Uit de praktijk
Minicamping moet
geen legbatterij worden
Geschrokken van uitspraak gedeputeerde
Volop bijvoeren
mais
en kuilvoer
Kou en rotganzen
Straks een woud van zaadstekken?
Nog steeds wil het op SCHOUWEN
DUIVELAND geen groeizame lente
worden. Het blijft te koud voor de
tijd van het jaar. Aan de gewassen
is dat goed zichtbaar. Over het alge
meen komen de aardappels wat
geel boven. Dit zou natuurlijk ook
van de bodemherbicide kunnen ko
men, maar ook de kou speelt hier
duchtig in mee, naar mijn oordeel.
De tarwe is na de regen, die gemid
deld over het eiland zo'n 30 mm
heeft gebracht, lekker op kleur ge
komen. Toch zal er nog heel wat
moeten gebeuren voordat de aren
eind mei zichtbaar zullen zijn! Zo op
het eerste gezicht zou het best wel
eens kunnen dat de oogst later
komt dan wij de laatste jaren ge
wend zijn. Vorig jaar was natuurlij
ook wel extreem vroeg.
Het koude weer heeft er met de
Pinksteren voor gezorgd dat de
drukte van de toeristen normaal
was. Gelukkig wordt er nu goed op
getreden tegen de wildkampeer-
ders. Merkwaardig dat dit nu
allemaal wel kan en voorgaande ja
ren niet mogelijk was. Een beetje
goede wil, maar vooral excessen die
landelijke bekendheid krijgen, moe
ten er blijkbaar eerst aan te pas
komen.
Voor de boeren onder ons die een
mini-camping beheren zijn Hemel
vaartsdag en Pinksteren best wel
leuke dagen geweest. Kwaliteit van
de kampeerplaats is van groot be
lang. Wat dat betreft is er voor een
landbouwer geen nieuws onder de
zon! Toch vraag ik mij wel eens af,
als ik zo enkele mini-campings weet
die hier weinig aandacht aan schen
ken, hoelang zij dit zullen volhou
den. Zo zijn er enkelen die het
presteren de caravans naast de
mesthoop te plaatsen. Het is in het
belang van de mini-
campingbeheerders zelf dat er van
gemeentewege regels worden
In MIDDEN en OOST-BRABANT is
men deze week volop aan het voor-
drogen. Helaas staat er minder gras
dan voorgaande jaren. Door de lage
temperaturen en de droogte is op
vele plaatsen groeistilstand ont
staan op de percelen grasland.
Veel veehouders zijn nu gedwongen
om door te gaan met het volop bij
voeren van mais en kuilvoer. Door
het ontzettend vroege voorjaar
dacht men allemaal, dat men ruim
in het voer zou zitten. Maar naar nu
blijkt, raakt bij sommigen de oogst
van voorgaande jaren op en wordt
er reeds bijgekocht.
Overal zit de mais nu in de grond.
Door de neerslag van de vorige
week en de hogere termpaturen,
staat de mais nu overal boven de
grond. Ze heeft er echter ruim een
week langer over gedaan om boven
te komen dan normaal het geval is.
Komend najaar zal blijken wat het
effect van de vroege snijmaisrassen
is, met betrekking tot de oogstrijp-
heid. Dit jaar is een groot gedeelte
van het areaal met nieuwe snijmais
rassen gezaaid. Een ieder probeert
op deze manier om na de snijmais-
oogst nog een nagewas te telen
dat zich snel kan ontwikkelen en
waardoor een betere bodemstruc
tuur ontstaat.
Zo zien we, dat de laatste jaren door
veel agrariërs bewuster met de
grond wordt" omgegaan, om deze zo
optimaal mogelijk te kunnen benut
ten, zonder dat er werkelijk grotere
kosten gemaakt worden maar wel
dat het werk beter verspreid is.
Maar hoe we ook denken, de weers
gesteldheid blijft de belangrijkste
factor voor een goede oogst.
gesteld. Ook het maximaal aantal
eenheden is daarbij een belangrijke
factor. Mensen zitten nu eenmaal
graag ruim. Waarom ontvluchten zij
anders de grote stad? De legbatterij
mentaliteit die wij als boer mis
schien hanteren kunnen wij hier niet
op los laten. Kwaliteit is, zoals ge
zegd, ook in deze sector een sleu
telwoord.
Van mijn kant wil ik nog enkele
woorden wijden aan het sympo
sium "Agrarisch Zeeland aan Zet",
zoals dat onlangs door Nijverheid en
Handel is georganiseerd. Vooral
nieuwe gezichtspunten heeft dit
voor de landbouw niet opgeleverd.
Verheugend was de belangstelling
van andere sectoren buiten de
landbouw. Vooral is mij bijgebleven
dat je het als ondernemer vooral
eerst zelf moet oplossen. Verbeter
de wereld en begin met je zelf.
Langzaamaan zien wij toch een ver
schuiving van teelten. De pure ak
kerbouw wordt vanzelf als
hoofdzaak toegepast, maar steeds
meer zien wij perceeltjes grond met
andere gewassen. Gewassen die te
maken hebben met tuinbouw, sier
teelt, groenteteelt en noem maar op,
zelfs kassenteelten. Zo wordt een
steeds belangrijk deel van het inko
men binnengehaald naast de be
staande akkerbouw met de grote
gewassen. Op termijn zullen deze
kleine gewassen aangevuld kunnen
worden met gewassen, die voor
agrificatie (wat een moeilijk woord)
zijn bestemd.
Dit betekent voor de boer een grote
re afhankelijkheid van de markt dus
meer onzekerheid en meer risico.
Bundeling van initiatieven en beper
king van risico's door iets gezamen
lijk te ondernemen maakt een
initiatief veel kansrijker. Bedreigin
gen maar zeker ook uitdagingen-
Redelijk goede zaken worden er in
WEST BRABANT ZUID gedaan in
de schapenhouderij. Lammeren
brengen tussen de f 150,— en
f 200,— op en dat is zo'n
f 100,— meer dan vorig jaar. Wat
veel schapenhouders nu tegenvalt
is de einddatum voor de premie, 22
juni. Andere jaren konden schapen
in maart al weg als ze tenminste
voor een premie in aanmerking
kwamen. Nu moeten ze tot 22 juni
op het bedrijf blijven en dat komt
niet zelden slecht uit. Zeker nu door
het koude weer de grasgroei achter
wege blijft.
Koeien en schapen moeten uit de
zelfde wei eten. Bedrijven die nor
maal in de winter graszaadland of
raaigras voor groenbemesting huur
den moeten veelal voer bijkopen,
omdat in april dit land onder de
ploeg komt. Een paar maanden lan
ger houden voor de premie komt
dus dit jaar erg ongelegen. De
f 58,— premie is dit jaar niet zo ge
makkelijk verdiend.
Veel veehouderijbedrijven zijn ge
schrokken van uitlatingen van gede
puteerde Sonneveld. Inkrimping van
de veestapel gebeurt vanzelf, zo
stelt hij. Vooral de kleine bedrijven
kunnen de milieuaanpassingen niet
betalen en moeten dus noodge
dwongen stoppen. Zo zal volgens
'berekening' 15% van de veestapel
verdwijnen. Wie worden nu werke
lijk gepakt? Niet die bedrijven die
maar uitgebreid hebben en voor de
mestoverschotten hebben gezorgd.
Het zijn juist die bedrijven die geen
veroorzaker zijn van overproduktie
maar wier veestapel is aangepast
aan de beschikbare grond. Het zijn
de van oudsher traditionele ge
mengde bedrijven. Mest ten dienste
van de akker- en/of tuinbouw en
restprodukten voor de veehouderij.
Deze bedrijven hebben een gezonde
mineralenbalans en dat is toch het
streven van de moderne landbouw.
Dat politici zonder blikken of blozen
de koude sanering over de land
bouw uitroepen wordt algeheel
geaccepteerd. Betreft het KLM,
Hoogovens of Volvo dan zeggen de
zelfde politici dat een stuk voorzich
tiger. In het belang van de
werkgelegenheid komen dan de mil
joenen boven tafel. De FNV legt
meer gewicht in de schaal. Of het in
de exploitatie terugkomt doet niets
ter zake.
Welke vee-, varkens- of pluimvee-
houderijbedrijven moeten stoppen
omdat de aanpassingen niet zijn op
te brengen zal de tijd leren. Finan
cieel zijn veel kleine bedrijven ge
zond al is het uurloon niet hoog.
Omschakelen is voor een klein be
drijf gemakkelijker dan voor een
groot dat helemaal vastzit aan de
bank.
Terwijl ik bezig ben om op donder
dagavond 16 mei dit praktijkstukje
voor THOLEN EN ST. PHILIPSLAND
te schrijven, klettert er weer een
buitje tegen de ramen. Het is koud,
nat en winderig en de temperatuur
kwam vandaag niet hoger dan ne
gen graden. Ik heb mijn lekker war
me wintertrui weer aangedaan,
ondanks het feit dat het dit week
end half mei en Pinksteren zal zijn.
Ondanks de kou worden de Thoolse
en Fliplandse velden toch langza
merhand groener. Hoewel de vruch
ten niet hard groeien zien we toch al
aardige percelen erwten, bieten of
aardappelen staan. De aardappel
percelen die in april afgevroren zijn
blijven toch wat achter, terwijl de
aardappelen onder plastic op dit
moment een grote voorsprong heb
ben en duidelijk minder geweten
hebben van de vorst. Ook de
meeste bietenpercelen zijn duidelijk
achter. Volgens het IRS te Bergen
op Zoom zelfs 4 weken ten opzichte
van normaal. Opbrengsten als in
1989 en 1990 kunnen we denk ik
dan ook wel vergeten.
De onkruiden trekken zich niets van
de kou aan en groeien vrolijk door.
In de veehouderijgebieden is
men volop met de kui/voerwin-
ning bezig. In veel gevallen is de
eerste snede er al af. Door de
stagnerende hergroei moeten de
veehouders mais en kuilvoer bij
voeren.
Eindelijk kunnen we in WEST
ZEEUWS-VLAANDEREN ook profi
teren van een groeizamer weertype.
Het werd ook wel tijd na de langdu
rige kou. De aardappels komen bij
zonder traag boven, en dat terwijl er
heel vroeg geplant is. De natuur
neemt toch zijn tijd lijkt het wel.
Ook de andere gewassen zijn laat
op pad, vorig jaar werd er al voor af-
rijpingsziekten gespoten in de
tarwe.
Gelukkige bijkomstigheid van de
droge kou is de goede gezondheid
van de granen. Alleen in de dubbel-
gestrooide plekken komt onderin
wat meeldauw voor. Misschien is
het in de meeste percelen met één
bespuiting te redden. We zijn be
nieuwd hoe de bieten deze kou zul
len verwerken. Het zou ons niet
verwonderen dat we deze zomer,
vooral in de gevoelige rassen, tegen
omvangrijke schieterbossen aan zul
len kijken. De laatste jaren kenden
we dit probleem niet, maar het zou
ook niet de eerste keer zijn dat de
maaimachine er aan te pas moet
komen.
Die maaimachine zal voor het gras
zaad niet vroeg nodig zijn, hoewel
door de regen een oogst nog moge
lijk lijkt, dat zag er namelijk vooral
voor het roodzwenk slecht uit. De
onkruiddruk is ook laag, de bodem
herbiciden hebben hun werk wel
gedaan. Ondanks alle publikaties die
het tegendeel beweren zijn velen
nog goed bedacht met aardappel
opslag, soms al van vier jaar terug.
Hier en daar zal de rol wel uitge
haald dienen te worden. Is het wat
minder, dan zal wel enkele dagen
met de stick gesmeerd moeten wor
den. Het laatste grote gewas, de
bruine bonen, zijn onder goede om
standigheden gezaaid, die kunnen
samen met de mais de laatste grijze
vlekken volmaken.
Deze week herdenkt Het Vrije van
Sluis zijn vijftigjarig bestaan. Een
periode waarin heel veel is veran
derd en waarin het waterschap een
grote rol heeft gespeeld. Door mid
del van een grote investering is een
moderne afwatering ontstaan waar
de landbouw zijn vruchten van
plukt. Vruchten die we overigens
wel elk jaar opnieuw moeten beta
len. Maar één ding is zeker: in het
water boeren gaat niet en dat hoeft
dus ook niet. In ons gebied, waar
aanvoer van zoet water niet aan de
orde lijkt, zou het wel als een taak
van het waterschap kunnen worden
beschouwd om extreem lage grond
waterstanden te voorkomen. Geen
geringe opgave wellicht, langdurige
droogte valt moeilijk te voorspellen,
maar de lichtere gronden hebben nu
al enkele jaren schade. Samen met
het extra onderhoud aan afzakken
de kanten kan men hiermee weer
wel een decennium vooruit. De ta
ken in de waterkwaliteit laten we
gemakshalve maar aan de deskun
digen over
Om met lage hoeveelheid middel de
onkruiden te kunnen pakken is het
zaak om elke dag met niet te veel
wind en droog weer te benutten.
Zoals ik al eerder schreef worden op
25 mei onze eigen Thoolse dagen
weer gehouden. Het stichtings
bestuur heeft gemeend ditmaal sa
men met het VVV, zich in het kader
van de open dagen voor de Wa
tersport, te presenteren. Dit gebeu
ren zal plaats vinden op het
recreatieterrein "De Speelmanspla
ten" op de Oesterdam. Het zal zeker
de moeite waard zijn om daar op za
terdag 25 mei eens een kijkje te
gaan nemen. Niet alleen te gaan kij
ken naar de evenementen welke
daar zijn gepland, maar ook naar het
stuk public-relations waarmee vrij
wel alle land- en tuinbouworganisa
ties en verenigingen in ons gebied
zich presenteren. Naast onze eigen
ZLM zullen ook onze PJZ en de
Agrarische Commissie van de Bond
van Plattelandsvrouwen, de bloem
zaadstudieclub, Bloevantho, de tuin-
bouwstudieclub en de Vereniging
voor Bedrijfsvoorlichting aanwezig
zijn.
Ik neem altijd mijn petje af voor al
die vrijwilligers van alle organisaties
die proberen, ditmaal samen met
het VVV, de Thoolse dagen te laten
slagen en daarmee het gehele plat-
telandsgebeuren weer een opkikker
geven. Spijtig was het weer eens
dat het verschrikkelijk veel moeite
kostte om van de gemeente Tholen
alle vergunningen te krijgen.
Een aantal weken terug heb ik via
deze rubriek nogal stevige kritiek
geuit op het bestuur van het Water
schap omtrent de technische uit
voerbaarheid van het
zoetwaterplan. Nu ik de laatste we
ken enkele waterschapsbestuurders
heb gesproken blijkt er toch een re
delijk goede peilbeheersing in St.
Philipsland realiseerbaar te zijn.
Met name in Anna Jacobapolder
kon het huidige zomerpeil met 20
30 cm worden verhoogd. Nu men
aan de laatste stukken waterleiding
aan het graven is, mag er verwacht
worden dat er binnen afzienbare tijd
water vanuit het Zoommeer kan
worden ingelaten. Ik denk dat het
weinig zin heeft om elkaar in de si
tuatie St. Philipsland de zwarte piet
toe te spelen, maar dat we in goed
overleg met elkaar tot oplossingen
moeten zien te komen. Wij moeten,
wanneer we vragen hebben, niet
nalaten deze aan het Waterschap te
stellen. Anderzijds zou duidelijk en
regelmatige informatie omtrent de
stand van zaken bij verschillende
waterschapsaangelegenheden het
Waterschap zeker sieren. Bij een
modern Waterschap hoort openheid
van zaken.
Tot slot blijken grote zwermen rot
ganzen de Thoolse en Fliplandse ak
kers nog steeds te verkiezen boven
de prachtige Oosterschelde en de
trek naar het verre koude Nova-
Zembla. Het is frustrerend te moe
ten constateren dat deze rotganzen
naast granen en graszaden, zich nu
ook tegoed gaan doen aan erwten
en gerst. Hoewel er in geheel
ons gebied veel wild is, wat nogal
schade met zich meebrengt, is het
opvallend dat er langs de Ooster
schelde duidelijk meer schade is.
Wij vragen ons af, hoeveel wild-
schade wij moeten tolereren, voor
dat de overheden inzien dat een
adequaat ganzenopvangbeleid, bui
tendijks, noodzaak is!