Mineralenboekhouding
varkenshouderij
klaar voor gebruik
Kalfsvlees in Nederland
Milieuzorgsysteem voor de
vlees- en pluimveesektor
Denk bij kalibemesting ook
aan mineralen voor rundvee
Formule richtprijs voor
biggen aangepast
Voorlichting over aanmelding vleeskalveren
15
Varkenshouders kunnen in hun
strijd tegen vermesting en verzuring
nu gebruik maken van de mineralen-
boekhouding als meetinstrument.
Vanaf 21 juni is de boekhouding op
grote schaal verkrijgbaar. In het bij
behorende werkboek staan maatre
gelen beschreven die het milieu
ontlasten en die niet noodzakelijk
geld kosten.
Boekhouding en werkboek zijn uit
geprobeerd in speciale studiegroe
pen onder begeleiding van het
Centrum voor Landbouw en Milieu
(CLM), het Informatie en Kenniscen
trum Veehouderij (IKC-V) en de
Dienst Landbouwvoorlichting (DLV).
Vorig jaar werden een boekhouding
en een werkboek voor melkveehou
ders geïntroduceerd. De belangstel
ling was zo groot dat binnen een
jaar al een tweede druk verscheen.
CLM, IKC en DLV werken nog aan
een mineralenboekhouding voor de
akkerbouw en de pluimveehouderij
die voorjaar 1992 gereed zullen zijn.
De verwachting is dat ook bij var
kenshouders het animo groot is om
met de boekhouding te werken.
Momenteel kunnen zij al het MARS
(Mineralen Aanvoer Registratie
Systeem) bijhouden. Maar daarmee
krijgen zij geen inzicht in het milieu
probleem op hun bedrijf. Ook laat
het MARS niet zien wat het effekt is
van de milieumaatregelen die var
kenshouders nemen.
Studiegroepen
Mineralenboekhouding en werk
boek kunnen het best in groepsver
band worden besproken.
Varkenshouders kunnen dan leren
van elkaar en profiteren van eikaars
vakmanschap. De teams van de
DLV staan klaar om de mineralen
boekhouding met het bijbehorende
werkboek in reeds bestaande stu
dieclubs van varkenshouders te in
troduceren. Bij voldoende
belangstelling zullen nieuwe studie
clubs worden opgezet. Het agra
risch onderwijs neemt de
mineralenboekhouding en het werk
boek op in het kursuspakket.
Maatregelen
In het werkboek worden tal van
maatregelen beschreven die var
kenshouders kunnen nemen om de
aangekochte mineralen in voer en
kunstmest beter te benutten en zo
verliezen te beperken. Onderstreept
wordt dat de meeste maatregelen
pas echt effektief zijn, wanneer ze
in samenhang worden genomen. Zo
kan de vakenshouder door te voeren
naar behoefte de benutting van de
mineralen in het voer verbeteren,
zodat minder mineralen in de mest
komen. Zorgen voor een goede kon-
ditie en gezondheid heeft hetzelfde
effekt. Door mest snel uit de stal af
te voeren, kan de varkenshouder
voorkomen dat ammoniak verloren
gaat. Als hij ook de ammoniakverlie-
zen bij opslag en aanwending van
de mest terugdringt, kan de boer
besparen op kunstmest. Zo'n pak
ket maatregelen levert winst op
voor varkenshouder èn milieu. De
varkenshouder bespaart omdat hij
minder voer en kunstmest hoeft aan
te kopen. Het milieu wint doordat er
minder mineralen verloren gaan.
In nauw overleg met het Produkt-
schap voor Pluimvee en Eieren en
alle betrokken sektororganisaties is
de Werkgroep Milieuzorg PVV/PVE
opgericht. De opdracht van deze
Werkgroep is de bedrijfsinterne mi
lieuzorg in de gehele vleesverwer
kende industrie te bevorderen.
Besloten is een proefproject op te
zetten met als doel 'het (doen) ont
wikkelen van een bedrijfsintern
model-milieuzorgsysteem voor de
industriële vlees- en pluimveesektor
en de implementatie daarvan in een
achttal proefbedrijven. Bij het minis
terie van VROM is een aanvraag
voor subsidie ingediend. De start
van het project is gepland in sep
tember 1991. De branchebrede in
voering kan vervolgens in het najaar
van 1993 van start gaan.
Nederland is een belangrijke produ
cent en exporteur van kalfsvlees. In
1990 werden ruim 1 miljoen dieren
geslacht. Negentig procent van de
produktie ging de grens over. Vooral
bij Italianen is het Nederlandse
kalfsvlees populair. Maar ook Frank
rijk, Duitsland en België zijn belang
rijke afnemers. Vorig jaar bedroeg de
totale uitvoerwaarde van de kalfs
vleessector 1,25 miljard gulden.
Het houden van vleeskalveren is
sterk geconcentreerd in de provincie
Gelderland. Ongeveer de helft van
alle dieren wordt daar gemest. Op
een kleine 1200 bedrijven worden
Het Landbouwkundig Bureau voor
Kalimeststoffen wijst erop dat wan
neer veehouders de benodigde kali
bemesting in het groeiseizoen met
Kali 40 uitvoeren zij tevens de mine
ralenvoorziening van het vee op peil
houden. Kali 40 bevat naast 40 pro
cent kali ook 6 procent magnesium
en 4 procent natrium.
Door de toegenomen melkproduktie
per koe en het afnemend aantal
koeien is de totale ruwvoerbehoefte
van de meeste bedrijven sterk afge
nomen. Als gevolg hiervan neemt
het aantal maaisnedes af. Dit bete
kent, dat bij meerdere weidesnedes
achter elkaar er geen kalibemesting
wordt gegeven indien de officiële
adviezen worden opgevolgd. De ka
livoorziening van het gras is dan
vooral afhankelijk van de kali die via
urine van het vee op het perceel te
rugkomt.
Uit nog lopend onderzoek blijkt, dat
dit in veel gevallen niet voldoende is
voor een optimale grasgroei. In de
praktijk wordt dan ook regelmatig in
de tweede helft van de zomer kali
gebrek op dergelijke percelen ge-
konstateerd. Een extra bemesting
met 100 200 kg kali 40 per ha
tussen opeenvolgende weidesnedes
kan dan afhankelijk van de omstan
digheden zorgen voor een meerop
brengst van ca. 500 kg drogestof
per ha.
ruim 300.000 kalveren gehouden.
De overige 300.000 vleeskalveren
zijn verspreid over ongeveer 1100
bedrijven in de rest van het land.
De provincie Noord-Brabant is met
400 boerderijen en bijna 130.000
dieren een goede tweede. Daarna
volgen Overijssel (175 bedrijven en
43.000 kalveren). Utrecht (140 be
drijven en 24.000 kalveren), Fries
land (120 bedrijven en 27.000
kalveren), Drenthe (70 bedrijven en
19.000 kalveren), Zuid-Holland (60
bedrijven en 8000 kalveren), Lim
burg (50 bedrijven en 17.000 kalve
ren), Groningen (50 bedrijven en
12.000 kalveren), Noord-Holland
(30 bedrijven en 1400 kalveren),
Flevoland (9 bedrijven en 1100 kal
veren) en Zeeland (12 bedrijven en
1100 kalveren).
Contracten
Vleeskalveren worden over het alge
meen op contract gemest. Daarbij is
sprake van een overeenkomst tus
sen een kalverhouder en een vee
voederleverancier, een slachterij of
een handelaar. Ongeveer 5% van de
kalveren valt niet onder een con
tract. Die staan bij zogenoemde
vrije mesters op stal. In Nederland
zijn drie slachthuizen met meer dan
200.000 slachtingen per jaar. Daar
naast zijn er nog drie middelgrote en
enkele kleinere bedrijven.
Hoewel kalfsvlees in de eerste
plaats een exportprodukt is, wordt
het toch ook in ons land geconsu
meerd. Vorig jaar was het verbruik
iets minder dan 2 kg per hoofd van
de bevolking. Daarmee is het een
exclusief produkt.
In de nieuwe formule is de richtprijs, de prijs die de mester aan de
fokker betaalt, ruim twee gulden hoger dan in het oude systeem.
Het Landbouwschap gaat per 1 juli
een nieuwe berekeningswijze van
de richtprijs voor biggen hanteren.
In de nieuwe formule worden de
mestkosten opgenomen volgens
een normatieve berekening die zo
veel mogelijk de praktijk benadert.
Daarnaast is voor de fokker bij de
vervanging van zeugen uitgegaan
van TEA-gegevens wat betreft het
aantal gelten dat dekrijp, dan wel op
een leeftijd van 10 weken wordt
ingezet.
De richtprijs, de prijs die de mester
aan de fokker betaalt, wordt elke
week aan de hand van de formule
vastgesteld en zonodig aangepast.
Wanneer de nieuwe formule op de
prijzen van week 25 wordt toege
past, ligt de richtprijs voor biggen
ruim twee gulden hoger dan in het
oude systeem.
Basis voor de richtprijs is een even
redige verdeling van winst of verlies
tussen fokker en mester. Uitgangs
punt is dat beide partijen een prijs
ontvangen die gelijk is aan de
kosten (incl. arbeid) en daarna, al
naar de hoogte van de vleesprijs, de
winst of het verlies gaan delen. De
kostprijzen voor een big en voor een
kilo varkensvlees zijn gebaseerd op
gegevens uit de 'Technische Econo
mische Adminstratie Varkenshoude
rij 2000' (TEA-2000).
De nieuwe formule voor de richtprijs
voor biggen luidt: 48,804 x ba
sisprijs 0,2219 A 0,1038 B -
1,4230 C - 3,630. De basisprijs is
de wekelijkse roepprijs van de Vee-
en Vleescentrale van de Noordbra
bantse Christelijke Boerenbond
(NCB); A, B en C zijn de voorlopige
prijzen voor respectievelijk stan
daard zeugenbrok, babybiggenkorrel
en mestvarkensbrok met een ener-
giewaarde van 1,03 EW. Het Land
bouw Economisch Instituut (LEI)
vermeldt deze prijzen in het agra
risch weekoverzicht.
De richtprijs, de voerprijscorrectie
en de verrekenprijs worden elke
woensdag vastgesteld. De prijzen
zijn te beluisteren op telefoonnum
mer 070-3526600. Bovendien zijn
ze van woensdag tot en met vrijdag
te zien op pagina 811 van NOS-
teletekst. Een schriftelijke toelich
ting op de berekening van de big-
genrichtprijs is verkrijgbaar bij het
Landbouwschap, afdeling Varkens
houderij, telefoonnummer
070-3526583.
Alle eigenaren van vleeskalveren
zijn vanaf 1 juli aanstaande verplicht
de dan aanwezige dieren aan te
melden bij de Stichting Kwaliteits
garantie Vleeskalversector (SKV).
Deze nieuwe stichting controleert
op de naleving van de regels en
voorschriften, zoals die gelden bij
de produktie van kalfsvlees. Daar
voor zijn verordeningen van kracht
van het Produktschap voor Veevoe
der en het Produktschap Vee en
Vlees.
Op basis daarvan bezoeken contro
leurs van de SKV houders van
vleeskalveren, handelaren, slachte
rijen en producenten van kalvervoe-
der. Datzelfde wordt overigens
gedaan door medewerkers van de
Algemene Inspectie Dienst (AID)
van het ministerie van Landbouw en
door controleurs van de Rijksdienst
voor de keuring van Vee en Vlees
(RVV).
Voorlichting
Om de betrokkenen in de vleeskal
versector te informeren over deze
nieuwe ontwikkeling worden voor
lichtingsbijeenkomsten gehouden,
speciaal voor eigenaren en houders
van vleeskalveren. Deze bijeen
komsten zijn o.a. op 11 juli in Van
der Valk-motel Gilze-Rijen, Klein-
Zwitserland 8, Gilze (nabij rijksweg
Tïlburg-Breda, afslag Gilze) en op 12
juli in Herberg De Turfhoeve, Midden
Peelweg 1, Kronenberg (aan rijks
weg Eindhoven-Venlo, bij afslag
Helden).
Alle bijeenkomsten beginnen om
10.00 uur en duren tot 12.00 uur.
Belangstellenden die aanwezig wil
len zijn, kunnen zich aanmelden bij
de SKV. Stadhoudersplantsoen 12,
2517 JL Den Haag.
Bij meerdere maaisnedes achter elkaar kan de mineralenvoorziening
in gevaar komen.