Relatie beloning meewerkende
kinderen en studiefinanciering
ai
wtnm
Leasing de laatste strohalm?
Verzekeringen
ZLM
Accountantsunie
ZLM
Tegemoetkoming Ziektekosten
Zelfstandigen (T.Z.Z.)
Ml
Sociaal
onomisc
Voorlichting
Cerestar koopt fabriek
Suiker Unie
Voor het meewerkende kind op het
bedrijf van de ouders is er een spe
ciale regeling inzake de belasting
heffing die een stuk eenvoudiger is
dan een echte dienstbetrekking.
Wat is de relatie met deze regeling
als het kind studiefinanciering ge
niet ingevolge de WSF 18+.
Kalenderjaarregeling
De kalenderjaarregeling (K.J.-
regeling) is een eenvoudige 'loonbe
lastingregeling' voor meewerkende
(eventueel nog studerende) kinde
ren op het ouderlijk bedrijf. De vol
gende voorwaarden zijn vereist voor
de toepassing van deze regeling:
- het kind is 15 jaar of ouder;
- inwonend;
- meewerkend in de onderneming
van de ouder;
- niet verplicht zijn voor de werk
nemersverzekeringen (beloning
is lager dan het minimum loon of
loon wordt niet periodiek
betaald).
De ouder moet een verzoek voor
toepassing aan deze regeling rich
ten aan de Inspecteur. Hierbij be
hoeven dus geen premies voor de
werknemersverzekeringen (NWW,
WAÖ, ZW e.d.) te worden afgedra
gen. Wel moet er loonbelasting en
premies betaald worden. Tot het
loon behoren naast het uitbetaalde
loon ook zaken die in natura zijn ge
noten zoals kost en inwoning en
dan enkel voorzover de andere kin
deren die niet meewerken voor kost
en inwoning moeten betalen. Voor
kost en inwoning geldt een norm
van f 4.848 - f 6.420 per jaar.
Ook kan een winstaandeel worden
toegekend.
De kosten loon, belasting en pre
mies zijn aftrekbaar bij de ouders,
hetgeen bij hen belastingvoordeel
kan betekenen.
Studiefinanciering
Studiefinanciering volgens de WSF
18+ bestaat uit een basisbeurs
(gratis) aanvullende financiering.
Dit hebt u in het artikel van vorige
week kunnen lezen. De aanvullende
financiering bestaat uit een aanvul
lende beurs (gratis) en een rentedra
gende lening. De aanvullende
financiering kan Worden gekort als
gevolg van:
- ouderlijk inkomen;
- korting wegens inkomen van ge
rechtigde zelf of diens partner.
Afhankelijk van het inkomen van de
ouders wordt eerst de aanvullende
beurs gekort, daarna de rentedra
gende lening. Echter nooit de ba
sisbeurs.
Ook indien men zelf een inkomen
geniet, kan er op de studiefinancie
ring worden gekort. Als men netto
minder dan f 2.560,08 verdient,
komt de studiefinanciering niet in
gevaar. Verdient men meer, dan
mag 25% zelf worden gehouden,
de rest 75% wordt eerst gekort op
de ouderlijke bijdrage, dan op de
rentedragende lening en daarna op
de aanvullende beurs en tenslotte
op de basisbeurs. Wordt het kind
volgens de KJ-regeling te hoog be
loond, houdt dan de WSF 18+ in de
gaten! Mijns inziens kan de ouderlij
ke bijdrage ook verloond worden,
dat heeft als voordeel dat de 'ouder
lijke bijdrage' aftrekbaar wordt. Het
kind moet er misschien wel be
lasting over betalen (progressie-
voorstel).
Hoeveel belasting en premie moet
nu betaald worden?
Van de basisbeurs behoeft slechts
20% (vanaf 1991) te worden aange
geven, de aanvullende beurs echter
100% en van de OV-jaarkaart
f 120,— per jaar. De rest telt niet
mee. Uiteraard zijn ook de in
komsten verdiend via de KJ-regeling
belast, zoals eerder vermeld. Over
het belaste deel van de studiebeurs
het overig inkomen moet be
lasting worden betaald.
Eventueel kan een belastingvrije
voet en andere aftrekposten worden
bedongen; de belastingvrije voet be
draagt voor een nog inwonend (on-
Het zetmeelverwerkend bedrijf Ce
restar in Sas van Gent koopt de
voormalige suikerfabriek van de Sui
ker Unie in dezelfde plaats. Op enke
le formaliteiten na was de koop
deze week rond. Suiker Unie houdt
nog ruim een jaar de beschikking
over de silo, die nu nog is gevuld
met suiker.
Ter compensatie van de hogere
ziektekostenpremie is er sinds 23
februari 1988 een regeling die hier
voor een tegemoetkoming geeft aan
zelfstandigen en ex-zelfstandigen
met een laag inkomen. Deze tege
moetkoming was maar voor een be
paalde periode nl. van 1 april 1986
tot 1 april 1991 en loopt dus bin
nenkort af.
Mogelijk heeft u uw aanvraagfor
mulier voor deze tegemoetkoming
nog niet opgestuurd. Om onnodige
vertraging te voorkomen en een
zorgvuldige behandeling van deze
aanvragen te kunnen waarborgen,
verzoeken wij u de formulieren zo
spoedig mogelijk aan de SUC
(Stichting Uitvoering Compensatie
regeling) te zenden; zelfs indien u
nog niet beschikt over alle benodig
de gegevens. Daarbij valt met name
te denken aan de nog niet opgeleg
de aanslagen van de inkomstenbe
lasting.
Tot slot attenderen wij u erop dat
aanvraagformulieren die zij ontvan
gen na 31 maart 1991 niet meer in
behandeling worden genomen.
Het adres van SUC is: Postbus 77,
3900 DB Houten.
A.W.E. Wesdorp
Verzekeringen ZLM
gehuwd en niet samenwonend)
kind f 4.660,—. Het meerdere is
belast met 35,75% (1991) tot
f 42.966,-.
J.L. Mieras
Maart: nog even broeden op het belastingformulier
Nog niet zo lang geleden werd lea
sing gezien als de laatste strohalm
voor ten dode opgeschreven be
drijven. Als er geen bank meer was
die de onderneming wenste te fi
nancieren kwam ze bij de lease
maatschappij terecht. Velen be
schouwden dit als het laatste sta
dium voor het onvermijdelijke
faillissement.
De tijden veranderen echter en te
genwoordig kunnen wij stellen dat
ook voor de meest liquide onderne
mingen leasing een interessant al
ternatief kan zijn. De acceptatie
binnen het bedrijfsleven is gegroeid
en vrijwel alle investeringsgoederen
kunnen geleased worden zolang zij
een reële waarde vertegenwoordi
gen, de gebruiker (lessee) het objekt
gedurende een aantal jaren in zijn
onderneming kan gebruiken en de
lease-maatschappij (leësor) zijn ei
gendomsrechten vrij kan uitoefe
nen. De zekerheid voor de
financiering wordt primair geboden
door het objekt zelf. Aanvullende
zekerheden zijn niet gebruikelijk. Dat
betekent dat die zekerheden voor de
ondernemer beschikbaar blijven
voor het aantrekken van krediet
ruimte.
Twee vormen
Er zijn in principe twee vormen van
leasing te onderscheiden: De finan
ciële (finance) lease en de operatio
nele lease.
Bij financiële lease wordt de koop
prijs in termijnen voldaan door de
lessee en gaat na afloop van de
overeenkomst de eigendom over te
gen betaling van een symbolisch
restbedrag. Het ekonomisch belang
ligt dus bij de lessee. Het waarde-
verloop van het objekt heeft geen
effekt op de overeenkomst.
Bij operationele lease heeft na af
loop van de lease-periode de lessee
eèn recht (geen plicht) van koop. De
prijs benadert in dat geval vaak de
marktwaarde. Het ekonomisch be
lang ligt dus bij de lessor en het kan
zijn dat het objekt na afloop van de
overeenkomst geen waarde meer
vertegenwoordigt. De lessee maakt
dan geen gebruik van zijn recht tot
koop en de lessor blijft zitten met
een objekt dat volgens de boeken
nog een waarde vertegenwoordigt
maar dat hij aan de straatstenen
niet kwijt kan.
Voorbeeld:
De balans voor de aankoop van een
machine (kosten: 200) van een fi
nancieel gezonde ondernemirig luidt
als volgt (zie Balans 1)
Het bedrijf bezit een werkkapitaal
van 300 (vlottende activa -/- vlot
tende passiva) en kan dus ruim aan
de verplichtingen voldoen, zo blijkt
uit Balans 1.
Na aankoop én betaling van de ma
chine luidt de balans als volgt (zie
Balans 2)
Na aankoop en betaling is het bank
saldo (zie Balans 2) verdwenen en is
er een bankschuld ontstaan. De ont-
vangsten van debiteuren zijn onvol
doende om leveranciers te betalen.
Het werkkapitaal is fors verminderd.
De liquiditeit op korte termijn is dus
aanzienlijk krapper geworden.
Bij aankoop op basis van financiële
lease zou de balans er als volgt heb
ben uitgezien (zie Balans 3)
Het voordeel van financiële lease
t.o.v. de eerdere situatie is dat het
werkkapitaal (zie Balans 3) ongewij
zigd is gebleven, doordat investering
is gefinancierd met een langlopende
schuld. Wel is duidelijk dat de bezit
tingen van de onderneming nu voor
de helft uit vaste activa bestaan,
wat het aanpassingsvermogen van
de onderneming beïnvloed. Relatief
zijn ook de schulden aan derden
gestegen. De in de onderneming
aanwezige liquide middelen blijven
beschikbaar voor de bedrijfsvoering.
De onderneming investeert zonder
dat de kredietruimte wordt aan
gesproken.
Wanneer de machine betrokken
wordt op basis van operationele lea
se zou de balans even florissant blij
ven als in de oorspronkelijke situatie.
De in rekening gebrachte termijnen
komen dan als operationele kosten
ten laste van het resultaat.
Als belangrijkste voordelen van lea
sing kunnen o.m. worden genoemd:
- bij leasing bepalen de beschikbare
middelen in veel mindere mate het
tijdstip en de keuze van de inves
tering.
- de bestaande kredietfaciliteiten
blijven beschikbaar.
- de betaling vindt gespreid plaats
over de periode dat het objekt haar
rendement oplevert.
Vertrouwen
De relatie tussen lessor en lessee is
ook een zaak van vertrouwen. Voor
beiden is het van belang dat dit niet
wordt beschaamd. De lease
maatschappij zal de relatie pas aan
gaan nadat men de kontinuïteit van
de lessee positief heeft beoordeeld.
Echter ook een lease-maatschappij
kan failliet gaan. De lessee moet
zich overtuigen van de kontinuïteit
van de lessor.
Uit het voorgaande globale over
zicht blijkt dat ook objekt-
financiering d.m.v. leasing bij de on
dernemer niet buiten beeld mag blij
ven. Hij dient er echter op toe te
zien dat de lease-overeenkomst die
wordt aangegaan hem voldoende
duidelijk is. Ook de afloop van de
overeenkomst mag daarbij niet door
hem worden vergeten.
J.J.C. Zegers,
Accountantsunie ZLM b.v.
Bergen op Zoom
Balans 1
Onroerend goed
250
Eigen vermogen
500
Inventaris
150
Hypotheek
200
Voorraden
300
Krediteuren
300
Vorderingen
200
Liquide middelen
100
Totaal
1.000
Totaal
1.000
Balans 2 (na aankoop en betaling)
Onroerend goed
250
Eigen vermogen
500
Inventaris
150
Hypotheek
200
Machine
200
Bankkrediet
100
Voorraden
300
Krediteuren
300
Vorderingen
200
Totaal
1.100
Totaal
1.100
Balans 3 (na financiële lease)
Onroerend goed
250
Eigen vermogen
500
Inventaris
150
Hypotheek
200
Machine
200
Lease-verplichting
200
Voorraden
300
Krediteuren
300
Vorderingen
200
Liquide middelen
100
Totaal
1.200
Totaal
1.200