Mechanische onkruidbestrijding
in snijmais in opkomst
Zeeuwse Vlegel bij
elf bakkers te koop
sOorni Akkerbouw
Vroeg rooien
aardappels week
langer mogelijk
Helemaal zonder chemie is nog niet te realiseren Interventievoorraden
granen
op weg naar 20
miljoen ton
Nieuwe telers kunnen zich tot 1 juli aanmelden
Het verzoek van de Gewestelijke
Raad voor Zeeland van het Land
bouwschap om de vroege rooida-
tum uit te stellen is door de
Plantenziektenkundige Dienst
gehonoreerd. Met dit besluit is
het voor de telers van aardappe
len mogelijk een week langer ge
bruik te maken van de
vroegrooi-regeling.
De Gewestelijke Raad had dit ver
zoek gedaan in verband met de
vertraagde groei van de aardap
pels, als gevolg van de bijzonder
koude weersomstandigheden dit
voorjaar.
Snijmais telen zonder het gebruik van chemische onkruidbestrij
dingsmiddelen is uitvoerbaar mits op het perceel geen probleemon
kruiden als hanepoot en kweekgras voorkomen. Met 5 tot 8 maal
eggen en schoffelen blijft het gewas vrij van onkruid. Op landgoed
Puyenbroek te Hilvarenbeek en te Vredepeel waren onlangs de
monstraties te zien. De goede weersomstandigheden speelden het
resultaat in de hand. Toch geven de meeste aanwezige maistelers
de voorkeur aan rijenbespuiting in combinatie met schoffelen.
Met de introduktie van mechanisch
wieden is op een praktische manier
ingespeeld op het meerjarenplan ge
wasbescherming. Een ander sterk
punt om via bewerkingen het land
onkruidvrij te houden is volgens
Dis/ (Dienst Landbouw Voorlichting)
het resistent worden van onkruiden
tegen dezelfde middelen. Afdoende
bestrijding van probleemonkruiden
is moeilijk en in met name water
wingebieden niet goed meer uit te
voeren.
Als men besluit met mechanische
onkruidbestrijding snijmais zuiver te
houden is het belangrijk daar met
het land zaaiklaar maken en zaaien
rekening mee te houden. Om onge
lijkheden als ruggen te voorkomen
moet zaaiklaar maken in dezelfde
richting gebeuren als zaaien. Het
maiszaad moet minimaal 5 cm diep
komen te liggen omdat anders het
gevaar bestaat dat de kiemplant tij
dens het wiedeggen los komt. Al
voor de opkomst van de mais dient
met een wiedeg een bewerking te
worden uitgevoerd. Op een de
monstratieperceel was tussen zaai
en en opkomst driemaal geëgd. Tot
het gewas 5 blaadjes heeft moet in
totaal 5 keer een bewerking worden
uitgevoerd.
Onkruid losgemaakt
De aanwezige wiedeggen voldeden
allemaal aan de eisen die men ervan
verwachtte, al werd wel duidelijk
dat iedere grondsoort zich niet leent
voor iedere wiedeg. Het verschil zit
hem voornamelijk in de vorm van de
tand en de druk die erop zit. Op de
wiedeggen waren voldoende ver-
stelmogelijkheden aanwezig. De
meest gangbare breedte is 6 meter
met in een aantal rijen verdeeld on
geveer 240 tanden. Met een machi
ne van 6 meter is een capaciteit van
4 tot 5 ha per uur mogelijk. Enkele
fabrikanten leveren ook tot een
breedte van 12 meter.
Met een wiedeg wordt het onkruid
niet uit de grond getrokken maar
losgemaakt. Door de grond los te
woelen ontstaat er beweging en die
methode moet voorkomen dat het
onkruid kans krijgt zich verder te
ontwikkelen. Is de mais voldoende
groot dan kan de schoffel of frees
worden ingezet. Met schoffelen
kunnen alle onkruiden en opslag-
planten tussen de rijen worden
bestreden. Tijdens de demonstratie
werd met verschillende types ge
werkt. Door te werken met bladbe
schermers kan al in een vroeger
stadium de schoffel worden ingezet.
Tijdens de laatste maal schoffelen is
het zinvol met aangepaste schoffels
het gewas aan te aarden.
Vraagtekens
Vrijwel alle aanwezige maistelers
plaatsten hun vraagtekens bij deze
manier van onkruidbestrijding. Om
goed resultaat te zien is het nood
zaak dat het na het eggen een pe
riode droog blijft. Verder speelt het
kostenaspect een rol mee. Zesmaal
eggen in loondienst uitgevoerd
komt op f 20— tot f 40,— per ha
per keer. In totaal minimaal
f 120,—. De schoffel komt drie
maal aan bod en dat kost per be
werking tussen de f 85,— en
f 100,—. De voorkeur wordt gege
ven aan rijenbespuiting in combina
tie met schoffelen. Het schoffelen
kan dan uitgesteld worden totdat
het onkruid voldoende groot is. Met
rijenbespuiting is 70 tot 80% aan
gewasbeschermingsmiddel te
besparen.
Een aantal telers heeft goede resul
taten met dit systeem. De kosten
van schoffelen zijn laag omdat met
collega's onderling zo'n machine is
aangeschaft. Een bijkomend nadeel
van veelvuldig eggen is de grotere
kans op verstuiven van de grond. In
het kader van het meerjarenplan ge
wasbescherming is het mogelijk
met eggen en schoffelen hierop in
te spelen. 'Helemaal zonder chemi
sche middelen is gezien het kosten-
en onkruidbezettingsaspect op kor
te termijn niet te realiseren vonden
de maistelers, die massaal de beide
demonstraties hebben bezocht.
JvT
Door 5 a 8 keer eggen en schoffelen blijft het gewas vrij van onkruid.
Helemaal zonder chemische middelen is het onkruid volgens de telers
niet te bestrijden.
Het is aan te nemen dat de eerder
door de Europese Commissie voor
spelde interventievoorraden aan
granen aan het eind van het seizoen
de 20 miljoen ton zullen over
schrijden.
Për 19 mei bedroegen de interven
tieprijzen in de Oude Gemeenschap
17,1 miljoen ton vergeleken met 11,6
miljoen ton per 1 juli 1990. Het aan
deel broodtarwe bedroeg 8,5 milj.
ton (5,4), het aandeel gerst 4,5 mil
joen ton (3,3). In de "oude" DDR
bedroegen de voorraden nog (extra)
1,6 miljoen ton.
Gunstige tarweprijzen
Een aanhoudende vraag van de ver
werkende industrie in de EG heeft
geleid tot een niet-onaanzienlijke
prijsstijging van maal- en voertarwe
Ook speelde de export daarbij een
rol. Het Produktschap Granen, Za
den, Peulvruchten is van mening dat
in de afgelopen maanden "te veel"
tarwe is ingeleverd. Bovendien is
meer tarwe als veevoeder aange
wend. De verkoop van tarwe uit in
terventievoorraden heeft vooralsnog
geen lagere prijzen tot gevolg
gehad.
In mei van dit jaar werd de gehele
voorraad aan interventietarwe in
Nederland voor afzet op de binnen
landse markt verkocht. Het ging
daarbij om "slechts" 12.600 ton.
De maistelers bezochten in groten getale de demonstraties mechani
sche onkruidbestrijding.
Op maandag 10 juni vindt op de
Grote Markt in Goes de presentatie
plaats van de eerste Zeeuwse Vle
gels. Schoolkinderen presenteren
deze dag het brood van de Stichting
Zeeuwse Vlegel (voorheen Stichting
Zeeuws Boerenbroodproject) aan
het publiek. Het nieuwe brood is
vanaf 12 juni voor f 2,65 bij elf
bakkers in de provincie Zeeland te
koop.
Het brood is dus eerst nog op een
beperkt aantal plaatsen verkrijgbaar.
Later wordt het aantal verkooppun
ten uitgebreid. Voorlopig is het
brood te verkrijgen bij de ABC-
bakkerij te Arnemuiden, bakkerij Kik
te Brouwershaven, bakker Dick
Bunt te Goes, Kapelle en Middel
burg, De Spinne te Goes, Jan Rijk te
Heinkenszand, De Korenschoof te
Vlissingen en de BB-bakkerij te Zie-
rikzea De komende maanden zal uit
de verkoop moeten blijken hoeveel
tarwe er voor oogst 1992 ingezaaid
kan worden. Op dit moment staat
25 ha 'vlegeltarwe' op acht ver-
De Zeeuwse Vlegel is een "luchtig" brood
schillende percelen te groeien, ge
markeerd met een bord 'Hier groeit
uw Zeeuwse Vlegel'. Nieuwe telers
kunnen zich tot 1 juli schriftelijk
aanmelden bij de Stichting Zeeuwse
Vlegel, Grote Markt 28, 4461 AJ te
Goes.
Contract
Wat houdt tarwe telen voor de
Zeeuwse Vlegel in? De teler sluit
een kontrakt met de stichting
Zeeuwse Vlegel. De stichting be
paalt van welk ras en hoeveel tarwe
gezaaid wordt. Het teeltvoorschrift
luidt dat er geen kunstmest op mag
en in het gewas mag niet worden
gespoten. De bemesting moet dus
met vaste mest of drijfmest. Vóór
opkomst mag eventueel een bo
demherbicide worden toegepast.
Onder de huidige telers is al aardig
wat ervaring met bemesting en me
chanische onkruidbestrijding. Deze
ervaringen zullen op een telersbij
eenkomst besproken worden. In de
percelen moet een bord van de
Zeeuwse Vlegel staan. De minimale
oppervlakte per teler is 2 hectare
De NAK kontroleert de teelt. De
oogst wordt net als zaaizaad behan
deld en gemonsterd. Cebeco Zuid
west verzorgt de ontvangst en
opslag van de oogst.
De teeltwerkgroep heeft voor het
volgende uitbetalingssysteem geko
zen. De Stichting verkoopt de tarwe
op basis van een telersprijs van
f 0,70 per kg. De telers krijgen per
kilo de normale tarweprijs, bijvoor
beeld f 0,40 per kg. Het verschil
gaat in een pot, die door de telers in
een gelijk bedrag per ha wordt ver
deeld. Als de gemiddelde opbrengst
van alle Zeeuwse Vlegeltarwe
5.500 kilo per hectare is krijgt Teler
A met 5.000 kilo per hectare uitbe
taald: 5.000 x f 0,40 5.500 x
tf 0,70 - f 0,40) 2.000
1.650 f 3.650,— per hectare.
Zo dragen de telers tot op zekere
hoogte gezamenlijk de risico's en
opbrengstverschillen tussen de
rassen.