ARD Situatie tek. N.P. i.o. Onzekerheid De Aakvlaaipolder, een gebied van 170 ha langs de Amer in dé zuid oosthoek van de Brabantse Bies bosch, zal in ieder geval niet als lokatie voor dit spaarbekken worden aangewezen. De landbouwpolder is bestemd als natuurgebied met in tensieve rekreatiemogelijkheden. Er zijn nog maar weinig tekenen die er op wijzen dat de bestemming wer kelijkheid wordt. Het ziet er naar uit dat er nu eerst een Milieu Effekt Rapportage (MER) moet plaatsvin den. Dat zal opnieuw een aanzienlij ke vertraging opleveren. Er zijn mensen die hopen dat van uitstel afstel komt. in het rekreatieschap de Brabantse Biesbosch zijn stemmen opgegaan om het vierde spaarbekken in de Jannezandpolder aan te leggen. "Er wordt over ons, maar zonder ons gepraat", stelt Van Hoven gelaten vast. Als er één bij de toekomst van de Jannezandpolder betrokken is, is hij het wel... Intussen is onzekerheid troef onder de boeren in de Brabantse Bies bosch. Ze dachten rust en veiligheid te vinden achter dijken op Delta hoogte. De werkelijkheid is anders. Zelfs de dijkverzwaring is op vitale trajekten nog niet gerealiseerd. En daarnaast hangen de natuurclaims als een zwaard van Damocles boven hun hoofden. Toch blijven de boeren nuchter. Ze weten dat alle ambitieu ze plannen rond natuurontwikke lingsgebieden, alternatieve dijktracés en nieuwe drinkwater voorzieningen handen vol geld kosten. Geld dat er niet is, althans voorlopig niet. En verder hopen ze op steun van de plaatselijke en regionale overheden. Plaatselijk hebben de boeren geluk kig goede kontakten met de ge meentebestuurders. Het meest vrezen ze nog de opstelling van de provincie Noord-Brabant, die graag Roomser dan de paus wil zijn in haar natuur- en milieubeleid. Als het gaat om de toekomst van de Biesbosch valt het overigens niet mee te ontwaren wie het nu precies voor het zeggen hebben. Het gebied maakt deel uit van twee provincies, vijf gemeenten en twee water schappen. Daarnaast heeft ook Rijkswaterstaat een vinger in de pap. De landbouw in de Brabantse Biesbosch heeft intussen de koppen bij elkaar gestoken en een klank bordgroep gevormd. De groep wil als gesprekspartner de gezamenlijke landbouwbelangen gaan behartigen in de kontakten met de overheid. Als voorzitter fungert de heer C. Branderhorst, voorzitter van de ZLM-kring Altena/Biesbosch. Verder bestaat de groep uit: J.P.C. van Ho ven, F. Haanstra, R. Kadijk, G.J. de Jager, M.C. de Regt, ing. A. Boer en drs. T. Elzinga (beleidsmedewerker ZLM). KJ. Nationaal Park Landbouwgronden binnen de begrenzing Nationaal Park 1 Geplande drinkwaterbekkens Kijkje op een van de drie spaar bekkens in het zuidelijk deel van de Brabantse Biesbosch. betalen in verband met waardever meerdering van onze grond". Intussen is zoals gezegd het beheer- en inrichtingsplan van de Biesbosch als voorontwerp gepresenteerd. Tot 1 juni a.s. is inspraak mogelijk. Uit het plan blijkt dat het op langere ter mijn nog maar de vraag is of de Noord- en Oostwaard buiten de be grenzing van het Nationaal Park kunnen worden gehouden. Op ter mijn zou een deel van de Noord- waard onder invloed van het Natuurbeleidsplan in het Nationaal Park moeten worden opgenomen, zo stelt de nota. Voor alle landbouw- enclaves - ook die in de Zuidwaard - moet er een omschakeling naar natuurbeheer komen. Van Hoven stelt dat beperkingen voor de land bouw uit den boze zijn. "Het is öf landbouw óf natuur. Een beheersre geling werkt gewoon niet in de ak kerbouw". Grote bezwaren hebben de Biesbosch-boeren ook tegen opne ming van het zogenaamde Steurgat in het Nationaal Park. Het gaat om een brede kreek op de scheiding van de Noord- en Oostwaard. Het beheer- en inrichtingsplan stelt na tuur met- rekreatief medegebruik voor, maar de boeren vinden dat de landbouwkundige eenheid tussen Noord- en Oostwaard in stand moet blijven. Geen natuur en rekreatie in het Steurgat dus. Buffergebieden Het is niet alleen het oprukkende natuurgeweld en de dreigende an nexatie van goede landbouwgron den, zoals in de Noordwaard, wat de boeren in de Biesbosch bezig houdt. Ook het fenomeen bufferge- bied maakt hen ongerust. Deze term komt voor in het Natuurbe leidsplan en wordt gebruikt voor landbouwgebieden die een mogelijk nadelige invloed kunnen uitoefenen op naburige natuurterreinen. Land bouwbedrijven in buffergebieden moeten rekening houden met be perkingen in hun bedrijfsvoering. Er is sprake van dat de hele Noord- waard en zelfs de Oostwaard als buffergebieden worden aan gewezen. Van Hoven begrijpt niet waar de overheid naar toe wil met dit beleid. "In de Biesbosch wordt extensief geboerd. Er vindt geen grond- ontsmetting plaats Er wordt ver Ook de recreatie vraagt ruimte in de Biesbosch. houdingsgewijs veel graan en graszaad geteeld. Ideaal voor de ganzen, die hier dan ook in groten getale fourageren. En dan trekken we echt niet meteen aan de bel als er eens wat te veel zitten. We be seffen dat we tegen een natuurge bied aanzitten. Maar men moet van ons geen onevenredig zware offers vragen. Wij willen kunnen blijven boeren". Een laatste dreiging die de boeren in de Biesbosch boven het hoofd hangt is de eventuele aanleg van een vierde spaarbekken. In de Zuid- waard liggen er al drie, keurig ver scholen in natuurgebieden. Het geplande vierde spaarbekken is oor spronkelijk op de daar aanwezige en reeds door het waterwinbedrijf aan gekochte landbouwgronden gepro- jekteerd. Maar intussen zijn de plannen voor het Nationaal Park ver schenen. En volgens die plannen hoort een spaarbekken niet thuis in een Nationaal Park. Als het er moet komen - de npodzaak lijkt zich steeds duidelijker aan te dienen - zal elders in de Brabantse Biesbosch een lokatie moeten worden gevon den, wellicht ergens in de Noord- waard of de Oostwaard. Opnieuw een aanslag op landbouwbelangen dus.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 11