Verzekeringen ZLM gezond,
maar niet zelfvoldaan
Schoolkinderen bieden
eerste Zeeuwse Vlegels aan
Nieuws en Commentaar
KNLC
kommentaar
Organisaties in beweging
C.J. Gakeer na 21 jaar uit
bestuur Verzekeringen ZLM
Algemene ledenvergadering in Vlissingen
We zijn gezond genoeg om zelfstandig door te gaan. Maar de
slechtste eigenschap voor een ondernemer en dus ook voor een
Onderlinge is zelfvoldaanheid. Want die leidt tot stilstand en daarna
achterstand. Echter, trendmatig tendenzen volgen onder de noemer
van ondernemend zijn is zeker zo gevaarlijk". Dit zei de voorzitter
van Verzekeringen ZLM, de heer L.W. van Nieuwenhuijzen, Op de al
gemene ledenvergadering die dinsdag in Vlissingen werd gehouden.
De laatste jaren heeft de OVM van
de ZLM gezocht naar vormen van
samenwerking. Gezien de unieke re
gionale positie en de relatie met de
moederorganisatie ZLM heeft men
tot nu toe geen vorm kunnen vin
den, die een duidelijke meerwaarde
oplevert. Van belang daarbij is dat
Verzekeringen ZLM niet uit is op het
veroveren van een grote markt,
maar wel op een dienende taak naar
de verzekerden. Bestuur en direktie
zijn overigens van mening dat sa
menwerking met andere maat
schappijen op deelgebieden
vruchtbaar kan zijn. Konkreet is
men bezig met een andere Onderlin
ge produktsamenwerking te onder
zoeken.
Goed en druk jaar
Terugblikkend zei OVM-voorzitter
Van Nieuwenhuijzen dat 1990 een
goed, maar druk jaar is geweest. De
verhuizing naar het nieuwe kantoor
aan de Cereshof in Goes en de ge
lijktijdige overschakeling op een an
der computersysteem hebben veel
inzet gevraagd. Dit alles is uitste
kend verlopen. Ook verzeke
ringstechnisch heeft de ZLM een
goede prestatie afgeleverd. On
danks de stormen in het voorjaar is
een positief bedrijfsresultaat van
7,8 miljoen gulden geboekt.
Het resultaat is gunstig beïnvloed
door de sterk gestegen beleggings
opbrengst als gevolg van een toe
name van het gemiddeld belegd
vermogen en de gestegen ren
testand. Voor het eerst in het
bestaan van de OVM is de beleg
gingsopbrengst hoger dan de totale
kostenpost. ZLM Verzekeringen
voert een beleid, waarbij minimaal
85% rentedragende beleggingen en
maximaal 15% risikodragende be
leggingen worden aangegaan. Het
gemiddeld belegd vermogen be
droeg in 1990 ruim 123 miljoen
gulden.
De kosten van ZLM Verzekeringen
schommelen rond de 14% van het
premie-inkomen. Het streven is er
op gericht dit zo te houden. Daar
naast blijft de OVM veel waarde
hechten aan een sterk eigen vermo
gen door middel van een goede vrije
reservepositie. Dit beleid zorgt er
voor dat ZLM Verzekeringen in de
toekomst zijn positie nog verder kan
versterken. De algemene vergade
ring stemde unaniem in met het
bestuursvoorstel om het batig saldo
over 1990 toe te voegen aan de al
gemene reserve (7,5 miljoen gul
den) en aan de egalisatiereserve
(ruim 3 ton).
Hoger resultaat
De heer H. Doeleman Hzn, direkteur
van Verzekeringen ZLM, deelde aan
de vergadering mee dat in 1991 een
iets hoger resultaat wordt verwacht.
Dit komt vooral door een hoger be
leggingsresultaat. Dit jaar zal Verze
keringen ZLM een aanzet geven tot
belangrijke veranderingen in de ad
ministratieve organisatie. Dit met
het doel de service aan de klant te
vergroten en het management bete
re sturingsmogelijkheden te geven.
L.W. van Nieuwenhuijzen
Het dit voorjaar voor het eerst uitge
geven ZLM Verzekeringsnieuws zal
in het najaar worden geëvalueerd,
onder andere ten aanzien van de be
zorging.
Alle verzekeraars, dus ook de ZLM,
zien zich genoodzaakt de premie
voor de arbeidsongeschiktheidsver
zekering aanzienlijk te verhogen. De
verzekerden krijgen daarover indivi
dueel bericht. Een andere ontwikke
ling betreft het advies van de
Contactcommissie Motorvoertuigen
om loonwerkbedrijven in het kader
van de premiestelling een aparte po
sitie te geven. Het bestuur van Ver
zekeringen ZLM moet over dit
advies nog een standpunt for
muleren.
De kring Walcheren trad deze keer
op als gastheer voor de algemene
vergadering van de OVM. De kring
had een bijzonder geslaagd bedrijfs
bezoek aan het mechanisatiebedrijf
Den Herder BV te Middelburg en
een rondrit door het zuidoostelijk
deel van Walcheren georganiseerd.
Het was afgelopen maandagmiddag
voor het Landbouwhuis in Goes bij
zonder gezellig en levendig. School
kinderen van basisschool Holtkamp
uit Goes deelden toen boterham
men van Zeeuwse Vlegels uit aan
voorbijgangers, die zich deze tracta-
tie goed lieten smaken. De bekende
trekpaardenhouder Jos Brooymans
had de scholieren met paard en wa
gen naar het centrum van Goes ge
bracht.
De brooduitdeling maakte onderdeel
uit van de introductie van de
Zeeuwse Vlegel. Vanaf afgelopen
woensdag ligt dit nieuwe brood bij
negen Zeeuwse warme bakkers in
de winkel. Vanaf oktober zal het op
meer verkooppunten worden aan
geboden.
De Zeeuwse Vlegel is een brood dat
gemaakt is van op milieuvriendelijke
wijze verbouwde tarwe op gangba
re akkerbouwbedrijven. Het is een
initiatief van het Zeeuws Agrarisch
Jongeren Kontakt. Bij de uitwerking
van het idee is nauw samengewerkt
met o.a. de landbouworganisaties,
de Zeeuwse Milieufederatie (ZMF),
molenaars en bakkers. In de tarwe
voor de Zeeuwse Vlegel mag geen
kunstmest worden toegediend en
ook niet met bestrijdingsmiddelen
worden gespoten. Alleen een voor
opkomst bespuiting tegen onkruid
is toegestaan. Voor de teler wordt
de lagere opbrengst gecompen
seerd door een hogere kg-prijs. Het
brood is daarom iets duurder dan
gewoon volkoren: een heel onge-
Met een wagen vol "Zeeuwse Vlegeltjes" komt Jos Brooymans voor
het Landbouwhuis voorrijden. De kinderen tracteerden het publiek op
boterhammen van Zeeuwse Vlegels.
sneden Zeeuwse Vlegel (800gram)
kost f 2,65.
Van akker tot bakker
Tijdens de presentatie gaf vertegen
woordiger T. Kramer van de ZMF te
kennen dat de Zeeuwse Vlegel een
voorbeeld is van daadwerkelijk mi
lieuvriendelijke landbouw. 'Veel boe
ren denken dat het niet kan, tarwe
telen zonder kunstmest en met bij
na geen bestrijdingsmiddelen, de
Stichting Zeeuwse Vlegel laat zien
dat het wel kan'. Hij voegde eraan
toe dat wat hem betreft deze teelt
een brug kan vormen van de gang
bare naar de ecologische landbouw.
Namens de bakkerijen voerde drs.
J.H. Diekema, directeur van de Ne
derlandse Bakkerij Stichting, het
woord. Hij gaf o.m. aan dat het pro
ject niet alleen erg sympathiek is,
maar ook erg modern. Het is im
mers een prima voorbeeld van een
geïntegreerde keten, 'van akker tot
bakker'.
De laatste jaren is er veel ge
schreven en gesproken over de
belangenbehartigingsorganisa-
ties van boeren en tuinders.
Daarbij doel ik niet zozeer op de
kritiek van het al of niet juist
functioneren, maar meer op de
organisatiestructuur van de be
langenbehartiging. Deze struc
tuur is nogal complex en sterk
historisch en cultureel bepaald.
Het is voor mij volkomen begrij
pelijk dat een eenmaal ontstane
structuur, ook al is die sterk
historisch en cultureel bepaald,
niet aan veranderingen ontkomt.
Dit zie ik mede in het licht van
het afnemend aantal agrariërs,
afnemende identiteitsbehoefte
en veranderingen in en rond de
landbouw ten aanzien van
markt, milieu en samenleving.
In KNLC-verband hebben we
daar al weer enige jaren geleden
uitvoerig bij stil gestaan. We
hebben toen gesteld dat zolang
identiteit (religieus) nog a/s rele
vante factor voor de organisatie
van de belangenbehartiging
wordt gezien het KNLC de ver
sterking in eigen kring moet zoe
ken. Nadien zijn er in deze zin
ook ontwikkelingen ontstaan.
Enkele hebben al tot resultaat
geleid, andere zijn nog in pro
cedure.
Ingesleten
Daarnaast zijn zowel in Land-
bouwschapsverband a/s in CLO-
verband de discussies opgestart
hoe we met de nationale en in
ternationale belangenbehartiging
en lobby verder moeten. Ook bij
deze discussie neem ik waar dat
de vorm en structuur nogal
historisch en cultureel bepaald
zijn en dat deze gegevenheden
zeker bij veel zittende bestuur
ders nogal diep zijn ingesleten.
Van grote veranderingen lijkt dan
ook in die zin nog weinig sprake
te zijn. Voor mij staat dat nog al
in contrast met de ons direct
omgevende wereld in de land- en
tuinbouw. Coöperaties, zoals in
de zuivel, veilingen, aan- en ver
koopcoöperaties, maar ook coö
peratieve banken en
verzekeringsorganisaties schalen
zich op. Zij doen dit om die func
tie te kunnen vevullen, die nodig
is om in het belang van boeren
en tuinders het juiste antwoord
te Kunnen geven op een veran
derende markt.
Ander allooi
Het zou wel eens interessant zijn
om te weten of bestuurders van
coöperaties die ook verschillen
de achtergronden hebben wat
betreft identiteit, van een ander
allooi zijn dan bestuurders van
land- en tuinbouworganisaties.
Zelf ben ik van mening dat - en
ik beperk me maar tot het lande
lijk niveau- de vorm en structuur
van de belangenbehartiging aan
een behoorlijke revitalisering toe
is.
We zullen moeten oppassen dat
we geen verouderd en muf ima
go aan het opbouwen zijn in een
dynamische wereld, waar ook
op land- en tuinbouwgebied zo
veel aan het veranderen is.
Want niet alleen de ontwikkelin
gen in bijvoorbeeld het coöpera
tieve bedrijfsleven en in de
verdere periferie van de land- en
tuinbouw is sterk in beweging.
Ook de bedrijfsontwikkeling van
onze leden in technisch, finan
cieel, sociaal en economisch op
zicht is sterk aan het veranderen.
Verder moet te denken geven
dat in een aantal specifieke sec
toren, zoals fruitteelt, bollenteelt
en boomteelt slechts 50% van
de ondernemers is aangesloten
bij een van de CLO's.
Het zou te betreuren zijn als op
basis van onvoldoende herken
baarheid door voorgenoemde
ontwikkelingen in de periferie en
op bedrijfsniveau ook in andere
aangesloten takken het aantal le
den zou verminderen. Het lid
maatschap van een agrarische
belangenbehartigingsorganisatie
zal steeds zakelijker en minder
historisch beoordeeld worden.
WLTO
Ondanks de sinds enige jaren
door het KNLC gekozen strategie
van zelf versterking, weliswaar
willens en wetens, ben ik ver
heugd over het samengaan van
de Hollandsche Mij van Land
bouw en de UB tot de WLTO.
Zeker omdat dit past in de nog
bredere filosofie van het KNLC
dat identiteit erkend en ge
respecteerd moeten worden,
maar dat er in de belangenbehar
tiging eigenlijk geen scheiding
meer zou mogen zijn.
Ik ben ervan overtuigd dat deze
fusie in de geest is van vele boe
ren en tuinders, die hopen en re
kenen op een moderne op
ondernemers/eest geschoeide
belangenbehartigingsorga-
nisatie.
Voor mij zou dit model mogen
staan voor de landelijke struc
tuur, waarbij de drie organisaties
aaneensluiten. De zogenaamde
Rijnconsult-discussie over de be
langenbehartiging in en door
het Landbouwschap zou dan
voor mij een eigentijdse en toe
komstgerichte dimensie krijgen.
En dat is meer dan de gegeven
heden van het verleden ver
anderen.
Marius Varekamp
voorzitter KNLC
In de algemene ledenvergadering
van Verzekeringen ZLM, die dinsdag
jl. in Vlissingen is gehouden, is af
scheid genomen van bestuurslid
C.J. Gakeer uit St. Michielsgestel.
Gakeer (65) heeft 21 jaar in het
bestuur van de OVM gezeten. Hij
wordt opgevolgd door de heer W.
van Veldhuizen uit Aarle Rixtel.
Voorzitter L.W. van Nieuwenhuijzen
bracht het scheidend bestuurslid
dank voor zijn jarenlange inzet. Bij
het aantreden van Gakeer in 1970
had de ZLM 25.000 verzekerde mo
torvoertuigen in portefeuille met een
premie-opbrengst van 2,4 miljoen
gulden. Nu gaat het om 125.000
voertuigen en een premie-opbrengst
van 67 miljoen gulden. Aan deze
groei heeft Gakeer vanuit zijn
bestuursverantwoordelijkheid mede
een bijdrage geleverd. Van Nieu
wenhuijzen overhandigde het schei
dende bestuurslid een
herinneringsbord.
De algemene vergadering koos de
heer W. van Veldhüizen uit Aarle
Rixtel tot opvolger van de heer Ga
keer. Hoewel het bestuur van Verze
keringen ZLM geleidelijk wordt
ingekrompen, wenst men de verte
genwoordiging uit Oost- en Midden-
Brabant te handhaven. De heren M.
Boogerd uit Zaamslag en C.J. Bie-
rens uit Grijpskerke werden herbe
noemd in het bestuur van de OVM.
Beiden waren door het hoofd
bestuur van de ZLM voorgedragen
voor herbenoeming.