Huizen met de bomen waarmee je in het bos bent Anton en Jeanet Quint ondanks beperkingen vol optimisme over toekomst in Scherpenzeel Bedrijfsverplaatsing nu en 16 jaar geleden We zien het hier we! zitten' 9 Zijn er door de jaren heen ook ver schillen bij het verkassen van een agrarisch bedrijf? Afstanden spelen natuurlijk wel een kleinere rol dan vroeger, maar op de fiets naar de bakker die vraagt naar het welzijn van je moeder is ook bij een be- drijfsverhuizing vandaag de dag voorgoed verleden tijd. Hier een re portage over twee agrarische huis houdens die hun bedrijf hebben verplaatst. Met dit verschil, dat de een dat 16 jaar geleden deed en de ander 8 maanden geleden. De familie De Snoo komt van onder de rook van het industriegebied bij Pernis. Geervliet om precies te zijn. Ruim 16 jaar geleden zijn zij in het kader van een ruilverkaveling in dat gebied vertrokken naar Oostelijk- Flevoland, waar zij sinds die tijd een akkerbouwbedrijf voeren. De familie Levers (ouders en zoon Bernard) komt uit de plaats Diepen- heim in Overijssel. Doordat zij daar een rundveehouderijbedrijf hadden met een zeer ongunstige verkave ling (veel land niet aan huis), zoch ten zij naar een bedrijf dat dit nadeel niet had. Sinds 8 maanden wonen zij nu in Oostelijk-Flevoland waar zij een bestaand rundveehouderijbe drijf vonden. Beiden zijn aanwezig bij de familie De Snoo als zij op uit nodiging van ondergetekende van hun ervaringen vertellen, en deze vergelijken. Thuis bij de familie De Snoo wordt gemoedelijk over de verhuizing gesproken. De heer De Snoo vertelt over de tijd dat hij in een caravan, verstoken van water, elektriciteit en telefoon in de schuur kampeerde terwijl zijn vrouw nog in Geervliet de was deed. 'Soms was je blij dat het regende, want dan kon je naar huis', zo geeft hij de situatie weer. Maar iedereen in de buurt verkeerde in die situatie, dus werden er mak kelijk contacten gelegd. Dit was voor het gezin Levers na tuurlijk anders. Zij kwamen in een gebied waar de buren zich reeds enige tijd gevestigd hadden. 'Bij de aanvang had je het erg druk', aldus de heer Levers, er moesten dingen veranderd worden op het bedrijf, het vee is stressgevoelig en er komt veel bezoek. Dit laatste wordt van zelf minder als iedereen eenmaal gezien heeft waar je zit, volgens de gastvrouw. Wennen Van heimwee hebben beiden geen last, al miste men bij de De Snoo's die in Geervliet een boerderij be woonden binnen de bebouwde kom, in het begin wel eens de gezel ligheid van het dorpsleven. De fami lie Levers woonde ook in Diepenheim al zeer afgelegen, en ondervinden de nieuwe situatie dan ook niet als een overgang. Het land schap is natuurlijk wel anders dan in Twente, 'als ik nu terug ben, zie ik pas hoe mooi Twente is', zo vertelt de heer Levers. De Snoo herkent dit, 'wanneer je terugrijdt, zie je dingen die je nooit gezien hebt toen je er woonde en die er wel altijd waren'. Wel is het weer wennen aan andere mensen. De Snoo woonde in Geer vliet en sprak daar alle dagen wel mensen. Als het hier eens rustig is, ga ik wel eens zomaar bij iemand een praatje maken. In het begin kreeg ik wel eens de indruk dat men zich dan afvroeg wat ik nou eigenlijk kwam doen. Volgens Bernard Levers moet je het zelf doen om er tussen te komen. Hij heeft zijn lidmaatschap van het PGO dan ook verruild voor het lid maatschap van jongeren 19NU. Zijn vader beaamt dit en hij vertelt van een poging om op een dag 7 bezoe ken af te leggen in Twente, om daar de sociale banden te onderhouden. Dat was geen succes. Ook het dialect komt ter sprake. Bij De Snoo, al 16 jaar polderboer. de familie Levers wordt thuis plat Tukkers gesproken, maar zij passen zich aan wanneer daar anderen bij zijn. Levers zelf zegt hierover 'Je moet huizen met de bomen waar mee je in het bos bent'. Vanuit Zuid- Holland heeft De Snoo eigenlijk geen dialect. Maar hij vertelt van verjaardagen bij buren, waar dialect werd gesproken door familie. Hier door werd het volgen van de con versatie aanzienlijk bemoeilijkt. Voordeel is dat Flevoland zelf geen eigen dialect heeft. Men heeft in die zin geen aanpassingsproblemen. Noaber plicht Na 16 jaar heeft De Snoo geen spijt van de keuze die destijds gemaakt is. Wel vindt hij het soms jammer dat de polder zo eenzijdig agrarisch is ingesteld. Hij bedoelt hiermee dat contact met mensen uit een com pleet andere begroepsgroep op zijn tijd ook eens plezierig is, en bij draagt tot een wat andere kijk op sommige zaken. De familie Levers heeft dat in de tijd dat ze in Flevoland leven nog niet zo ervaren. Met hen wordt nog even over tradities gesproken waarvan er in Twente voldoende zijn. Er is daar sprake van een 'noaber plicht', dit betekent dat de buren iemand bijstaan in geval van 'rouw of trouw'. Ook is het in Twente ge woonte dat een nieuwe inwoner de buurt uitnodigt voor een 'intrek- kersmaal'. Deze goede traditie is door de familie Levers ook ingevoerd in het traditie-arme gebied Fle voland. De buren zijn door hen uitgenodigd voor een soort 'intrekkersmaal', hiermee is een aanzet gegeven tot de inburgering in het gebied. Mis schien is hier tevens de aanzet mee gegeven tot een traditie. Jaap Jan Zwanenburg Familie Levers, 8 maand in de polder. Anton en Jeanet Quint, twee derti gers die dolgraag hun scharrelkip- pen bedrijf uit willen bouwen tot een volwassen gezinsbedrijf. Met een uitbreiding naar 10.000 scharrelkip- pen zijn ze tevreden. Maar de richt lijn Ammoniak en Veehouderij ligt nog dwars, anders had Anton zijn parttime baan bij de broederij al op gezegd. Waar een ander al lang de moed had opgegeven, daar blijven Anton en Jeanet vertrouwen in de toekomst. Weggaan uit Scherpen zeel (Gelderland), daar peinzen ze niet over. Desnoods gaat Anton er nog meer bij werken, om in Scher penzeel een volwaardig inkomen te halen. Anton Quint is geen pessimist: "Ik zie het hier nog wel zitten", laat hij al snel weten. Jeanet en hij zijn te vreden met wat ze in zeven jaar op gebouwd hebben. Toen namen ze de boerderij van Jeanettes oma over. In die tijd bouwden ze een scharrelkippenbedrijf op. Nu houden ze er 7.500, met nog 53 mestvar- kens en 50 ooien. Al die tijd werkte Anton 20 uur per week in een broederij. Wens Hun grootste wens is het bedrijf uit bouwen tot een volwaardig gezins bedrijf. De plannen daarvoor zijn al lang bedacht: de 53 mestvarkens omwisselen voor 2.500 scharrelkip- pen. "Als ik de kans krijg ga ik een nieuwe schuur bouwen, liefst een die minder ammoniak uitstoot". In eerste instantie leken de plannen realiseerbaar. De omwisseling naar de scharrelkippen is mogelijk. Maar toen de gemeente de richtlijn Am moniak en Veehouderij erbij haalde, bleek dat de scharrelkippen zorgen voor een extra uitstoot. Gevolg is De boerderij heet nog steeds 'Betje's Hofje', net zoals de opa van Jeanet het heeft genoemd. De band met 'Betje's Hofje' is voor Anton en Jeanet een belangrijke reden om in Scherpenzeel te blijven en er van te maken wat er van te maken is. dat Anton zijn nieuwe schuur voor lopig kan vergeten. Kans Maar volgens hem komt er nog wel een kans. De gemeente is niet on willig. En zo gauw als er stalsyste- men uitgevonden worden die de ammoniakuitstoot beperken, dan moet volgens Anton de uitbreiding van de scharrelkippen mogelijk wor den. Hij vestigt zijn hoop ook op het onderzoek. Nu nog wordt de richt lijn opgehangen aan normen, maar als de uitstoot werkelijk gemeten wordt kan het nog wel eens mee vallen. Een ander alternatief is aankoop of huur van mestquotum. Het is wach ten op het verplaatsingsbesluit, maar als dat er is slaat Anton zijn slag. "De prijs van mestquotum gaat meevallen. Er komt straks zo veel te koop en er is maar een klein aantal boeren dat uit mag breiden en dus kan kopen". Ook heeft hij verwachtingen van de herstrukture- ring in de Vallei. Er zijn plannen voor een produktiemiddelenbank en een soepeler richtlijn Ammoniak en Vee houderij in het proefgebied. Weggaan uit Scherpenzeel? Ze heb ben het wel eens overwogen, maar kwamen al snel tot de konklusie dat ze dat niet willen. "We hebben hier alles mooi opgebouwd en opge knapt. Dat gooi je niet zomaar in de verkoop!" Jeanet voegt toe: "Als het bedrijf niet van mijn grootouders was geweest, dan stapten we er misschien makkelijker vanaf". Een punt om niet te vergeten is het sociaal leven. "We hebben hier al les; kennissen, familie en sociale kontakten. Ergens anders kom je er niet gemakkelijk tussen". Anton denkt dan aan zijn oom in Friesland, die er heel wat voor heeft moeten doen om ingeburgerd te raken. Tevreden "Als ik hier maar een inkomen kan halen, daar gaat het me om, dan ben ik tevreden". Anton laat zich niet uit het veld slaan door de be dreigingen die op de landbouw af komen. De milieuproblemen worden opgelost, dat is zeker. "Ik ben niet bang voor de toekomst. Ze kunnen je toch niet zomaar op straat zetten als boer. Zeker niet als je aan de Hinderweteisen voldoet". Anton en Jeanet hebben hun plan nen op een rijtje en goede hoop op oplossingen. Toch zijn er genoeg boeren die hun toekomst niet zo zonnig inzien en weinig verwachten van overheidsregels. Wat is het waard hier te blijven, als straks blijkt dat de uitbreidingsplan nen niet uitvoerbaar zijn? Anton: "Het is een lager inkomen waard. Desnoods gaan we extra automati seren, zodat ik er nog meer bij kan werken. We maken er van wat er van te maken is!" Ingrid van den Hengel

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 25