2g Gelegenheidswerk voor alle sectoren regelen Uitspraken KNLC kommentaar Subsidie niet beperken tot grote bedrijven Benoemingen Nieuwe jaar met acht Landbouwschap akkoord met garantieregeling pootgoed Bestuur KNLC: Landbouwhuis komt op niveau ♦♦V Er moeten geen sectoren buiten de boot vallen bij het zoeken naar een oplossing voor het probleem van de gelegenheidsarbeid. Daarover is het bestuur van het KNLC het eens. Een oplossing zou voor een deel kunnen komen uit een forfaitaire regeling zoals die voor 1991 voor de asper geteelt alweer is overeengekomen. Voor de overige sectoren zal naar vérwachting in 1991 dezelfde ge dragslijn worden gevolgd als vorig De bouw van het nieuwe Landbouwhuis aan de Cereshof in Goes vordert goed. De foto laat zien dat aannemer Van Oorschot inmiddels tot de vierde en hoogste verdieping is gevorderd. De werkzaamheden liggen volledig op schema en het gebouw zal medio 1991 aan de ZLM kunnen worden opgeleverd. Wat betreft de uiterlijke vorm van het gebouw heeft de bouwkommissie gekozen voor een witte be- tonsteen en een groene "hoed". Het gebouw wordt voorzien van ge kleurd zonwerend glas. De foto is genomen vanaf het nieuwe kantoor van Verzekeringen ZLM, dat eind december in gebruik is genomen. De ZLM is van mening dat er in prin cipe geen beperkingen moeten wor den gesteld aan het toekennen van subsidiefaciliteiten aan agrarische bedrijven Alle bedrijven, zowel klei ne als grote, moeten voor deze fa ciliteiten in aanmerking komen Het hoofdbestuur reageerde daar mee op berichten als zou het Land bouwschap kleine melkveehouderijbedrijven met een quotum tot 400.000 ton melk (ca. 60 koeien) willen uitsluitend van fi nanciële steun. Een notitie van het secretariaat van het Landbouw schap ligt aan deze berichten ten grondslag. De afdeling Groede van de ZLM zag hierin aanleiding een open brief te schrijven, waarin deze ge dachte wordt afgewezen. Door elke vorm van beperking af te wijzen, stelde het hoofdbestuur van de ZLM zich volledig achter de strekking van deze brief. "De voormalige minister Braks beklemtoonde de familiegeest graag door te zeggen dat iedereen in de landbouw lid is van het CDA: Corps Diplomatique Agrico/e, dan wel het Christen Democratisch Appèl". Prof. dr. ir. R. Rabbinge, hoogleraar Landbouwuniversiteit Wageningen (De Volkskrant, 3 januari 1991). "Het waren akties, opgezet door dissidentachtige boeren die maar een klein deel van het totaal uitmaakten. Het was een reactionair groepje, dat geen enkele verandering in het landbouwbeleid duldt. Ze liepen zelfs met zwarte vlaggen met doodskoppen erop". Oud-minister ir. G. Braks (GPD-bladen, 29 december 1990). "De landbouworganisaties zijn zelf in de fout gegaan. Het Landbouwschap, de voorlieden Va re kamp. Doornbos, Mares en Leeuwma. Ze wilden de rege lingen niet hebben waarmee de overheid produktievermindering kon afdwin gen. Daarom zijn ze gevlucht in het prijsbeleid en nou zitten ze met de gebakken peren". Sicco Mansholt, oud-minister van Landbouw en eerste Eu ropese landbouwkommissaris (De Volkskrant, 22 december 1990). "Als er in Zeeland één beroepsgroep is die de wapenspreuk "Luctor et Emer- go" (Ik worstel en kom boven) waarmaakte, dan zijn het de boeren wet". Dr. C. Boertien, kommissaris van de Koningin in Zeeland (Boerderij, 2 januari 1991). "Veel Amerikanen begrijpen het niet: het kleine Holland a/s mammoetexpor teur van agrarische produkten. Men vroeg mij vaak naar het geheim van de Nederlandse landbouw. Mijn antwoord: Nederland kent geen fundamentele tegenstellingen tussen minister van Landbouw en landbouworganisaties. Dat is een geweldig voordeel. Samen proberen de neus van de overheid de zelfde richting op te laten staan als die van de boeren en tuinders". Drs. Jaap van der Veen, voorzitter Produktschap voor Sier gewassen en Groenten en Fruit, tot voor kort Nederlandse landbouwraad in Washington (Oogst, 4 januari 1991). "Dat het u allen naar dezen vleze mag gaan". Nieuwjaarswens ir. R.J. Tazelaar, voorzitter Produktschap Vee en Vlees. jaar, in afwachting van een afdoen de oplossing. In december kondigde staatssecre taris ter Veld van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de bedrijfsvereniging BVAB en de So ciale Verzekeringsraad (SVr) aan dat zij geen verdere stappen zal onder nemen om een nieuwe regeling voor gelegenheidsarbeid te maken. Dat kon zij doen omdat de SVr met een verdeeld advies was gekomen. Ze voegde er aan toe dat naar haar me ning bijna alle arbeid verzeke- ringsplichtig is, dat wil zeggen dat er premies betaald moeten worden. Als alle 'gelegenheidswerk' verzeke- ringsplichtig wordt ontstaat er een geweldige administratieve chaos op de bedrijven, en bij het ASF. Boven dien is land- en tuinbouw onmoge lijk zonder gelegenheids werk, dat geldt eens te meer nu ak kerbouwers gestimuleerd worden hun heil te zoeken in vollegronds- groenteteelten. Een ander aspect is dat er voor huisvrouwen op het plat teland vaak weinig ander werk is. KNLC-voorzitter Varekamp stelde te hopen op realiteitszin bij alle partij en. "Je kunt je wel formeel opstellen maar wie is er laakbaar als je het zó regelt dat alle gelegenheidswerk in het zwarte circuit verdwijnt", vroeg hij zich af. Varekamp meent dat boeren en tuinders het voordeel van de twijfel moeten krijgen. "Men moet zich niet verschuilen achter die ene die er misbruik van maakt'. Er moet een regeling komen die zo breed én praktisch mogelijk is. Dat zou kunnen door bijvoorbeeld scho lieren buiten schot te laten en daar naast voor verschilende sectoren afspraken te maken over een forfai taire regeling. De overheid moet een regeling maken voor alle sectoren. Varekamp: "We kunnen geen ver antwoording nemen voor een voor stel wat de ene sector wél en de ander sector niet tevreden stelt". In zijn vergadering van maandag 7 januari j.l. heeft het hoofdbestuur van de ZLM weer een aantal benoe mingen gedaan. De heer A. de Visser te Aagtekerke werd herbenoemd als commissaris van de Accountantsunie ZLM. In het bestuur van de Stichting Ge zondheidsdienst voor Dieren West en Midden-Nederand is namens de ZLM benoemd de heer P. Risseeuw te Cadzand. Hij neemt de plaats in van de heer W. v.d. Zande. In het bestuur van de Stichting Praktijkschool Horst is namens de ZLM herbenoemd mevrouw A. Wisse-Maat. In de commissie grondgebruik van de Gewestelijke Raad voor Zeeland van het Landbouwschap is drs. T. Elzinga, secretariaatsmedewerker, benoemd als adviseur. Tot lid van het bestuur van de Stich ting voor Voortgezet Onderwijs Groot Stelle werd benoemd me vrouw J.L. van Nieuwenhuyze- Zandee te Kloetinge. Zij neemt de plaats in van mevrouw C. Timmermans-Aarnoutse, die niet herkiesbaar was. In de commissie Werkgevers- en So ciale Zaken van de ZLM werden be noemd de heren A.C.J.M. Mouwen te Roosendaal en A. D'Hont te Groede. Mr. J. Oggel, algemeen secretaris van de ZLM, werd benoemd tot commissaris van Grobeka BV. Als vertegenwoordiger in de aandeel houdersvergadering zal de alge meen voorzitter de heer H.C. van der Maas optreden. Tenslotte werd mevr. M. van Gorsel- de Oude te Oud-Vossemeer be noemd in het bestuur van de Stich ting Agrarisch Opleidingscentrum "De Groene Zoom". Het nieuwe jaar 1991 is al weer meer dan een week oud. Echter niet te oud om u allen a/s lezers nog alle goeds voor 1991 toe te wensen. Natuurlijk staat daarbij de gezondheid voorop, maar ook andere zaken zijn niet onbelang rijk. Wat dat betreft, is de vraag wat het nieuwe jaar zal brengen. Zakelijk wordt dan, om het posi tief te stellen, gesproken van uit dagingen en kansen, die op ons af zullen komen. Ook voor de land- en tuinbouw moeten we ons die vraag stellen. Immers, belangenbehartiging is mede ontwikkelingen voorzien, deze signaleren en daarop proberen te anticiperen. Het is tenslotte een oude boerenwijsheid dat "acht meer is dan honderd". Dat wil zeggen: acht slaan op ontwikke lingen is meer waard dan hon derd gulden in de hand. Ook in 1991 zullen we op vele ontwik kelingen acht moeten slaan en zal er ten aanzien van een aantal ontwikkelingen verdere besluit vorming moeten plaatsvinden. Wat dat laatste betreft, zal in 1991 de structuur van de belan genbehartiging aan snee zijn. Ik hoop dat we met elkaar in het belang van de boeren en tuin ders in Nederland tot het besluit kunnen komen om met een aan de tijd aangepaste structuur ver der te gaan. In een tijd waarin druk op de land- en tuinbouw wordt uitgeoefend omdat bij voorbeeld de traditionele mark ten in algemene zin van groei-, verdringingsmarkten zijn gewor den en daardoor milieu en natuur soms onevenredige aandacht krijgen, is alle hens aan dek met gesloten rijen meer dan ooit no dig. Bestaande onnodige ver snippering moet worden opgeheven maar ook moeten we nieuwe versnippering voorkomen. Sociale toelagesfeer Een paar ontwikkelingen waar we vooral acht op moeten slaan zijn de mogelijke veranderingen in het landbouwbeleid, al of niet via GATT, en de bezuinigings- druk in politiek Den Haag. Meer dan ooit lijkt de discussie op te laaien om het huidige EG- landbouwbeleid fundamenteel te veranderen.Wél een landbouw beleid, wé! ondersteunen en be schermen van markten, maar op een andere wijze dan via het uni forme Europese landbouw markt- en prijsmechanisme nu. Het gaat te ver om daar in dit commentaar uitvoerig op in te gaan. Maar vooralsnog ben ik van mening dat we niet in een, voor discussie vatbare, sociale toelagesfeer moeten komen. De hoogte van voedselprijzen staat in de Westerse wereld nergens ter discussie en een prijs voor het agrarische produkt, voortge bracht op voor West-Europese norm efficiënte bedrijven zal uit gangspunt moeten blijven. Voor nevenwaarden, zoals bijvoor beeld natuur en landschap, kan bezien worden of beloning op andere wijze gestalte kan krij gen. Maar dat is dan geen socia le toelage. Bezuinigen in Den Haag is voor mij op zich een noodzakelijk gegeven om Nederland econo misch en financieel gezond te maken. Dat daarbij voornamelijk naar de zogenaamde comsump- tieve subsidies (huursubsidie, en zovoort) wordt gekeken is terecht. In Nederland is de laat ste jaren wel bezuinigd, maar voornamelijk op overheidsin vesteringen, zoals op de aanleg van wegen, investeringen in het openbaar vervoer en op andere infrastructurele onderwerpen als landinrichting. Het is dan ook bij voorbaat niet aanvaardbaar dat op de begroting van het Mi nisterie van Landbouw, Natuur beheer en Visserij enige bezuiniging plaatsvindt. De druk op de land- en tuinbouw- inkomens is groter dan in de rest van de samenleving. Vanwege tal van al eerder genoemde ver anderingen moet nu juist ook door de overheid geïnvesteerd worden, om de land- en tuin bouw duurzaam, concurrerend en veilig te laten zijn. Daarnaast zijn er al aanzienlijke bezuinigin gen gepleegd op het Europees landbouwbudget en dat werkt ook door in de nationale be groting. Al met al een nieuwjaar met veel acht van ons allemaal, zowel op de individuele bedrijven als bij de collectieve belangenbehartiging. Marius Varekamp Voorzitter KNLC Het bestuur van het Landbouw schap heeft woensdag de garantie regeling voor pootaardappelen 1991 vastgeteld. De regeling is evenals in voorgaande jaren vast gesteld in overleg met het Bedrijf schap voor de Groothandel in Aardappelen (BGA). De heer Vermeer, voorzitter van de Pootgoedcommissie van het Land bouwschap, kondigde aan dat er op korte termijn een studie komt naar de opzet van de garantieregeling. Uitgangspunt van de studie is het behoud van de regeling met een zo breed mogelijk draagvlak. Voor 1991 blijft de basisareaalheffing 400 gulden per hectare plus 200 gulden als voorschot op de nahef- fing per ras. De naheffing treedt in werking als meer dan duizend kilo per hectare van het betreffende aard appelras wordt aangeboden aan de Stichting Overname Pootaardap pelen (Stopa). De plombeheffing is gemiddeld 1,75 gulden per 100 kilo. Op grond van de nu goedgekeurde Stopa-regeling is het mogelijk om via de basisheffingen (400 gulden per hectare 1,75 per 100 kilo) ruim 100.000 ton aardappelen over te nemen. Met de naheffingen per ras is het mogelijk om een hoeveel heid van 140.000 ton over te ne men. Komt de totale hoeveelheid aangeboden aardappelen boven de 140.000 ton dan wordt een zoge naamde calamiteitenheffing op gelegd. In vergelijking met de Stopa- regeling van vorig jaar is de beta lingstermijn bij de calamiteitenhef fing en de naheffing per ras teruggebracht van drie naar twee maanden. De uitbetalingstermijn van de Stopa blijft dertig werkdagen. Via een gedeelte van de heffingen wordt onder andere een bedrag van 3,2 miljoen gulden besteed aan de afzetbevordering van pootgoed. Ook wordt het aardappelonderzoek mede-gefinancierd via een gedeelte van de heffingen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 5