Maatschap Kingma boert op drie lokaties Verkassen met behoud van de vriendenkring Paasbijlage Vader en vier zoons runnen groot gemengd bedrijf Piet en 'nestor' Jappie Kingma: 'Akkerbouw en veehouderij vullen elkaar prima aan'. Zo worden er op het bedrijf geen granen verbouwd. 'Die brengen niets op, kunstweide is voor ons rendabeler'. Na achttien jaar voor anderen te hebben gewerkt, kroop het bloed toch waar het niet gaan kan: Piet Kingma wilde zelf boer worden. Be drijfsopvolging is tegenwoordig geen sinecure en lang niet meer zo vanzelfsprekend als vroeger, maar de problemen lijken onoverkomelijk als drie broers je al zijn voorgegaan. Is er geen plaats, dan creëren we plaats, lijkt echter het motto bij de familie Kingma. Verspreid over drie lokaties wordt nu door vader King ma en vier van zijn zoons in maat schap geboerd: twee melkveebedrijven en een akker bouwbedrijf. Een niet alledaagse si tuatie. 'Als de geest van het bedrijf maar goed is', verklaart Kingma se nior dit familiesucces. 'Ik wilde altijd al boer worden'. Maar net als zovelen moest Piet Kingma in eerste instantie elders zijn heil zoeken omdat er thuis geen plaats voor hem was. Jappie Kingma, de nestor van de maatschap begon precies 40 jaar geleden op een klein gemengd bedrijfje in Dronrijp: negen koeien en wat akkerbouw. In 1960 verhuisde de familie naar Harlingen waar een bedrijf werd betrokken met stalling voor 14 koeien en 12 hektare weidegrond. 'De akker bouwtak werd toen vaarwel ge zegd, omdat de kleigrond daar veel te zwaar voor was', vertelt Piet, die later deze tak weer zou op pakken. De kinderen Kingma (zes jongens en twee meisjes) werden al op jonge leeftijd bij het bedrijf betrokken. 'Mijn vader ging er bij winterdag met een trekker en 'hekkelmachine' op uit om bij anderen sloten schoon te maken. Als wij dan 's middags van de lagere school kwamen, namen wij het melken voor onze rekening', herinnert Piet zich. Ondertussen groeide het areaal rond de boerderij uit tot 34 hektare en kon op enige afstand ook beslag worden gelegd op 15 hektare beheerland. Open-tandemstal De oudste zoon was inmiddels tim merman geworden, maar nummer twee, Dominecus, kwam in 1970 bij zijn vader in loondienst, wat acht jaar later werd omgezet in een maatschap. Het snel groeiende be drijf knapte letterlijk uit het jasje - 'overal stonden koeien". Soms moesten we eerst koeien verzetten om ze aan de melkleiding te krijgen' - en er werd besloten een lig- boxenstal met 108 ligplaatsen te bouwen. Tevens waren de Kingma's een van de eersten, op aanraden van de voorlichting, die eind jaren zeven tig gingen melken in een 2x3 open tandem melkstal van Surge. In 1981 was de maatschap in een zodanig vergevorderd stadium om een tweede melkveehouderijbedrijf van 42 hektare bij te gaan huren on der Achlum. Toen dit avontuur on verhoopt niet doorging, werd spoedig naar een ander bedrijf ge zocht, want inmiddels was de jongste zoon Jan van school geko men en bij de maatschap in loon dienst getreden. Dit hield wel in dat er werk moest zijn. In 1982 werd in Arum een boerderij gekocht met 16 hektare land en een Hollandse stal voor 60 melkkoeien. Johan, de vier de zoon met agrarische aspiraties en werkzaam bij een andere boer, kwam op de boerderij te wonen en kreeg de zorg voor de daar gestalde vaarzen. Het eerste satellietbedrijf was een feit. De superheffing doorkruiste echter gedeeltelijk de mooie plannen. Op het bedrijf in Harlingen was namelijk wel uitval, maar geen aanwas, want alle drachtige vaarzen waren naar Arum gegaan om daar de stal vol te krijgen. Ook werden er nog tien vaarzen aangekocht. Piet: 'Achteraf hadden we koeien moeten kopen die al aan de melk waren. Nu vielen we net buiten de boot. Ook op de ligplaatsen konden we geen melk meer krijgen. Dat betekende dat we bij de start van de superheffing ei genlijk al met een onderbezetting in onze stallen begonnen te draaien'. Een paar jaar later kon echter land in gepachte staat worden verworven met zo'n 60.000 kilogram melk. Met de verschillende kortingen die daarna nog zijn doorgevoerd kan de maat schap nu in totaal ruim zeven ton mel ken. Dit gebeurt met 120 koeien die gemiddeld ongeveer 6.000 kilogram produceren. Geen indrukwekkende produktie, maar daar staan ontzet tend lage voerkosten tegenover: 380 gulden per koe. 'Wij gebruiken bijna geen krachtvoer, alleen wat in de melkstal', luidt de verklaring. Akkerbouw Ondertussen had Piet Kingma ken nis gemaakt met de akkerbouw door negen jaar lang werkzaam te zijn geweest als arbeider op een ge mengd bedrijf, terwijl in 1980 een dienstverband werd aangegaan met de provinciale waterstaat. Zelf boer worden bleef echter lonken en toen in 1988 in Arum de situatie was ge- kreëerd dat er verder kon worden uitgebreid, werd ook Piet in de maatschap betrokken. Zijn twee jongere broers waren een jaar eer der al tot de maatschap toege treden. De familie stond voor twee moge lijkheden: of melkkwotum bijkopen of investeren in grond ten behoeve van een akkerbouwtak. Dat laatste leek gezien de marktsituatie weinig aantrekkelijk, maar toch koos de maatschap voor deze optia Piet: 'Onze visie is dat weer investeren in melk, zou betekenen dat we geld zouden steken in een produktiemid- del dat niet prijshoudend is. Verder zagen we de kombinatie veehoude rij en akkerbouw wel zitten. Niet al leen vanwege de mestproblematiek, maar ook qua voederwinning vult de akkerbouw de veehouderij goed aan. Zo gebruiken we het graszaad- hooi voor het jongvee, maar kunnen van hetzelfde perceel vervolgens nog een keer kuilen en stalvoeren'. Met de aankoop van een monumen taal akkerbouwbedrijf in Pietersbie- rum, november 1988, werd dit idee vorm gegeven. Satellietbedrijf num mer twee was geboren. Het akkerbouwbedrijf omvat 52 hektare in Pietersbierum en nog 4 hektare gelegen tegen de boerderij in Harlingen. In totaal heeft de maatschap nu 47 hektare in pacht en 78 hektare in eigendom. Komend seizoen bestaat het bouwplan uit bieten (10 ha), graszaad (8 ha), wit lof (15,5 ha) en circa 20 hektare aardappelen die 1 op 4 worden ge teeld in kombinatie met percelen op het bedrijf in Arum. 'Nee, we heb ben geen granen in het bouwplan', beaamt Piet. 'Dat brengt niks op. Voor ons als gemengd bedrijf is het rendabeler om er kunstweide van te maken. Zo hebben we dit jaar 5 hektare Italiaans raaigras gezaaid voor stal voedering'. Mestkuikens 'Het is natuurlijk zo dat we de tijd mee hadden om deze stap te kun nen maken. Het zijn goede jaren ge weest in de melkveehouderij', mengt vader Kingma zich in het ge sprek. Maar de familie wil toekom stige ontwikkelingen nu een slag voor zijn. Er loopt inmiddels een bouwaanvraag om een stal voor 40.000 slachtkuikens bij het bedrijf in Arum neer te kunnen zetten. 'We zijn van plan onze mestreferentie van 125 kilogram fosfaat vol te ma ken', legt Kingma uit. 'We willen de potentiële mogelijkheden voor het bedrijf namelijk wel behouden'. De 160 schapen die al sinds jaar en dag worden gehouden passen ook in deze optiek. Weliswaar hebben alle maten hun eigen specialisatie, maar in piekperi oden, zoals met de oogst, wordt over en weer bijgesprongen. Ook draaien alle maten mee in een week- endmelkrooster. Goed overleg is de sleutel van het succes op het fami liebedrijf, geeft Kingma aan. 'Elke maand hebben we direktie-overleg'. De echtgenotes worden daar niet bij betrokken. 'We hebben de vrouwen heel lief en ze zijn ook van alles op de hoogte, maar zijn niet direkt be trokken bij investeringen of het heb ben van een andere beslissingsbevoegdheid. De maat schap runt de bedrijven en dat doen we gelukkig met veel plezier'. Wouter Mooij Begonnen op een "hete/uchttuin" met s/a, tomaten en radijs, aan de rand van het West/and, in Hoek van Holland, is de heer D. van Staaldui nen twee jaar geleden verkast naar Vierpolders op Voorne. Hier teelt hij asters en 's winters s/a. Zijn huidige bedrijf is kleiner dan het vorige dat hij van zijn vader overnam, maar hij vindt het: "Groot zat, want er is nog meer dan tuinen alleen". Samen met zijn vrouw werkt Van Staalduinen op het 9000 m2 grote bedrijf waar de Monte Cassino's zich in verschillende groeistadia be vinden. Waarom is hij weggegaan uit Hoek van Holland? "Om een heel rijtje redenen", begint Van Staalduinen. "Nadat ik was overgegaan op de bloementeelt moesten de opstanden worden aan gepast. Ik had voor 4000 meter een scherminstallatie maar de rest, 6000 meter waar ik nog met de hand schermde, zou ik moeten ver bouwen. Bovendien waren de oude opstanden aan vervanging toe en was de lange en smalle kavel eigen lijk uit de tijd". Een steeds dichterbij komende buurman ("met expansiedrift") die grote breedkappers bouwde waar door Van Staalduinen veel last kreeg van schaduwwerking, gevoegd bij de toenemende glasvervuiling uit het industriegebied rond de Nieuwe Waterweg, deden het gezin beslui ten om het verderop..te zoeken. Privéleven Een kijkje op het eiland Voorne leer de dat het gebied klimatologisch ge lijk is aan het Westland of zelfs beter. Een prijs van f 7,50 per m2 terwijl de grondprijzen in het West- land omhoog vlogen, en de rust op het Zuidhollandse eiland, gaven uit eindelijk de doorslag. "Je zit hier niet ver van huis", zegt mevrouw Van Staalduinen. "Kon takten met vrienden en familie kun je gewoon onderhouden", vult haar man aan. "En dat is belangrijk voor je privéleven". Hemelsbreed geme ten zijn zij weliswaar slechts 11 km verwijderd van hun vroegere woon plaats maar ze moeten een eind om rijden om via de Beneluxtunnel van het eiland af te komen. In het zogeheten Stivoorngebied zit ten veel Westlanders, weet Van Staalduinen die zegt niet meer terug te willen, net zo min als zijn vrouw en kinderen. "De mentaliteit is hier anders", meent hij. "De mensen zijn vriendelijker, rustiger", valt zijn vrouw hem bij. "leder mens is an ders", vervolgt hij, "maar ik denk dat sommige Westlanders hier niet zouden kunnen aarden. Er zit bij hun vaak veel druk op de ketel, en hier gaat het gemoedelijker aan toe. Ik vind dat ze vaak erg honkvast zijn. Er gaat niets boven het Westland, qua tuinbouw maar ook privé, vin den ze". Ondanks zijn jarenlange ervaring in Hoek van Holland heeft Van Staal duinen wel moeten wennen aan de andere grond op Voorne. "Eerst teelde ik op puur zand maar hier zit ik op lichte klei of zware zavel, zoals de grond ook wel wordt genoemd. Ik heb nu meer groeikracht maar de frequentie van het watergeven en de bemesting heb ik hier opnieuw moeten uitvinden". Wat op Voorne veel makkelijker is, is het aantrekken van vakantiewer kers. Er zijn, schat Van Staalduinen, Van Staalduinen:"Op Voorne zijn Westland". al zo'n 50 tot 60 scholieren ge weest om te vragen of hij werk voor hun heeft. Infektiedruk In de nieuwe woonplaats voelde het tuindersgezin zich direkt opgeno men. Mevrouw Van Staalduinen kwam meteen in de ouderraad van de school van één van haar kinde ren en kreeg daardoor veel kontak ten. Omdat man en vrouw mensen vee! rustiger dan in het verwoede volleyballers zijn, hebben ze ook via de sport mensen leren kennen. Behalve de al eerder genoemde voordelen, zegt Van Staalduinen het ook prettig te vinden om in het nieu we tuinbouwgebied te zitten omdat er minder infektiedruk is dan in het overvolle Westland. Witte vlieg en mineervlieg komen minder vaak voor waardoor hij met minder bestrijdingsmiddelen toe kan. Dat heeft een bedrijfsvergelijking hem al geleerd. Verder geniet hij van de vele rekrea- tiemogelijkheden die het eiland biedt. Zijn lofzang op zijn nieuwe woon- en werkomgeving besluit Van Staalduinen met te stellen dat je overal moet werken maar dat hij het prefereert om op Voorne te zit ten. Reden om andere tuinders op te roepen om niet in een streek te blijven waar ze geen kant meer uit kunnen, maar eens te kijken naar gebieden als de Flevopolders, Bra bant of Friesland. Hij zegt al verschillende mensen te hebben voorgelicht over de moge lijkheden op Voorne, en om het be wijs te leveren rijdt er op dat moment een auto het terrein op. Een echtpaar wil zich oriënteren op de mogelijkheden om een tuin bouwbedrijf op te zetten. "Ik ga nog eens geld vragen voor de voorlichting" zegt Van Staalduinen om vervolgens opnieuw vragen te beantwoorden. Mariëtte Storm

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 20