Uit de praktijk
Goede oogst hooi en graskuil in 1990
Bedrijfsaanpassing
moet mogelijk blijven
Jaar met ingrijpende gevolgen We zouden ons wel eens mogen bezinnen
Loonwerkers bieden aardappelkontrakten aan
"Koöperaties worstelen
met
ondernemingsstruktuur"
NCB over ecologische richtlijn
Het jaar 1990 is weer voorbij. Voor
MIDDEN- EN OOST-BRABANT zijn
de gevolgen zeer ingrijpend ge
weest. Wie aan het begin van het
jaar zulke drastische prijsverlagin
gen zou hebben aangekondigd in de
veehouderij, zoals die zich nu heb
ben voorgedaan, zou door iedereen
gek verklaard zijn geworden. Op de
melkveehouderijbedrijven wordt op
dit moment gesproken van een op
brengstderving van ongeveer
f 1.200,— per koe op jaarbasis.
De melk brengt ongeveer 10 cent/kg
minder op, terwijl het vlees
f 1,50/kg minder waard is. Op een
koe van 300 kg is dit al f 400,—.
De nuchtere kalveren zullen ook
f 200,— tot f 400,— minder op
brengen, afhankelijk van ras en kleur
van het kalf.
Ook de varkensprijzen verkeren mo
menteel op een dieptepunt. De
vleesprijzen liggen omstreeks de
f 2,50/kg geslacht gewicht. Je
moet voor zulke lage prijzen terug
gaan naar het begin van de jaren
70. Een gunstige bijkomstigheid is
dat de krachtoverprijzen zich op
een laag niveau begeven.
Oorzaken van deze lage prijzen zijn
o.a. de eenwording van Duitsland,
de exportproblemen van Ierland be
treffende vlees en de krisissituatie
in het Midden-Oosten. Deze fakto-
ren tezamen geven een zeer onsta
biele toestand. Niemand had
kunnen voorzien, dat dit soort zaken
zoveel invloed hebben op de gehele
wereldhandel.
Met ingang van 1 januari 1991 wor
den de uitrijregels voor de aanwen
ding van dierlijke mest flink
aangescherpt. Op grasland mag
nog 200 kg P205/ha/jaar worden
uitgereden. Voor maisland wordt dit
250 kg/ha/jaar. Bovendien wil men
in 79 gemeenten op de zandgron
den de mest milieuvriendelijk aan
wenden. Zoals op dit moment de
plannen zijn, zou dit moeten ingaan
op 15 maart a.s. Diverse loonbedrij
ven hebben geïnvesteerd in machi
nes, die de mest milieuvriendelijk
kunnen aanwenden. Hiermee zijn
grote bedragen gemoeid. Als de da
tum van 15 maart betreffende de in
voering van milieuvriendelijk
aanwenden, opnieuw uitgesteld
wordt, zal het effekt/bijdrage door
de landbouw voor het jaar 1991 mi
nimaal zijn.
De SLOM-boeren zullen vrijwel ze
ker een extra melkquotum bijkrijgen.
In een gerechtelijke procedure voor
het Europese Hof is de uitspraak
voor hen positief uitgevallen. De
verwachting is dat deze boeren, die
nu ongeveer 60% van hun oor
spronkelijke quotum hebben toege
wezen gekregen, in de nieuwe
situatie 80 tot 90% zullen krijgen.
De huidige melkveehouders hebben
in totaal ook ongeveer 17 a 19% in
geleverd sedert de invoering van de
superheffing in 1983.
De toeslag/kortingsregeling van
D.M.V.-Campina wordt met ingang
van periode 1-1991 gewijzigd. Voor
periode 1 en 2 wordt de toeslag
f 8,-/100 kg. In de zomer geldt
een korting van f 2,-/100 kg ge
durende 9 perioden. In de herfst
wordt de toeslag gedurende 2
maanden gebracht op f 11,-/100
kg. Om deze regeling te kunnen be
kostigen, moet gedurende het gehe
le jaar f 2,-/100 kg worden
ingehouden. Dit betekent een verla
ging van de voorschotprijs ten op
zichte van het jaar 1990.
Omstreeks 10 december hebben we
in Zuid-Nederland te maken gekre
gen met de eerste sneeuw. Deze is
ongeveer 2 dagen blijven liggen. Het
was in een keer een winterland
schap, zoals je vaak op wenskaarten
ziet. Aangezien dit de eerste bijdra
ge van dit jaar is wens ik vanuit
kring Oost- en Midden-Brabant de
lezers van de rubriek 'Uit de prak
tijk', de redactie en de medewerkers
van de ZLM een gelukkig nieuwjaar.
We hebben het jaar 1990 weer al
'weggeknald'. Een jaar dat door
droogte en een prachtige zomer niet
snel vergeten zal worden. Helaas
voelen velen van ons dat het nieu
we denken over akkerbouw en land-
bouwproduktie direkte invloed op
de portemonnee krijgt. Wat de
WEST ZEEUWS VLAAMSE akker
bouw al geruime tijd voelt komt nu
plotseling ook af op de melkveehou
derij; vlees-, varkens- en slachtkui-
kenproducenten zitten in vrijwel
hetzelfde schuitje alleen zijn daar de
resultaten met een duizelingwek
kende snelheid gedaald.
Uit alles blijkt dat het denken over
gezamenlijke belangen in de huidige
maatschappij wordt onderge
sneeuwd. Landbouw kost geld, dus
weg ermee, duizenden banen weg
bij Philips, niemand schijnt zich er
om te bekommeren, de bonden stel
len ieder voor zich CAO-eisen. De
gevolgen zijn duidelijk, ledereen, eist
zoveel mogelijk geld, voor kollektie-
ve zaken zal geen geld zijn. Om alles
dan rond te zetten zal de regering
weer niet anders kunnen, dan meer
lenen want niemand durft echt te
zeggen stop, niet verder Als we dan
zien hoe de levensomstandigheden
ennkele duizenden kilometers oost
waarts zijn, zouden wij ons in het
westen wel eens mogen bezinnen.
Veel vertrouwen dat via de politiek
een betere wereld tot stand komt,
krijgen we ook niet. Als we nu zelfs
op provinciaal nivo al zien dat men
zijn eigen zakken nog eens extra
vult: dat muisje moet toch een
staartje hebben want anders zal de
animo om te gaan stemmen wel
heel ver afnemen. In landbouwkrin-
gen is het vertrouwen in enkele par
tijen, die altijd door dik en dun
gesteund zijn, zeer ver geslonken.
De kuststrook problematiek heeft
daar nog een schepje bovenop
gedaan.
Volgende maand zullen de leden
grondgebruikers zich kunnen uit
spreken over de verkavelingsaan-
vraag. Er zal een moeilijke afweging
moeten plaatsvinden, daartoe zal
duidelijkheid moeten bestaan over
de kosten per ha., de duur van de in
greep en welke invloed de land
bouw in de kommissie zal hebben.
Pas dan is enigszins te beoordelen
of de aanvraag moet blijven
bestaan. Gelukkig, en dat is een po
sitieve wending, worden de leden
door de drie organisaties samen ge
raadpleegd. De samenwerking is de
laatste maanden in een stroomver
snelling gekomen. Heel positieve
geluiden kwamen er van de leden
over de bijeenkomst in Schoondijke
waar Aike Maarsingh sprak. Zijn
verhaal sprak aan, maar hij roept
wel op tot een gezamenlijke aanpak.
Dat zal dan ook een voornemen
moeten zijn voor '91 wat daadwer
kelijk uitgevoerd moet worden. We
komen te vaak bestuurders tegen,
ook in eigen kring, die zich maar bij
de feiten willen neerleggen. Daar
heeft de praktijk zijn mensen niet
voor ingehuurd.
Bij handhaving van de huidige prij
zen voor de bintjes kan het jaar
1990 voor de akkerbouwers in
WEST BRABANT ZUID nog enigs
zins positief uitkomen. Vooral voor
die bedrijven die naast aardappelen
ook een areaal vrije sperziebonen in
hun bouwplan hadden. Opvallend
was de aardappelnotering van enke
le weken geleden. Het prijsverschil
tussen zand- en kleibintjes was vrij
wel nihil. Normaal gesproken voert
de handelaar of verwerkende in
dustrie aan dat een prijsverschil van
zo'n 10 a 15% rechtvaardig is om
dat zandaardappelen minder goed
bakken of dat het rendement niet
hoog genoeg is.
Of dit nu allemaal werkelijk waar is,
is de vraag. Telers van zandbintjes
vinden het in het algemeen argu
menten om wat goedkoper aardap-
In 1990 werd gemiddeld 2,9 ton droge stof per ha ingekuild, tegen ruim 2,5 ton in 1989.
De opbrengst hooi en graskuil die in
1990 is geoogst, ligt beduidend ho
ger 9,1%) dan in het 'magere'
jaar 1989. De totale oppervlakte ge
maaid grasland in 1990 was even
wel 5,5% kleiner dan een jaar
daarvoor.
Van de bedrijven met rundvee past
bijna tweederde in meer of mindere
mate beweiding van het melkvee
toe. Op deze bedrijven was in 1990
gemiddeld 6,5 maand sprake van
beweiding. In het weideseizoen van
1990 werd tevens een half miljoen
ton aan droge stof van gras- en snij-
maiskuil bijgevoerd aan het melk
vee; omgerekend is dat ongeveer
270 kg per koe. In de periode 2 ok
tober 1989 tot 1 oktober 1990 is in
totaal 127.000 hectare grasland in
gezaaid. Dit blijkt uit een steekproef-
onderzoek van het Centraal Bureau
voor de Statistiek onder bedrijven
met rundvee.
Kuilgras
De opbrengst gemaaid grasland
voor kuilgras was in 1990 ruim 2,9
ton droge stof per hectare tegen iets
meer dan 2,5 ton in 1989. In verge
lijking met het vijfjaarlijks gemiddel
de van 1985/1989 is de geoogste
hoeveelheid graskuil met 0,7% toe
genomen. Voor het eerst sinds
1985 neemt het aandeel gemaaid
voor zomerstalvoedering weer toe;
ruim de helft van deze oppervlakte
wordt benut voor volledige stalvoe-
dering. Hiervan is sprake wanneer
gedurende een periode in het wei
deseizoen het melkvee dag en
nacht blijft opgestald. De totale op
brengst aan ruwvoer (hooi, graskuil
en snijmais) bedroeg in 1990 ruim 7
miljoen ton aan droge stof 1,1%).
Voor wat betreft de beweidingsduur
van melk- en kalfkoeien blijkt dat
door 63% van de bedrijven dag- en
nachtbeweiding wordt toegepast. In
ruim eenderde van de gevallen
graast het melkvee 2 a 4 dagen op
één perceel. Het strandweiden,
waarbij de koeien meer dan 20 da
gen op een perceel zijn, bedroeg
22% van de beweidingsduur. In de
periode 2 oktober 1989 tot 1 okto
ber 1990 betreft de inzaai van gras
land voor bijna de helft van de
oppervlakte herinzaai, waarbij een
grondbewerking wordt toegepast.
Bij doorzaai (geen grondbewerking)
is bij 15% van de oppervlakte de
grasmat doodgespoten.
pelen in handen te krijgen. Ingewij
den binnen de verwerkende in
dustrie willen weieens iets meer
zeggen. Wat kwaliteit aangaat hoeft
er tot januari geen prijsverschil te
zijn tussen zand en klei. Dat, zoals
dit jaar, tijdens de oogst een verschil
van 4 cent optreedt ligt aan de han
delwijze van vraag en aanbod. Voor
al in september was het aanbod
zandbintjes erg hoog. Jaarlijks
breidt het areaal nog uit. Met name
in Midden en Oost Brabant.
Zoals het er nu naar uit ziet zullen
veel veehouders in 1991 hun heil in
aardappelen zoeken. Verschillende
loonwerkers bieden kontrakten aan
waarbij ze de boer, bij normale
groeiomstandigheden, een saldo ga
randeren dat aanmerkelijk hoger ligt
dan graan of mais. De mechanisatie
speelt geen rol omdat de loonwer
ker dat allemaal in eigen hand
houdt. Een ontwikkeling die de tra
ditionele aardappelteler niet ten
goede komt. Op deze manier is de
verwerkende industrie verzekerd
van goedkope grondstof. Hoe het
bouwplan op de zandgronden er
voor 1991 uit gaat zien staat nog
niet helemaal vast. Alternatieven
zijn er niet.
Een aantal akkerbouwbedrijven dat
stieren mest gaat weer gras zaaien
om op deze manier de voerkosten
omlaag te brengen. Met de huidige
kwaliteitsrassen is het mogelijk om
gras in de kuil of in het pak te krij
gen dat in de droge stof vergelijk
baar is met A-brik. Als de
verscherpte mestnormen wettelijk
worden en de prijzen van de akker-
bouwprodukten blijven dalen dan
wordt het weer rendabel om stieren
in de wei te zetten. Op dit moment
zijn de prijzen van het slachtvee
zeer laag. Een bijkomende tegenval
ler is de korting die wordt toegepast
als stieren te veel wegen. Tegen de
kerstdagen was de vraag wat vlot
ter maar tot een hogere prijs leidde
dat niet.
Ondanks de vele negatieve vooruit
zichten wens ik u toch een voor
spoedig 1991 toe. Een vermelding is
het waard dat een bedrijf in de
streek afgestapt is van het geven
van een kalender als relatiege
schenk. De klanten kregen met de
jaarwisseling een fles Bordeaux
aangeboden. Een reclame die het
gegarandeerd beter doet. De fles zal
in ieder geval niet in de open haard
of bij het oud papier belanden.
Volgens de voorzitter van de Neder
landse Bond van handelaren in vee,
de heer J.W. Diepeveen, is de tijd
van de koöperaties voorbij. "De
koöperaties worstelen met hun on
dernemingsstruktuur. Men zoekt
naar wegen die typisch zijn voor het
partikuliere bedrijfsleven, zoals het
vormen van financiële reserves", al
dus Diepeveen tijdens de winterver
gadering van de bond.
De veehandelaren-voorzitter gaf te
kennen dat de veranderingen die in
de loop van 1990 gestalte hebben
gekregen erop wijzen dat de koöpe
raties agressiever gaan optreden en
veel meer reden geven om met hen
rekening te houden.
Het Hoofdbestuur van de NCB is
van mening dat de aanpassing van
de ecologische richtlijn een nadruk
kelijke bijdrage dient te leveren aan
een tweetal doelstellingen, te weten
het vergroten van de flexibiliteit
voor bedrijfsaanpassingen en het le
veren van een bijdrage aan de re
ductie van de ammoniakemissie.
Van groot belang is het gegeven dat
een nieuw ecologische richtlijn de
milieu-investeringen die op bedrij
ven plaatsvinden daadwerkelijk ho
noreert in de vorm van toegestane
bedrijfsaanpassingen.
De benodigde flexibiliteit dreigt, me
de door de grote beleidsvrijheid van
de gemeenten bij de uitvoering van
de ecologische richtlijn, onvoldoen
de tot zijn recht te komen. De NCB
is van mening dat de veehouderij de
mogelijkheid moet krijgen om op
basis van de best uitvoerbare stal-
systemen tot aanpassingen te ko
men. Daartoe is een goede
coördinatie tussen de overheidsor
ganen noodzakelijk, waardoor een
duidigheid in beleid ontstaat. Het
georganiseerde landbouwbedrijfsle
ven is bereid over de nadere invul
ling hiervan mee te denken.
De huidige ecologische richtlijn, van
kracht vanaf 1987 is erop gericht
een toename van de NH3 uitworp
bij nieuwvestiging en uitbreiding
van veehouderij bedrijven binnen
500 meter van waardevolle natuur
elementen op voor verzuring ge
voelige grondsoorten tegen te gaan.
Thans wordt door de ministeries
VROM en LNV de laatste hand ge
legd aan een nieuwe ecologische
richtlijn.