Aardappel lijkt weer beter
in de smaak te vallen
Consument welwillend tegenover
vers gesneden knolselderij
Kursus tulpenbroeï
gaat door
Melding teelt AM-resistente rassen
vanaf dit seizoen verplicht
Rassenlijst waardeert
eiwit in veldbonen
Restanten aardappelen en
bieten tijdig opruimen
Ontheffing bietenteelt voor
zaadwinning VanderHave
12
'V
Het image van aardappelen bij de
Nederlandse consument is verbe
terd. Deze conclusie kan getrokken
worden uit een jaarlijks terugkerend
onderzoek van het NIVAA-
Nederlands Aardappelbureau. De
aardappel, anno 1991, leeft weer bij
de consument.
Uit bovengenoemd onderzoek blijkt
dat de consument de aardappel
steeds meer als een gezond, makke
lijk, niet dikmakend en gezellig voe
dingsmiddel ziet. Deze
eigenschappen worden o.a. belicht
in de campagne 'Aardappel Verveelt
Nooit', die het NIVAA-Nederlands
Aardappelbureau de laatste driejaar
voert. De vrees dat de negatieve be
richtgeving over aardappelen door
milieu-organisaties het gezondheids
image van aardappelen zou beïn
vloeden lijkt vooralsnog ongegrond.
Consumptie
De verbetering van het image heeft
tot gevolg dat ook de consumptie
van aardappelen na ëêh jarenlange
daling weer stabiliseert en zelfs
stijgt. In 1987 lag het aantal dagen
per week, dat een huishouden ge
middeld aardappelen at op 4,9 da
gen. In 1988 lag dit gemiddeld op
4,8 en in 1990 lag dit op 4,7 dagen.
Nu, in 1991, ligt het aantal aardap-
peldagen op 4,8. Of deze stijging
doorzet is nog de vraag, maar de
verbetering in het image wijst op
een toekomstige stijging.
Het laatste jaar van de campagne
'Aardappel verveelt nooit' heeft het
NIVAA voornamelijk geadverteerd in
bladen als VIVA, Marie Claire, Avant
Garde en Elle. Uit het onderzoek
blijkt dat het image van aardappelen
bij de lezers van deze bladen meer is
verbeterd t.o.v. de landelijke ontwik
keling van het image.
Het image is verbeterd door een
aantal factoren:
- De hernieuwde aandacht van
het winkelbedrijf voor aardappe
len, resulterend in een breder as
sortimenten een betere
presentatie.
De activiteiten van de Neder
landse aardappelhandel, zoals in
troductie van merken en diverse
promotieacties.
Een algemene trend bij de con
sument naar gezond, vers
voedsel.
De collectieve campagne van
het NIVAA-Nederlands Aardap
pelbureau.
Vers gesneden knolselderij kan een
welkome aanvulling zijn op het aan
bod van bewerkte groenten. Uit on
derzoek is gebleken dat de
consument welwillend staat tegen
over dit produkt.
Het marktonderzoek is in de zomer-
van 1990 uitgevoerd door het Pro-
duktschap voor Groenten en Fruit,
met medewerking van een stagiaire
van de Agrarische Hogeschool
Delft. Aanleiding tot het onderzoek
was een gesprek van de
knolselderij-telersvereniging Zuid-
West Nederland met het PGF, naar
aanleiding waarvan het idee naar
voren kwam om een kleinschalig
oriënterend marktonderzoek uit te
voeren naar de marktkansen van
vers gesneden knolselderij in Neder
land. Dit produkt wordt voorverpakt
op onder andere de Belgische en
Franse markt aangeboden, maar in
Nederland echter nog niet.
Er is gekozen voor een face-to-face
straat-enquête. Van de 205 onder
vraagde personen kenden er 200
het produkt knolselderij. Van de 200
kenners gaf 20 procent te kennen
knolselderij niet te eten om redenen
van 'niet lekker' of 'weinig ge
bruiksmogelijkheden'. Van
knolselderij-eters koopt driekwart
wel eens verse knolselderij. Deze
respondenten verwerken de verse
knolselderij veelal in de (erw
tensoep. Op de vraag of men nog
andere gebruiksmogelijkheden van
verse knolselderij kent scoort vooral
het gebruik als salade hoog. Een
groot deel van de ondervraagden
weet echter geen tweede ge
bruiksmogelijkheid op te noemen.
Kopers van verse knolselderij vinden
het moeilijk om aan te geven wat nu
de voor- of nadelen zijn van het ver
se produkt zoals het nu in de win
kels wordt aangeboden. Het meest
genoemde voordeel was de vers
heid en als nadeel kwam veelal de
hoeveelheid, bewerkelijkheid en het
vuile uiterlijk van bet produkt naar
voren.
De reakties op het vers gesneden
knolselderij zoals deze op de foto's
afgebeeld stond waren veelal posi-
Het eiwitgehalte van het witbloeien
de veldbonenras Toret komt volgens
kweker Barenbrug gemiddeld uit op
35,5 procent in de drogestof. Bij
bontbloeiende veldbonen ligt dit ge
middeld op 29,9 procent in de dro
gestof. Op de rassenlijst staan voor
de verschillende veldbonenrassen
nu ook waarderingen voor het eiwit
gehalte, een stap in de goede rich
ting vindt Barenburg.
TNO heeft onderzoek gedaan naar
de vertering door biggen van wit- en
bontbloeiende veldbonen. Hieruit
blijkt dat het eiwit van witbloeiers
veel beter verteerbaar is dan het ei
wit van bontbloeiers (resp. is 85
procent en 69 procent van het eiwit
verteerbaar). Witbloeiende veldbo
nen hebben bovendien een betere
verteerbaarheid van de overige kool
hydraten en ook van de organische
stof. Volgens het kweekbedrijf is er
nog een ander voordeel verbonden
aan het gebruik van het ras Toret:
tief. Voor bijna driekwart van de on
dervraagde personen was het
gemak veruit het belangrijkste voor
deel voor het op deze wijze aanbie
den van verse knolselderij. Bijna
70% van de respondenten gaf te
kennen vers gesneden knolselderij
(wel eens) te willen kopen.
Uit het onderzoek blijkt dat de con
sument welwillend tegenover vers
gesneden knolselderij staat. Ander
zijds is de produktkennis klein wat
tot uiting komt in weinig kennis van
gebruiksmogelijkheden. Recepten
informatie en het benadrukken van
de positieve eigenschappen van
knolselderij (als rauwkost goed voor
de lijn, vochtafdrijvend) is daarom
belangrijk. Het mengen van gesne
den knolselderij met andere produk-
ten (b.v. wortelen) maakt het
produkt ook aantrekkelijker.
De huidige consument is gevoelig
voor produkten die de bereiding van
de maaltijd vergemakkelijken. Vers
gesneden knolselderij kan daarom
een welkome aanvulling zijn in het
marktsegment van bewerkte
groenten.
Om besmettingen te voorkomen
moeten restanten van suikerbieten,
voederbieten en aardappelen tijdig
worden opgeruimd. In Zeeland en
Brabant is een verordening van
kracht die het verbiedt om na 1 april
suikerbieten, voederbieten en afval
van deze produkten voorzover er
nog blad aan zit in voorraad te heb
ben. Voor aardappels en aardappel
restanten geldt 15 april als 'fatale'
datum.
Bieten en bietenafval kunnen
besmet zijn met een virus, dat de
vergelingsziekte veroorzaakt. De
besmetting kan door luizen worden
overgebracht op bietenplantjes in
het veld. Daarom is het nodig dat
aan de bieten en bietrestanten geen
blad meer zit op het moment dat de
bieten boven de grond komen.
De Algemene Inspectie Dienst con
troleert de naleving van de verorde
ning. Het blijkt elk jaar weer dat een
aantal mensen zich niet aan de re
gels houdt en een waarschuwing of
een proces-verbaal 'oplopen. Zorg er
daarom voor dat de bieten en het
afval voor 1 april opgeruimd zijn.
Aardappelen
Niet uitgeplante aardappelen of af
val van aardappelen waarop sten
gels met blad voorkomen moeten
voor 15 april verwijderd zijn. Ook dit
is in Zeeland en Noord-Brabant bij
verordening bepaald. Het verbod
geldt niet voor aardappelen, die
bestemd zijn om te worden uitge-
plant. Verder is men verplicht voor
dat aardappelen worden afgevoerd
naar een buiten het bedrijf gelegen
plaats zodanige maatregelen te ne
men dat zich aan deze aardappelen
of aan het afval geen stengels met
blad kunnen ontwikkelen.
De campagne 'De aardappel verveelt nooit' begint vruchten af te
werpen
De Gewestelijke Raad van het Land
bouwschap voor Noord-Brabant
heeft onlangs aan VanderHave ont
heffing verleend van het verbod om
voeder- en suikerbieten voor zaad
winning te telen. Deze ontheffing is
in het belang van de bietenteelt
(veredelingswerk) verleend onder
een groot aantal voorwaarden. Voor
een beperkt aantal kleine locaties is
ontheffing verleend aan het Kweek
bedrijf en Zaadhandel VanderHave
B.V. te Rilland in gebieden waar
geen of nagenoeg geen bieten ge
teeld worden.
De perceeltjes waarvoor ontheffing
verleend is zijn gelegen in de
Wouwse Plantage, Bergen op Zoom,
Hoogerheide, Ossendrecht, Huijber-
gen en Heimolen. Voor het toezicht
en de naleving van de gestelde
voorwaarden is een Controle
commissie ingesteld.
De Controlecommissie zal alles
nauwlettend volgen en bietenperce
len van derden in de omgeving van
de locaties waarvoor ontheffing is
verleend bij de controle betrekken.
Indien in de loop van 1991 bietente
lers van mening zijn dat in hun bie
tenpercelen vergelingsziekte
optreedt die mogelijk het gevolg is
van nabij gelegen zaadbietenveldjes
dienen zij dit te melden bij de Ge
westelijke Raad van het Landbouw
schap voor Noord-Brabant, Postbus
512, 5000 AM te Tilburg (telefoon
nummer 013-426429).
De voor aanstaand najaar geplande
kursus tulpenbroei gaat definitief
door, dankzij de grote belangstel
ling. Dit bleek na de onlangs door
Westland Berkel Bloemenveilingen
Holland georganiseerde open mid
dagen. De kursus vindt plaats in
Goes.
De kursus is gericht op akkerbou-
wers/bollentelers die belangstelling
hebben voor de tulpenbroeierij, of
die hiermee recentelijk zijn begon
nen. De kursus, die vanaf 24 okto
ber a.s. gedurende zes
donderdagmiddagen wordt gehou
den, wordt georganiseerd door de
KAVB in samenwerking met de DLV
Lisse en de bloemenveiling. Meer in
formatie kunt u verkrijgen bij Peter
Cuppen, stafmedewerker assorti
mentsbeleid Bloemenveiling West-
land, tel. 01740-33676.
De door de bloemenveiling gehou
den open middagen bij twee akker
bouwbedrijven in Zuid-West
Nederland zijn overigens zeer goed
bezocht. Ongeveer 80 personen
maakten kennis met de manier
waarop op een bestaand akker
bouwbedrijf de tulpenbroeierij kan
worden ingepast. Naast de belang
stelling voor het broeien in de kas
was de meerderheid geïnteresseerd
in het broeien van tulpen in een
daarvoor aangepaste schuur of stal,
onder kunstlicht.
Het witbloeiende veldbonenras
Toret.
bontbloeiende veldbonen bevatten
tannine, een reden dat de veevoerin-
dustrie ze niet graag verwerkt. Wit
bloeiende veldbonen bevatten
daarentegen geen tannine en zijn
daarom wel geschikt voor varkens
voer. Dit wordt bevestigd door on
derzoek van TNO.
In het kader van de regels voor de
aardappelteelt moet met ingang van
seizoen 1991, de teelt van rassen
die resistent zijn tegen aardappel
moeheid (AM) gemeld worden aan
de Plantenziektenkundige Dienst.
Dit als gevolg van de nieuwe regels
voor de aardappelteelt. Het niet
melden betekent, dat wordt aange
nomen dat géén AM-resistent ras is
geteeld.
Met het invoeren van de verplichte
melding van AM-resistente rassen
wordt vooruit gelopen op de nieuwe
regels voor de aardappelteelt in
1997 en 1999. De meldplicht voor
de grondontsmetting blijft ge
handhaafd.
Voor het noordoostelijk zand- en
dalgrondengebied gelden beide hier
genoemde meldplichten niet (met
uitzondering van de teelt van
pootgoed).
Het melden van de teelt van AM-
resistente rassen dient binnen twee
weken na poten (uiterlijk 15 mei)
plaats te vinden aan de districtskan
toren van de Plantenziektenkundige
Dienst. De melding dient te gebeu
ren op het daarvoor bestemde for
mulier vergezeld van een schets van
het perceel op'een kopie van een
kaart. De formulieren zijn verkrijg
baar bij de districtskantoren van de
Plantenziektenkundige Dienst.
De nieuwe regels voor de aardap
pelteelt zullen met ingang van 1997
van kracht worden. Tot dat jaar kan
volgens de huidige regels worden
geteeld. Het is echter belangrijk, dat
al eerder wordt ingespeeld op de
nieuwe regels zodat het teeltplan
geleidelijk kan worden aangepast.
Dit geldt met name voor de 1 op 4
teeltregel, die in 1999 van kracht
wordt. De teelt van een vatbaar ras
in een 1 op 4 schema is met ingang
van 1999 alleen toegestaan als ten
minste één van de twee voorgaande
teelten in een 1 op 4 schema een
AM-resistent aardappelras betrof.
De 1 op 3 teelt is met ingang van
1997 alleen toegestaan als afwisse
lend een vatbaar of een resistent ras
wordt geteeld. De 1 op 2 teelt zal
met ingang van 1997 verboden zijn.
De vroegrooiregelingen blijven
bestaan. De grondontsmetting
heeft met ingang van 1997 geen
betekenis meer voor het teelt
schema.
Nadere informatie over het melden
van AM-resistente rassen en de re
gels voor de aardappelteelt is te ver
krijgen bij de districtskantoren van
de Plantenziektenkundige Dienst.
Het adres van de PD in Roosendaal
is: Vughtstraat 30, 4700 BE Roo
sendaal, tel. 01650-37753.