StOPA-regeling blijft
voor 1991 zoals hij was
Boerenverstand
Biobrandstoffen goed voor milieu maar te duur
Onjuiste gegevens in overzicht
raseigenschappen suikerbieten
Onbenullen en regelneven
ill
11
De huidige garantieregeling voor de
pootaardappeloogst 1991 handha
ven en meteen gaan werken aan
een compromis voor volgend jaar.
Voor november moet de regeling
voor 1992 er dan zijn. Tot die slot
som kwam het KNLC-bestuur na
een stevige diskussie over dat ga-
rantiebeleid. Het Landbouwschaps-
bestuur bleek die gedachte te
kunnen delen.
Over het heffingenbeleid van de
StOPA (Stichting Overleg Pootaar-
dappelaangelegenheden) wordt al
geruime tijd gediskussieerd. Daarbij
staat niet de StOPA zelf ter diskus
sie. "Die moeten we koesteren", al
dus Johannes Panman in het
Landbouwschapsbestuur. De StO
PA legt een bodem in de pootaard-
appelenmarkt door beneden een
bepaalde garantieprijs poters over te
nemen.
Wat wel ter diskussie staat is de
wijze waarop de lasten van die over
name verdeeld moeten worden als
de StOPA meer dan een vooraf
vastgestelde hoeveelheid aardappe
len over moet nemen. De pootgoed-
telers uit het Noordoosten van het
land verzetten zich tegen de huidige
regeling, waarbij de riaheffing per
ras per hektare wordt geheven. Te
lers met een lage opbrengst per
hektare betalen zo relatief meer aan
de naheffing per ras (waarmee een
eventuele extra overname tot
140.000 ton kan worden gefinan
cierd) en aan de calamiteitenheffing
(waarmee nog grotere overnames
betaald moeten worden). Zij pleiten
daarom voor een naheffing per kilo
opbrengst, gekoppeld aan de zoge
naamde plombeheffingen.
Een compromis van de Pootgoed-
kommissie van het Landbouw
schap, waarbij de naheffing per ras
geïnd zou worden door een heffing
op de basisplombeheffing en de ca
lamiteitenheffing per hektare haalde
het niet bij de achterbannen. Toen
dit zogenaamde compromis van
Marum (de plaats waar het op 22
november vorig jaar informatief aan
de achterban werd voorgelegd)
geen meerderheid bleek te krijgen,
stelde de pootgoedkommissie voor
om terug te vallen op de bestaande
regeling.
De Noordoostelijke telers wilden
zich daar echter niet bij neerleggen,
zo bleek ook weer in het KNLC-
bestuur. Zij vinden dat te makkelijk
over hun belangen heen wordt
gestapt. "Zestig procent van het
pootgoed wordt in het Noorden ge
teeld", stelde Groninger Mij.-
voorzitter Calon. Een meerderheid
van het bestuur meende echter dat
de tijd te kort was om de diskussie
voor dit oogstseizoen nog verder te
voeren. Bovendien is het praktisch
zeker dat de calamiteitenregeling dit
jaar niet gebruikt hoeft te worden,
zo werd gesteld. Normaal gespro
ken kan de garantie gefinancierd
worden uit de basisheffing, die niet
ter diskussie staat.
Daarom besloot de bestuursmeer-
derheid uiteindelijk in te stemmen
met het voortzetten van de oude re
geling in 1991 onder de voorwaarde
dat er meteen aan een compromis
voor het volgend jaar gewerkt
In het overzicht van de raseigenschappen bij suikerbieten in de rassen- en
gewassenbijlage van vorige week staan helaas enkele storende onjuisthe
den betreffende het ras Univers. Zo staat o.m. te lezen dat dit ras een grond-
tarra heeft van 107, terwijl dit in werkelijkheid 88 is. In bijgaand overzicht
staan de gegevens wel juist vermeld.
Blenheim
Op pagina 11 van de Rassen- en Gewassenbijlage wordt in de kopregel het
ras Blenda genoemd. Zoals uit het artikel blijkt moet dit zijn: BLENHEIM. On
ze excuses voor deze vergissing.
Overzicht van de raseigenschappen bij suikerbieten (gem. 1987 t/m 1990)
Hoge cijfers bete
kenen in het alge
meen gunstige
waardering van de
betrokken eigen
schap, behalve bij
kophoogte, grond-
tarra, K Na en
cr-amino N.
A
Univers
8
A
Lucy
6
A
Accord
8s
A
Carla
7
B
Gration
8
B
- Regina
9
N
Herald
85
N
- Furore
6
N
- Hilde
2
3
4
5
6
8
6s
7
55
107
7
6s
8
7s
103
65
7
8
75
97
6s
65
6s
7»
100
6
7
75
6»
94
6s
7
8
75
98
7
6*
7
6
104
55
7
8
8
95
6
75
6
65
92
Verhoudingsgetallen1)
gem. 1987 t/m 1990
c 2
2
O
88 103
112 101
95
113
98
99
101 100
99 101
93 103
99 96 89
93 92 96
112
95
93
99
104
98
108
10 11 12 13
99
100
100
100
100
100
99
101
101
104 99 103
100 100 100
96 101 98
100 100 100
98 100 98
97 100 97
103 99 102
98 101 99
101 101 102
14
103
99
99
100
98
96
102
100
104
wordt. Dat compromis moet dan
gebaseerd worden op het eerder
verworpen 'compromis van Marum'
en vóór november van dit jaar rond
zijn.
Groninger Mij. en DVLG behielden
zich in de bestuursvergadering het
recht voor bezwaar aan te tekenen
bij de SER als het Landbouwschap
de garantieregeling 1991 op deze
wijze zou vaststellen. Dat deed het
Landbouwschap. Voorzitter Lanting
van het DVLG deelt desgevraagd
mee het niet onwaarschijnlijk te
achten dat nu inderdaad de proce
durele mogelijkheden om bezwaar
aan te tekenen worden gebruikt.
"We hebben ijzersterke argumenten
en daar krijgen we geen antwoord
op".
Gerard Westerhof
Denken beleidsmakers na over
wat ze doen? Weten ze waar ze
het over hebben? be vraag stellen
is haar beantwoorden en ook het
intrappen van een wagenwijd
openstaande deur. We kunnen er
namelijk vanuit gaan dat be
leidsmakers mensen zijn. En men
sen kunnen niet denken. Enkele
wetenschappers hebben hierop
gewezen. De psycholoog Piet
Vroon: "Het is de mensheid niet
gegeven verder te kijken dan haar
neus lang is". De schrijver Willem
Frederik Hermans: "De mensheid
bestaat voor negentig procent uit
debielen. Onder academici ligt dat
vanzelfsprekend anders. Hier kun
nen we uitgaan van negenenne
gentig procent".
De droevigste voorbeelden van lie
den die niet vooruit kunnen zien
vinden we onder politici en ambte
naren ten departemente. Politici
valt dit te vergeven. Zij streven im
mers altijd en alleen maar naar kie
zersgunst. Alles wat zij willen is
een goed rapportcijfer van Mauri
ce de Hond - een figuur die zich in
verkiezingstijd alleen laat vergelij
ken met de heer Sipkema als het
wintert. Voor ambtenaren ligt dit
wat anders. Zij zijn niet afhankelijk
van zoiets als de modale kiezer en
zij zouden dan ook een bestendig
gedrag kunnen vertonen. Dit is
echter geenszins het geval en de
vraag is hoe dit te verklaren.
Studeren
ledereen gaat tegenwoordig stu
deren. De jongelui worden geen
vuilnisman, loodgieter of typejuf
frouw meer, maar gaan studeren.
Nu is het niet iedereen gegeven
om een echt vak te leren. Niet ie
dereen heeft de capaciteiten om
arts of wiskundige of astronoom
of civiel ingenieur of iets dergelijks
te worden. Is men voor voornoem
de beroepen te dom, te tui of wat
dies meer zij, dan kan men nog
kiezen uit pedagoog, socioloog of
jurist. Van deze pseudo-
wetenschappers komen er dus te
veel; ze kunnen niet allemaal een
nette baan vinden.
Tegelijkertijd wordt onze maat
schappij ingewikkelder. Nog nooit
is er een regering geweest die
voorgaf zo "no nonsens" te zijn
a/s Lubbers-lll en er is nog nooit
een regering geweest met zoveel
regelneven en -nichten bij elkaar.
Er komen dus steeds meer regelin
gen. Nu zijn er juristen nodig om
die regelingen een wettig karakter
te geven, vervolgens peda- en an-
dragogen om deze regelingen den
volke bij te brengen en ten slotte
sociologen om uit te zoeken waar
om de mensen die regelingen niet
accepteren. Voorwaar een braak
liggend terrein voor weinig-
weters.
Milieu - hoera, we zijn weer thuis
- is op het ogenblik prioriteit num
mer één. Hoorden wij in het verle
den nogal eens van een sociaal-
ekonomische driehoek, nu is het
daaromtrent erg stil. Wel eens van
de minister van sociale zaken ge
hoord? Het schijnt ene De Vries te
zijn. We hebben nu de milieudrie
hoek, VROM, L&Ven V&W. De be
treffende departementen waren
vroeger typische vakdeparte
menten.
Juristen
Bij VROM zaten lieden huizen te
tellen, land te meten of vuil water
te besnuffelen, op landbouw wa
ren er mensen die wisten dat de
winkelschappen en de pak- en
koelhuizen niet vanzelf vo) rèakten
en bij verkeer en waterstaat kon
men bruggen- en of dijkenbou
wers vinden. Nu vindt men er
voornamelijk juristen en dat heeft
soms pijnlijke gevolgen. Zo is er bij
VROM minstens één jurist - het
was laatst op de radio -, die meent
dat kooldioxide een veel voorko
mende vorm van dioxine is en dat
alleen daarom al iedereen met de
trein moet.
Het voeren van enige andere titels
dan meester in de rechten is ech
ter nog geen garantie voor het
hebben van een heldere kijk op de
dingen. Zo heeft de plaatsvervan
gend direkteur-generaal milieuza
ken, dr. ir. B.C.J. Zoeteman, in zijn
vrije tijd een boekje geschreven
getiteld "Gaiasofie". Lees het en
verbaas u over zoveel onzin. Deze
persoon houdt zich bezig met bo-
venzintuigelijke beoordeling van
waterkwaliteit. Een bepaald bron
watertje uit Limburg, "straalt mag-
netiseringsenergie en licht uit en is
hu/pgevend", een met nitraat ver
vuild grondwater uit Nuland is
"koud en onsympathiek en is
hulpbehoevend".
Met dergelijke onbenullen aan het
roer komt er een einde aan een
sinds pré-bijbelse tijden bestaande
landbouwkultuurmaatregel, name
lijk het bemesten van het stoppel-
land na de oogst.
Hoe denkt de minister van ver
keer en waterstaat over het ge
bruik van agrarische produkten
in benzine en andere brandstof
fen? Zou dat niet veel beter zijn
voor het milieu èn voor de boe
ren? Die vraag kreeg mevrouw
May-Weggen voorgelegd op een
spreekbeurt begin vorig jaar in
Zeeuws-Vlaanderen. De minister
wilde de vraag "meenemen",
zoals dat in politiek jargon wordt
genoemd. Ze zou er zeker nog
op terugkomen.
Maanden verstreken zonder dat
de minister iets van zich liet ho
ren. Daarom klom de heer S. van
Hoeve uit Axel begin september
in de pen. Zou de minister als
nog haar toezegging waar willen
maken en willen uitleggen hoe
zij denkt over biobrandstoffen!
Volgens Van Hoeve moet het
toch niet moeilijk zijn een wet te
maken, waarin toevoeging van
graanprodukten aan brandstof
fen verplicht wordt gesteld. Hou
den de oliemaatschappijen
misschien een dergelijk gebruik
van akkerbouwprodukten tegen?
En waarom wilde de overheid
geen steun geven aan de
Elsbett-motor?
Net voor de feestdagen had de
minister haar antwoord klaar.
Het had lang geduurd, dus wa
ren de verwachtingen hoog
gespannen. Welnu, de minister
ziet biobrandstoffen best zitten.
Er is echter één groot nadeel: de
hoge prijs. De meerprijs ten op
zichte van benzine en diesel kan
variëren van een paar kwartjes
tot ca. f 1,50 per liter. "Daar
mee prijzen deze brandstoffen
zich te zeer uit de markt om - als
zelfstandige brandstof - nog
kansrijk te zijn", aldus de minis
ter van verkeer en waterstaat. Ze
vertelt in de brief niet wat zij wil
doen om "haar" verkeer milieu
vriendelijker te laten rijden en de
boeren perspektief te bieden.
"Het ligt niettemin in mijn be
doeling nader te bezien wat hier
de mogelijkheden zijn", schrijft
ze. Had de minister hetzelfde
ook al niet op de spreekbeurt be
gin 1990 gezegd?