Het recht van de zwakke
9 Izlm yerzeteringsnfeam
ARTIKEL 31 WEGENVERKEERSWET:
<L&n- lT
€yn cia^n.
-n^c^c^rJiA^Jk
So- unJL iM
r
Billijk
Bescherming
TTUï^'j^/ fTLC&
Z^TLCLCX^ OJXOyTu Vje
Zoals altijd is het John die de plannen vaststelt. En dus maq
bepalen wie chauffeur zal zijn. Natuurlijk vindt Erik het leuk om
straks in hun zelfgebouwde hut te gaan spelen. Maar hij zou
ook wel eens chauffeur willen zijn. Eigenlijk is het niet eerlijk
dat John die rol steeds voor zich opeist. Ook al rijdt zijn vader
op een grote Scania en is hij een keer helemaal mee naar
België geweest.
Hij staat nog te twijfelen als John de weg al is overstaken, op
weg naar hun hut. "Stommerd", denkt Erik, "hij vergeet hele
maal wat te eten mee te nemen en ie gaat toch niet zonder eten
naar Frankrijk." Terwijl hij nadenkt hoe hij zijn moeder zover
zal krijgen koeken mee te geven, steekt hij de weg over. "Maar
dan wil ik ook een poosje chauffeur zijn en dan..." Een klap.
is het eerste wat hij zegt als hij in het ziekenhuis bijkomt.
Kinderen beleven het verkeer heel anders dan volwassenen.
Kinderen beleven het verkeer heel anders dan volwassenen.
Het is dan ook niet onredelijk dat de Wegenverkeerswet een
artikel bevat dat kinderen - en andere zwakkere verkeersdeel
nemers zoals voetgangers en fietsers in het algemeen - in be
scherming neemt: artikel 31Mevrouw. M.v.d.Bos, schade-
correspondente op de afdeling motorrijtuigenschade, wijst erop
dat reeds in de oude Motor- en Rijwielwet een dergelijk artikel
was opgenomen. "Het is echter in de loop der jaren steeds ver
der aangescherpt", vertelt ze. "Het komt er nu op neer dat bij
een botsing tussen een motorvoertuig en een fiets of voetgan
ger, de bestuurder van het motorvoertuig altijd aansprakelijk is,
tenzij... Van dat tenzij moet u zich niet veel voorstellen. Alleen
als een beroep kan worden gedaan op overmacht, of mede
schuld van het slachtoffer, bestaat er een mogelijkheid om aan
de aansprakelijkheid te ontkomen."
De rechters hebben er inmiddels geen twijfel over laten bestaan
dat een beroep op overmacht geen eenvoudige zaak is en bij
kinderen vrijwel onmogelijk. Ook het begrip mede-schuld kent
heel duidelijk zijn beperkingen. "Natuurlijk is de zwakkere ver
keersdeelnemer soms wel degelijk mede-schuldig", aldus me
vrouw. v.d.Bos, die bijna dagelijkse met de werking van artikel
31 Wegenverkeerswet (WvW). wordt geconfronteerd. "Maar
de rechter vindt het meestal niet billijk om dit het slachtoffer aan
te rekenen als het om een kind gaat. In het bovenstaande ver
haaltje zal de automobilist aansprakelijk zijn voor de schade
van Erik. Dat hij keurig netjes reed, en dat Erik zonder kijken de
weg opliep, zijn feiten die daaraan niets veranderen. Een be
roep op overmacht zal geen succes hebben; de rechter zal het
beslist niet billijk vinden om Erik een stukje schuld toe te reke
nen."
Ai v.d. Bos
Tot 1987 was artikel 31 van de WvW. alleen van toepassing
op zwakkere verkeersdeelnemers. In februari van dat jaar be
sliste de Hoge Raad dat artikel 31 WvW. ook van toepassing is
op de vordering van de automobilist; met een vakterm noemen
we dat de "reflexwerking". In de praktijk komt dit erop neer dat
de automobilist (meestal zijn verzekeraar) niet alleen de schade
van de betreffende voetganger of fietser moet vergoeden, maar
ook het verhalen van zijn eigen schade kan vergeten.
Mevrouw v.d. Bos: "Een automobilist die geen schuld treft maar
wel door artikel 31 WvW. aansprakelijk wordt gesteld, zal de
no-claim korting gedeeltelijk verliezen. Bovendien wordt zijn
eigen risico niet vergoed. Dat is bijzonder vervelend. Over het
artikel is het laatste woord trouwens nog niet gesproken. De ver
wachting is dat we naar een volledige risico-aansprakelijkheid
toegroeien. Een gemotoriseerde verkeersdeelnemer is dan altijd
aansprakelijk. In Frankrijk is men praktisch al zo ver."
Mevrouw v.d. Bos onderschrijft het 'principe van billijkheid' dat
in artikel 31 wordt gehanteerd. "Zwakkere verkeersdeelnemers
zijn nu in ieder geval financieel beschermd. Hopelijk heeft arti
kel 31 WvW. ook een gunstig effect op de fysieke veiligheid
van voetgangers en fietsers, in het bijzonder kinderen. Laten we
ons goed realiseren dat leed meestal met geen enkel bedrag
valt goed te maken."
14