Landelijke suikeropbrengst ruim 1,2 miljoen ton Landbouw, natuur en landschap zijn niet meer te scheiden Nieuws Evenwicht in bestuur landelijke mestbank Taakgroep Agrificatie ingesteld DANKBETUIGING Produktschappen moeten uitvoerend werk doen Afscheid direkteur Landinrichting Brabant 10 ':'x De landelijke opbrengst aan witsuiker over 1990 bedraagt ca. 1.240.000 ton, dat wil zeggen ongeveer 30 procent C-suiker. De wortelopbrengst ligt gemiddeld op een niveau van 69,1 ton per ha, zeven ton meer dan in 1989. Het suikergehalte is lager dan het vorig seizoen: 15,4 procent (was 15,8 procent). Over 1990 was het ge middelde tarrapercentage 16,8 (was 15 procent) en de winbaar- heidsindex 86 (was 87,1). De hoeveelheid polsuiker per ha. bedraagt dit seizoen 10,641 kg, een absoluut record. Uiteraard ver schillen de opbrengsten sterk per gebied. Dat verklaart ook dat de wortelopbrengsten van de Suiker Unie wat hoger zijn dan van de CSM zoals bekend zijn beide niet in alle teeltgebieden even sterk vertegenwoordigd. De wortelopbrengst van Suiker Unie-telers be- draaft 70,3 ton en van CSM-telers 67 ton per ha. De grote hoeveelheid C-suiker in aanmerking genomen noemt voor zitter Aike Maarsingh van de Neder landse Bieten Federatie (NBF), waarbij de telers van de CSM zijn aangesloten, het dan ook verstandig dat het areaal bieten in Nederland stabiel is gehouden, ondanks de op- timischtische stemming vorig jaar over de wereldmarktprijs. Hij zei dit op de vergadering van de bietente- lersvereniging •Zeeland' afgelopen maandag in 's Heerenhoek. De we reldmarktprijs ligt ondanks de lage wereldvoorraad van 26 procent van de jaarproduktie op een veel lager niveau dan vorig jaar. In de EG is de oppervlakte bieten met twee pro cent toegenomen tot 1.892.000 ha, met name door uitbreiding van het areaal in Frankrijk (10 procent) en Duitsland (6,8 procent). Voor de EG incl. de voormalige DDR bedraagt de totale oogstraming 14,87 miljoen ton, waarvan 2,654 miljoen ton C- suiker. De verwachte consumptie bedraagt 11 miljoen ton. Suikermarktverordening Tijdens de vergadering van de bie- tentelersvereniging 'Zeeland' in 's Heerenhoek zei Maarsingh enorm geschrokken te zijn van de discussie in het Europees Parlement over de suikermarktordening. In dat parlement zijn amendemen ten aangenomen om de suikerpro- duktie in de EG te verminderen en daarvoor op 1 oktober 1992 voor stellen te doen. Tevens is voor gesteld het mengprijssysteem te verbieden. Maarsingh: "Ondanks het feit dat we de' export van suiker zelf financieren is dat de discussie in het Europees Parlement, wat voor ons na jaren gedisciplineerd telen onaanvaardbaar is: Gelukkig zal de Europese Commissie het advies van het EG naast zich neerleggen, maar het moet voor ons wel een signaal zijn onze uiterste best te doen de verwerking van C-suiker op basis van de sucro-chemische regeling te vergroten, en tevens afzet te zoeken in de produktie van bio ethanol". Wat dit laatste betreft deelde de NBF-voorzitter mee dat in Gronin gen een eerste project van start gaat. Het driejarige project is be doeld als voorloper op een door de noordelijke herstructureringscom missie ingediend project om in plaats van braaklegging 10.000 ha tarwe en bieten te telen voor bio- ethanol. Oostduits quotum Het toekennen van een suikerquo tum aan Oost-Duitsland van 847.000 ton is voor de heer Maar - Wat betreft de wortel- en suikeropbrengst per ha is 1990 een absoluut recordjaar, het saldo per hectare komt naar verwachting dicht in de buurt van het uitstekende saldo van vorig jaar te liggen. In de laatstgehouden bestuursver gadering van het Landbouwschap heeft J.G. van Leeuwen de vrees naar voren gebracht dat de tekort- gebieden buiten de boot zullen val len in het bestuur van een landelijke mestbank. De oorzaak hiervan is het feit dat het bestuur is uitgebreid met een extra vertegenwoordiger van de produktschappen. Om het evenwicht tussen landelijke en regi onale organen te waarborgen, zou tevens een extra vertegenwoordiger uit de beide overschotgebieden aan het bestuur toegevoegd moeten worden. Het KNLC is bang dat het evenwicht tussen de overschot- en de tekortgebieden op deze manier niet gewaarborgd blijft. Ook bracht Van Leeuwen naar voren dat de pluimveehouders en de ak kerbouwers kritiek hebben op de ex port van stapelbare mest. De pluimveehouders vinden export een dure oplossing en de akkerbouwers zien goede mest niet graag naar het buitenland verdwijnen. singh uitermate teleurstellend. Op West-Duitsland na waren alle lidsta ten van mening dat de voorgestelde 870.000 ton veel te hoog was, om dat de gemiddelde teelt over de laatste vijf jaar 650.000 ton be droeg. "Het betekent in feite het be- wustuitdelen van overschotten waarvan de afzet door de telers ge financierd moet worden". Problemen akkerbouw Behalve over suiker ging Maarsingh ook uitgebreid in op de problemen in de akkerbouw en de GATT- onderhandelingen. Op aanspreken de wijze betoogde hij dat er beter géén dan een slécht GATT-akkoord kan ontstaan, op grond van de vele onduidelijkheden en onzekerde en de halsstarigheid van de VS en de Cairns-landen. Die landen zijn liever er alleen maar op uit om onze mark ten te veroveren. Laat Amerika eerst maar eens zeggen wat het gaat doen aan hun 54 miljard dollar steun aan twee miljoen boeren (EG: 60 miljard voor 11 miljoen boeren), vier keer zoveel per boer als in de EG". Om de akkerbouwsektor weer perspectief te geven moet de pro duktie van het graan worden afge stemd op de vraag. Maarsingh: "De beste oplossing is mijns inziens een verdeling van 140 tot 160 miljoen ton over de lidstaten, en voor die lidstaten die hun quotum overschrij den een verhoogde medever antwoordelijkheidsheffing, waar door de telers de regeling zelf sterk meefinancieren. Voor de quotumtar- we moet de prijs terug naar het ni veau 1988, en dat kan, door aanpassing van het interventie systeem, en zonder in conflict te ko men met de GATT!! Over het inkomenssysteem-plan van MacSharry zei Maarsingh dat - stel dat het uitgevoerd zou worden- dit leidt tot twee soorten boeren in Europa: grote boeren die inefficiënt produceren en die met inkomens steun het hoofd boven water kun nen houden. "Het plan zou mijn keuze niet zijn", zei Maarsingh. De voorzitter van het Landbouw schap, drs. J. Mares heeft een Taak groep Agrificatie geïnstalleerd. De taakgroep heeft als doel het gebruik van agrarische produkten voor niet- voedseldoeleinden te stimuleren. De taakgroep bestaat uit vertegen woordigers uit het agrarische en het niet-agrarische bedrijfsleven. Zono dig kan de taakgroep deskundigen vragen een advies uit te brengen over een bepaald onderwerp. Uit landbouwgrondstoffen kan een hele serie produkten worden ge maakt, variërend van afbreekbare plastics tot brandstoffen en van bouwmaterialen tot farmaceutische produkten. Mares onderstreepte bij de installatie dat voor het welslagen van agrificatie nieuwe vormen van samenwerking nodig zijn. Om die reden is gekozen voor een brede sa menstelling van de taakgroep. De taakgroep heeft ook als opdracht om informatie te verzamelen over de toepassingsmogelijkheden van landbouwprodukten in het agrifica- tieproces. Als die informatie niet di- rekt voor handen is, heeft de taakgroep de mogelijkheid om stu dies te laten uitvoeren. De voorzitter van de taakgroep, G.J. Doornbos, memoreerde dat er in de lidstaten van de EG steeds meer mogelijkheden komen om aktief op nieuwe ontwikkelingen in te spelen. Dit is o.a. een gevolg van het be schikbaar stellen van financiële mid delen door Brussel. Doornbos gaf aan dat bij het agrificatieproces markten en konsumenten niet over één kam geschoren kunnen wor den. Het ontwikkelen van deelmark ten moet via promotie en marketing een belangrijke plaats krijgen. In de taakgroep zitten vertegen woordigers van Cebeco Handels- raad, Campina Melkunie, Shell Nederland, ATO, Unilever, Suikeru nie, Gist Brocades, Nationale Coö peratieve Raad en Avebe. De relatie tussen landbouw, natuur en landschap is sterk toegenomen in de rijks- en provinciale planologie. Ook in de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening wordt landinrichting een belangrijk middel genoemd om land bouw en natuur te reguleren. Het is daarom onbegrijpelijk dat natuur en milieuorganisaties zo ageren tegen de landinrichtingsplannen van de provincie. Dat zei de Brabantse gedeputeerde dr. B. Jellema in Den Bosch bij het afscheid van ir. C. Lambregts als di recteur landinrichting van de provin cie Noord-Brabant. "De milieu beweging zou juist blij moeten zijn dat het instrument landinrich ting onverbrekelijk verbonden is met de landbouw. 'In deze provincie heeft de natuur voorrang in waarde volle boekdelen en andere natuurge bieden. Daarbuiten ligt het accent op de landbouw. Er wordt in dit land gauw vergeten hoe belangrijk de landbouw is voor onze export en daarmee onze welvaart', aldus Jellema. De Brabantse gedeputeerde gaf overigens aan dat aan natuur en re creatie binnen landinrichtingsprojec ten meer waarde zal worden toegekend. Hij beloofde binnenkort met een nota te komen, waarin wordt aangegeven hoe de provincie de komende jaren met landinrich ting wil omgaan. 'We komen in ie der geval met het voorstel om meer landinrichtingstaken naar de provin cie over te hevelen'. Man van 1 miljard Ir. C. Lambregts is in Noord-Brabant liefst 33 jaar hoofd van de landin- richtingsdienst geweest. In de ruil verkavelingsprojecten uit zijn begintijd speelde het begrip ontgin ning nog een hoofdrol. Lambregts heeft onder meer meegewerkt aan de uitvoering van het Deltaplan, aan tal van openlucht- en recreatiepro jecten en waterlopen. Het zwaartepunt in zijn loopbaan lag echter op de ruilverkaveling. Hij had niet minder dan 52 projecten onder zijn hoede met een opper vlakte van bijna 200.000 ha en een totaal investeringsbedrag van meer dan 1 miljard gulden. Reden voor Jellema om zijn topambtenaar als 'man van 1 miljard' uit te zwaaien. Watergraaf ir. Segers van het water schap De Dommel noemde zijn 'land' collega mister landinrichting. Water- en dijkgraven zijn vaste over legpartners van' de landinrichtings- dienst, omdat het water en landbeheer van oudsher nauw met elkaar verbonden zijn. Langs deze weg willen wij iedereen bedanken voor de getoon de belangstelling en blijken van waardering, die wij hebben ge kregen ter gelegenheid van mijn 25-jarig ambtsjubileum. Een bijzonder woord van dank willen wij richten aan de Tuin- bouwstudiec/ubs en de D.L.V., die dit feest hebben mogelijk ge maakt. Deze gebeurtenis geeft ons een goede stimulans om met hernieuwde energie verder te gaan. Nogmaals een ieder bedankt voor deze zeer fijne middag. Jaap en Carta Wals Produktschappen moeten zich niet inhoudelijk met landbouwbeleid be zighouden. Voor de uitvoering van regelingen en verordeningen en voor het innen van heffingen kun nen ze een taak hebben, meent het KNLC-bestuur. Er is echter diskussie nodig over de vraag welke prijs daarvoor betaald mag worden en hoe het werk beter afgestemd kan worden. Voorzitter Varekamp noemde daarbij de gedachte om de regelende taken van de produktschappen samen met die van het Landbouwschap onder te brengen in een aantal sek- torale organisaties 'aansprekend om over na te denken'. Het inhoudelijke beleid ligt in die visie uiteraard bij de landbouworganisaties. De praktijk vraagt steeds meer een sektorgerichte benadering en dat wordt alleen maar meer als het be leid marktgerichter wordt. Op dit moment staat de hele struktuur van de belangenbehartiging ter diskus sie. Varekamp zei te vrezen dat het blijft bij hier en daar wat schaven. "Ik ben bang dat we het volledig verkeerd doen gezien de ontwikke ling in de komende tien, vijftien jaar".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 10