'Vrouwen moeten macht van boodschappentas gebruiken'
Laatste landinrichtingscommissie
Tholen geïnstalleerd
Personalia
Eén op de vier bestuursleden een vrouw
Forse schadeclaims verwacht
door hoge snelheidstrein
Zeeuwse plattelandsvrouwen op 60ste jaarvergadering
Landbouwschap:
De jaarvergadering van de Bond van Zeeuwse plattelandsvrouwen
had dit jaar een bijzonder feestelijk karakter. Ter gelegenheid van het
60-jarig bestaan van de bond waren enkele honderden vrouwen
naar de Prins van Oranje in Goes gekomen om feestredes aan te ho
ren van de scheidende presidente mevrouw L.M. Elema-Meinardi en
van de gastspreekster mevr. J.L. Niemantsverdriet-Leenheer, de
eveneens scheidende burgemeester van Westenschouwen. Ook het
Zeeuwse lid van het hoofdbestuur mevr. H. Polderman-Martin voer
de het woord. Gelukwensen waren er van diverse zijden, onder an
dere van de ZLM bij monde van algemeen sekretaris mr. J. Oggel.
In haar openingsrede ging de presi
dente van de NPBV Zeeland, me
vrouw J.M. Elema-Meinardi,
uitvoerig in op de 60-jarige geschie
denis van de Bond. Een half jaar na
de oprichting van de landelijke ver
eniging werd de Provinciale Zeeuwse
Bond van Boerinnen en andere Plat
telandsvrouwen opgericht. Dat was
op 14 juli 1931. Het doel was toen:
bevordering van de belangen van de
bevolking van het platteland. De
kontributie werd vastgesteld op
f 1,— per jaar. Begonnen werd met
39 leden. Nu zijn het er 3190.
Mondig maken
In 1979 werd de doelstelling van de
Bond gewijzigd. Stond eerder het
platteland centraal, nu kwam de
ontwikkeling van de vrouw in het
middelpunt te staan. Dat betekent
bondsvrouwen mondiger maken, la
ten meedenken, meedoen en mee
beslissen. "Eerst was het: het
platteland ontwikkelen, dit komt de
mensen daar ten goede. Nu is het:
de vrouwen meer ontwikkelen. Dit
komt het platteland ten goede", al
dus mevr. Elema.
De presidente riep de vrouwen op
geheel in de traditie van de platte
landsvrouwen aktief te blijven voor
de leefbaarheid van het platteland.
"We moeten kritisch zijn, maar
soms ook weer niet te kritisch. Als
we het milieu willen helpen moeten
we ook eens genoegen nemen met
een minder goed produkt. Laten we
als vrouwen eens goed nadenken,
wat we allemaal kopen en waar het
vandaan komt. En hoe zit het met
de verpakking en de kontrole?" al
dus mevr. Elema, die de invloed van
de vrouw op het bestedingspatroon
onderstreepte. Zij riep de vrouwen
Mevr. Niemantsverdriet spreekt de plattelandsvrouwen toe. Op de
achtergrond het provinciaal bestuur.
op de "macht van de boodschap
pentas te gebruiken".
Klapstoel
Mevrouw Niemantsverdriet drukte
de plattelandsvrouwen op het hart
vooral niet aan de kant te blijven
staan. Zij sprak over de leefbaarheid
op het platteland en zei dat vrou
wen in dit kader een belangrijke rol
moeten spelen. "Zorg dat je er bij
bent. Laat je niet als klapstoel ge
bruiken, die na gebruik weer in de
kast wordt gezet. Als een politieke
partij een vrouw op de kandidaten
lijst wil, neem dan alleen genoegen
met een verkiesbare plaats".
Mevrouw Niemantsverdriet riep de
vrouwen op zich in te zetten voor de
toekomst van de kleine kernen,
waarvan Zeeland er meer dan 50
heeft. In elk dorp behoort een
school, een dorpshuis, een PTT-
vestiging, openbaar vervoer, huis
vesting voor jonge mensen, kinder
opvang. Bij al deze zaken kan de
inbreng van de plattelandsvrouwen
niet gemist worden. "En samen
staan we sterk", zo besloot de ver
trekkende burgemeester, die aktief
blijft in de Bond van Plattelands
vrouwen.
Mevrouw Polderman ging uitvoerig
in op het pas goedgekeurde be
leidsplan "Vrouw en Leefomge
ving". Zij sprak onder andere over
het begrip sociale vernieuwing, dat
even goed op het platteland van
toepassing is als op de grote ste
den. "Sociale vernieuwing en
emancipatie zijn beide gericht op
zelfontplooiing en zelfredzaamheid
en maatschappelijke participatie",
aldus mevr. Polderman.
Benoemingen AHS Delft
Ir. Frida A. Steenblik (36) is sinds 1
maart aan de Agrarische Hoge
school Delft de nieuwe studierich
tingscoördinator
Levensmiddelentechnologie. Ze
werkte aan de Hanzehogeschool in
Groningen en als consultant voor de
levensmiddelenindustrie.
Vanaf 15 maart is ir. Agnes M.A.T.
Maenhout (35) de coördinator van
de nieuwe studierichting Milieukun
de aan de Agrarische Hogeschool
Delft. Na haar studie milieuhygiëne
in Wageningen (LU) heeft zij o.a. ge
werkt op het terrein van het water
beheer. Bij de provincie Zuid-Holland
werkte zij de afgelopen vier jaar aan
het provinciaal milieubeleid.
Vorige week donderdag installeerde
de (toen nog) gedeputeerde mr. J.A.
de Boe de landinrichtingscommissie
Oud-Vossemeer. Voor alle vier ruil-
verkavelingsblokken op het voorma
lige eiland Tholen (Sint Annaland,
Stavenisse, Poortvliet en Oud-
Vossemeer) zijn de commissies nu
geïnstalleerd.
De landinrichtingscommissie Oud-
Vossemeer bestaat namens de
landbouw uit de heren J.L. van Gor-
sel (voorzitter), M.J. Stoutjesdijk
(plv. voorzitter) en C. van de Berge.
De particuliere natuurbescherming
(ZMF) heeft een adviserend lid in de
commissie. De Boe: 'De milieufede
ratie vroeg om een volledig lid in de
commissie, echter GS waren van
mening dat dat gezien de belangen-
verdeling niet gerechtvaardigd was,
in tegenstelling tot bijvoorbeeld het
blok Stavenisse'.
Commissievoorzitter Van Gorsel
sprak zijn blijdschap uit over het feit
dat nu voor het hele gebied Tholen
en Sint Philipsland administratieve
ruilverkavelingen tot stand komen.
Hij zei dat de landbouworganisaties
zich in 1984 bij de aanvraag - en nu
nog - hebben gerealiseerd dat bij de
ruilverkavelingen niet alleen land
bouwbelangen een rol spelen, maar
bijvoorbeeld ook natuurbelangen.
'Daar zijn we niet bang vopr, omdat
de boeren goed voor het landschap
zorgen. Naar mijn mening is een
welvarende boerenstand de beste
waarborg voor een goed verzorgd
landschap'.
In de verschillende verkavelingen
komt veel grondgebruik over de
blokgrens voor. Om het over en
weer gebruik terug te dringen is een
uitruilcoördinator aangesteld, de
heer M.C.J. Kosten uit Oud-
Vossemeer. Deze begint zijn werk
zaamheden vanuit het gebied Sint
Annaland. Volgens inspecteur ir.
H.A. Okma van de Landinrichtings-
dienst Zeeland bestaat er een grote
animo onder de boeren om gronden
uit te ruilen. De heer Okma gaf de
kersverse commissie een suggestie
hoe de werkzaamheden in de tijd in
te delen. Het lijkt hem redelijk haal
baar eind '93 of begin '94 de in
spraak te starten, en een jaar daarna
de stemming te houden.
Koele kikker
Verschillende sprekers gingen in op
het ambitieuze plan Tureluur van de
Zeeuwse Milieufederatie. De heer J.
Kodde, voorzitter van de drie
Zeeuwse landbouworganisaties, zei
dat iemand wel een koele kikker
moet zijn om de ontsteltenis van de
landbouw niet te begrijpen als óók
goede landbouwgronden ontpol-
derd zouden moeten worden. Van
Gorsel noemde het plan op de
meeste punten niet realistisch, maar
meende dat op sommige punten de
landbouw-en natuurbeschermings
organisaties zich wellicht kunnen
vinden. 'Dan zijn wel goede waar
borgen voor de aangrenzende land
bouw nodig', voegde hij eraan toe
Voorbereidingsschema
Woordvoerder van de Centrale Land
inrichtingscommissie Jan Brink
man deelde de aanwezigen mee dat
de CLC zich aan het inventariseren
is over het voorbereidingsschema
1991. De provincies hebben in totaal
85.000 ha voorgedragen, waarvan
zoals het er nu uitziet tussen de 25
en 30.000 te plaatsen is. Bij de af
weging van de CLC zal de kust
West Zeeuws-Vlaanderen een grote
rol spelen, zo zei hij. Volgens Brink
man ligt plaatsing van dit gebied op
het schema voor de hand.
Het blok Oud-Vossemeer bestaat in hoofdzaak uit grotere akker
bouwbedrijven en fruitteelt. Op de achtergrond ligt het stadje Tholen
Vrijwel alle belanghebbenden langs
het gepland traject van een nieuw
aan te leggen Hoge snelheidsnet in
Nederland hebben de informatie
avonden te Roosendaal ofFijnaart
bezocht. Opmerkelijk was dat, bui
ten de aktiegroep 'TGV nee', zich
niemand openlijk uitsprak tegen de
komst van een TGV-lijn door West-
Brabant. De inleiders van Rijkswa
terstaat en de NS kwamen met
overtuigende argumenten voor de
nieuwe spoorwegverbinding.
Bij de meeste betrokkenen zal het
op de centen aankomen. Gedurende
de discussie werd hoe langer hoe
meer duidelijk dat de overheid op
forse schadeclaims kan rekenen. Te
genhouden van het project is een
onmogelijke zaak, was de stem
ming, maar zich sterk maken voor
eigen- of streekbelang is billijk.
Tracékeuze
Voor het tracé door West-Brabant,
de H-variant, via Moerdijk en Roo
sendaal naar het Belgische Essen, is
gekozen omdat dit de kortste route
is, die het best inpasbaar is in het
landschap. Een groot gedeelte van
de lijn kan lopen langs bestaande in
frastructuur, zoals het Mark-
Vlietkanaal, de leidingenstraat en
Rijkswegen. Verder speelt de lage
ligging van het gebied en de goede
aansluiting op Essen een rol. Na
tuurgebieden worden met de H-
variant niet doorsneden.
Tijdens de discussie werden uitslui
tend schriftelijke vragen beant
woord. Het gros van de vragen had
betrekking op de wenselijkheid van
de TGV, de geluidhinder en techni
sche aspecten. Op vragen naar de
afstand van een bedrijf of woonhuis
tot de spoorlijn kwam geen helder
antwoord. De geluidsdecibels zullen
bepalen of er nog sprake is een aan
vaardbaar leefmilieu. Met isolatie is
ook veel op te vangen, kreeg een
vragensteller te horen. Op dit punt
zullen veel bezwaren komen. Nogal
wat landbouwbedrijven worden ern
stig belemmerd in hun bedrijfs
voering.
Werk aan de winkel
Voor de georganiseerde landbouw
is er werk aan de winkel. Op 1 mei
zullen besturen van betrokken afde
lingen bij elkaar komen om een
standpunt in te nemen. Op 15 mei
volgt een bespreking tussen landin
richtingscommissies, landbouwor
ganisaties en Rijkswaterstaat en
NS. Tot 1 juli 1991 bestaat er gele
genheid om schriftelijk te reageren
op de nota hogesnelheids spoorver
binding Amsterdam-Parijs. In de
loop van 1992 verwacht men het
definitieve besluit van Tweede en
Eerste Kamer. Tot 1995 kan dan de
uitwerking van de tracé's plaatsvin
den. Daarna gaat de uitvoering van
start.
JvT
Het Landbouwschap gaat aandrin
gen op meer benoemingen van
vrouwen in bestuursfuncties. Dit
moet het proces van integratie van
vrouwen in besturen en adviesorga
nen een extra impuls geven. In een
reactie op het ontwerp-beleidsplan
Emancipatie van het ministerie van
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
beaamt het schap dat vrouwen mo
menteel nog ondervertegenwoor
digd zijn in
besluitvormingsprocessen. Daarom
stelt het schap voor een streefcijfer
te hanteren van 1 op 4 in 1995.
In het plan van het ministerie wordt
vrijwel geen aandacht geschonken
aan de rol van werkneemsters in het
agrarisch bedrijf. Daarnaast treft het
Landbouwschap te weinig concrete
maatregelen aan om vrouwen gelij
ke kansen te bieden economische
zelfstandigheid te verwerven. Het
schap betreurt het dat bij wel aan
gestipte mogelijkheden in het kader
van onderwijs en voorlichting niet
duidelijk wordt aangegeven hoe de
ze instrumenten moeten worden be
taald. Een project emancipatie in
het voortgezet onderwijs is zelfs on
langs door het ministerie stopgezet.