Onderzoek LEI grondbehoefte melkveehouders neemt toe IMü gras onder mais zaaien Aanwezigheid groeiremmende stoffen in tankmelk Minister Bukman opent Centrum Veehouderij in Lelystad Melkveehouders van Campina gehuldigd LAMSVLEESSEIZOEN GEOPEND Ondanks dat de omvang van de veestapel tot het jaar 2000 nog sterk zal dalen als het huidige melkquotum gehandhaafd blijft, zal de behoefte aan grond en/of ruwvoer van buiten de melkveehoude rij aanzienlijk toenemen. Om de uitstoot van mineralen naar het mi lieu te laten dalen zal onder andere het verbruik van kunstmest en/of krachtvoer moeten worden teruggedrongen. Het eerste bete kent dat dezelfde hoeveelheid voer van een grotere oppervlakte zal moeten komen, het tweede dat in plaats van geïmporteerd kracht voer nu ruwvoer van eigen bodem gebruikt zal worden. Dat blijkt uit een studie van het LEI in opdracht van het Nederlands Meststoffen Instituut. Hoe groot de behoefte aan grond en/of ruwvoer van buiten de sektor zal zijn, hangt af van de maatrege len waarmee de milieudoelstellingen zullen worden nagestreefd, van de prijs van krachtvoer, van de kwali teitsontwikkeling van ruwvoer en van de mate waarin grond aan de landbouw zal worden onttrokken. Scenario's De melkveebedrijven zullen zich aanzienlijk moeten aanpassen om aan de vastgestelde milieudoelstel lingen te voldoen. De LEI-studie geeft verschillende wegen waar langs de mineralenoverschotten in de melkveehouderij kunnen worden verminderd. In zogenaamde scena rio's kunnen de gevolgen van die al ternatieven worden berekend ten opzichte van de huidige situatie. De scenario's verschillen vooral naar de mate van vermindering van de mineralen-input. In de vorm van kunstmest en krachtvoer. Alleen wanneer in de toekomst het niveau van voeren en bemesten gelijk zou blijven aan dat van de afgelopen ja ren en het huidige melkquotum zou worden gehandhaafd, zal er in het jaar 2000 grond "over" zijn, zeggen de onderzoekers. Minder krachtvoer rendabel Bij een relatief lage ruwvoerprijs zal het voor de meeste bedrijven renda bel zijn om het verbruik van kracht voer te beperken ten gunste van dat van ruwvoer, waarvoor dan meer grond nodig is. Daarnaast is het aantrekkelijk om de krachtvoergift te beperken door de kwaliteit van het eigen ruwvoer te verbeteren. Ook dat zal naast een kleinere mine- ralenemissie een grotere behoefte aan grond betekenen. Een verdere forse verlaging van de krachtvoer gift per koe, tot onder de norm, lijkt milieutechnisch en ekonomisch minder aantrekkelijk te zijn. Daling van stikstofgift effektief maar kostenverhogend Een daling van de stikstofgift ver oorzaakt een sterke vermindering van de mineralenemissies, maar ook een aanzienlijke kostenpost voor de melkveehouderij: er is meer grond nodig om dezelfde hoeveelheid ruw voer te produceren. Dit effekt zal naar verwachting nog versterkt De voedingsstoffen die in het najaar na een maisteelt overblijven, kun nen uitspoelen naar het grondwater. Een uitstekende manier om die uit spoeling aanzienlijk te beperken is de teelt van een grasgewas onder de mais. Het gras legt niet alleen mi neralen vast maar verdampt in het najaar ook meer water dan kaal land. Door verdamping wordt de uit spoeling verder verminderd. Wie de ze nieuwe methode eens wil proberen moet nü maisgras zaaien. Stikstof en andere mineralen die de mais laat zitten of die door minerali satie nog vrijkomen in het najaar, worden alsnog vastgelegd in het blad en de wortels van het gras. Een bijkomend voordeel is dat een gras gewas de draagkracht en de struk- tuur van de bodem sterk verbetert. Het tijdstip van zaaien van gras in mais komt vrij precies. Een algeme ne vuistregel luidt 5 a 6 weken na Aan 103 leden-melkveehouders van de Zuivelcoöperatie Campina zijn oorkonden uitgereikt als eerbewijs voor het feit dat zij gedurende een lange reeks van achtereenvolgende jaren melk van de beste kwaliteit hebben geleverd. Het betreft 87 melkveehouders die in een aaneen gesloten periode van 15 jaar deze prestatie hebben geleverd. Aan 14 melkveehouders werd een oorkonde uitgereikt, omdat zij dat 20 jaar lang hebben gedaan. En tot slot werden deze keer 2 melkveehouders gehul digd die 25 aaneengesloten jaren melk van onberispelijke kwaliteit le verden. worden door de verwachte onttrek king van grond voor niet-agrarische doeleinden die de vraag naar ruw voer en grond van buiten de melk veehouderij ook doet toenemen en daardoor kostprijsverhogend zal werken. Omgekeerd zullen stimu lansen om de grond- en ruwvoerprij- zen op een relatief laag niveau te brengen, de uitvoering van het mi lieubeleid minder kostbaar maken voor de veehouders en daardoor vergemakkelijken. Mineraleninput hoe dan ook omlaag Uit de LEI-studie blijkt dat de mine raleninput in de melkveehouderij in de vorm van kunstmest en kracht voer in de toekomst bij alle scena rio's aanzienlijk zal verminderen. Daarmee zullen ook de mineralen- overschotten die in het milie terecht komen aanzienlijk kleiner worden. Vorige week woensdag vond de opening plaats van het nieuwe lams- vleesseizoen. De consumptie van lamsvlees bedraagt in Nederland nog geen kilogram per persoon, maar er zit wel een tendens in dat steeds meer mensen lamsvlees 'ontdekken', zo kwam op deze officië le bijeenkomst naar voren. De laatste tijd is een stijging waar neembaar in het aantal tankmelk- monsters dat positief wordt bevonden bij het kwaliteitsonder zoek van boerderijmelk. Het is daar om zinnig om nog eens te wijzen op enkele punten die van belang zijn bij geneesmiddelengebruik in het kader van de melkkwaliteit. 1. Droogzetpreparaten Bij het gebruik van droogzetprepara- inzaai van de mais. Omdat de mais dit jaar zeer traag op gang is geko men, is het beter om met inzaai van het gras te wachten tot de mais 30 a 35 cm hoog is. Gras zaaien kan het beste gebeuren met een pijpen- zaaimachine. Om alleen tussen de maisrijen in te zaaien worden om de 75 cm (boven de maisrijen) de pij pen verwijderd of opgebonden. Maisgras Voor inzaai onder de mais zijn slechts enkele grassoorten geschikt. Als de mais zich ontwikkelt mag het gras geen konkurrentie geven. En als de mais hoog opgeschoten is moet het gras bestand zijn tegen het vochtige donkere klimaat onder in het maisgewas. Omstandighe den die om gras met specifieke eigenschappen vragen. Op basis van vijf jaar onderzoek heeft Baren- brug een mengsel samengesteld dat hier aan voldoet: maisgras. Dit mengsel is niet agressief ten opzich te van de mais, kan goed tegen schaduw, vormt veel wortels in het najaar en heeft bovendien een goe de ziekteresistentie. Bij Barenbrug Holland bv is een gra tis Infoblad over de teelt (zaaien, be mesten, onkruidbestrijding) van maisgras beschikbaar, tel. 08818-1744. Met een klap op de Kop van Jut opende de minister het Centrum (foto Peter Mastenbroek). Verschillende organisaties voor on derzoek en voorlichting in de vee houderij zitten nu onder een dak. Minister Bukman van Landbouw opende vorige week donderdag het Centrum Veehouderij aan de Run- derweg in Lelystad officieel met een klap op een Kop van Jut. Het nieuwe gebouw vormt de hoofdvestiging van het Veevoedings onderzoek (IVVO), het proefstation voor de rundveehouderij, schapen houderij en paardenhouderij en het Kennis Centrum voor de Veehoude rij. Ruim 250 medewerkers van de verschillende instituten zijn in het gebouw, dat eind 1990 gereed kwam, gehuisvest. De meesten van hen hebben hun houten noodloka- len ingeruild voor comfortabele kan toorunits die voorzien zijn van alle gemakken. De totale kosten, inklu- sief de inrichting van de omgeving bedroegen ruim veertien miljoen gulden. ten beoogt men het uierweefsel ge durende de droogstandperiode een paraplu tegen bakteriële infekties te geven. Wanneer dieren een kortere droogstandperiode krijgen dan de beoogde (bijvoorbeeld bij te vroeg afkalven, of te laat droogzetten) bestaat de kans dat de melk positief reageert bij het onderzoek. Zeker wanneer gebruik gemaakt wordt van preparaten met een langere werkingsduur dan zes weken wordt dit punt belangrijk. 2. Extra behandelingen tijdens de droogstand Op sommige bedrijven met hard nekkige mastitisproblemen wordt halverwege de droogstand een ex tra behandeling met een droogzetter toegepast. Vanzelfsprekend neemt hierdoor het risiko toe dat na het af kalven de melk positief reageert. 3. Mastitisbehandelingen tijdens de laktatie Bij het gebruik van mastitisprepara- ten tijdens de laktatie staat voor elk middel een duidelijke wachttermijn vermeld. De indruk bestaat dat hier soms de hand mee wordt gelicht omdat de melk van de behandelde koe toch wel wordt doorverdund met de melk van alle andere dieren. 4. Overige behandelingen Bij allerlei ziektes worden ge neesmiddelen gebruikt. Hiervoor staan wachttijden voor de melk ver meld. Er bestaat echter een grote variatie tussen dieren in de snelheid waarmee geneesmiddelen worden verwerkt. Met name dieren met lever- en met nierafwijkingen kun nen zeer lange uitscheidingsperio des hebben. Deze kunnen ook veel langer zijn dan de geadviseerde wachttermijn. Veehouders kunnen bij twijfel of de melk al geleverd kan worden, een onderzoek laten uitvoeren op de melk. Hiertoe dienen zij kontakt op te nemen met hun melkwinningsad- viseur. Momenteel is een test in ontwikkeling die mogelijk op de be drijven door de veehouder zelf kan worden gebruikt. Tot slot dient vermeld te worden dat de onderzoekstechnieken steeds gevoeliger worden zodat steeds meer stoffen in steeds lagere con centraties kunnen worden aange toond. Nu dit gepaard gaat met het lager worden van de maximaal toe gestane hoeveelheden snijdt het mes aan twee kanten. Een goede voorlichting door de dierenarts, een goede administratie door de dieren arts en de veehouder, en het bij twijfel onderzoeken van een melk- monster kan deze problemen voorkomen. Drs. C.P.R.M. Damen Gezondheidsdienst Boxtel

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 15