Pluimveehouder moet veranderingsgezind zijn Einde bouwplanbemesting nekslag voor droge pluimveemest De nieuwe varkensziekte Proefbedrijf melkveehouderij en milieu van start Jaarvergadering van de Kring West-Nederland N.O.R Kring West-Neder/and N.O.R: Boterkonsumptie Duitsland SMMS 13 Op woensdag 24 april kwam de Kring West-Nederland van de Ne derlandse Organisatie van Pluimvee houders bijeen voor de algemene ledenvergadering in het dorpshuis "Luctor et Emergo" te Rilland. Voorafgaand aan de vergadering vond traditiegetrouw de exkursie plaats. Die leidde dit keer naar de vorig jaar in gebruik genomen wel- zijnsvriendelijke volière-stal van de heer Van der Linde te Schore. Ver volgens werd het proefbedrijf van het bekende zaadveredelings- en zaadproduktiebedrijf van Van der Have bezocht. In zijn eerste openingsrede als voor zitter van de Kring ging de heer Scholten vooral in op de ontwikke lingen die op de sektor afkomen. In de eerste plaats zal de sektor met veranderende konsumenteneisen te maken krijgen. "De konsument wil niet langer alleen maar een zo goed koop mogelijk ei of stukje pluimvee vlees, maar vooral garanties over de kwaliteit en de veiligheid van de pluimveeprodukten". Een andere belangrijke ontwikkeling is dat het milieu een steeds groter stempel op de bedrijfsvoering zal drukken. De bedrijfsvoering zal aangepast moe ten worden aan de milieumaatrege len. Toch biedt dit ook kansen. Als de sektor erin slaagt zijn produkten milieuvriendelijker te produceren, kan het best zo zijn dat de konsu ment daar meer voor wil betalen. De voorzitter trok de konklusie dat de invloed van de maatschappij op de produktie steeds groter wordt. Konsumentenwensen De twee inleiders, de heren Van Leeuwen en Oostenbach van het Produktschap voor Pluimvee en Eie ren, bouwden in feite voort op de woorden van de voorzitter. De heer Van Leeuwen ging in op de verande ringen die zich voltrekken ten aan zien van konsumentenwensen. Hoe kun je daar als sektor op in spelen? Vertrekpunt moet zijn dat je bij pro- duktontwikkeling niet uitgaat van de produktie-kant, maar vanuit de konsument. Het probleem is echter dat de konsument geen konkrete nieuwe produktideeën heeft. De wensen moeten daarom via een omweg achterhaald worden. Dit kan met marktonderzoek, maar dat is gevaarlijk, want zo merkte de heer Van Leeuwen op: "het gaat er niet om wat de mensen zeggen tegen een onderzoeker, maar waarvoor ze uiteindelijk in de winkel de porte monnee trekken". Het is daarom beter te kijken naar meer algemene trends. De heer Van Leeuwen gaf er daarvan een aantal aan. Zo zullen er meer eenpersoons huishoudens komen. Daar moet je met de verpakking op in spelen. Verder zal de vergrijzing toenemen. De ouderen zullen door betere pen sioenregelingen wel meer te beste den hebben. Andere trends zijn de toenemende aandacht voor dier vriendelijkheid, natuurlijke produk ten zonder residuen en toevoegingen en produkten die wei nig bereidingstijd kosten, zoals kant en-klaar produkten. De pluimvee produkten hebben volgens de heer De overheid voert een beleid ten aanzien van pluimveemest. Pluim veehouders wordt geadviseerd om droge mest te produceren, maar de afzet van deze droge mest in met name de niet-overschotgebieden wordt vrijwel onmogelijk gemaakt. Kring West-Nederland van de N.O.P. is niet te spreken over deze gang van zaken. "De overheid heeft de pluimveehou- derijsektor opgedragen om de mi lieuproblematiek op te pakken en daartoe gestimuleerd om droge mest te gaan produceren", aldus mevrouw Aly Wisse-Maat. "Vele pluimveehouders in West-Nederland hebben bij renovatie en verbouw re kening gehouden met deze wens. De afzet van droge mest naar akker bouwers in de regio verloopt prima. De mest kan aangewend worden als bouwplanbemesting". Binnen de mestwetgeving is het thans toegestaan om eenmaal per twee jaar de hoeveelheid van 250 kg fosfaat toe te dienen op bouw land. Droge pluimveemest is uiter mate geschikt voor bouwplanbemesting gezien de hui dige aanwendingstechnieken, waar bij minimaal ongeveer 10 ton per ha droge pluimveemest kan worden verspreid. De overheid heeft voor gesteld om de mogelijkheid van bouwplanbemesting te schrappen in de nieuwe Algemene Maatregel van Bestuur, die voor advies is voor gelegd a ah de Raad van State. Indien de bouwplanbemesting wordt geschrapt hetgeen betekent dat er maximaal 125 kg fosfaat per hektare bouwland mag worden aan gewend, dan is het onmogelijk om droge pluimveemest aan te wenden. Vier of vijf ton droge pluimveemest Uitrijden van droge mest over de stoppel. per hektare is te weinig om met de huidige technische uitrijmogelijkhe- den aan te wenden. Het wordt on mogelijk voor akkerbouwers om droge pluimveemest te gebruiken. Het schrappen van bouwplanbe mesting maakt de acceptatie van dierlijke mest door akkerbouwers geringer en zal de mestproblematiek in Nederland vergroten. "Zonder vooruitzichten op mestver werking en export van droge pluim veemest, zoals deze voor de overschotgebieden worden opge zet, wordt de positie van de West nederlandse pluimveehouder allerbelabberdst", aldus de heer Frans Vos. "Eerst moesten we slik ken dat de mestproblematiek een landelijk probleem is en nu krijgen we ook nog extra problemen over ons heen". Het kringbestuur blijft van mening dat afzet van pluimvee- Van Leeuwen een goede reputatie opgebouwd, vooral het pluimvee vlees. Als zwak punt van het ei noemde hij de prijs. "De konsument denkt al gauw dat als de prijs van een produkt erg laag is, dat de kwa liteit nooit al te hoog kan zijn". De heer Van Leeuwen besloot met zijn publiek voor te houden dat inspelen op konsumentenwensen betekent zorgen voor meer toegevoegde waarde, kleinere verpakkingen, scharrelvlees en kontrole van de produktie in elke fase van het pro- duktieproces. Kwaliteit Op die laatste opmerking kon de heer Oostenbach inhaken met zijn betoog over Integrale Kwaliteits Be heersing. Hij stelde vast dat Neder land zijn marktleiderschap aan het verliezen is, omdat het kostprijs voordeel dreigt om te slaan in een kostprijsnadeel. "De sektor moet daarom de aandacht verleggen naar I.K.B., dat wil zeggen het bereiken van een veilig produkt van gecertifi ceerde kwaliteit. Vanwege het grote belang van de export moeten daar bij de scherpste eisen die in het bui tenland gelden als uitgangspunt dienen. Met I.K.B. gaat het erom alle schakels in de produktieketen even sterk te maken, waardoor de aan passing van het produktieproces de waarborg biedt voor een kwalitatief veilig produkt. I.K.B. zal op termijn de nieuwe kwaliteitsstandaard wor den. Vervolgens is er dan nog ruim te om zich met merken te profileren". Afmelden gezonde bedrijven van belang voor opheffing besmetver klaring van betreffende gemeente. Op dit moment zijn er nog steeds bedrijven die te kampen hebben met de nieuwe varkensziekte. In totaal zijn er door de dierenartsen in Zuid- Nederland 690 bedrijven aange meld. Deze bedrijven hebben van de RVV bericht ontvangen dat ze als besmet bedrijf geregistreerd zijn. Indien de varkenshouder vindt dat de problemen op zijn bedrijf 2 we ken voorbij zijn meldt hij dit bij de RVV. De RVV geeft dan opdracht aan de Gezondheidsdienst om dit bedrijf te bezoeken. Een honderdtal bedrijven is inmiddels bezocht door de Gezondheidsdienst. Na dit be zoek kan de Gezondheidsdienst het bedrijf gezond verklaren bij de RVV. Het bedrijf wordt dan door de RVV aan de lijst met besmette bedrijven afgevoerd. Dit gebeurt zes weken na de afmelding van de boer bij de RVV en dus 8 weken na de laatste ziekteverschijnselen. Vanaf 3 mei 1991 is export vanaf besmette bedrijven verboden. Ver der is het vervoer van fok- en ge- bruiksvarkens aan nieuwe regels onderworpen. Dit is van toepassing als er een of meer geregistreerde, besmette bedrijven per gemeente zijn. Voor zowel de geregistreerde als de andere bedrijven in dezelfde gemeente is het daarom belangrijk dat de gezonde bedrijven zich niet vergeten af te melden bij de RVV. Vragen rondom de nieuwe ziekte: De oorzaak: Ondanks veel onder zoek, ook door de Gezondheids dienst Zuid-Nederland is de echte veroorzaker van de ziekte nog steeds niet gevonden. De gevolgen: Per bedrijf zijn deze anders, maar in grote lijnen zijn er te veel doodgeboren biggen, te veel te vroeg en te licht geboren biggen en diverse vruchtbaarheidsproblemen zoals verwerpers, terugkomers, te laat berig worden, etc. Verder wordt als complicatie veel meer diarree (geboortediarree), gewrichtsontste king, of eenzijdige longontsteking (Actinobacillus) gezien. Uitvoering entingen: De normale en tingen, zoals tegen de ziekte van Aujeszky, geboortediarree, snuffel- ziekte en parvo dienen zoveel moge lijk normaal uitgevoerd te worden. Indien u twijfelt aan het effect van de enting tijdens de ziekteperiode kunt u overwegen de volgende en ting zelfs wat vroeger uit te voeren. U kunt dit het beste overleggen met uw dierenarts. Het komt er in de Stichting Gezondheidsdienst voor dieren in Noord-Brabant praktijk op neer dat er zeker niet minder gevaccineerd moet worden. Vruchtbaarheid: Er is bij een aantal dekberen na de ziekte sperma afwijkingen gevonden. De Gezond heidsdienst voor dieren raadt u aan om het sperma 4 tot 6 weken na de ziekte uitbraak te laten controleren door de Gezondheidsdienst. Zeugen die verwerpen moeten spontaan be rig worden. De zeugen moeten tij dens de eerstvolgende berigheid helder slijmen. Voor de meest opti male tijd tussen het verwerpen en de dekking kan het beste drie we ken aangehouden worden. Het hele dekmanagement is verstoord. U moet er helaas extra veel tijd inste ken om een en ander weer normaal aan de gang te krijgen. Veel tijd uit trekken voor drachtigheidscontrole, berigheid, witvuilen of vroeg ver werpen. Gespeende biggen hebben extra warmte na spenen nodig; eventueel dienen preventief geneesmiddelen gebruikt te worden om slingerziekte of andere ziekteproblemen te voorkomen. Mestvarkens, geboren in de periode van problemen bij de vermeerderaar, hebben het nodige meegemaakt. Om extra problemen te voorkomen kan het aan te bevelen zijn om de dieren preventief op te vangen op medicinaal voer. In de praktijk zien we veel problemen met eenzijdige longontsteking (Actinobacillus). Daarnaast dienen de dieren ontvan gen te worden in een goed gereinig de en ontsmette stal met een omgevingstemperatuur van ten minste 22 tot 25 graden. Ook zijn de dieren gevoeliger voor de ziekte van Aujeszky. Om de dieren hier goed te beschermen is het raad zaam de dieren tweemaal te vac cineren. Informatieverstrekking Het is niet mogelijk om alle varkens houders door brieven van de meest recente ontwikkelingen op de hoog te te houden. Publikatie van (EEG) overheidsmaatregelen is meestal in enkele dagen achterhaalt. De diere nartsen worden door de gezond heidsdienst zo goed mogelijk van alle beschikbare informatie voorzien. mest naar de akkerbouw in de on middellijke omgeving van het bedrijf mogelijk moet blijven. Het kring- bestuur vindt dat de overheid de pluimveehouders in de niet- overschotgebieden vergaand bena deelt met de voorstellen. Het kring- bestuur pleit ervoor om de voorstellen m.b.t. de afschaffing van de bouwplanbemesting te wijzigen. Ondanks verlaagde prijzen is het bo- terverbruik in de "oude" Bondsre publiek Duitsland in 1990 met 0,8 kg gedaald tot 6,6 kg. In 1988 be droeg het hoofdelijk verbruik nog 8,2 kg. De introduktie van halfboter heeft wezenlijk bijgedragen tot deze daling. De bouw van het proefbedrijf 'De Marke' is onlangs van start gegaan. Dit proefbedrijf voor melkveehoude rij en milieu te Hengelo (O) heeft een landelijke onderzoeksfunktie, maar het zal zich scharen in de rij van regionale onderzoekscentra, die gezamenlijk met het Proefstation voor de Rundveehouderij te Le lystad praktijkonderzoek verrichten voor de melkveehouderij. Centrale doelstelling van het proef bedrijf is het ontwikkelen (onder zoeken, optimaliseren) en demonstreren van een bed rijf sopzet voor grondgebonden melkproduktie. Die bedrijfsopzet moet voldoen aan de te verwachten stringente milieu normen ten aanzien van mineralen (inklusief stikstof) en systeem- vreemde stoffen (zoals bestrij dingsmiddelen, reinigingsmiddelen en plastics), met een zo rendabel mogelijke bedrijfsvoering, met be houd van bodemvruchtbaarheid (duurzame landbouw) en rekening houdend met andere maatschappe lijke doelen (onder andere werkgele genheid, arbeidsomstandigheden, dierlijk welzijn). Voorwaar geen geringe opdracht, omdat met name de nadruk ligt op het verminderen van een aanvoer van mineralen gecombineerd met het verhogen van een benutting er van. Het aankopen van krachtvoer en stikstof zal dan ook zeer beperkt zijn, omdat de benutting van de mi neralen die van nature al op het be drijf aanwezig zijn één van de uitgangspunten is. Zo zal ook het gebruik van bestrijdingsmiddelen beperkt zijn. Of een dergelijk zwaar pakket haalbaar is, zal de toekomst moeten bewijzen. Want het stellen van strenge milieu- eisen is prima maar er moet wel perspektief blijven voor de melkvee houderij. Ik doel daarmee op de eko- nomie van het melkveehouderijbedrijf. Er van uitgaande dat dat bewaar heid wordt, dan ben ik er redelijk van overtuigd dat er perspektief is voor de melkveehouderij maar ook voor het milieu. Berend Jan Warmelink voorzitter proefbedrijf 'De Marke'

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 13