De opvolger van het Bintje bestaat niet =0oTfD Rassen - en Gewassenbijlage Rassenkeuze in overleg met handelshuis of koöperatie Bijna jaarlijks duiken er in de kranten berichten op als zou de opvolger van het Bintje gevonden zijn. De echte aardappelken ner schrikt hier niet van op. Hij weet hoe moeilijk het is om een ras te kweken en het daarna in voldoende mate op de markt te verspreiden. Een nieuw ras is nu eenmaal de eerste jaren niet in grote hoeveelheden verkrijgbaar. Denk alleen maar aan de ontwikkelingstijd van vijftien jaar die een nieuw ras nodig heeft. Dus zou de opvolger van het Bintje al bestaan, dan had hij/zij zich allang bij de bestaande aardappel wereld moeten aandienen. Gezien de ontwikkelingen binnen de aardappelsektor valt het dan ook te betwijfelen of de op volger van het Bintje er ooit zal komen. De verschillende afzet gebieden van de Nederlandse aardappel beginnen zich steeds sterker te profileren en vragen daardoor per afzetgebied een andere aanpak. Afzetkanalen De afzet van aardappelen laat zich globaal gezien opdelen in vier be langrijke afzetgebieden: - de pootgoedmarkt; - de zetmeelmarkt; - de fritesmarkt; - de tafelaardappelmarkt. De pootgoedmarkt kenmerkt zich doordat Nederland een enorm hoog afzet-aandeel heeft op de wereld markt. Kontinuïteit in deze afzet wordt verkregen door een stringent systeem van kwaliteitskontroles en de visualisatie van deze kwaliteit door middel van certificaten. Ook de zetmeelindustrie is een be drijfstak die kwaliteitsregels en uit betalingsregelingen kent. Rassen die voor bovengenoemde teelten gebruikt worden kunnen in principe niet verhandeld worden op de frites- en tafelaardappelenmarkt. De fritesmarkt kent 27 aanbieders waarvan een klein aantal een grote invloed heeft op de verschillende af zetmarkten. Kontinuïteit wordt o.a. verkregen door een merken strategie met daaraan gekoppeld een stevig kwaliteitsimago. Belang rijk hierbij is de kwaliteit van het basis-materiaal. Ook in deze be drijfstak kent men derhalve een uit betalingsregeling naar kwaliteit. De markt voor tafelaardappelen wordt gekenmerkt door een groot aantal aanbieders (groothandelaren, handelshuizen, koöperaties, e.dj. Geen van de aanbieders heeft grote invloed op de diverse afzetmarkten. De kwaliteit van het aangeboden produkt is niet herkenbaar en niet uniform. Dat wil zeggen dat elke aanbieder er zijn eigen kwaliteits strategie op na houdt. Wat voor de één acceptabel is, is voor de ander onaanvaardbaar. Bovendien kan de kwaliteit van één en dezelfde aan bieder per dag verschillen. De kon- sument weet dus nooit van tevoren wat voor een kwaliteit aardappelen hij/zij koopt. De teler zal een keus maken uit deze verschillende afzetmarkten. Hierbij zal hij streven naar een stukje be drijfszekerheid (inkomenszekerheid) door dat afzetkanaal te kiezen met de grootste afzetzekerheid zonder al teveel investeringen en risiko's. De zetmeel- en pootgoedteelt zijn spe cifieke teelten met specifieke rassen en vragen een speciale aanpak. De ze teeltmethoden zijn dus niet voor iedere boer weggelegd. De markt voor frites- en tafelaardappelen daarentegen is veel overzichtelijker. Deze beide vragen hoofdzakelijk al lebei één en hetzelfde ras: het Bint je. Afzet van de oogst is dus zonder al teveel problemen te verwachten, ervan uitgaande dat de markt voor frites- en tafelaardappelen hetzelfde ras ook willen. Konsumentenvoorkeur Het is echter niet meer zo van zelfsprekend dat de konsument de aardappel eet die hij/zij voorgescho teld krijgt. Hij/zij heeft wel degelijk smaakvoorkeuren en is tegenwoor dig ook kwaliteitsbewuster. Kwali teit wordt beoordeeld en men is bereid hiervoor een meerprijs te be talen. Bovendien heeft de huidige konsument alternatieven genoeg, denk maar aan brood, rijst en pasta's. Kijken we allereerst naar de smaak van de konsument dan kunnen we konstateren, dat de konsumenten voorkeur bijvoorbeeld in Nederland de afgelopen vijf jaar sterk is veran derd. Wilde in 1980 nog 59% van de konsumenten een bloemige aardappel, in 1989 is dat gedaald naar 41%. Daarentegen is het aan deel vastkokend gestegen van 15% in 1980 tot 32% in 1989. Een ster ke verschuiving naar de meer vast- kokende rassen (tabel I). De helft van de Nederlandse konsu ment (maaltijdbereiders) is ook niet tevreden over de kwaliteit van de geleverde aardappelen. Blauwe plekken, ogen en pitten, slecht te bewaren, spruiten en uitlopers zijn zaken waar men zich aan ergert (ta bel II en III). Assortiment en prijs Het type aardappel en de kwaliteit van de aardappel komen dus niet al tijd overeen met de wensen van de konsument. Daar komt bij dat de konsument over het algemeen maar een beperkt aantal rassen in de win kel kan kopen (Bintje, Eigenheimer, Irene). Door dit beperkte aanbod verliest de konsument zijn interesse in het produkt. Een breed assorti Op de wereldmarkt voor pootgoed neemt Nederland een vooraanstaande plaats in. Aardappe/produkten zijn er in vee! soorten en maten. ment aan aardappelen daarentegen dwingt de konsument tot het ma ken van een keuze. Hiervoor moet hij zich informeren en wordt zijn in teresse gewekt. Een ander gegeven is dat de prijs van aardappelen inelastisch is, dat wil zeggen dat de prijs van aardap pelen niet belangrijk is voor de kon sument. Men kan gemakkelijk een hogere prijs voor de aardappelen vragen, zonder dat de afzet hierdoor in gevaar komt. Zo is uit onderzoek bekend, dat in Duitsland een konsu- mentenprijs boven DM 4,00 voor 2,5 kg tafelaardappelen mogelijk is, als de juiste kwaliteit wordt gele verd. Ook in Nederland zijn proeven gedaan met de prijs/kwaliteit ver houdingen. Hieruit bleek ook dat de konsument bereid is meer te betalen voor een verbeterde kwaliteit. Een hogere prijs voor tafelaardappelen is dus mogelijk, indien daartegenover staat dat er een betere kwaliteit aangeboden wordt. Bovenstaande gegevens gelden niet alleen voor Nederland. Ook in onze belangrijke exportmarkten vinden dezelfde verschuivingen plaats; vastkokende aardappelen, betere kwaliteit, breder assortiment en een hogere prijs. Nieuwste ontwikkeling in binnen- en buitenland is het feit dat de produktiemethode een rol gaat meespelen in de beoordeling van de kwaliteit van het produkt. Met produktiemethode wordt be doeld in welke mate de produktie het milieu belast. Nieuwe normerin gen (nitraatnorm) zullen dan ook in een versneld tempo worden opge legd en ingevoerd. Herkenbare kwaliteit Het wordt dus tijd dat de teelt en af zet van tafelaardappelen een aparte benadering krijgt. Met apart wordt bedoeld dat het zijn eigen strenge kwaliteits- en uitbetalingsregelingen krijgt. Hierdoor wordt kwaliteit bin nen het aanbod herkenbaar ge maakt, welke herkenbaarheid verder in de distributie zichtbaar gemaakt kan worden door keurmerken. Op deze manier krijgt de konsument zijn betere kwaliteit en de be drijfstak een hogere opbrengst. Nogmaals: de individuele aanbieder op deze markt is niet dominant ge noeg om het kwaliteitsbesef voor de gehele sektor te stimuleren. Re gelt de sektor het niet zelf, dan zal hij ongetwijfeld kwaliteits-eisen op gelegd krijgen van grote afnemers, zoals supermarktketens e.d. Op zich niet erg; alleen deze afnemers heb- ^ben de gewoonte om hun eigen prijskaartje eraan te hangen hetgeen niqt de bedoeling kan zijn. De teler zal in de nabije toekomst moeten kiezen voor welk afzetka naal hij wil gaan telen. Hiervoor heeft hij gegevens nodig uit de markt. Gegevens die hij moet krij gen van belangenverenigingen, han delshuizen, e.d. Met een mooi modewoord heet zo iets "marktge richt produceren". Het houdt in dat de teler goed op de hoogte is en goed op de hoogte blijft waar de konsument om vraagt. Oftewel een goed samenspel tussen boer, han delshuizen en belangenvereni gingen. Komend seizoen Welke rassen er dus het komende seizoen geteeld moeten gaan wor den kunt u dus het beste bij de han delshuizen informeren. Zij kunnen u adviseren welke rassen het goed doen of gaan doen op de konsu- mentenmarkt. Belangrijke ontwikke ling hierbij is de toenemende vraag naar produkten van de bio- dynamische en ecologische teelt. De rassenkeuze van de tegenwoor dige teler is niet meer zo eenvoudig. De ondernemende boer zal zich moeten oriënteren op de verschil lende afzetgebieden en in samen werking met handelshuis, danwel koöperatie een keus maken. Infor matie, communicatie en samenwer king zijn sleutelwoorden voor de toekomst. Tom j Bey (NI VA A Tabel I Voorkeur voor: 1980 1985 1989 bloemig 59 37 41 bloemig/vastkokend 24 52 27 vastkokend 15 11 32 Tabel II De mate waarin maaltijdbereiders kwaliteitsverbetering bij tafelaardap pelen noodzakelijk achten Kwaliteitsverbetering Dringend noodzakelijk Wenselijk Niet zo nodig Geen mening Tabel 16 34 44 6 100% De belangrijkste klachten over tafelaardappelen: de frequentie waarmee de ze voorkomen en de mate waarin men zich er aan ergert (maaltijdbereiders) Gebrek komt Het percentage (vrij) vaak dat zich er voor sterk aan ergert Kwaliteitsaspekten Grote en kleine aardappelen in de zelfde partij 41 21 Blauwe plekken en andere verkleu ringen 38 65 Ogen en pitten 33 56 Onregelmatige vorm 29 29 Grond aan de aardappelen 22 40 Slecht te bewaren 18 54 Spruiten, uitlopers 15 51 Bron: Produktschapvoor Aardappelen/NSS Agrimarketing Holland BV 1989.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 19