Uitstekend spruitenseizoen
WE
UIEN ZAAIT
WL GEEN ONKRUID
1
Vorig jaar veel
uien geëxporteerd
EXPORT
SHELL PROPER: de propachloor tegen
onkruid in uien.
Het spruitenseizoen 1990/1991 is
uitstekend verlopen. Het aanbod is
in z'n totaliteit gezien vrijwel even
groot geweest als in het voorgaan
de seizoen, maar de spruiten
brachten gemiddeld zo'n 30% meer
op dan vorig seizoen. Vergeleken
met het seizoen 1988/1989 lag het
prijspeil zelfs op een 60% hoger
niveau.
Het goede resultaat kan allereerst
toegeschreven worden aan een
goede buitenlandse vraag. Vergele
ken met vorig seizoen zijn er 10
15% meer spruiten in het buiten
land afgezet. Vooral de vraag van de
(grote) Duitse markt is groot ge
weest. Daarnaast verliep ook de af
zet op Engeland, Spanje en België
goed.
Areaal krimpt in
De belangstelling om spruiten te te
len is de laatste jaren afgenomen.
Nadat in de periode 1981/1986 het
areaal steeds groter is geweest dan
6.000 ha, liep dat daarna elk jaar
met enkele honderden hectares te
rug naar nog maar 4.874 ha voor
het seizoen 1990/1991. Voor een
areaal beneden de 5.000 ha moeten
we niet minder dan 16 jaar te
ruggaan.
De teelt is de laatste jaren vooral in
Noord-Brabant sterk teruggelopen.
Halverwege de 80-er jaren werd er
in die provincie nog ruim 1.000 ha
met spruiten beteeld; dit seizoen
ging het nog maar om 425 ha. Ook
in Limburg en Noord-Holland nam
de belangstelling sterk af. In de
spruitenprovincie bij uitstek, Zuid-
Holland, is de teelt eveneens terug
gelopen maar veel minder sterk dan
elders. Het belang van deze provin
cie groeide daardoor van tweederde
naar ca. driekwart.
Deze verhoudingen komen ook te
rug bij de veilingen. Zuid-Holland-
X 1000 TON
16
14
12
10
8
6
4
2
0
aug
okt
W
1988/89
1989/90
1990/91
nov dec
jan
Zuid is veruit de grootste spruiten-
veiling. Over heel 1990 liep 45%
van de landelijke veilingaanvoer via
deze veiling. Bleiswijk, Gouda en
Delft-Westerlee volgden daarna met
aandelen van respectievelijk 17.5,
10.5 en 8%. Op Breda en Veldhoven
worden steeds minder spruiten aan
gevoerd.
De kleinere arealen van de laatste
jaren hebben niet geleid tot een klei
ner aanbod. Ook dit seizoen is de
6% kleinere aanplant niet tot uiting
gekomen in de aanvoer. Wellicht dat
toch een deel van het areaal niet in
de statistieken terecht is gekomen.
Mogelijk betreft dit nieuwe spruiten-
telers.
60% export
In de vollegrondsgroentesektor is
spruiten één van de belangrijkste
exportprodukten. Elk seizoen wordt
er zo'n slordige 50 a 60 miljoen kg
van geëxporteerd. Van alle spruiten
die in Nederland geteeld worden,
vindt 60% z'n weg in het buiten
land. Op de binnenlandse markt is
veruit het meeste bestemd voor de
verse consumptie. De binnenlandse
consumptie is echter al decennia
lang vrijwel gelijk op een niveau van
2 a 2,5 kg per persoon per jaar. Dit
komt nu neer op 30 35 miljoen kg.
Normaal gesproken verwerkt de Ne
derlandse industrie jaarlijks ca.
4.000 ton spruiten, voornamelijk
om te diepvriezen. Af en toe is er
sprake van een inhaalproduktie en
wordt er meer verwerkt. Met de
toegenomen vraag naar diepgevro
ren spruiten zal de voorraad nu klei
ner zijn, wat moet resulteren in een
inhaalproduktie.
'Polyprop' (nog) geen succes
Op verpakkingsgebied bij spruiten is
het netje al jarenlang een bekend
verschijnsel. Sinds kort wordt ook
getracht een markt op te bouwen
met in milieuvriendelijk 'polypropy-
leen' verpakte spruiten.
Vorig seizoen liep dat goed maar na
een redelijke start is het dit seizoen
niet goed gelopen. Wellicht dat de
extra kosten van 6 tot 8 cent per
pondsverpakking bij het hoge
prijspeil van dit seizoen net teveel
was. De bedrijven gaan er volgend
seizoen echter wel mee door en ho
pen toch een markt op te kunnen
bouwen van dit voorverpakte
produkt.
SHELL PROPER
Ga zorgvuldig om met gewasbeschermingsmiddelen. Lees voor gebruik Skcllhelpt UW CfCWiïSbiSchü~tt\£ft
het etiket op de verpakking en volg de aanwijzingen nauwlettend op.
Voor meer informatie vraag uw handelaar of Shell Nederland Chemie BV, afd. Agro, Postbus 2960,3000 CZ Rotterdam.
Uien is wat hoeveelheid betreft het belangrijkste
produkt voor de export van vollegrondsgroenten. In
1990 is er bijna 420.000 ton Nederlandse uien de
grens over gegaan. Dit was aanzienlijk meer dan in
voorgaande jaren. Niet alleen de uitvoer van Neder
landse uien was groot, ook van buitenlandse uien is
in 1990 veel geëxporteerd. De reëxport bedroeg vo
rig jaar 48.000 ton.
De export van Nederlandse uien laat in de afgelopen
10 jaar een nogal wisselend beeld zien. In het begin
van de jaren-80 nam de export steeds toe tot in
1982 de top bereikt werd. In dat jaar werd er maar
liefst 441.000 ton uien in het buitenland afgezet. Dit
niveau is later niet meer bereikt. Er zijn nog wel jaren
geweest waarin meer dan 400.000 ton uitgevoerd
werd; dit gebeurde in de jaren 1983, 1984, 1987 en
1990. Het slechtst ging het met de export in het jaar
1989, toen ging niet meer dan 346.000 ton de grens
over.
Ook bij de reëxport van uien is geen sprake van een
duidelijke stijgende of dalende lijn. Veel reëxport
(meer dan 20.000 ton) vond plaats in de jaren 1980
en van 1987 t/m 1990.
Engeland is de belangrijkste afnemer
De belangrijkste afzetlanden voor uien zijn Engeland,
Duitsland, Frankrijk en Afrika. Naar Engeland ging
vorig jaar 19% van de Nederlandse uienexport. De
totale afzet op de Britse markt bedroeg 77.500 ton.
De afzet op de Engelse markt is vooral aan het begin
van het uienseizoen groot. In de maanden augustus,
september en oktober kon er 10.000 ton naar de En
gelsen geëxporteerd worden. West-Duitsland was
•vorig jaar de tweede afnemer van onze uien. Naar
Duitsland ging vorig jaar 68.000 ton, dit was 16%
van onze totale export. De Duitse vraag was het
grootst in de maanden maart tot en met mei en van
augustus tot en met oktober. In deze maanden kon
er ca. 8.000 ton per maand naar onze oosterburen
geëxporteerd worden. In de overige maanden werd
er niet meer dan 5.000 ton op de Duitse markt afge
zet. Omdat er in juni en juli weinig Nederlandse uien
beschikbaar zijn is vanzelfsprekend ook de export in
deze twee maanden het kleinst.
Grote Franse vraag in het voorjaar
Frankrijk importeerde aanzienlijke hoeveelheden Ne
derlandse uien in de maanden april en mei. Met meer
dan 10.000 ton was Frankrijk in deze twee maanden
veruit onze belangrijkste klant.
Ook Afrika is al jarenlang een grote afnemer van Ne
derlandse uien. Vorig jaar waren de Afrikaanse lan
den goed voor een afname van 57.000 ton. Deze
export vindt hoofdzakelijk plaats in januari en van
september tot en met december.
De afzet op de Spaanse markt is de laatste jaren toe
genomen. Het Iberisch Schiereiland was vorig jaar
onze zesde afnemer met een hoeveelheid van
32.000 ton. De Spaanse vraag was alleen in de eer
ste vijf maanden van 1990 van betekenis.
Reëxport
De belangrijkste leveranciers van uien voor de reëx
port waren Polen (31%), Chili (13%), Australië (17%)
en Nieuw-Zeeland (13%). West-Duitsland was met
een vraag van 26.000 ton veruit de grootste afne
mer van de gereëxporteerde uien, gevolgd door En
geland (6.300 ton), Spanje (4.300 ton) en Frankrijk
(3.200 ton).