Uienteelt biedt nog steeds perspectief voor de akkerbouw Cebeco hield open dag demonstratieveld tarwe DLV Minerale olie in pootaardappelen Direkteur SNUiF: PAGV-verslag over toediening dierlijke mest 1990 verschenen lieu als voor de portemonnee van de a 11 De uienteelt biedt nog steeds perspectief voor de akkerbouwer. Het is echter wel zaak om meer hel derheid binnen de produktiekolom te verkrijgen, aldus de heer E. Steenge, direkteur van de SNUiF, tij dens de laatstgehouden vergade ring van de Raad van Advies van de Takorganisatie Akkerbouw Zeeland (TAZ). Tot de taak van de SNUiF be hoort o.a. het inventariseren van problemen en knelpunten die er bin nen de kolom liggen en het formule ren van prioriteiten voor praktijkgericht onderzoek. De positie van de zaaiui is direct af hankelijk van de export en daarmee van het imago van de Nederlandse ui op de internationale markt. Voor het behouden dan wel versterken van dat imago is het volgens de heer Steenge noodzakelijk dat we blijven streven naar een structurele kwaliteitsverbetering. Een ras met een hoge opbrengstpotentie, maar pas midden september oogstbaar, past volgens hem niet in dit streven. Gecontroleerde teelt De doelstellingen zoals die in het Meerjarenplan Gewasbescherming genoemd worden maken het nood zakelijk dat we meer en meer toe zullen moeten werken naar geïnte greerde teeltsystemen, aldus de was Onlangs verscheen bij het PAGV in Lelystad een verslag over de opti malisering van de toedieningstech niek van dierlijke mest. Er is sprake van een groeiend overschot aan dierlijke organische mest. Of dierlij ke mest wordt toegepast, hangt in belangrijke mate af van de toedie ningsmogelijkheden. Uit onderzoek is gebleken dat kunstmeststoffen, die voor de nutriëntenvoorziening aan gewassen worden toegediend, voor een deel vervangen kunnen worden door dierlijke mest. Door de prijs van dierlijke mest is het vaak aantrekkelijk om op deze wijze niet alleen organische stof aan te voeren, maar ook de fosfaat- en kalibehoefte van het gewas te dek ken. Bij het toedienen van meststof fen moet rekening worden gehouden met de dosering, de plaatsing en het tijdstip van toedie ning. Suboptimale dosering van nu triënten leidt tot opbrengst- en kwaliteitsverlies. Onderzoek heeft aangetoond dat met gangbare ap paratuur niet nauwkeurig kan wor den toegediend. Binnen het onderzoek wordt gestreefd naar op timalisering van de toedieningstech niek. Verbeterde doseer- en verdeelprincipes worden ontwikkeld en getoetst onder praktijkomstan digheden. Er werden technische oplossingen gevonden, die rekening houdend met arbeidstechnische en logistieke aspecten, een (voldoen de) nauwkeurige verdeling van dier lijke mest mogelijk maken. Dit verslag is verkrijgbaar door f 10,— te storten of over te maken op postrekening 2249700 t.n.v. PAGV Lelystad, onder vermelding van 'verslag 123'. heer Steenge. Het onderzoek zal di rect aan moeten sluiten bij de prak tijk en ook de gegevensuitwisseling in studieclubs zal daarbij van groot belang zijn. Daarnaast krijgen winkelketens zo als Albert Heijn behoefte aan een produkten-assortiment dat meer mi lieuvriendelijk is dan het gangbare assortiment. Albert Heijn heeft hier bij ook het Centrum voor Landbouw en Milieu ingeschakeld. De taak van het CLM bestaat vooral uit het ont wikkelen van milieucriteria en het plaatsen van deze criteria in een toetsingskader. Daartoe zal er ook overleg plaatsvinden met de SNUiF. Studiegroepen De teler is er volgens de heer Steen ge duidelijk bij gebaat wanneer hij in staat is om een milieuvriendelijker geteeld produkt op de markt te brengen. Bij het initiatief van Albert Heijn wordt er via enkele handels huizen gewerkt met groepen van te lers die als het- ware een studiegroep vormen. De deelnemers registreren zelf en binnen de struc turen van de voorlichting vindt er begeleiding plaats. Daarbij hoort ook een intensieve uitwisseling van ervaringen. Het is niet nodig dat vragen vanuit de afzetorganisaties afgewacht worden. Telers kunnen op dit gebied middels bestaande dan wel nieuw te vormen studiegroepen, met on dersteuning vanuit de Takorganisa tie Akkerbouw Zeeland en met begeleiding van de DLV, ook zelf ini tiatieven nemen en afzetorganisa ties benaderen. Duidelijk is dat er wel eisen aan dergelijke studiegroe pen gesteld zullen worden, aldus de heer Steenge. Op 20 juni was er een open dag op druk op de afzetmogelijkheden van het tarwe demonstratieveld van de verschillende rassen. Cebeco-Zuidwest in Numansdorp. P0ïn*onw»nrrf Men schonk daar met name aan- legreero dacht aan hoogproduktieve rassen Het demonstratieveld is aangelegd die zo weinig mogelijk gespoten op een perceel van de firma De Vis- kunnen worden. Rondleidingen ser en Zn. in Numansdorp. Naast de werden verzorgd door de heren R. bekende rassen Obelisk, Apollo, van der Eijnden (Cebeco-Zuidwest) Taurus en Arminda, zijn proefveldjes en L. Terpstra (Cebeco- aangelegd van Slejpner, Herzog, Handelsraad). Hereward, Vivant, Ritmo, Bussard, Van der Eijnden begeleidt de velden. Estica en CFB933. Met name de Hij kon daarom veel vertellen over laatste twee rassen kregen nogal ziektedruk en ontwikkeling van zo- wat aandacht. 'Estica en CFB933 wel de tarwe als van de dekvrucht, zijn nog in beproeving, dus nog niet die onder alle rassen ingezaaid is. beschikbaar voor consumptieteelt. De heer Terpstra legde vooral de na- De resultaten tot nu toe zijn veelbe- lovend. Als deze rassen zich zo Mapa goed blijven ontwikkelen, zijn ze IAÜV'JddrVGrSlBQ zeer geschikt voor geïntegreerde teelt. Zowel vriendelijk voor het mi- teler', aldus Cebeco. Onlangs verscheen het jaarverslag over 1990 van het PAGV. Naast Gezond bestuurlijke en algemene zaken is in deze publikatie aandacht besteed Obelisk en Herzog staan er gezond aan de thema's waarop in het on- dÜ- De heer Terpstra noemde als derzoek een duidelijk accent ligt: voordeel van Obelisk dat dit ras zo- kwaliteitsverbetering, bouwplanver- ^el in de, maal" a,a de zetmeelin- breding/assortimentsverbreding, dustr,e afzetmogelijkheden heeft, vruchtwisseling en bodempathoge- Herzo9 ,s een 9oede baktarwe en is nen, invloed van de kosten op de 00^ daarom veelbelovend. Cebeco- produktie en het bedrijfsresultaat, Zuidwest zorgt voor een stuk meer- bedrijfssystemen, toepassing van waarde' door_de rassen zoveel mo- informatica, beperking van emissie J 9escheiden te ontvangen en en nutriënten, beperking van ge- op te slaan- bruik en emissie van chemische ge- n wasbeschermingsmiddelen en UpDrengst cultuur- en gebruikswaarde- Over de opbrengsten kon men nog onderzoek. Ook de resultaten van niets zeggen. Voor een uiteindelijke het PAGV-proefbedrijf en het proef- beoordeling wacht men de oogst af. bedrijf OBS te Nagele komen aan de Pas dan kan men het uiteindelijke fi- orde. nanciële resultaten bepalen, 'laat de Het PAGV-jaarverslag 1990 is ver- keuze voor een ras niet afhangen krijgbaar door f 15,— te storten of van de resultaten van één jaar', ad- over te maken op postrekening nr. viseerde Van der Eijden. 'leder ras 2249700 t.n.v. PAGV, Postbus 430, heeft wel een jaar dat het wat min- 8200 AK Lelystad, onder vermei- der staat. Ga dus altijd af op meerja- ding van 'Jaarverslag 1990'. rig onderzoek'. Minerale olie wordt in pootgoed in gezet om besmetting met een niet- persistent virus, zoals Y- en A-virus, te voorkomen. Niet-persistente virussen, waaron der het belangrijke Yn-virus, worden door verschillende bladluissoorten overgebracht. Als de luis met het vi rus is besmet, kan het direkt daarna via de monddelen een gezonde plant besmetten. Na één of enkele prikken in een gezonde plant is de luis niet meer besmet. Zonder prik ken is een besmette luis na ca. één uur niet meer besmettelijk. Bespui tingen met alleen een bladluisdo- dende insekticide is geen oplossing. Bladluizen kunnen deze virussen reeds verspreid hebben voordat ze door een insekticide zijn gedood. Ook wekelijks spuiten met pyreth- roïden is volgens PAGV-ondrzoek onvoldoende werkzaam tegen Yn- virus. Echter, door het gewas pre ventief te bespuiten met minerale olie wordt zowel de opname van het virus door een bladluis als de afgifte van virus geremd. Voor- en nadelen Zoals hierboven beschreven is het belangrijkste voordeel van het ge bruik van minerale olie de belemme rende werking op verspreiding van het Yn-virus. Een Yn-virus besmet ting kan voor ca. 60% worden be perkt. Andere voordelen van het gebruik zijn het iets sneller afsterven van het loof na doodspuiten en de kans op hergroei is iets kleiner ten opzichte van geen gebruik van mi nerale olie. Een nadeel is dat gerekend moet worden op ca. 5 10% derving van de totale opbrengst. Dit wordt ver oorzaakt doordat de knollen wat kleiner blijven. Bij de opbrengst in de maat 28-45 is dit verschil duidelijk kleiner. Andere nadelen van deze toepassing zijn: het blad is harder groen, diepnerviger en slapper;- het loof blijft na regen of dauw langer nat (kans op Phytophthora groter!) en behandeling geeft uiteraard extra teeltkosten. Wanneer toepassen Toepassing van minerale olie is eer der gewenst als er een hoge virus- en bladluisdruk is. De virusdruk wordt bepaald door het aantal besmettingsbronnen in het perceel en in de omgeving. Bij een afstand van 25 m of meer tussen besmet tingsbronnen, zoals aardappel- Minera/e olie wordt geadviseerd in het basispootgoed van bont- vatbare rassen. «MKH opslag of een perceel consumptie-aardappelen, en het pootgoedperceel is de verspreiding van het Yn-virus gering. Naast aan wezigheid van virus zijn aktieve bladluizen nodig om voor versprei ding te zorgen. Gevleugelde luizen vliegen graag bij zonnig weer met weinig wind en een temperatuur bo ven de 15 graden C. Rekening houdend met deze uit gangspunten wordt minerale olie geadviseerd in het basispootgoed van bontvatbare rassen (S, SE en E) en eventueel bij (doorgroei van de adviesdatum) klasse A. De bontvat bare rassen zijn o.a. Aminca, Avanti, Bintje, Doré, Eersteling, Rode Eersteling, Eigenheimer, Frisia, Rus set Burbank, Sirtema, Van Gogh. Dosering De dosering van deze toepassing is 7 tot 15 liter minerale olie in zoveel water als nodig is om het gewas goed en egaal te bedekken met een oliefilm. Het gebruik van tin- of ko- perhoudende middelen naast mine rale olie wordt niet geadviseerd vanwege de grote kans op bladver branding waardoor de selektie ern stig wordt bemoeilijkt. Niet bekend is of menging van minerale olie met andere Phytophthorabestrij- dingsmiddelen tot een grotere kans op Phytophthora leidt. Als tevens een bladluisbestrijding voor bladrol nodig is, kan de pyrethroïde Decis EC gemengd worden met minerale olie. Deze menging, alleen ter voor koming van Y-vïrus besmetting, is nog niet als zodanig toegelaten. Op proef boerderij 'Rusthoeve' liggen dit jaar 2 proefvelden met bestrijding van Yn-virus. In dit onderzoek wordt o.a. de combinatie Decis EC en mi nerale olie bekeken. Tijdstip Minerale olie vanaf de opkomst we kelijks toepassen. Bij het opvolgen van de adviesdatum, kan één week voor de loofvernietigingsdatum gestopt worden met de toepassing van minerale olia In de uitgroeiteelt kan bij nog frisgroene gewassen doorgegaan worden met minerale olie bespuitingen tot ca. 10 dagen voor loofvernietiging. Laat het effect van minerale oliebespuitingen ech ter niet verloren gaan door hergroei na loofvernietiging. Jong loof is zeer vatbaar voor nieuwe besmettingen! ing. H.J.P. Koetsier, Bedrijfsdeskundige Team Akkerbouw 'Westmaas'

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 11