'Je bent nu beter voorbereid op bestuurswerk'
Landbouwtelling 1991:
medewerking gevraagd
Deeltijdlandbouw wordt steeds belangrijker
Zeventiende topkadercursus Zuidwesten onlangs afgesloten
Onderzoek LEI:
Jos Mesu en Wim van Gorsel, twee deelnemers van de meest recente zuidwestelijke topkadercursus.
'Je bent nu beter voorbereid op
bestuurswerk'. Met deze kern
achtige zin geven akkerbouwer
Wim van Gorsel uit Rilland en
fruitteler Jos Mesu uit Vlissin-
geri aan wat voor hen de groot
ste betekenis is van de Topka
dercursus die zij onlangs hebben
afgesloten. Samen met nog 18
anderen hebben zij op de Volks
hogeschool Zeeland te Aarden
burg in januari en februari
gedurende drie maal een blok
van vier achtereenvolgende da
gen - met telkens een week tus
senruimte - allerlei vaardigheden
opgedaan. 'We hebben het idee
dat we er veel van hebben op
gestoken, en bovendien was het
gewoon hardstikke leuk', vertel
len de twee cursisten.
Dit voorjaar organiseerde de Com
missie Topkadervorming Zuid-West
Nederland voor de zeventiende keer
een Topkadercursus. Een dergelijke
cursus is bedoeld om jonge en aan
komende bestuursleden van land
bouworganisaties en coöperaties
allerlei (onontbeerlijke) vaardighe
den bij te brengen, waardoor ze be
ter zijn voorbereid op het
bestuurswerk in de georganiseerde
landbouw. Het gaat daarbij om za
ken als uitdrukkingsvaardigheden,
het behartigen van landbouwbelan
gen en het leren omgaan met de de
mocratie (het horen van de
achterban). Uiteraard vraagt een
groot deel van de cursus een actie
ve deelname van de jonge bestuur
ders, uitmondend in de presentatie
van een bedrijfsplan in de derde cur
susweek.
Bij het samenstellen van het pro
gramma hebben de deelnemers een
grote inbreng gehad. Dat begon al
met de kennismakingsavond op 6
november vorig jaar. ledereen kon
toen zijn of haar wensen kenbaar
maken, naar aanleiding waarvan
cursusleider Jacques Roumen het
programma samenstelde. 'Het pro-
In het tijdvak van 2 april tot en met
7 juni 1991 zal de jaarlijkse Land
bouwtelling worden gehouden. Het
doel van de landbouwtelling is om
een zo volledig mogelijk inzicht te
verkrijgen in de struktuur van de Ne
derlandse landbouw. Daarnaast
worden de gegevens van de telling
door het Ministerie van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij gebruikt
voor de uitvoering van diverse sub
sidieregelingen en maatregelen. De
Landbouwtelling wordt uitgevoerd
door de Distriktsbureauhouders
(DBH) van de Direkteur Landbouw,
Natuur en Openluchtrekreatie in
Zeeland.
Alle ondernemers die een agrarisch
bedrijf exploiteren, waarvan de be
drijfsomvang groter is dan 3 Nge
(Nederlandse grootte eenheid) en
die bij de DBH zijn geregistreerd,
zullen in april of mei een oproep ont
vangen om op één van de zitdagen
te verschijnen. Dit jaar zullen ook
konijne- en pelsdierhouders opgave
moeten doen. Tijdens de zitdagen
zullen rpedewerkers van de DBH be
hulpzaam zijn bij het invullen van
het formulier en kunnen de tellings
formulieren worden ingeleverd. U
wordt verzocht het oproepformulier
volledig ingevuld naar de zitdag mee
te nemen.
Als u vlas teelt kunt u tegelijkertijd
met uw landbouwtellingsopgave,
een speciaal teeltaangifte-formulier
invullen in verband met de steunre
geling voor vlas. Verhuurd vlasland
dient zowel voor de landbouwtelling
als voor de teeltaangifte, door de
verhuurder opgegeven te worden.
gramma was heel flexibel. Ook tij
dens de cursus zijn er nog
verschillende wijzigingen in aange
bracht, op verzoek van ons maar
ook omdat bepaalde onderdelen
niet door konden gaan. Doordat je
zelf het programma mede-
samenstelt ben je er natuurlijk sterk
bij betrokken en ga je nog gemoti
veerder aan de slag', lichten Jos en
Wim toe.
Toezegging
De in de tweede week geplande ex
cursie naar Brussel moest van het
programma geschrapt worden,
waarvoor in de plaats een excursie
naar de Consumentenbond en Mi
lieudefensie in Den Haag kwam. De
Met ingang van 1991 zullen de ge
gevens van de ondernemers die bij
de DBH geregistreerd zijn, op een
andere wijze worden vastgelegd
dan tot nu toe gebruikelijk was. U
ontvangt daarom samen met de
oproep voor de landbouwtelling,
nog een formulier waarop de gege
vens staan afgedrukt waarmee u
momenteel bent geregistreerd. Aan
u wordt gevraagd deze gegevens op
juistheid te kontroleren en aan te
vullen. Voor nadere inlichtingen
kunt u zich wenden tot de Distrikts-
bureauhouder.
De laatste jaren is het aantal deel
tijdlandbouwers in Nederland toege
nomen tot ruim 28 duizend. Voor de
komende tien jaar wordt enige ver
dere groei niet uitgesloten. De bete
kenis van deeltijdlandbouw binnen
het totaal van de land- en tuinbouw
neemt daardoor geleidelijk toe. Het
gaat dan zowel om het aantal be
drijven met deeltijdlandbouw als om
hun aandeel in de produktie en het
grondgebruik. Dat blijkt uit een on
derzoek van het Landbouw-
Ekonomisch Instituut in opdracht
van de Rijksplanologische Dienst en
het Ministerie van Landbouw, Na
tuurbeheer en Visserij.
Deeltijdlandbouw wordt in ons land
overwegend beoefend in de scha-
cursisten voelden veel voor een be
zoek aan deze instellingen vanwege
de in landbouwkringen omstreden
publicatie in de Consumentengids
waarin gesteld wordt dat in aard
appelen teveel nitraat zit. 'We heb
ben van de Consumentenbond de
toezegging gekregen dat ze in het
vervolg artikelen betreffende de
landbouw in hun blad eerst door
een praktiserend boer laten toetsen,
om in ieder geval te voorkomen dat
er feitelijke onjuistheden gepubli
ceerd worden. We zijn daar dan ook
met een zeer voldaan gevoel ver
trokken. We gingen er naar toe om
het wederzijds begrip te vergroten,
en dat lijkt aardig gelukt. De groep
heeft zelf het gesprek geleid, de
mensen van de Consumentenbond
zaten gewoon in de zaal. Wat be
treft het opdoen van vaardigheden
sloot deze excursie dus perfect aan
op de doelstellingen van de cursus'.
Bedrijven bezoeken
In de tweede week hebben de cur
sisten zich verdeeld in vijf groepjes
van vier en evenzovele agrarische
bedrijven bezocht. Door middel van
een gesprek met de ondernemers
trachtte men een beeld te krijgen
van hoe het bedrijf geleid wordt en
welke haken en ogen er aan zitten.
Alle leden van een groepje moesten
naderhand aangeven wat huns in
ziens het voornaamste knelpunt op
het bedrijf vormde. De knelpunten
zijn vervolgens uitgediept en door
de groep aan de overige cursusdeel
nemers gepresenteerd. Van alle vijf
presentaties zijn notulen bijgehou
den, zodat later een selectie ge
duw van andere, niet-agrarische ak-
tiviteiten. Het gaat vaak om kleine
bedrijven. Voor 84% van de deeltijd
agrariërs zijn de niet-agrarische ak-
tiviteiten belangrijker dan de
agrarische - zowel voor het inkomen
als wat betreft de arbeidstijd. Voor
zestien procent is de agrarische ak-
tiviteit het voornaamste.
Veel deeltijdagrariërs zijn full-time in
loondienst. Belangrijke bronnen van
werkgelegenheid zijn de agrarische
handel en dienstverlening. Voor één
op de zeven deeltijdagrariërs is het
inkomen van de echtgenote een niet
onaanzienlijk deel van het gezins
inkomen.
Uit het onderzoek blijkt dat deeltijd
landbouw niet, zoals vaak wordt ge
dacht, voornamelijk als
maakt kon worden van de vijf
belangrijkste knelpunten. Per knel
punt zijn nieuwe groepjes gefor
meerd, resp. voor spilfunctie graan,
integratie veehouderij-akkerbouw
(in verband met mestafzet), gewas
bescherming, gelegenheidsarbeid,
en contact met de consument. Tij
dens de slotavond verzorgden deze
groepjes een presentatie voor agra
rische bestuurders uit Zeeland en de
ondernemers van de bezochte be
drijven.
Mediawoordvoerder landbouw
Wim maakte deel uit van het groep
je met als thema 'contact met de
consument'. Dat contact kan vol
gens de groep verbeterd worden
door een intensivering van al be
staande fenomenen als open dagen,
het leveren van merkprodukten, en
het veranderen van de mentaliteit
van de agrariërs via cursussen
waardoor dezen zich mondiger kun
nen opstellen ten opzichte van de
consument. De groep lanceerde ook
een schooladoptieplan. Hierbij stel
de men zich voor dat scholieren met
een bepaald agrarisch bedrijf ken
nismaken en datzelfde bedrijf ver
volgens meerdere keren - door de
seizoenen heen - bezoeken. Als
meest opmerkelijke optie koos de
groep voor het wat grootser opzet
ten van de Stichting Public Relati
ons land- en tuinbouw. Er zou een
nieuw bureau aan de Stichting PR
toegevoegd moeten worden, dat
een belangrijke' rol gaat vervullen bij
de contacten met de media. De di
recteur van het bureau zou de
eerstaangewezene moeten zijn om
tussenstation dienst doet tussen
full-time aktiviteit en bedrijfsbeëin
diging. Integendeel: als men een
maal deeltijdagrariër is, verandert er
doorgaans weinig aan de verhou
ding tussen agrarische en niet-
agrarische aktiviteiten. Generatie
wisseling brengt zulke veranderin
gen vaak wel teweeg, tamelijk veel
deeltijdbedrijven worden dan opge
heven bij gebrek aan een opvolger.
Daarnaast wordt een deel van de
bedrijven - vooral kleine full-time be
drijven - door de jongere generatie
voortgezet in de vorm van part-time
bedrijf.
Meer deeltijdagrariërs
In de komende tien jaar zal het aan
tal deeltijdagrariërs waarschijnlijk
in de media als woordvoerder van
landbouwzaken op te treden.
'Een woordvoerder, dat geeft bij het
publiek vertrouwen en herkenbaar
heid, net als dat nu bijvoorbeeld zo
is bij de Amsterdamse politie (op de
televisie altijd vertegenwoordigd
door woordvoerder Klaas Wilting)
en bij aangelegenheden betreffende
het milieu (Lucas Reijnders). Die ene
woordvoerder moet uiteraard boven
de verschillende sectoren staan. Op
dit moment wordt er dan wéér deze
en dan weer die voor de televisie
gehaald als de landbouw in het
nieuws is. Niet iedereen is even
goed toebereid op deze taak, en bo
vendien weet de kijker niet wie hij
voor zich heeft', aldus de twee cur
sisten. De cursusgroep had voor
zichzelf nog niet uitgemaakt of
iemand uit de landbouw of iemand
van buiten de landbouw dat het
best zou kunnen.
De cursus krijgt wellicht nog een
vervolg. Doordat de excursie naar
het Europarlement niet door kon
gaan (in verband met de Golfoorlog)
is er relatief weinig aandacht gege
ven aan de landbouwpolitiek. Tij
dens de evaluatie op de laatste dag
bleek dat dit als een gemis werd er
varen. Er komt 'so wie so' nog een
dagje Brussel, op uitnodiging van
enkele fracties in het Europarle
ment. Ook is er eind dit jaar nog een
bijeenkomst, ledereen wordt dan
geacht een weloverwogen oordeel
te geven over wat voor hem of haar
de cursus heeft betekend.
Leuke groep
'We hebben vanaf het begin aan op
getrokken als een groep, ondanks
dat we uit alle delen van zuidwest-
Nederland en uit verschillende sec
toren afkomstig waren. Er was geen
sprake van 'groepjesvorming'. Dat
komt mede doordat het een interne
cursus was. Als je op school zit trek
je om vijf uur de deur achter je dicht
en ga je naar huis, wij cj'n9en
meestal door tot tien uur/half elf, en
bleven daarna nog een tijdje napra
ten. Dan leer je elkaar wat beter
kennen', aldus de twee.
'Er zat ook een jonge melkveehou
der op de cursus die vanwege zijn
bedrijf altijd 's avonds naar huis
moest, zodat hij de volgende och
tend op tijd was voor het melken ('s
avonds molk een bedrijfsverzorger).
Hij ging echter op verzoek van de
cursusleiding nooit meteen na af
loop naar huis, maar bleef tot een
uur'of half twaalf. Dat bevorderde
zijn functioneren in de groep'.
De twee cursisten kijken met enorm
veel voldoening terug op de drie in
terne weken in Aardenburg. Beiden
kenden van te voren niemand van
de anderen, en beiden zijn ervan
overtuigd dat zeker een aantal van
de opgedane contacten beklijft.
Daarmee zijn niet alleen de kennis
en vaardigheden verruimd, dat geldt
evenzeer voor de vrienden- en ken
nissenkring.
L.K.
stijgen tot rond de dertig duizend.
Dat komt vooral door de strengere
milieu-eisen, die een aantal akker
bouwers, varkenshouders en open-
grondstuinbouwers ertoe kunnen
bewegen om financiële ruimte te
onderzoeken in een baan erbij.
Volgens het onderzoek neemt deel
tijdlandbouw in Nederland ruim 9%
van de totale produktie voor zijn re
kening op ruim 11% van de kuituur-
grond. Dat aandeel in de produktie
kan in 2000 tot 11,5% zijn opgelo
pen, afhankelijk van de mate waarin
extensivering, produktiebeperking
en milieubescherming hun invloed
doen gelden. Van de kultuurgrond
zal dan waarschijnlijk tussen 12 en
16% in beslag worden genomen
door deeltijdlandbouw.