Mestbassins: melden of vergunning vragen? Landbouwvoorlichting Voorlichting MAM 91 Nog veel onnodig port bij opsturen mestafleveringsbewijzen 16 Al bij het begin van de eerste fa se van het mestbeleid in 1987 was het duidelijk dat door de uitrijbeperkingen en door de la gere mestgiften die per hectare zijn toegestaan, uitbreiding van mestopslag op de veehouderij bedrijven noodzakelijk is. Een veehouder die mestopslag bouwt, moet rekening houden met zijn omgeving. Dit is gere geld in de Hinderwet. Door de afgifte van een hinderwetver gunning bij de bouw van een mestbassin kan voorkomen worden dat ongewenste scha de, gevaar of hinder optreedt voor de omgeving en onge wenst gevaar voor de veiligheid van de ondernemer. De aanvraag voor een hinderwet vergunning kost geld, is tijdrovend en soms ingewikkeld. Om de bouw van mestbassins vlot te kunnen la ten verlopen, is in 1987 een ont werp Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) 'Besluit Mestbas sins Hinderwet' gepubliceerd. Voor uitlopend op de definitieve AMvB werd gemeenten geadviseerd om naar de inhoud van dit ontwerp te handelen. Veehouders konden hier door goed inspelen op de mestwet geving en snel beginnen met de bouw van extra mestopslag. Dit is in de praktijk dan ook volop gebeurt. Op 1 februari 1991 wordt de ge noemde AMvB officieel van kracht. Dat betekent, dat de veehouder voor de bouw van een mestbassin nu officieel met een melding aan de gemeente kan volstaan. Hij moet wel voldoen aan de voorschriften van het besluit. Als een mestbassin niet aan de voorschriften van het besluit voldoet, moet een normale hinderwetvergunning voor het mestbassin worden aangevraagd. Onder een mestbassin verstaat het besluit een reservoir, dat bestemd en geschikt is voor het bewaren van dunne mest, dat niet geheel of ge deeltelijk is gelegen onder een stal en dat is gebouwd na 1 juni 1987. In vergelijking met het ontwerp is de inhoud van het definitieve besluit op enkele punten aangepast. Zo is o.a. de afdekplicht van de mestbassins hierin opgenomen. Elke ondernemer moet nu zelf bepalen hoe het staat met zijn mestopslag. Voldoet hij aan alle voorwaarden en kan hij volstaan met een melding of moet hij een aanvraag voor een hinderwetver gunning indienen. Wanneer kan met een melding worden volstaan? Dit wordt ook wel 'Hinderwet nieu we stijl' genoemd. U kunt met een melding volstaan als: - een nieuw mestbassin wordt gebouwd; - de inhoud van het bassin of de bassins gezamenlijk kleiner is dan 2500 m3; - de oppervlakte van het bassin of de bassins gezamenlijk kleiner is dan 750 m2; - het bassin is gebouwd na 1 juni 1987 zonder hinderwetvergun ning en nog niet gemeld. Dit bassin moet binnen 6 maanden worden gemeld en binnen 1 jaar voldoen aan de voorwaarden van het besluit; - het bassin is gebouwd met hin derwetvergunning of met een melding maar daarna is uitge breid of is afgedekt. Wanneer dit leidt tot andere gegevens moet het alsnog worden gemeld; - aan de overige voorschriften uit het besluit wordt voldaan. Melding moet gebeuren door middel van een kennisgevingsformulier, dat verkrijgbaar is bij de gemeente. Nieuwe mestbassins moeten uiter lijk 1 maand voor de ingebruikne ming worden gemeld bij de gemeente Het is aan te raden dit voor de aanvang van de bouw te doen om te weten of u aan de voor schriften kunt voldoen. Vanaf 1 februari 1991 geldt een afdekverplichting voor mestbassins. Het afdekken van bassins wordt in fasen verplicht gesteld. Projokttoam Voorlichting Mest- en Ammoni&kM&atregelen 1991 Wanneer een 'normale' hinderwetprocedure? U moet voor het mestbassin een hinderwetvergunning hebben, als: - het bassis is gebouwd vóór 1 ju ni 1987; - de oppervlakte van het bassin of bassins gezamenlijk grotêr is dan 750 m2; - de inhoud van het bassin of bas sins gezamenlijk groter is dan 2500 m3; - er in het bassin andere bewer kingen plaats vinden dan roeren, mengen en/of rondpompen; - het bassin op minder dan 100 meter van een burgerwoning is gelegen; - het bassin op minder dan 50 meter van een naburige bedrijfs woning van een ander veehou derijbedrijf is gelegen; - het bassin geheel of gedeeltelijk is gelegen onder een stal (mest- kelder); - niet aan andere voorschriften uit het besluit wordt voldaan. Voorwaarden AMvB Een mestbassin moet voldoen aan een aantal eisen van technische en algemene aard. Algemene eisen: afstand tot voor verzuring ge voelige gebieden. Een mestbas sin (of meerdere bassins tesamen), met een oppervlakte kleiner dan 350 m2, moet op tenminste 150 m van een voor verzuring gevoelig gebied wor den gebouwd. Als de oppervlak te van het bassin groter is dan 350 m2, geldt een afstandseis van tenminste 250 m; afdekken mestbassins. Een mestbassin moet per 1 januari 1992 zijn afgedekt; - vervuiling. Bij het vullen en legen mag de bodem en het opper vlaktewater niet verontreinigd worden. Een grote vervuiling, b.v. een gescheurde silo, dadelijk melden bij de gemeente; geluidsniveau. In het Besluit zijn hiervoor eisen gesteld, die bij normaal gebruik geen bezwaar zullen opleveren. Technische eisen: Bouwtechnische Richtlijnen Mestbassins (BRM). De techni sche eisen, waaraan een mest bassin moet voldoen, staan in de Bouwtechnische Richtlijnen Mestbassins (BRM). Voor mest bassins van voor 1 februari 1991 geldt de BRM 1987. Voor mest bassins van na 1 februari 1991 geldt de BRM 1990. Hieraan wordt automatisch voldaan als een mestbassin wordt gekocht met een KIWA geschiktheidsver klaring en volgens het goedbe- vonden ontwerp wordt gebouwd. Als de veehouder een mestbassin bouwt waarvoor geen geschiktheidsverklaring is afgegeven, moet hij zelf door middel van tekeningen en bere keningen de gemeente overtui gen dat het bassin aan de eisen van de BRM wordt voldoet, keuring. De bouwconstructies hebben een referentieperiode ge kregen. Voor betonnen, stalen, houten en gemetselde bassins is dat 20 jaar. Voor andere materia len als regel 10 jaar. Een door de gemeente en KiWa (Keuring sinstituut voor Waterleidingarti kelen) aangewezen deskundige kan aan het einde van een refe rentieperiode beoordelen of het bedoelde bassin nog een gehe le referentieperiode mee kan. De veehouder moet er zelf voor zor gen dat deze keuring plaats vindt; - controle. Binnen 5 jaar na aanleg en vervolgens elke 5 jaar moeten foliebassins op mestdichtheid worden nagekeken. Bij schade moet op aanvraag van de gebrui ker tussentijdse controle plaats vinden; - veiligheid. Naast de eisen uit de BRM 1990 zijn er een aantal lo gische regels die zorg dragen voor de veiligheid van mens en dier, zoals een afrastering ron dom een foliebassin. Afdekken mestbassins Een groot verschil tussen het ont werp Besluit van 1987 en het defini tieve Besluit van 1 februari 1991 is de afdekverplichting, die nu gaat gelden. Uit onderzoek na 1987 is gebleken dat de ammoniakuitstoot uit de mestbassins groter is dan eerst was aangenomen. Afdekking dient er voor te zorgen dat de NH3-uitstoot met minimaal 75% wordt verminderd. De afdekking moet voldoen aan de Bouwtechni sche Richtlijnen Mestbassins 1990 (BRM 1990) en kan een vrijdragen- de constructie zijn zoals: - betonnen dak - tentconstructie - dekzeil - golfplaten dak met afgedichte zijopeningen Ook zijn drijvende afdekkingen ont wikkeld, zoals: - dekzeil polystyreen schuimplaten Voor alle afdekkingen geldt dat deze op of tot aan de rand van het bassin moeten aansluiten en dat de ope ningen tot een minimum beperkt moeten zijn. Als de praktijk en on derzoek nieuwe en betere metho den en materialen voor het afdekken vinden, worden het besluit en de Bouwtechnische Richtlijnen Mestbassins aangepast. Bij het afdekken van mestbassins zijn naast bouwkundige eisen ook veiligheidsaspekten van belang. Een mestbassin wordt door het afdek ken een besloten ruimte. Daarin kunnen gevaarlijke gassen ontstaan. In de handleiding BRM staan maat regelen aangegeven om gevaar te voorkomen. Het afdekken van mestbassins wordt in fasen verplicht. Het tijdstip waarop een mestbassin moet zijn Bouwjaar mest bassin na 1 februari 1991 (alle mest- soorten) tussen 1 juni 1987 en 1 februari 1991 (alle mest- soorten) Het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij geeft voorlichting over de regels, de achtergronden van regels en be leid en over de consequenties er van. De Dienst Landbouwvoorlichting (DLV), de Consulentschappen voor de Landbouw (CL) en de Informatie- en kenniscentra (IKC) verzorgen de voorlichting 'Mest- en Am- moniakmaatregelen 1991'. Een speciaal Projektteam MAM 91 is verantwoordelijk voor de voor lichting. Artikelen in de vakbladen zijn on derdeel van het voorlich tingspakket. Hierbij treft u het derde artikel aan. Het volgende artikel zal gaan over 'De Richtlijn Ammoniak en Veehouderij'. Voor vragen kunt u terecht bij de Dienst landbouwvoorlichting (DLV), de Consulentschappen voor de Landbouw (CL) en de Informatie- en Kenniscentra (IKC). datum afdek verplichting meteen vóór 1 januari 1992 afgedekt is afhankelijk van het bouwjaar en de soort mest, die erin wordt opgeslagen. Andere bepalingen: Wanneer de omgeving van een vee houderijbedrijf verandert, bijvoor beeld door de aanleg van een sportveld of nieuwbouw, kan het gebeuren dat het aanwezige mest bassin niet meer onder het besluit valt. Dan gelden de regels die we eerder in dit artikel noemden en is alsnog een hinderwetvergunning nodig. De aanwezige situatie wordt gelegaliseerd. Men heeft hiervoor 6 maanden om dat bij de gemeente te regelen. Conclusie De gemeenten hebben sinds 1987 al gebruik kunnen maken van het ontwerp AMvB 'Besluit Mestbas sins Hinderwet'. Met enkele wijzi gingen is deze sinds 1 februari 1991 officieel van kracht. De Hinderwet blijft van toepassing. Door de AMvB 'Besluit Mestbassins Hinderwet' is het in veel gevallen mogelijk om op een snelle manier aan de hinderwet verplichting voor mestbassins te voldoen, namelijk door een melding in plaats van een vergunningpro cedure. Houders van een mestbassins die geen vergunning hebben of geen melding hebben gedaan, wordt dan ook aangeraden om dat zo snel mo gelijk in orde te maken. De 'Hinder wet nieuwe stijl' legt de verantwoordelijkheid voor een goed woon- en leefklimaat meer dan voorheen bij de ondernemer zelf! Een brochure (incl. kennisgevings formulier) is verkrijgbaar bij de ge meenten evenals de volledige tekst van het besluit. Voor informatie kunt u ook terecht bij de DLV en de SEV. Voor informa tie over veiligheidsaspekten kunt u terecht bij de Arbeidsinspectie. Op ruim meer dan de helft van het aantal enveloppen met mestafleve ringsbewijzen dat bij de Stichting Landelijke Mestbank binnenkomt, zitten nog steeds postzegels. De verzenders maken hierdoor onnodig kosten, omdat de mestafleverings bewijzen met de juiste adressering gratis kunnen worden opgestuurd. Ook veel enveloppen die de mest bank - uiteindelijk - ontvangt, zijn nog verkeerd geadresseerd. Om onnodige kosten en om vertra ging in de verwerking te voorkomen moeten de mestafleveringsbewij zen, dus zonder postzegel, binnen een maand na de mestafvoer wor den gestuurd naar: Stichting Lande lijke Mestbank, Antwoordnummer 5000, 3860 PA Nijkerk.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 16