Biologische bestrijding
uievlieg en aardappelcysten
"Ze vreten het land kaal en
als boer heb je het nakijken"
Tuinbouw NCB
stelt rampendienst in
Biolandbouw blijft in
Zeeland nog achter
Brochure rekreatie bij
de boer in Brabant
Wi/dschade in Walcheren
iliu
mm
17
De gebroeders Kluijfhout hebben een akkerbouwbedrijf op een steen
worp afstand van de duinen, en krijgen daardoor veel wild op hun
akkers.
Op steenworpafstand van de duinen
op Dishoek hebben de gebroeders
Adriaan en Abraham Kluijfhout al
tientallen jaren een akkerbouwbe
drijf. Het is niet gemakkelijk om op
een bedrijf van 20 ha het hoofd bo
ven water te houden. De broers
hebben echter - net als vele andere
boeren in hun omgeving - te kam
pen met een extra probleem. Het
wild uit de naburige duinen en bos
sen vreet een deel van de gewassen
kapot en bezorgt het bedrijf veel
schade.
Op de boerderij aan de Strandweg
in Koudekerke doen de broers hun
verhaal. "Er komt steeds meer wild.
Vooral wilde duiven, hazen en fa
zanten. We hebben al van alles ge
probeerd. Vlaggen, linten, papier,
veren op het land. En ook de jager
doet zijn best. Maar het is onbegon
nen werk om de beestjes van het
land te houden".
De grond van de Kluijfhouts ligt tus
sen de duinen en tegen een uitbrei
dingsplan van Koudekerke aan. "De
mensen uit het dorp zien je liever
niet met een geweer. Jagen is een
maal niet erg geliefd bij het grote
publiek. En ook wij vinden een paar
hazen of fazanten helemaal niet erg.
Als het er maar niet teveel worden".
Bruine bonen
Het grootste probleem voor de ge
broeders Kluijfhout zit in de bruine
bonen. Daarvan telen ze elk jaar
zo'n 2 ha. Het levert een goede op
brengst op, tenminste als het wild
geen roet in het eten gooit. Vorig
jaar is er nogal wat kapotgevreten.
Adriaan Kluijfhout: "doordat we de
bonén iets te droog moesten zaaien,
kwamen ze onregelmatig op. Veel
van de jonge plantjes zijn opgegeten
door duiven en hazen. Ik denk dat
we al gauw 1000 gulden schade
hadden".
Enkele jaren geleden werd het de
broers te bar. Ze schakelden de
wildschadekommissie in en ze kre
gen na geduldig wachten en niet
zonder moeite een vergoeding van
500 gulden. Met alle respekt voor
de kommissie vinden ze dat de pro
cedure te lang duurt en stroef ver
loopt. Ze staan daarom niet te
trappelen om opnieuw een beroep
te doen op de kommissie en een bij
drage uit het Jachtfonds te vragen.
"Het liefst willen ze dat je je» land af
rastert. Dat is niet alleen een dure
oplossing, het helpt ook niet echt.
Duiven komen immers van boven en
trekken zich niets aan van afraste
ringen".
"Men moet het kwaad bij de wortel
aanpakken. Er moet gejaagd kun
nen worden als het echt nodig is.
De bruine bonen komen in mei op,
maar dan mag de jager niet op het
land komen. En als het.wel mag,
dan kun je van de jager niet ver
wachten dat hij precies op het juiste
moment en op de juiste plaats aan
wezig is".
Suikerbieten
Behalve in de bruine bonen hebben
de Kluijfhouts ook nogal wat scha
de in de suikerbieten. Vroeger wa
ren ook erwten, graszaad en vlas
een gewilde prooi, maar die gewas
sen telen ze niet of nauwelijks meer.
Met bruine bonen gaan ze door, om
dat daar gemiddeld genomen een
goede prijs voor betaald wordt. De
gebrs. Kluijfhout weten dat alle boe
ren in de kuststrook van Walcheren
met hetzelfde probleem zitten. Ze
zien steeds meer wild op het land
verschijnen, terwijl er onvoldoende
mogelijkheden zijn om schade te
gen te gaan. Het wild laat zich bo
vendien niet meer zo snel
afschrikken. "Als duiven honger
hebben, hou je ze niet tegen. Als je
even weg bent om koffie te drinken,
slaan ze hun slag. Ze vreten je land
kaal en je hebt het nakijken".
De toenemende wildschade is voor
de afdeling Koudekerke van de ZLM
aanleiding dit onderwerp op de jaar
vergadering van a.s. woensdag 20
maart te behandelen. De voorzitter
van de Boerenjagersvereniging, de
heer Nollen, en de heer Remijnse
van faunabeheer zullen als sprekers
optreden. De vergadering vindt
plaats in Hotel Walcheren en begint
om 19.45 uur. Ook niet-leden zijn
welkom.
De Brabantse Vereniging voor Re
kreatie bij de Boer heeft haar bro
chure voor 1991 uitgebracht. In de
brochure is het volledige rekreatieve
aanbod in de provincie opgenomen.
Het betreft minicampings, groeps-
accommodaties, appartementsver-
huur, verhuur van kano's,
stacaravans, huifkarren etc.
De Tuinbouwvakbond van de
Noordbrabantse Christelijke Boeren
bond (NCB) gaat een rampendienst
instellen. Aanleiding voor deze stap
is de storm van vorig jaar. Die storm
veroorzaakte behalve enorm veel
schade ook nogal wat praktische
problemen. Vooral in de glastuin
bouw gaf het opruimen van de glas
resten veel zorgen. De inzet Van
militaire hulp bood destijds uit
komst, maar de tuinders beseffen
dat dergelijke hulp slechts in extre-
De biologische landbouw blijft in
Zeeland achter in vergelijking met
andere provincies. Zeeland telt maar
15 biobedrijven met ca. 300 ha te
gen bijvoorbeeld 42 bedrijven en
1000 ha in de provincie Friesland.
In het blad Wantij van de Zeeuwse
Milieufederatie proberen Ronald van
de Winckel en Karen Fortuin een
verklaring te geven voor dit ver
schijnsel. Een belangrijke oorzaak
ligt in het feit dat de pioniers van bio-
landbouw vooral verontruste kon-
sumenten waren, zonder veel
middelen en grond. Deze pioniers
zijn vooral te vinden in provincies
met veel kleine bedrijven (Noord-
Brabant) en goedkope grond
(Friesland).
Een ander typisch Zeeuws knelpunt
is volgens de schrijvers van het arti
kel dat er in Zeeland nagenoeg geen
veeteelt aanwezig is, ook niet de
grondgebonden vorm. De pure ak-
kerbouwbedrijfsvorm is niet erg ide
aal voor het biobedrijf, dat immers
organische mest nodig heeft. En die
mest is op het eigen bedrijf niet
aanwezig.
Technieken
In de biolandbouw moet worden ge
werkt met eenvoudige technieken,
een enkele uitzondering daargela
ten, terwijl de moderne boer graag
met geavanceerde apparatuur
werkt. "Als bioboer krijg je al gauw
De Vereniging is in het voorjaar van
1990 opgericht en bestaat uit boe
ren en tuinders die op hun bedrijf re
kreatieve faciliteiten aanbieden. Er
zijn ruim 45 bedrijven bij de vereni
ging aangesloten. De brochure is op
te vragen op het volgende adres:
Postbus 91, 5000 MA Tilburg, tel.
013-378600.
me situaties kan worden gevraagd.
In de meeste schadegevallen zal de
sektor zelf voor oplossingen moeten
zorgen. Om die reden slaan de tuin
ders de handen ineen en gaan een
rampendienst vormen. De Bond
gaat ervan uit dat op solidariteit kan
worden gerekend van alle volle-
grondstuinders en de glastuinders.
Volgens het principe "vele handen
maken licht werk" zullen schade-
situaties tegemoet worden ge
treden.
het etiket ouderwets of primitief op
geplakt. En er is geen boer die daar
graag voor wordt uitgemaakt".
Behalve een mentaliteitsverandering
bij de boeren is volgens Wantij ook
een stimulerender beleid van de pro
vincie nodig. Gedacht kan worden
aan subsidie voor milieuvriendelijke
technieken, voor biovoorlichters of
voor samenwerkingsvormen tussen
biobedrijven. In Friesland is hiervoor
een stichting opgericht, waarin 42
bedrijven deelnemen met financiële
steun van de provincie.
Om ook in Zeeland de interesse
voor biolandbouw te vergroten is
het volgens de auteurs van het arti
kel noodzakelijk dat de boeren als
eenheid onderhandelen met de af
nemers van de biologisch geteelde
produkten. In Zeeland is de groep
Ekocheck opgericht, die prijsafspra
ken maakt met afnemers en op zoek
gaat naar nieuwe afzetmogelijkhe
den. De groep moet het nog zonder
subsidie van de provincie stellen.
Verder moeten de belangrijkste ad
viseurs van de boeren, de stands-
en voorlichtingsorganisaties, objek-
tief aandacht geven aan biologische
landbouw. "De konsument heeft
echter het laatste woord. Deze be
paalt uiteindelijk de omvang van het
biologisch landbouwareaal", aldus
Wantij, dat overigens vindt dat Zee
land prima geschikt is voor bio
landbouw.
Sektie Kleiakkerbouw van de Stich
ting Takorganisatie Akkerbouw
Noord-Brabant hield haar jaarverga
dering buiten haar werkgebied en
wel te Nieuwe Tonge op Goeree-
Overflakkee. De reden daarvan was,
dat aansluitend een bezoek werd
gebracht aan het biologisch gewas-
beschermingsbedrijf De Groene
Vlieg te Nieuwe Tonge. Voor alle
bestuursleden van de Westbrabant
se Verenigingen voor Bedrijfsvoor
lichting was dit een eerste
kennismaking met een partikulier
bedrijf dat zich toelegt op deze zo
milieuvriendelijke wijze van gewas
bescherming in de akkerbouw.
Met grote aandacht werd geluisterd
naar hetgeen dr. M. Loosjes, direk-
teur van De Groene Vlieg, te vertel
len had over de twee belangrijke
poten van het bedrijf, te weten de
biologische bestrijding van de uie
vlieg en het opsporen van aardap
pelcysten, veroorzakers van de zo
gevreesde aardappelmoeheid.
De uievlieg is het belangrijkste scha
delijke insekt in uien. In het voorjaar
komen de vliegen uit de grond in
velden waar het vorige jaar uien
stonden. Ze zoeken dan uievelden in
de buurt op en leggen hun eitjes bij
jonge plantjes. De maden eten de
ondergrondse delen van het uie-
plantje op; in de zomer eten ze aan
de bol. Als poppen overwinteren ze
in de grond. Wordt er geen bestrij
ding toegepast, dan kan de schade
zeer groot zijn.
Bij chemische-bestrijding blijven er
in het najaar tot tienduizenden pop
pen per hektare over. Bij biologische
bestrijding wordt de uievlieg bestre
den met soortgenoten. Er wordt een
overmaat aan gesteriliseerde uievlie-
gen in het veld losgelaten. Deze
vliegen zijn geheel ongevaarlijk. De
meeste wilde uievliegwijfjes paren
met een steriel mannetje. Hun eie
ren komen niet uit. Zo wordt schade
voorkomen en wordt het aantal uie-
vliegen tot een laag niveau terugge
bracht. Deze steriele techniek kan
op elk willekeurig uieveld worden
toegepast, onafhankelijk van wat de
buren doen op hun percelen. In de
praktijk worden meestal groepen
van min of meer bijeengelegen uie
velden behandeld. Dit gebeurt door
medewerkers van De Groene Vlieg.
Door bundeling van meerdere per
celen kan efficiënt worden gewerkt.
Om deze reden ook, zijn de aktivitei-
ten van De Groene Vlieg tot op he
den geconcentreerd in de
IJsselmeerpolders. Op het bedrijf in
Nieuwe Tonge worden de groene ui-
evliegen het hele jaar door ge
kweekt. De poppen worden in
koelcellen bewaard.
AM-Opsporing
De Groene Vlieg heeft de voorbije
twee jaren 2500 ha bemonsterd op
aardappelcysten. Het onderzoek
vond met name plaats in de IJssel
meerpolders. Als kleine besmet
tingshaarden voor bleken te komen,
dan kon bestrijding effektief plaats
hebben door een geschikt resistent
aardappelras te telen. Het gevolg
daarvan was, dat geen risiko werd
gelopen op een besmetverklaring
met alle consequenties van dien.
Wil men dus meer inzicht krijgen in
de mate waarin de grond eventueel
besmet zou kunnen zijn met aardap
pelcysten, dan kan De Groene Vlieg
het gewenste onderzoek doen. De
monsters kan men, op advies van
De Groene Vlieg, zelf nemen. De in
tensiteit van de bemonstering, de
gewenste snelheid van de uitslag
van het onderzoek, de soort en
biotype-bepaling van de cysten, al
deze service kan door De Groene
Vlieg worden gegeven. Wil men van
de PD een verklaring krijgen dat de
grond onbesmet is, zodat in ieder
geval tot 1997 om de drie jaar een
AM-vatbaar ras geteeld kan wor
den, dan moeten de monsters door
De Groene Vlieg worden genomen.
C. Rops