Baltische staten staan voor ingrijpende landhervorming gggOoüD Kerstbijlage Vensters van Rusland Gezinsbedrijven doen voorzichtig hun intrede «a east POLAND De agrarische sektor is in de drie Baltische staten van overwegende betekenis. Ongeveer de helft van het inkomen wordt via de land- bouwproduktie verkregen. Ca. 20% van de beroepsbevolking is op de landbouwbedrijven werkzaam. Ondanks de sterke agrarische in slag is er een tekort aan levensmiddelen voor de lokale bevolking. Er is o.m. een tekort aan groenten en fruit. De sterke ekonomische oriëntatie op de armere Sovjet-Staten is hiervan een van de oorzaken. Melktransport op een kollektief staatsbedrijf in een van de Baltische staten, waar 1600 dieren worden gehouden. De drie Baltische staten hebben elk een oppervlakte die 1,5 tot 2 keer groter is dan die van ons land. De ligging langs de Oostzee en de doorsnijding door rivieren hebben een grote invloed op de kwaliteit en gebruiksmogelijkheden van de grond. Een aanzienlijk deel is voor landbouw of bosbouw te gebruiken. Tamelijk vlakke en licht glooiende gronden maken op een groot deel akkerbouw mogelijk. De oppervlak te bouwland is dan ook zes keer groter dan die van ons land. Een groot gedeelte van de gronden moet evenals bij ons via drainage ontwa terd worden. Men heeft ook laag gelegen gronden die gebruikt wor den voor beweiding of voor hooi- winning. Qua produktie is er een samenstel ling als ongeveer van Denemarken en van Nederland als we onze tuin- bouwsektor buiten beschouwing la ten. Door de noordelijkere ligging en de meer door het landklimaat be paalde invloeden heeft men een kor ter groeiseizoen en lagere temperaturen dan in ons land. Het bouwland wordt voornamelijk ge bruikt voor de teelt van granen. Tar we, zomergerst en andere voergranen nemen een groot aan deel in. Kleinere aandelen hebben de oppervlakten aardappelen, peul vruchten, vlas en suikerbieten. Vooral de vlasteelt is er sterk verte genwoordigd, hoewel nu nog maar ca. een derde van de zeer grote vooroorlogse oppervlakte. De op pervlakte aardappelen alleen van Li touwen is echter al groter dan die van ons land. De rundveehouderij wordt bedreven op de lager gelegen gedeelten en op basis van voedergewassen als snij- mais en voederbieten. Men heeft een verhoudingsgewijs grote melk veestapel. De akkerbouwproduktie is eveneens sterk gericht op de vee houderij, waarin ook varkens en pluimvee een belangrijke plaats in nemen. Opmerkelijk is echter de la ge produktiviteit van de gewassen en van de veehouderij. De gemiddel de opbrengst van de granen ligt op 2500 kg per ha, die van aardappe len op 12 ton per ha. De melkgift per koe is 2000-3000 kg. Ten op zichte van het produktieniveau in 1940 is er geen vooruitgang geboekt. Grote bedrijven De inlijving in de Sovjet-Unie had in grijpende gevolgen voor de agrari sche sektor. In de Baltische staten is na 1945 een grootschalige land bouw ingevoerd met kollektieve staatsbedrijven. In Estland bijv. zijn bijna 500 bedrij ven van gemiddeld meer dan 4200 ha en met 300-400 werkzame per sonen. Litouwen telt ca. 1300 be drijven met een soortgelijke oppervlakte. Vrijwel de gehele ak kerbouwproduktie is van de kollek tieve en staatsbedrijven afkomstig. Van de veehouderij is dit ongeveer twee derde. Naast de grote bedrij ven zijn er persoonlijke bedrijfjes van medewerkers van de grote be drijven ter grootte van maximaal 0,5 ha, maar veelal niet groter dan een volkstuin. Vooral van de veehoude- rijprodukten, van de aardappelen en groenten hebben deze privé- bedrijfjes een groot aandeel van de markt. Daarbij moet bedacht wor den dat soms op deze bedrijfjes voedermiddelen van de grote bedrij ven mochten worden gebruikt. Sinds 1987 zijn ze niet meer be perkt in hun veestapel onder voor waarde dat zij de produktie afzetten via de kollektieve staatsbedrijven. Inmiddels woont het overgrote deel van de arbeidskrachten van de grote bedrijven in de wooncomplexen van deze bedrijven of in de steden. De rest woont nog in eigen "boerderij tjes". De grootschalige bedrijven be werken en leveren voor verre bestemmingen. De kleine perceel tjes hebben een produktie voor de zelfvoorziening, zodat voor de plaat selijke markt onvoldoende produk- ten beschikbaar komen. Gezinsbedrijven Sinds de hervorming van de ekono- mie in de Sovjet-Unie voorzichtig van start is gegaan, is er in Estland, Letland en Litouwen een stroming op gang gekomen om gezinsbedrij ven toe te laten. De overgang naar dit type bedrijven naast of in de plaats van staats- en kollektieve be drijven vereist echter een ingrijpen de hervorming van de agrarische samenleving. In de afgelopen twee jaar zijn genoemde wetten aange nomen die de positie van het parti- kuliere landbouwbedrijf regelen. In reaktie daarop is reeds een aantal gezinsbedrijven gevormd. Het is nog maar een bescheiden begin. In Est land waren er begin 1990 1053 be drijven van gemiddeld 25 ha. In Letland 7000 met gemiddeld 21 ha en in Litouwen 4000 bedrijven van gemiddeld 16 ha. De start van deze bedrijven met nog lang niet altijd goede gronden, vond deels plaats door opnieuw in gebruik nemen van nog uit vroeger tijden aanwezige boerenbedrijfjes. In alle staten geldt een maximum oppervlakte van 50 ha voor de gezinsbedrijven. Hierop verwacht men werk te kunnen vin den voor minstens twee gezinsar beidskrachten. Het merendeel van de bedrijven is echter maar 10-15 ha. De zorg van deskundigen is dat de positie van de partikuliere bedrijven ten opzichte van de grootschalige bedrijven veel te zwak blijft en ver achter blijft in voorzieningenniveau. Een armoedige situatie zoals in de krisisjaren na de eerste landverde- ling zou weer op kunnen doemen. Vandaar dat er wordt gepleit voor een landhervormingsprogram waar in de positie van de gezinsbedrijven ten opzichte van de grootschalige bedrijven zal worden geregeld. Vooralsnog is echter de eigendom niet geregeld; land is zelfs in het meest onafhankelijk land, Litouwen, nog geen privé-bezit. De staten staan daarmee voor een nieuwe landhervorming. Het weer op gang kunnen komen van het ge zinsbedrijf hangt vooral van de voor waarden af waaronder dit soort bedrijven zal kunnen gaan werken. In velerlei opzichten zijn er ekonomi sche beperkingen. Op de aankoop van investeringsgoederen en andere bedrijfsbenodigdheden, zo ze er al zijn, heeft een klein bedrijf een min der goede positie. Hetzelfde kan gel den voor de afzet van produkten. De verwachting is dan ook dat gezins bedrijven nog geruirrte tijd op de grote bedrijven aangewezen zullen zijn. In Estland verwacht men dat er mogelijk slechts 3000 gezinsbedrij ven tot stand kunnen komen. Bij dit alles moet bedacht worden dat de opbouw van nieuwe bedrijven in vesteringsmiddelen vereist. Dorpen Bij het opstellen van het hervor mingsprogram komt de vraag aan de orde, of niet bij voorkeur weer hele dorpen gelijk gebouwd moeten worden ten koste van gehele of ge deelten van de aanwezige grootbe drijven en aan wie uiteindelijk de bedrijven moeten worden toegewe zen. Ook is er een regeling van de positie van de medewerkers op de grootbedrijven noodzakelijk. Tot 1964 hebben de medewerkers op de kollektieve bedrijven geen loon ontvangen. Zij hebben daardoor rechten opgebouwd. Vandaar dat wordt overwogen om deze mede werkers of hun opvolgers af te ko pen d.m.v. een aandelenstelsel, zodat bij de verdeling de grond bij voorkeur aan gekwalificeerde boe ren kan worden overgedragen. On duidelijk blijft op welke termijn deze Baltische staten een efficiënte land bouw zullen ontwikkelen waarin de voedseltekorten niet meer voor zul len komen. Met bedrijven die een bestaan geven voor de daarop wer kende gezinsleden. C. Wijnen De Sovjet-Republieken Estland, Letland en Litouwen aan de Oostzee vormen a/s het ware de vensters van het Russische ach terland. Door hun ligging hebben zij intensieve kontakten gehad met Westeuropese landen. Han delsrelaties zijn er onder meer geweest met het oog op de ex port van de landbouwproduktie die o.m. veel granen en vlas om vatte. Riga, de hoofdstad van Letland was een belangrijke uit- voerhaven. De grootvader van de huidige direkteur van Van der Biltzaden kocht tientallen jaren geleden reeds lijnzaad in de Bal tische staten. De westerse invloeden zijn voor een belangrijk deel een gevolg van de eeuwenlange positie die de Duitse landadel in deze gebie den heeft gehad. De staten vor men het verlengstuk van het vroegere Oost-Pruisen. Binnen het vroegere Russische Keizerrijk hadden de Baltische landen wel iswaar de status van provincie, maar ter plaatse gold de macht van de Pruissische baronnen. Zij boden in de praktijk een tegen wicht tegen het kultuurbeleid van de Russen. De verwantschap met het wes ten komt o.a. tot uiting in de kui tuur en religie. Men gebruikt er het Latijns alfabet in tegenstel ling tot de Russen die het cyril lisch schrift gebruiken. Esten en Finnen zijn verwante volkeren. Hetzelfde geldt voor de Letten, Litouwers en de Polen. De Litou wers en de Polen zijn overwe gend Rooms-Katholiek, terwijl de Esten en Letten evenals de Zweden en Finnen overwegend de Lutheraanse godsdienst be lijden. Het aantal inwoners van de 3 staten samen is, ondanks hun aanzienlijk grotere omvang (5 keer Nederland) veel kleiner dan van ontland. In totaal hebben ze slechts 7,6 miljoen inwoners. Tij dens de Tweede Wereldoorlog heeft men ca. 8% van de bevol king verloren. Men vreest er de binnenkomst van een groot aan tal Russen, die een bedreiging kunnen vormen voor de kulturele eigenheid. Hoewel de landen ja renlang deel hebben uitgemaakt van het Russische Rijk, was er tot voor kort een kleine Russi sche minderheid. Na de oorlog is echter in Letland, het meest geïndustrialiseerde land, en ook in Estland een groot aantal Rus sen komen wonen. De Russische minderheid omvat er inmiddels ruim 30% van de totale bevolking. In Litouwen is het aandeel van de Russen slechts 9%. Onafhankelijkheidsstreven Begin maart van dit jaar deed Li touwen van zich spreken door zich los van de Sovjet-Unie te verklaren. De andere twee staten volgden deze stap. Deze nieuwe poging kwam nadat de Baltische landen enkele jaren geleden al bezwaar hadden gemaakt tegen de aanwezigheid van Russische garnizoenen op hun grondge bied. Deze uitingen passen in de historische lijn waarbij de insta biliteit in de nabuurstaten werd benut om de onafhankelijkheid te verkrijgen. Deze hadden zij ten tijde van de Russische Revolutie en a/s gevolg van de Duitse ne derlaag in 1918 weten te verove ren. De verworven vrijheid werd echter zwaar beproefd in twinti ger en dertiger jaren door de kri- sis. De moeilijkheden op ekonomisch gebied waren erg groot. De instabiliteit van de regerings coalities leidde er toe dat evenals WU83* (tay*4k. De Baltische Sovjet-republieken Estland (Estonia), Letland (Lat via) en Litouwen (Lithuania) zijn samen vijf keer zo groot als Ne der/and, maar ze hebben maar de helft van het aantal inwoners van Nederland. in andere Europese landen sterke leiders de macht aan zich trok ken en het demokratisch stelsel opzij schoven. In Litouwen had men bovendien te maken met de aanspraken die Polen had op een deel van het grondgebied rond de huidige hoofdstad Vilnius. In 1939 ging de onafhankelijk heid van de Baltische Staten ver loren door een akkoord tussen Hitler-Duitsland en de Sovjet- Unie waarbij de 3 staten en de oostelijke helft van Polen in de Russische invloedssfeer kwa men. Laten we hopen dat hun huidige pogingen wel de vreed zame toekomst brengen waar de bevolking al zoveel jaar naar uit heeft gezien.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 27