Middelengebruik bittere noodzaak voor akkerbouw Akkerbouw Teelt van erwten en veldbonen in EG constant Dalende invoer van tarwe en voedergranen in Rusland IMieuwe strategie afzet pootaardappelen Informatiedagen Cebeco-Zuidwest Minder stikstof EKO-zomerzaai- tarwe beschikbaar De Informatiedagen van Cebeco-Zuidwest stonden dit jaar in het te ken van veranderingen. Met name het middelengebruik in 1991 werd onder de loep genomen door gewasbeschermingsdeskundige J. de Bruijn. Ook de gevolgen van het meerjarenplan gewasbescher ming voor de zuidwestelijke akkerbouwer werden nader toegelicht. De tweede spreker, H. Bartlema, bemestingsspecialist van Cebeco- Handelsraad, wees op de nonchalance waarmee hier en daar met bemesting wordt omgegaan. Meer kennis zou moeten leiden tot een hogere teeltkwaliteit en betere opbrengsten. Na de vele publicaties in de land- bouwpers over terugdringing van het middelengebruik is niet geheel duidelijk welke middelen de akker bouw dit jaar ter beschikking staan. Om deze onduidelijkheid op te hef fen ging de heer De Bruijn de be langrijkste teelten na. 'In de tarweteelt verandert er niet veel, be halve dat we verder kunnen werken aan een dergelijke ziektepreventie. In granen moeten ziekten vroeg aangepakt worden, met preventief spuiten bespaart de akkerbouwer onnodige kosten', aldus De Bruijn. Voor bruine roest adviseerde hij te spuiten bij de eerste stipjes, zolang het een zachte winter blijft. 'Gele roest kan goed in de hand gehou den worden met een regelmatige controle; loop minstens twee maal per week door het gewas, van het begin tot het einde. Ook afrijpings- ziekte, die veroorzaakt wordt vanuit het gewas, moet vroeg aangepakt worden. Houd het gewas schoon', luidde het advies van De Bruijn. Dit zelfde adviseerde hij voor het gerstevergelingsvirus, waarbij de planten luisvrij gehouden moeten worden tot en met het tweede knoop stadium. Bewust spuiten De Maneb-tin in de aardappelen blijft. Hiermee is de phytophthora- preventie gewaarborgd. Kiezen voor Maneb-tin betekent ook een veel la gere hoeveelheid actieve stof per ha dan bij middelen zoals Curzate M of Topper. Besparingen in de onkruid- bestrijding kunnen gerealiseerd worden door het mengen van mid delen, waardoor de werking ver breed wordt. De loofdoding verliep in 1990 erg gemakkelijk; de span ning ten opzichte van de werking van Reglone op naveleindrot blijft echter bestaan. In de suikerbieten noemde De Bruijn het gebruik van Pyramin de basis van de onkruid- bestrijding. 'Een goedkope verzeke ringspremie. Pyramin werkt goed op kamille en maakt latere onkruiden kwetsbaar. Hierdoor is het succes H. Bartlema was een van de sprekers op de Informatiedagen van Cebeco-Zuidwest van een vervolgbespuiting gega randeerd'. Meerjarenplan 'In Nederland gebruiken we gemid deld 10 kg werkzame stof per hec tare', aldus De Bruijn. 'Hiermee hebben we het hoogst middelenge bruik in de EG. Dit is echter een bit tere noodzaak voor de akkerbouw. We hebben nu eenmaal te maken met zeer intensieve teelten. Daar naast worden veel van onze produk- ten geëxporteerd met nultolerantie. Toch zullen we hard moeten werken aan een reductie van het middelen gebruik. Het aandeel werkzame stof moet in 1995 met 39% gedaald zijn. Over tien jaar wordt gerekend met een afname van maar liefst 60%. Een groot deel van de werk zame stof wordt verbruikt in de grondontsmetting (48%). Doorreke nend naar het Zuidwesten, waar grondontsmetting haast niet voor komt, rest ons dan nog een vermin dering van 25%', hield De Bruijn zijn gehoor voor. In breed verband is men het eens dat een breed pakket middelen be schikbaar moet blijven. Bij de over heid wordt dan ook aangedrongen op het versnellen van de toela tingsprocedure voor nieuwe midde len. Dertig nieuwe formuleringen liggen momenteel op toelating te wachten, met deze middelen zou weer een behoorlijke ruimte ge creëerd kunnen worden voor boer en tuinder'. H. Bartlema, bemestingsspecialist bij Cebeco-Handelsraad, begon zijn betoog met de stelling dat de be- rnesting slechts 10% van de kosten uitmaakt, maar wel voor 50% bepa lend is voor het resultaat. 'Daarom is het goed dat er veel onderzoek verricht wordt op dit terrein. Dit on derzoek wordt echter nogal eens te niet gedaan door het nonchalante gebruik van bijvoorbeeld drijfmest. Zeer nauwkeurig wordt vanuit diver se instanties advies gegeven over optimale giften. Echter, gebruik van dierlijke mest waarvan men de sa menstelling niet weet, en waarvan de werking slecht voorspelbaar is, maken een optimaal advies onmo gelijk', aldus Bartlema. Bartlema noemde diverse mogelijk heden om het stikstofgebruik in de toekomst terug te dringen: 'We doen onder andere onderzoek naar toediening van stikstof in vloeibare vorm. Als we in staat zijn uitspoe ling te voorkomen, de opname door de plant te verbeteren en tevens de stikstof uit de grond en lucht beter te mobiliseren, kunnen we toe met veel minder stikstof. Dat sluit goed aan bij de rol van de coöperatie, na melijk het leveren van meststoffen tegen minimale kosten'. In het kader van optimale op brengst, benadrukte Bartlema de kwaliteit van het oogstprodukt. 'Met name bij aardappelen, kan de teler beter kiezen voor kwaliteit dan voor een hoog tonnage. Zo is uit on derzoek gebleken dat het chloor uit Kali 60 tussen poten en fresen een positieve uitwerking heeft op de blauwgevoeligheid van aardappelen. Beter is het om 300 kg in het voor jaar te strooien'. De oppervlakte van erwten en veld bonen in de EG rs de laatste jaren slechts licht uitgebreid. In de noor delijke lidstaten loopt het areaal te rug. In Frankrijk groeit het oppervlak echter licht, vanwege de gunstige teelt- en oogstomstandigheden. De verwachting is, dat in 1991 het are aal ongeveer constant blijft. De totale produktie in de EG nam ie der jaar nog steeds iets toe, door zeer goede oogsten in Frankrijk. In 1991 blijft, door het gelijkblijvende areaal en bij eenzelfde gemiddelde opbrengst per hectare als in 1990, de produktie van erwten en bonen waarschijnlijk hetzelfde.Daardoor kan in 1991 ongeveer dezelfde prijs worden gerealiseerd als afgelopen seizoen. De uitzaai najaar 1990 laat zien dat in de grote EG-landen de teelt van wintertarwe weer verder zal uitbreiden. Door de redelijk aan trekkelijke prijs voor brouwgerst oogst 1990 zal ook dit areaal in 1991 toenemen. Dit is het bekende effect van 'achter de markt aan telen'. Stabilisatiefactor De EG hanteert sinds 1988 een sta bilisatiebeleid voor een aantal land bouwgewassen, waaronder peulvruchten. Het beleid houdt glo baal in dat een prijskorting optreedt wanneer de produktie boven een vastgestelde hoeveelheid uitkomt. Voor de oogstjaren 1988, 1989 en 1990 was de garantiehoeveelheid voor erwten en veldbonen samen 3,5 miljoen ton. Voor de oogst 1991 moet Brussel nog een besluit ne men. Mede tegen de achtergrond van de GATT-onderhandelingen is de algemene verwachting dat in 1991 voor erwten en veldbonen hetzelfde systeem geldt als in de af gelopen drie oogstjaren. Voor gra nen was het produktieplafond voor 1991 al eerder vastgesteld. Vanaf 1992 loopt het beleid voor granen en peulvruchten dus weer parallel. De afgelopen drie jaren bedroeg de korting op de minimum telersprijzen bij peulvruchten ongeveer 0,5% per 1% produktie-overschrijding. Ook werden de steun bij verwerking van deze produkten tot diervoeders met een zelfde bedrag verlaagd. Door de opname van het vroegere Oost- Duitsland in het EG-systeem, zou de stabilisatiefactor van 3,5 miljoen ton kunnen toenemen. gens de heer Dixon van de Fa. Ar cher Daniels Midland ligt de gemiddelde ha-opbrengst van tarwe en voergranen in de Sovjet-Unie op 40 tot 50% van de Westeuropese ha-opbrengsten. Weliswaar zijn de ze lage opbrengsten voor een deel toe te schrijven aan klimatologische omstandigheden, maar ook verbe terde teeltmethoden zouden tot ho gere ha-opbrengsten kunnen leiden. In de Oosteuropese landen zouden de ha-opbrengsten op 80 tot 85% liggen van die in de Westeuropese landen, voor zover het tarwe betreft en op 70 tot 75% wat voergranen betreft. Het klimaat in de Sovjet- Unie maken een toename van bete kenis van de teelt van oliehoudende zaden zeer onwaarschijnlijk. Te verwachten is dat in de komende jaren de invoer van tarwe en voer granen in de Sovjet Unie zal dalen en dat er een grotere vraag zal ont staan naar eiwithoudende schroten en plantaardige oliën. Van doorslag gevende betekenis zal de betalings capaciteit van de Sovjet-Unie zijn. Dat is de mening van insiders, uit gesproken tijdens een congres van de American Farm Bureau Federati on in Phoenix Arizona. Een van de woordvoerders was van mening dat de beperkte middelen waaraan de Sovjet-Unie en de Oosteuropese landen beschikken eerder zullen worden aangewend voor opvoering van de opbrengsten van de graanteelt en met name het opvoeren van de ha-brengsten. Vol- Minister Bukman ontvangt marktonderzoekrapport van NiVAA-directeur D. Coumou De Nederlandse pootaardappelsec- tor zal zich de komende jaren duide lijker in een aantal EEG-landen gaan manifesteren. Dit gebeurt naar aan leiding van de gegevens die zijn ver kregen uit een marktonderzoek, dat in opdracht van het Nederlands Aard appelbureau NIVAA is verricht. Op zo kort mogelijke termijn zal een nieuwe strategie worden ontwik keld op het gebied van doelgroepge richte afzetbevordering van dit Nederlandse uitgangsmateriaal voor consumptieaardappelen in het bui tenland. Het betrokken bedrijfsleven zal nauw bij de te ontplooien aktivi- teiten worden betrokken. Als moge lijke aktiepunten worden genoemd: informatieverstrekking via de vak pers, presentatie op vakbeurzen en ondersteuning van veldproeven in de verschillende landen. Het systeem van pootgoedproduktie, de kwaliteitszorg, de goed georgani seerde handel en het voortdurende intensieve onderzoek naar o.a. nieu we rassen zijn aspecten die de pro duktie en afzet van het Nederlandse pootgoed wereldwijd tot een suc ces hebben gemaakt. Hieraan zal dan ook uitgebreid aandacht wor den besteed. Het betreffende marktonderzoek werd uitgevoerd met hulp van het Ministerie van Landbouw, Natuurbe heer en Visserij. In de begeleidings commissie hadden naast vertegenwoordigers van genoemde instanties ook bestuursleden van het Bedrijfschap Aardappelen zit ting. Het rapport werd op 16 januari jl. officieel aan Minister Bukman overhandigd. Voor inzaai dit voorjaar komt EKO- zaaizaad van de zomertarwerassen Echo en Sunnan beschikbaar. Cebe- co Zaden heeft samen met coöpera tie Lelystad een forse hoeveelheid EKO-zaaitarwe geproduceerd. De vermeerderingen van zaaitarwe zijn ondergebracht bij ecologische boe ren in de Flevopolder. Ze zijn vol gens EKO normen uitgevoerd. Met Echo zijn reeds goede ervarin gen opgedaan: de opbrengst lag in 1990 op een hoog niveau en de bakkwaliteit was prima. Sunnan heeft een goede brood- en deeg kwaliteit. De korrel is hard. "Sunnan heeft geel endosperm en is daarom geschikt voor de bereiding van pasta-meel en speciale bakkerijpro- du kten.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 10