Terugblik op 33 jaar bestuurswerk in de landbouw 1 16 'Mijn taak bij de start binnen het bestuur en voor de afdeling behels de het werk als penningmeester administrateur. Dat hield in het be houden van de omzet van artikelen, die onze leden in het boekjaar had den afgenomen van de toenmalige C.A.V. De administrateur was ver antwoordelijk voor het verzenden van de nota's en de inning daarvan. Over de geldelijke jaaromzet werd door de C.A.V. 1% provisie vergoed, die ten goede kwamen aan de afde- lingskas. De afdelingscontributie kon daardoor worden beperkt tot f 1,— per jaar. De verenigingskas bleek bij overname een negatief sal do aan te geven i.v.m. nog openstaande posten. Op mijn voor stel en met instemming van het toenmalige bestuur ben ik gestart met f 200,— voorschot op de ko mende provisie of een nieuwe re kening. Sprankelend Terugdenkend aan de eerste twintig jaren meen ik te mogen stellen dat er toen sprake was van een spran kelende vereniging. Het vergaderbe- zoek was prima, 70 80 leden op een algemene vergadering was geen uitzondering. En dan te weten dat jaarlijks twee vergaderingen werden gehouden. In de aanvang van mijn diensttijd bij 'D.E.S.' zelfs nog een derde die op Sirjansland werd gehouden. Van Sir zat toen ook iemand in het bestuur. De komst van de t.v. en het meerdere werk wat de bedrijfsvoering betreft hebben het vergaderbezoek doen afnemen. Met genoegen denk ik nog aan de tijd dat we met bijna het voltallige bestuur de algemene vergaderingen van de ZLM bezochten. Gehouden in Goes, Middelburg of Bergen op Zoom. Dat waren toen nog hoogtij dagen, die 's avonds nog een staart je kregen met een hapje en een drankje. Diverse leuke voorvallen blijven in herinnering. Het was een welkome afwisseling bij het vaak pittige veldwerk. De herverkaveling bracht een hele verandering binnen de bedrijfsvoe ring teweeg en dat veelal in gunsti ge zin. Goede wegen, goede ontwatering en grotere aaneen gesloten kavels. Het was in die tijd dat we op vergaderingen werden voorgelicht over intensivering en ra tionalisering met als doel te komen tot een beter bedrijfsresultaat. Daar werd door onze ondernemers in veel gevallen op ingespeeld. Bij de jonge re, vooral ook kleine ondernemers bleek de belangstelling voor intensi vering groot en ook nodig. Het was de voor ons gebied toen malige bedrijfsvoorlichter Wim Noordam die ons aanmoedigde een rationalisatiekern op te richten uit onze afdeling. Zelf mocht ik daar voorzitter van zijn. We organiseer den praatavonden met sprekers uit de hoek van grove tuinbouw, bloemzaden, bloembollen en glasteelten. De excursies naar be drijven en veilingen op Flakkee, West-Brabant en Tholen waren veelal leerzaam, maar vooral ook gezellig. Ook dat waren hoog tijdagen. Bepaald niet in sneltreinvaart veran derde hierdoor in ons gebied het bouwplan, maar er is na verloop van een aantal jaren wel het één en an der van de grond gekomen. Ik denk dan met name aan de gladiolenteelt, tulpen en irissen, bloemzaadteelt, vollegrondstuinbouw en glas opstanden. Wat de glasopstanden betreft zien we nog steeds een gestadige uitbreiding! De ontsluiting in 1965, met de aan leg van de Grevelingendam, droeg bij aan het snellere vervoer van onze produkten. We hebben binnen onze afdeling na de aanleg van de dam ook wel onze zorg uitgesproken over een verstoring van de rust die ons eiland kenmerkte en over toena me van de criminaliteit. Ko Markusse van de ZLM was zeker ook één van de mensen komende - f. ff m -J§f m *#f 4 m- «ft* '/&M F «fr W' y& ■■'f "T.v Wie 33 jaar bestuurslid is geweest van een ZLM-afdeling kan veel verhalen over het wel en wee van de landbouw in vroeger tijden. De heer Adr. Bal kwam op 18 maart 1958 in het bestuur van de ZLM-afdeling Door Eendracht Sterk te Oosterland. Op 5 februari 1991 nam hij afscheid. Zijn terugblik geeft een inte ressante kijk op al datgene waar een plaatselijke bestuurder door de jaren heen mee te maken kreeg. Wij laten de heer Bal hieronder aan het woord. vanuit de voorlichting, die zijn steentje bijdroeg daar waar hij de kans op betere financiële uitkomst onderkende Hij kwam met adviezen tot weloverwogen intensivering van het bouwplan. Het was op 17 no vember 1964 dat Markusse voor onze afdeling een lezing hield, met als titel: 'Welke veranderingen doen zich voor in bedrijf en gezin?' Hij doelde daarmee op de kansen en ook de noodzaak van intensivering, d.w.z. omschakeling naar meer tuin- bouwgewassen waaronder ook bloembollen. Hij noemde drie uit gangspunten voor een goede kans van slagen: ondernemersdurf, vak manschap en vooral ook doorzet tingsvermogen. Me dunkt dat deze zaken nog steeds aktueel zijn bin nen de bedrijfsvoering. Mussengilde Het dorp Oosterland is nog een gil de rijk en wel de 'mussengilde'. Ge durende mijn eerste jaren bij de afdeling heeft onze vereniging een jaarlijkse bijdrage toegekend aan de kas van de mussengilde. Dat ge beurde op basis van een subsidiere geling die in vroeger jaren was vastgesteld. We gingen uit van het aantal ingeleverde mussen bij de knijper. Bestrijding van het mussen- bestand was een landbouwbelang, vandaar de jaarlijkse aanmoedi gingspremie! In de jaren 1966 en 1967 zijn van de zijde van de CAV de kwantum kortingen aan de orde gesteld. Hoe groter de afname, hoe voordeliger in prijs het afgenomen produkt. Van daag de dag een vanzelfsprekend heid, maar in die tijd bracht dat veel beroering teweeg, met name onder de kleine ondernemers. Voor hen werd hiermee de coöperatieve ge- dachtengang geweld aangedaan. Onze afdeling, die veel kleine onder nemers telde, is daartegen in het ge weer gekomen. Er zijn binnen ons bestuur en met de direktie van de CAV hieromtrent diepgaande gesprekken gevoerd. Het resultaat was dat de aanvankelijke voorstel len werden afgezwakt, temeer om dat de vrije handel aktief was de kleineren voor haar handel te winnen. In herinnering blijft de periode dat binnen onze afdeling grote aandacht werd besteed aan georganiseerde hulp bij ernstige ziekte. Vanuit het bestuur werd één en ander gecoör dineerd. De opkomst van hulpkrach ten bij peeëndunnen, wieden en oogstwerkzaamheden was overwel digend. Met 10 tot 20 man op de akker was nu en dan werkelijkheid. In een mum van tijd werd het karwei geklaard. Enigszins een teken dat nog voldoende mankracht in onze sektor aanwezig was, maar ook een teken van saamhorigheid en een daadwerkelijk antwoord op een noodsignaal! Samenwerken De periode '60i70 werd binnen de agrarische sektor gekenmerkt door een drang naar samenwerken in di verse vormen. Van het helpen bij el kaar met inbreng van oogstwerktuigen, gezamenlijke fi nanciering van benodigd machine park tot verbanden met volledige integratie Ko Markusse heeft vanuit A. Bal: hoop voor de toekomst zijn sociaal-economische voorlich ting hierbij van advies gediend en waar nodig voor de gefundeerde maatschapskontrakten gezorgd. Een goed samenwerkingsverband betekende toen en nu een rationele re bedrijfsvoering en ging vaak ook gepaard met aangenamer werken. Zelf heb ik ook deel mogen uitma ken van een geïntegreerde samen werkingsvorm en ik heb dat als zeer positief ervaren. Het gezegde 'Ge deelde smart is halve smart, maar gedeelde vreugd is dubbele vreugd' heeft voor ons toendertijd inhoud gekregen. In 1968 heb ik het sekretariaat van de afdeling erbij gekregen. Een kom- binatie sekretaris-penningmeester kwam meer voor. Uit die eerste tijd als sekretaris herinner ik me dat heel wat vergaderuurtjes zijn gewijd aan de besprekingen om te komen tot aansluiting bij de CTV (Coöpera tieve Telers Vereniging voor aardap pelen te Zierikzee). De bestuursleden hebben de daarvoor in aanmerking komende leden per soonlijk benaderd. Het doel 'te ko men tot plaatsing van sorteer- en bewaarloods op Oosterland' sloeg aan. Met het oogsten in 1969 kon de opslag in poolverband van start gaan. In 1971 is er binnen de struktuur van onze afdeling, aangesloten bij de CAV, veel veranderd. Persoonlijk lidmaatschap werd een feit. Dat be tekende dat de omzet van afname niet meer liep via de afdelingen. Voor de kas van onze afdeling bleek dat op jaarbasis een inkomstender ving van f 2.000,—. Daarvan konden alle aktiviteiten, die werden ontplooid, betaald worden. Teneinde op de verenigingsaktiviteiten niet al te zeer te beknotten werd de leden- kontributie verhoogd van f 1,— naar f 5,— per jaar. In samenwerking met onze zuster vereniging op Bru werden met name voor de jongeren van beide afdelin gen excursies en cursussen georga niseerd. Hoewel aanvankelijk op prijs gesteld, wat bleek uit een goe de opkomst, hebben de besturen hieromtrent toch nogal eens een bit tere nasmaak gehad aan het organi seren ervan. Vaak viel de deelname tegen. Kosten noch moeite werden gespaard om gespreksavonden te doen leiden door prominente mensen. Het ledenbestand is geleidelijk ge daald. Voornaamste reden: overlij den. In mijn beginperiode waren er 135 leden en nu nog 117. Het aantal grondgebruikers ligt rond de 70. Geen bedrijven allemaal. Dat het ledenbestand hoog blijft naar mate het aantal bedrijven afneemt is mede oorzaak dat veel mensen bij de ZLM zijn verzekerd. Nat najaar Het natte najaar van 1974 staat de meesten van ons nog wel voor de geest. Het machinaal oogsten van de najaarsgewassen was in zeer be perkte mate mogelijk. Veel vrijwilli gerswerk vanwege burgerij en inzet van militairen droegen ertoe bij dat zo goed en kwaad het ook ging nog een groot gedeelte kon worden ge red. Voor de organisatie als de ZLM en de afdelingen bracht één en an der veel werk mee, zoals werkverde ling, voeding, onderdak, e.d. In de beginjaren tachtig is op Schouwen-Duiveland sprake van een uitgebreide discussie omtrent een zoete of zoute Grevelingen. Uit gangspunt was dat de beschikking over zoet water in de naaste toe komst van de agrarische sektor in onze regio belangrijk zou kunnen zijn. In later stadium was sprake van al of geen inlaat en distributie vanuit het Zoommeer. De hoge omslag- kosten per ha hebben de grondge bruikers er uiteindelijk bij meerderheid toe doen besluiten, dat de plannen niet zullen worden uitge voerd. De toekomst zal uitwijzen in hoeverre deze besluitvorming juist is geweest! Goede herinneringen komen bij me op waar ik werkzaam mocht zijn bij diverse onderdelen van onze ZLM. Binnen het bestek van de ZLM mocht ik deel uitmaken van de com missie, die het verzoek kreeg studie te maken van het lijvige rapport uit gebracht door Sicco Mansholt. Hij was toen landbouwcommissaris van de EEG. De standpunten van Mansholt riepen een golf van ver ontwaardiging op, met name bij de kleine ondernemers in de agrarische sektor. Mansholt bepleitte vergaan de wijzigingen binnen de pachtwet- geving om op den duur te komen tot grotere eenheden. Zijn visie te komen tot grotere bedrijven is be waarheid geworden, zij het dat het langs andere wegen is gegaan dan toen door hem voorgesteld werd. De economische situatie heeft ve len ertoe genoopt te stoppen met het bedrijf. Ook gebrek aan opvol ging heeft ertoe geleid dat bedrijven en grond in andere handen zijn over gegaan. Hoop Als ik vandaag de dag stil sta bij het reilen en zeilen van onze bedrijven binnen de afdeling dan moeten we bedenken dat het geen kleinigheid is om staande te blijven. We hebben enkele jaren achter ons met veel te lage prijzen voor de vrije produkten, terwijl de graanprijs per jaar enkele procenten daalde. Ook de milieu- eisen vragen hun tol! Gelukkig mo gen we thans ervaren dat 1990 wel eens de geschiedenis in kan gaan als een gemiddeld redelijk boeren- jaar dankzij de prijzen van aardappe len en uien en de goede opbrengsten van de bieten. Verder konstateer ik dat binnen onze afde ling nog veel ondernemerschap en vakmanschap aanwezig is. Dat geeft hoop voor de toekomst!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 16