Gewas korrelmais
biedt grote voordelen
Onkruidbestrijding in uien,
vlas en blauwmaanzaad
Akkerbouw
Wanneer heeft het nog zin een
grasgroenbemester te zaaien?
De teelt van korrelmais levert dank
zij flinke vooruitgang bij de verede
ling nu een saldo op dat aanzienlijk
hoger ligt dan dat van wintertarwe,
brouwgerst of bijvoorbeeld bruine
bonen. Volgens kweker Barenbrug
is korrelmais - dat overigens ook in
de kategorie granen geschaard
moet worden - een nog niet ontdekt
alternatief voor de graanteeit.
Korrelmais wordt geteeld voor de
droge korrel. In die zin kan de teelt
vergeleken worden met de granen.
De geoogste korrefe worden na dro
ging aangeboden aan de mengvoe
derindustrie. Bij de oogst hebben de
korrels een vochtgehalte van gemid
deld 35%. Het moet worden terug-
gedroogd naar een vochtgehalte dat
vergelijkbaar is met dat van granen
(circa 15%). Korrelmais moet dus
altijd worden gedroogd. Rassenkeu-
ze en teeltmaatregelen zijn sterk ge
richt op het verkrijgen van een zo
hoog mogelijk drogestofgehalte in
de korrel. Juist om de droogkosten
te beperken.
Teelt
De teelt van korrelmais stelt een
aantal specifieke eisen. Voor het be
reiken van hoge korrel-opbrengsten
is een goede vochtvoorziening no
dig. Lichte zandgrond is dan ook
niet geschikt, tenzij men voldoende
kan beregenen. De mais moet ook
in het Zuidwesten vroeg gezaaid
worden, in elk geval voor begin mei.
Vroeg zaaien verhoogt de oogstze-
kerheid. Bovendien zal men dan eer
der een produkt oogsten met een
relatief laag vochtgehalte. En minder
droogkosten geven een hoger saldo.
Ook belangrijk is een goede grond
bewerking. De bemesting bedraagt
circa 150 kg N.
Oogst
De oogst van korrelmais valt in het
Zuidwesten meestal in oktober. Het
oogsten gebeurt met een aange
paste maaidorser die de kolven van
de stengels plukt, ze vervolgens van
de schutbladeren ontdoet en daarna
de korrels uit de kolven dorst. De
schutbladeren, de spil en de sten
gels worden als een witte pluis te
ruggegooid op de akker. Dit
'afvalprodukt' heeft een positieve
invloed op de struktuur van de
grond en het verhoogt het humus-
gehalte.
De maaidorser lost de geoogste kor
rels in een grote cpntainer. Vervol
gens gaat het produkt naar een
drogerij. Nadat hier het vochtgehal
te is teruggebracht tot 15% gaan de
korrels naar de mengvoederin
dustrie. Vanwege de gunstige sa
menstelling wordt voor korrelmais
zo'n f 5,— per 100 kg meer betaald
dan voor tarwe.
Veredeling
Vier eigenschappen zijn bij korrel
mais uitermate belangrijk: de oogst-
baarheid, de vroegrijpheid van de
korrel, de dorsbaarheid en de korrel
opbrengst. Een vroeg gewas rijpt
eerder af waardoor het vochtgehal
te ook belangrijk minder zal zijn. Bij
de rassenkeuze moet de vroegrijp
heid van de korrel dan ook een
hoofdrol spelen.
Er is natuurlijk korrelmais en korrel
mais. De akkerbouwer die korrel
mais wil telen moet goed
overwegen welk ras hij kiest. In de
Rassenlijst van 1991 staan vier kor-
relmaisrassen: Anjou, Buras, Pyton
Door de zaaidichtheid te verhogen
gewas is so wie so konkurrerend
en Aviso. Het nieuwe ras Aviso
wordt op de markt gebracht door
Barenbrug. Dit bedrijf maakte een
saldoberekening voor de teelt van
Aviso korrelmais.
Saldo
Het saldo bij de teelt van korrelmais
hangt sterk af van het vochtpercen-
tage van de korrel (droogkosten),
het percentage staande planten bij
de oogst (oogstbaarheid) en de
kwaliteit van het graan (dors
baarheid).
wordt het saldo nog gunstiger. Het
ten opzichte van (andere) granen.
ge dagen die we in Nederland heb
ben in juni en juli, kan dan een
enorme produktie worden gehaald.
De gunstige daglengte is onze troef
kaart t.o.v. de Fransen. Vandaar ook
dat deze nieuwe teelttechniek vol
gens Barenbrug belangrijk kan bij
dragen aan het succes van
korrelmais in Nederland.
Het is nu weer de hoogste tijd voor
inzaai van groenbemesters onder
dekvrucht. Over de mogelijkheden
hiervan is al vaak geschreven, maar
de komende tweede fase van de
mestwet kan wellicht een ander
licht op de zaak werpen.
In de akkerbouw worden steeds ho
gere eisen gesteld aan de vrucht
baarheid van de grond. Een
belangrijk kenmerk van de bodem
vruchtbaarheid is het organische
stofgehalte van de bouwvoor. Om
dit in ieder geval op peil te houden,
is voldoende aanvoer van organisch
materiaal nodig. Het achterblijven
van wortels, stoppels en bietenblad
is in het algemeen niet voldoende.
Eén van de mogelijkheden om het
organische stofgehalte wel te be
houden, is het inzaaien van een
grasgroenbemester onder dek
vrucht in het voorjaar. Een andere
mogelijkheid is dierlijke mest na de
oogst over het land te spreiden. Als
er het komende jaar aardappelen op
het perceel komen, konden tot nu
toe beide methoden gekombineerd
worden. Dit laatste zal waarschijnlijk
dit jaar niet zo eenvoudig meer zijn.
Uitrijbepalingen dierlijke mest
Op dit ogenblik is de tweede fase
van de mestwet in behandeling.
Hierin staan onder andere de nieu
we uitrijbepalingen voor dierlijke
mest. Als er geen wijzigingen meer
komen, zal deze tweede fase van de
mestwet dit jaar nog ingaan en zul
len we er hoogstwaarschijnlijk dit
najaar nog mee te maken krijgen. In
de nieuwe uitrijbepalingen voor dier
lijke mest op bouwland staat ver
meld, dat mest op een emissiearme
wijze toegepast moet worden. Dat
houdt voor onbeteeld bouwland in
dat:
- de mest geïnjekteerd moet wor
den, of
- de mest gespreid kan worden,
maar direkt ingewerkt moet
worden.
Voor beteeld bouwland, dus bijvoor
beeld een perceel met een gras
groenbemester, mag mest
aangewend worden mits:
- het geïnjekteerd wordt
- de groenbemester plus de mest
direkt ondergewerkt wordt.
Wilt u aanstaand najaar de stikstof
uit de dierlijke mest benutten om de
grasgroenbemester te laten groeien,
dan zal de mest dus geïnjekteerd
moeten worden. Als deze appara
tuur in de buurt aanwezig is, is het
een goede oplossing (wel duurder
dan de mest gewoon verspreiden).
Een andere mogelijkheid is later in
het seizoen de mest uitrijden en het
tezamen met de grasgroenbemester
direkt onder te ploegen. Vindt u bei
de opties moeilijk, dan zal er een
keuze gemaakt moeten worden
tussen:
- wel een grasgroenbemester en
geen mest
- geen grasgroenbemester en wel
mest
- eerst mest en daarna een andere
groenbemester inzaaien.
De keuze kan per bedrijf verschil
lend zijn.
ing. N. Kerckhaert,
DLV Team Akkerbouw Goes
Opbrengst:
Korrelopbrengst
(bij 16% vocht)
9.657 kg
Prijs per kg
f
0,43
Organische stof
P.M.
Bruto opbrengst
f
4.153-
Toegerekende kosten:
Zaaizaad
f
350-
Zaaien
f
140,-
Bemesting
f
280,-
Onkruidbestrijding
f
100,-
Spuiten
f
40,-
Plukdorsen
f
550,-
Drogen
f
750,-
Kosten totaal
f
2.215,-
Saldo Aviso kor
relmais
f
1.938,-
Dichter zaaien
Het korrelmaisras Aviso heeft een
andere groeiwijze dan de andere
korrelmaisrassen. De stengel is ste
vig en kompakt (slechts 2-2,20 m
hoog) en de bladeren zijn steil om-
hooggericht. Hierdoor is het moge
lijk om dit ras dichter te zaaien. In
een proef werd bij 85.000 zaden
per hektare en een normale rij
afstand van 75 cm een opbrengst
van 8.681 kg graan (16% vocht) ge
haald. Bij een rijafstand van 40 cm
en 130.000 zaden (gezaaid in dub
bele rijen) kwam men op hetzelfde
proefveld tot 12.065 kg graan (16%
vocht) per hektare. Dat is 40% extra
opbrengst ten opzichte van de nor
male zaaidichtheid. Opmerkelijk is
dat bij Aviso, ondanks de grote
standdichtheid, de kans op legering
niet toeneemt.
Door te zaaien op een rij-afstand
van 40-50 cm wordt de grond eer
der bedekt. Daardoor wordt het
zonlicht beter benut. Dankzij de lan-
Uien
Het gewas uien is gedurende bijna
het gehele seizoen open. Hierdoor
kunnen onkruiden ook het gehele
groeiseizoen een plaag voor het ge
was en de boer zijn. Vooral in zo'n
open gewas is dus een goede on
kruidbestrijding heel belangrijk.
Om te beginnen wordt bijna overal
een bodemherbicide gelijk na het
zaaien toegepast. Dit kan op zware
gronden zijn 3-4 liter Stomp EC.
Vanwege de bredere werking wordt
vaak een kombinatie van Stomp en
propachloor (o.a. Ramrod) ingezet.
Op lichtere gronden kan niet zoveel
Stomp ingezet worden en is een
aanvulling met propachloor wense
lijk. Kamille wordt dan beter bestre
den. Het advies is 1,5-2 liter Stomp
te kombineren met 4 liter pro
pachloor.
Ondanks de bodemherbicidetoepas-
sing is het aan te raden vlak voor
opkomst een "afbrandmiddel" in te
zetten. Deze bespuiting dient om
grote onkruiden aan te pakken, om
dat in de uien zelf deze onkruiden
bijna niet meer dood te krijgen zijn.
Door de inzet van een "afbrandmid
del", zoals b.v. Reglone, is boven
gronds alles weg en kunnen na
opkomst van de uien kleine onkrui
den met lage doseringen bestreden
worden. In het kramstadium kan
dan 0,5 kg Lironion met 2 liter pro
pachloor ingezet worden. Deze
bespuiting kan herhaald worden
mits op klein onkruid gespoten
wordt. Kan er in het kramstadium
niet gespoten worden, dan kan er
vanaf gewaslengte 4 cm op wat
groter onkruid gespoten worden
met 1 kg Lironion 4 liter propach
loor. Ook deze bespuiting kan her
haald worden.
Vlas
Vlas is een gewas waar niet veel on
kruidbestrijdingsmiddelen in gespo
ten kunnen worden. Het is
belangrijk dat vlas geteeld wordt op
percelen waarde onkruiddruk niette
groot is. Met name varkensgras is in
vlas een probleemonkruid. Is men
bang voor graanopslag of grasachti-
gen dan kan Venzar als bodemherbi-
Belangrijkste raseigenschappen korrelmais (Rassenlijst 1991)
Aviso
Anjou 09
Buras
Pyton
Vroegheid bloei
8
7,5
8
7,5
Vroegrijpheid van de
korrel
8
8,5
7
7
Oogstbaarheid
9
8
6,5
8,5
Dorsbaarheid
9
8,5
8
8
Korrelopbrengst
101
98
99
101
in uien wordt bijna overal gelijk na het zaaien een bodemherbicide
toegepast.
cide vlak na zaaien ingezet worden
in een dosering, die afhankelijk is
van het humusgehalte van de
grond. Bij een humusgehalte lager
dan 2% kan 0,75 kg bij vroege zaai
en 1 kg bij aprilzaai ingezet worden.
Bij gronden met meer humus is dit 1
en 1,5 kg. Onder droge omstandig
heden kan beter geen Venzar inge
zet worden. Bij onderteelt van karwij
of graszaad heeft Linuron de
voorkeur.
Na opkomst kan vanaf 2 cm ge
waslengte gespoten worden met
1-1,5 liter Basagran met of zonder
olie. Deze kombinatie kan eventueel
herhaald worden. Hebben we te
maken met melde of witte krodde,
dan kan vanaf 6 cm gewaslengte
gespoten worden met 0,4 I MCPA
500 gr/l. Vanaf dit stadium kan ook
3 liter Basagran met 0-3 liter olie
gespoten worden. Basagran heeft
voor een goede werking wel enige
dagen mooi groeizaam weer nodig
en mag alleen in vezelvlas.
Blauwmaanzaad
Dit is een "klein" gewas met het
nadeel, dat hierin weinig middelen
worden uitgeprobeerd. Voor de on
kruidbestrijding in dit gewas zijn we
bijna geheel aangewezen op het
middel Asulox. Direkt na zaai kan te
gen zaadonkruiden met 6-7,5 liter
Asulox gespoten worden. Dit kan
ook gespoten worden als het gewas
ongeveer 5 cm hoog is. Is het nodig
dat er twee keer gespoten wordt,
dan kan er maximaal 12 liter Asulox
ingezet worden (6 liter vlak na zaai
en en 6 liter vanaf 5 cm gewasleng
te). Gaat u hier overeen, dan kan er
gewasschade optreden.
Staan er veel melden en/of ganze-
voetachtigen, dan kan vanaf 6 cm
gewaslengte 1-1,25 liter Dicuran
500 SC gespoten worden.
ing. L.B. v.d. Velde,
bedrijfsdeskundige DLV Goes