Dalende graanprijzen slecht voor milieu Nieuws en Commentaar Voor bedrijfsgezondheidszorg f1,5 miljoen uitgetrokken KNLC kommentaar 2S; ïflfflfD Campina melkproduktie verder afslanken Landbouwschap wil zelf stikstofuitspoeling aanpakken Nikserigheid Minister Alders: ♦♦V Minister Alders (milieubeheer) is het niet eens met de kritiek van de land bouw, dat de milieuplannen in de praktijk niet of nauwelijks haalbaar zijn. Op een spreekbeurt voor de Friese CBTB in Leeuwarden noemde hij als voorbeeld het plan van aan pak voor ammoniak, waarin een fa sering is opgenomen juist om technieken en methoden te kunnen ontwikkelen en in de praktijk te kun nen toepassen. Ook in de onder- werkverplichting is daarom een fasering opgenomen. De sterke vermindering van gewas beschermingsmiddelen, diè in het Meerjarenplan is opgenomen, kan volgens de minister worden bereikt door een ruimere vruchtwisseling. In verband hiermee zijn vooral gra nen van belang, omdat zij geen bo- demziekten als gevolg van intensieve teelt overbrengen. "Door meer granen en soortgelijke gewas sen in het bouwplan op te nemen is het mogelijk minder bodem- ontsmettende middelen te gebrui ken. Ook gezien het totale gebruik aan bestrijdingsmiddelen is de graanteelt een relatief milieuvrien delijke teelt", aldus de minister. Uitwijken De dalende graanprijzen zijn uit milieu-oogpunt niet gunstig, zo rea liseerde de bewindsman zich. De akkerbouwers zullen immers meer en meer uitwijken naar meer inten sieve vormen van grondgebruik waarin het gebruik van bestrij dingsmiddelen hoog is. Alders heeft zijn collega Bukman hier al eerder op gewezen. "We zullen er naar moeten streven dat de Nederlandse graanteelt niet verder onder druk komt te staan. Een mogelijke oplos sing kan gevonden worden in com pensatie voor kleine graantelers. In de berichten over de McSharry- voorstellen wordt daarbij gesproken over een grens bij 30 ha. We zullen deze discussie nauwgezet volgen", aldus minister Alders. In zijn toespraak kondigde Alders verdergaande maatregelen tegen de ammoniakemissie aan. Naast de al gemeen technische maatregelen zullen er strenge regionale en ob- jectgerichte plannen worden uit gewerkt. Door de dalende graanprijzen zullen akkerbouwers meer en meer uit wijken naar intensievere vormen van grondgebruik die een hoger ge bruik van gewasbeschermingsmiddelen vragen. Voor de financiering van bedrijfsge zondheidszorg in de agrarische sec tor wordt de algemene heffing van het Landbouwschap dit jaar en vol gend jaar met 1,5 procent ver hoogd. Het bestuur van Landbouwschap heeft dit woens dag besloten. Over de financiering na 1992 wordt later beslist. De kosten van de bedrijfsgezond heidszorg in de land- en tuinbouw zijn de komende twee jaar geraamd op circa 3 miljoen gulden. Daarvan komt de helft voor rekening van het Landbouwschap en de andere helft voor rekening van de bedrijfsvereni ging ASF. Over de financiering na 1992 zullen nadere afspraken wor den gemaakt, mede op basis van de ervaringen die worden opgedaan. In de toekomst worden overigens ook inkomsten verwacht uit medische keuringen. Het eerste centrum voor bedrijfsge zondheidszorg in de agrarische sec tor werd in november vorig jaar geopend in Naaldwijk. Voor de ko mende twee jaar staan nog vestigin gen op het programma in Noord-Holland, Friesland en in het grensgebied Noord-Brabant en Lim burg. Het Landbouwschap heeft voor het beheer van de centra een stichting in het leven geroepen, de Stichting Gezondheidszorg Agrari sche Sectoren. De gezondheids diensten zijn vooral bedoeld om ziekte en ongevallen door het werk in de land- en tuinbouw te voorkomen. De zeer moeilijke marktsituatie voor gecondenseerde melk dwingt Cam pina Melkunie opnieuw het mes te zetten in de melkproduktie. In de di visie United Dairymen moeten 140 van de 640 arbeidsplaatsen worden geschrapt. De grootste klap valt in het produktiebedrijf Bergeijk waar 114 van de 194 arbeidsplaatsen vervallen. Op het kantoor in Rosma len wordt het aantal arbeidsplaat sen teruggebracht van 94 naar 74. In het produktiebedrijf te Zeven- bergschen Hoek worden geen per sonele maatregelen genomen. De direktie heeft meegedeeld dat er geen gedwongen ontslagen zullen vallen. De divisie verwerkt op jaarbasis 270 miljoen kg melk tot geconden seerde en geëvaporiseerde melk, melkpoeder in consumentenverpak king, alsmede koffiemelk, koffie room, chocolademelk en gesteriliseerde melk in flessen. In de drie produktiebedrijven te Bergeijk, Zevenbergschen Hoek en Gouda wordt een omzet van 350 miljoen gulden gerealiseerd, hoofdzakelijk via export. Dalende export De reorganisatie in Bergeijk die Campina in 1988 doorvoerde heeft niet het gewenste resultaat opgele verd, aldus de direktie. De dalende export uit de EG heeft zich zelfs ver sterkt voortgezet. In Nederland en Duitsland zijn sinds 1985 al vijf fa brieken gesloten. Behalve de struc tureel teruglopende export spelen ook de vermindering van de export restituties en de waardeverminde ring van de dollar een rol. Daarnaast is er in Azië en Afrika sprake van uit breiding van de produktie van re- combined milk, waarvoor hoofdzakelijk magere melkpoeder in plaats van gecondenseerde melk wordt ingevoerd. De sombere vooruitzichten ten aan zien van het toekomstige EG-beleid hebben de direktie ertoe gebracht nu aanpassingen door te voeren. Een deel van de gedupeerde werknemers kan elders binnen het concern aan het werk, 31 mensen kunnen op natuurlijke wijze afvloei en. Een klein aantal personeelsleden krijgt werk buiten het bedrijf. Het Landbouwschap komt over en kele maanden met een gedetailleerd plan om de uitspoeling van stikstof naar het grond- en oppervlaktewa ter aan banden te leggen. Dit blijkt uit een notitie die woensdag aan de orde kwam in de openbare bestuursvergadering. Aanleiding voor het plan is het eind vorig jaar verschenen rapport van de Commissie Spiertz over het pro bleem van de stikstofbelasting van het grond- en oppervlaktewater. Het kabinet is op het ogenblik bezig dit rapport te vertalen in concrete be leidsvoornemens. Het Landbouwschap erkent het door de commissie in kaart ge brachte stikstof probleem, maar wil zelf met oplossingen komen, reke ning houdend met het bestaande milieubeleid en de inpasbaarheid' van maatregelen in de agrarische bedrijfsvoering. Volgens het schap kunnen de beoogde milieudoelstel lingen grotendeels worden verwe zenlijkt door het treffen van technische en organisatorische maatregelen op de bedrijven. Ge dacht wordt aan het bijhouden van mineralenbalansen, het toepassen van nieuwe bemestingstechnieken, het instellen van bemestingsvrije perceelsranden en een verbod op het uitrijden van mest op be sneeuwde landerijen. De minister van WVC sprak laa tst stevige taal: ze verweet de om roepvoorzitters "nikserigheid". A/s de tv-bonzen niet snel tot een accoord zouden komen over de nieuwe zenderindeling, zou Hedy het zelf wel doen! Niet om dat oud-minister Braks voorzitter is geworden van de KRO, maar ik zie toch wel grote overeen komsten tussen de gebeurtenis sen in Hilversum en onze pogingen om de structuur van de agrarische belangenbeharti ging aan te passen aan de eisen van deze tijd. Een van de meest in het oog springende overeenkomsten is natuurlijk de verzuiling. De KRO kunnen we dan gelijkstellen met de KNBTB, de NCRV met de CBTB en AVRO, VARA, TROS en Veronica met het KNLC. De ver gelijking kan nog verder worden doorgetrokken: de omroepen werken samen in de NOS, de CLO's werken samen in het Landbouwschap. Zelfs de druk van buiten om tot veranderingen over te gaan is vergelijkbaar. Het omroepbestel moet dringend een antwoord geven op de druk van de commercie; ook bij de agrarische belangenbehartiging krijgen de CLO's steeds meer concurrentie van buiten. McKin- sey heeft de omroepen geadvi seerd: geen fusie maar inniger samenwerking op een net van vrienden met gelijke identiteit. Dit leidt op den duur wellicht tot fusie en misschien dat dit voor een belangrijk deel de kritiek van sommige omroepbonzen ver klaart. Zonder regisseur Naast overeenkomsten bestaan er enkele zeer belangrijke ver schillen tussen het omroepbestel en het groene front. A/s eerste valt mij daarbij op dat de minister van WVC zegt: "Als de heren in Hilversum het niet doen, dan zal ik zelf de knoop doorhakken". Zo'n knopendoorhakker missen wij we! eens. De discussies over de toekomst van de agrarische belangenbehartiging verlopen soms zo moeizaam, omdat niet iedereen zo gemakkelijk bereid is de eigen positie op te geven. Er zit geen tijdsdruk op de ketel, ie dereen vindt wel dat er wat moet gebeuren, maar velen be kijken dit toch eerst vanuit het welbegrepen eigen belang. Rijnconsult stelde voor de dis cussie over de toekomst van het Landbouwschap te laten leiden door een centrale regisseur. Het dagelijks bestuur van het Land bouwschap voert nu zelf de re gie. Met alle respect voor de grote inzet van iedereen in en rond het dagelijks bestuur, het is bijna ondoenlijk deze discussie, die in feite over jezelf gaat, in goede banen te leiden. De ver schillen van opvatting tussen en binnen de organisaties zijn daar voor op dit moment nog te groot. Het is dan zeer moeilijk om in goed collegiaal overleg een veranderingsplan, zoals Rijn consult het noemt, op te stellen. Dit vraagt een bereidheid tot ver andering en dat vraagt weer een loslaten van het directe eigen belang. Gilde-achtig Een ander belangrijk verschil tus sen omroepland en het land- bouwwere/dje is de gilde-achtige .agrarische structuur met zijn ei gen interne verordenende voegdheden. Een groot goed, dat ze in Hilversum zeker mis sen. De Publiekrechtelijke Be drijfsorganisatie werkt in de agrarische wereld a/s in geen an dere sector. Maar dit feit vertroe belt de discussie over de toekomst van de agrarische be langenbehartiging wel eens wat teveel. Het behartigen van de be langen van de leden is een zaak voor privaatrechtelijke organisa ties. Het kunnen regelen en or denen is een publiekrechtelijke taak. Natuurlijk zijn deze zaken niet altijd zo helder te scheiden: denk bijvoorbeeld maar aan de mestheffing. Binnen het Landbouwschap is dit sinds 1967 nog moeilijker uit elkaar te halen. Toen werd na melijk afgesproken om vanaf dat moment het Landbouwschap te benutten als instrument van col lectieve belangenbehartiging. Een innige verstrengeling van or denende bevoegdheden en be- langenbehartigende taken. Vaak in het belang van de sector en daarmee voor het collectief der leden. Echter ook vaak onhelder en soms zelfs onzuiver. De kri tiek van het KNLC op deze innige verstrengeling van PBO-taken en belangenbehartiging, die overi gens ook elders sterk wordt gesteund, wordt wel eens te snel en. te vaak weggepoetst. Soms wordt kritiek zelfs betiteld als een oncollegiale aanval, als het ingooien van de eigen ruiten en a/s onverstandig. Dit is niet terecht. Het KNLC stelt zich loyaal op en zal dit ook na de discussie over Rijnconsult doen. In dit stadium van de discussie is het echter noodzakelijk een visie te ontwik kelen over de toekomst van de PBO. Misschien behoort het KNLC hiervoor ook wel wat meer krediet te krijgen. Een man als oud-KNLC-voorzitter Louwes was een van de grote drijvende krachten achter de oprichting van het Landbouwschap. Knott- nerus, een andere oud-voorzitter, heeft het Schap zeer veel jaren als voorzitter getrokken. De posi tie die het KNLC nu inneemt dient ook alleen maar tot verbe tering. De PBO berust op drie principes: het katholieke 'subsidiariteitsbe ginsel', het protestantse beginsel 'soevereiniteit in eigen kring', het liberale motto 'overheid op af stand'. Deze principes gelden nog steeds, ze zijn althans in de discussies over Rijnconsult steeds merkbaar. Het grote ver schil is echter dat de wereld om de landbouw heen sterk is ver anderd. De landbouw is geen "dosed shop" meer, geen goed draaiende blac box, die voor alle problemen een passend tech nisch antwoord weet. De maat schappij is zich met de landbouw gaan bemoeien. Dit vraagt een andere vorm van be langenbehartiging. Aangepast aan deze tijd en passend in een transactiestelsel van afweging van vele belangen door de over heid. Hierbij moet de rol van pri vate en publiekrechtelijke organisaties wel helder worden. Eén ding is zeker: dit vraagt van alle partijen een veranderingsge zinde houding. Alleen dan kan ons geen 'nikserigheid' worden verweten. Jan Brinkman

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 5