voor de oogst 4 Itr. Glyfo-
saat (Round-Up)
De bespuiting heeft geen invloed op
de snelheid van afrijping van de za
den. Niet te vroeg toepassen;
vochtgehalte van de erwten minder
dan 30% vocht. Voor dorsen uit het
zwad of van stam, het gewas dood-
rijp laten worden. Semi-bladloze
erwten en kapucijners laten zich pri
ma van stam dorsen. Door de lange
re rijping treedt wel wat kleurverlies
op. Het dorsen met een aangepaste
mobil-viner of Lillistone bonendorser
geeft minder verlies en dorsbescha-
diging, wat vooral bij de zaaizaad
teelt en consumptieteelt van belang
is.
Graszaad
Het juiste tijdstip van maaien
vaststellen is moeilijk, doch heeft
een grote invloed op de kg-
opbrengst. Te vroeg maaien bete
kent onvoldoende zaadvulling, te
laat maaien heeft zaadverlies tot
gevolg. Uit onderzoek is gebleken
dat de hoogste opbrengst in relatie
tot zaadverlies, kiemkracht en dui-
zendkorrelgewicht, bij onderstaan
de vochtgehalte wordt gehaald:
Engels raaigras:
zwadmaaien 45-50% vocht;
stamdorsen 37-42% vocht.
Roodzwenkgras:
zwadmaaien 37-42% vocht.
Veldbeemdgras:
zwadmaaien 20-30% vocht.
Bij het zwadmaaien zijn de laatste
jaren goede ervaringen opgedaan
met cirkelmaaiers in gelegende ge
wassen. In lichte en rechtstaande
gewassen en met name in rood
zwenkgras treedt te veel zaadver
lies op en is de dubbele
messenbalk beter op zijn plaats.
Het zelf drogen dient direct na het
dorsen te beginnen. Maximale stort-
hoogte 70 cm, de eerste dag nog
zonder kachel. Capaciteit ventilator
minimaal 500 m3 lucht per m2 vloer
bij 500 Pa. Zorg bij het opwarmen
van de buitenlucht voor voldoende
luchtverplaatsing in de partijen, let
op condensvorming. Maximum
temperatuur drooglucht is 30°C.
Niet in ruimten of met materialen
waarbij kiemremmingsmiddelen
zijn gebruikt.
Zaai-uien
De bestrijding van bladvlekkenziek-
ten en/of valse meeldauw vraagt
een preventieve bespuiting van het
gewas. Het advies voor de bestrij
ding is 2 kg Daconil M afwisselend
te spuiten met 2.5 kg Ronilan M, 1
kg Ronilan speciaal 1.5 kg Allure of
2 Itr. Calidan. Het laatste middel
maximaal drie keer per seizoen. Ro
nilan M en Calidan hebben een ne
venwerking tegen koprot. De
veiligheidstermijn van deze midde
len is 4 weken. Stop tijdig, dat wil
zeggen begin augustus ter voorko
ming van te lang groen blijven van
het gewas. Om vroeg te kunnen
oogsten onder goede omstandighe
den moet het gewas vroeg kunnen
afrijpen voor een goede kwaliteit. Bij
warm droog weer kan gemakkelijk
schade ontstaan van trips. De aan
tasting is te herkennen aan de zil
verkleurige vlekjes in de
lengterichting van het blad. Een
bespuiting met Decis, Permethrin of
Cypermethrin geeft het beste resul
taat tegen deze uientrips. De rups
jes van de preimot of de larven van
de mineervlieg worden met dezelfde
middelen of met parathion bestre
den. Mangaangebrek kan bestreden
worden door 1 a 2 keer met 15 kg
mangaansulfaat te spuiten en is te
herkennen aan een slap, voddig,
lichtgroen gewas en geelgestreepte
bladeren.
Bruine bonen
In weelderige gewassen met veel
stro kan sclerotiënrot of rattekeutel-
ziekte ontstaan. Bij vochtig weer
rond de bloei kunnen de peulen
worden aangetast door de botrytis-
schimmel. Een preventieve bestrij
ding is mogelijk met 1 Itr of kg
Ronilan, Rovral of Sumisclex. Tegen
botrytis is één bespuiting begin
bloei meestal voldoende. Ter voorko
ming van sclerotiënrot na 5-7 dagen
de spuiting herhalen.
Knolselderij
Controleer regelmatig dit gewas op
de aanwezigheid van luizen en wan
tsen. Een bespuiting met 0.5 liter
Mevinfos of 1 kg Undeen is al snel
rendabel. Tegen bladvlekkenziekte
wordt normaal om de 1 3 weken,
afhankelijk van het weer, gespoten
met Daconil of Maneb-fentin. Wan
neer reeds bladvlekkenziekte voor
komt op de bladeren, gebruik dan 1
of 2 maal een systematisch wer
kend middel, zoals Benlate of Ba-
vistin. Geen doorspuitschema
aanhouden bij de middelen Benlate
of Bavistrin i.v.m. gevaar voor optre
den resistentie.
Karwij
De oogst van het ras Bleija ligt on
geveer 2 weken later dan van de
rassen waar het zaad 'los' zit. Bleija
wordt van stam gedorst en vraagt
dus het nodige geduld om te wach
ten. Loszittende karwij wordt ge
maaid en na een week uit het zwad
gedorst. Te vroeg maaien geeft on
voldoende zaadvulling, te laat maai
en zaadverlies. Maai met een
stoppel, zodat het zwad dan wat
van de grond ligt en bij veel wind
beter blijft liggen. Karwijzaad moet
direct ingedroogd worden tot 12%
vocht om broei en kwaliteitsvermin
dering te voorkomen.
Groenbemesters en organische
mest
In vroeg vrijkomend land is het mo
gelijk om groenbemesters te zaaien.
In combinatie met organische mest
uitrijden vlak voor het ploegen past
dit uitstekend. U hoeft dan geen
kunstmest N-bemesting te geven en
de in de mest aanwezige stikstof
wordt door de groenbemester beter
gebonden, afhankelijk van de hoe
veelheid organische mest. In juli ko
men wikken of Engels en Italiaans
raaigras in aanmerking.
Bij vroege zaai tot 15 augustus van
bladrammenas en gele mosterd 're
sistente' rassen tegen bietecyste-
aaltje gebruiken.
Grasgroenbemesters kunnen ook in
juli tot uiterlijk 4 weken voor de
oogst van de tarwe breedwerpig
over het graangewas gezaaid wor
den met een pneumatische kunst
meststrooier. Hiervoor kan zowel
Engels als Italiaans raaigras gebruikt
worden. De ervaringen zijn echter
zeer wisselvallig. Slechte kieming
van het zaad na de oogst, de
blootstelling aan de zon en de be
dekking door een laag stro veroor
zaken dikwijls een te dunne stand.
Bij de huidige mestprijzen is het toe
passen van organische mest in de
stoppel aantrekkelijk. Drijfmest van
varkens of kippen is- niet duurder
dan de waarde aan fosfaat en kali in
de mest; de organische stof krijgt u
als het ware gratis. Voor droge
mestkuikenmest zijn de kosten
gestrooid op het land wat hoger dan
de waarde aan fosfaat en kali. Dit
hangt natuurlijk wel af van de prijs
van de mest.
Grondonderzoek moet als richtlijn
dienen voor het bepalen van uw be-
mestingsbeleid met betrekking tot
de fosfaat- en kalibemesting in rela
tie tot deze mineralen in organische
mest en kunstmest tesamen.Grond-
onderzoek kan het beste plaatsvin
den op een vaste plaats in het
bouwplan, b.v. na de oogst van de
tarwe vóór de toediening van mest.
A.C.M. Mulders,
Gespecialiseerd
bedrijfsdeskundige
team Akkerbouw Westmaas
Groenbemester
Engels raaigras
Wikken
Italiaans raaigras
Bladrammenas
Gele mosterd
Zaaizaad/ha
25 kg
100 kg
30 kg
15-20 kg
15 kg
Zaaitijd
voor 1 aug
10 juli-10 aug
voor 20 aug
15 juli-20 aug
10 aug-5 sep
N-bemesting/ha
60 kg
60 kg
70-80 kg
70-80 kg