NMI: dierlijke en minerale mest Nieuwe veiiigheidstcrmijn voor
nemen elk hun eigen plaats in koperbemesting op grasland
Vee- en vleessector wil
lagere keuringstarieven
Informatiemodel melk
veehouderij gereed
Groninger Brunetta van 22 jaar
15
In de geïntegreerde bemesting is
volgens het Nederlands Meststof
fen Instituut (NMI) plaats voor zo
wel dierlijke als minerale mest. Het
gaat erom, zegt het NMI, dat door
het kiezen van een juiste kombinatie
van verschillende soorten meststof
fen in de juiste hoeveelheden, met
de juiste toedieningsmethoden en -
tijdstippen, wordt voldaan aan alle
voorwaarden.
In een onlangs gepresenteerde visie
geeft het NMI aan dat geïntegreerde
bemesting gericht moet zijn op ren
dabele gewasproduktie, waarbij
landbouwkundige en milieuhygiëni
sche voorwaarden op elkaar zijn af
gestemd.
Melkveehouderij
Geïntegreerde bemesting in de
melkveehouderij betekent dat de
geproduceerde dierlijke mest op het
bedrijf zo goed mogelijk moet wor
den benut en mineralenverliezen zo
veel mogelijk worden voorkomen.
Het NMI onderzoekt op het bedrijf
van melkveehouder Kloosterboer te
Laren (Gld.) hoe dit in de praktijk
kan worden uitgewerkt. Door uit
breiding van de mestopslag, toedie
ning van dierlijke mest met injekteur
en zodebemester, het direkt onder
werken van dierlijke mest op mais-
land, het 's nachts op stal houden
van het melkvee, bijvoedering van 5
kilogram drogestof uit snijmais, aan
passing van de krachtvoergift, en
het zaaien van een nagewas op snij-
maisland blijkt geïntegreerde be
mesting op het bedrijf Kloosterboer
met gebruik van huidige bemestings
adviezen mogelijk.
Momenteel zijn op het bedrijf
Kloosterboer het stikstofoverschot
De bedrijven in de vee- en vlees
sector en in de pluimveebranche
zijn van mening, dat de keu
ringskosten omlaag kunnen. Dat
is mogelijk als de keuringen effi
ciënter en effectiever worden
uitgevoerd. Op het ogenblik
wordt de Rijksdienst voor de
keuring van Vee en Vlees (RVV)
doorgelicht. Het bedrijfsleven
wacht het resultaat daarvan af.
Als daaruit lagere kosten voort
vloeien, moeten die onverwijld
in de tarieven worden doorbe
rekend.
Voorzitter ir. R.J. Tazelaar van het
Produktschap Vee en Vlees (PVV)
en het Produktschap voor Pluimvee
en Eieren (PPE) schrijft dat in een
brief aan de vaste Tweede Kamer
commissie voor Landbouw en Na
tuurbeheer. Daarin dringt hij tevens
aan op een wijziging van de keu
ringsvoorschriften ten gunste van
bedrijven die meedoen aan Integrale
Ketenbeheersing en daardoor be
paalde garanties kunnen geven over
de dieren die voor keuring worden
aangeboden. De Nederlandse over
heid zou deze mogelijkheid in Euro
pees verband moeten bepleiten.
Concurrentie
Uiterlijk op 1 januari 1991 moeten
op last van de Europese Commissie
de keuringstarieven worden aange
past. Als blijkt, dat de concurreren
de EG-landen dat niet doen, dan
dient de Nederlandse overheid die
nalatigheid indringend bij de Com
missie aan de orde te stellen. Bo
vendien houdt de sector zich dan
het recht voor om de nieuwe tarie
ven uit concurrentie-overwegingen
weer ter discussie te stellen. In de
brief aan de parlementariërs spreekt
PVV/PPE-voorzitter Tazelaar er zijn
erkentelijkheid voor uit, dat mede
door aandrang van de Kamer de
nieuwe tariefstructuur niet vóór 1
januari 1991 is ingevoerd. Zodoende
is het bedrijfsleven niet voortijdig
met grote kostenstijgingen gecon
fronteerd.
Bijstelling tarieven
Overleg tussen de produktschappen
en de overheid heeft op een aantal
punten geleid tot bijstelling van de
tarieven, zoals die aanvankelijk door
de RVV waren voorgesteld. Bij de
bijzondere slachtplaatsen
(noodslachtplaatsen) wordt het
starttarief met 50% verlaagd. De
kosten worden daardoor terugge
bracht van f 50,— tot f 25,—.
Voorts wordt het voorgestelde uni
forme keuringstarief van f 0,90 per
uitgevoerd varken of big gedifferen
tieerd. Voor biggen zal het keu
ringstarief f 0,60 en voor varkens
f 1,— bedragen. Voor bedrijven die
zowel varkens als runderen slachten
zal als varkenstarief onder bepaalde
voorwaarden het lagetarief van
f 2,10 gelden.
Pluimveeslachterijen die in de
slachtlijn het karkas in enkele delen
snijden, zijn volgens de opgelegde
tariefstructuur daarvoor het volledi
ge uitsnijtarief verschuldigd. In de
eerste zes maanden van 1991 zal
worden bekeken, wat de werkelijke
kosten zijn. Met het ministerie is
voorshands de afspraak gemaakt,
dat bij slachterijen/uitsnijderijen in
de pluimveesector een grens wordt
gesteld aan het totale keuringsbe
drag van maximaal f 350.000,—.
op de mineralenbalans en de ammo-
niakvervluchtiging al met ongeveer
50 procent verminderd ten opzichte
van 1987.
Akkerbouw
Geïntegreerde bemesting in de ak
kerbouw onderzoekt het NMI in de
praktijk op de bedrijven van Aasman
te Nieuwlande (Dr.) en Bots te Wed
de (Gr.). Een verschil met de melk
veehouderij is dat er op
akkerbouwbedrijven geen dierlijke
mest wordt geproduceerd. Wat de
meststoffen betreft betekent dit dat
de akkerbouwer volledig vrij is in zijn
keuze. Vanuit het oogpunt van be
nutting van mineralen kan volgens
het NMI het beste voor minerale
meststoffen of voor een kombinatie
van enerzijds dierlijke mest, van be
kende samenstelling en met mate
toegediend, en anderzijds minerale
meststoffen worden gekozen.
Door middel van rijenbemesting
wordt getracht de efficiëntie van
toegediende meststoffen nog verder
te verhogen. Op beide bedrijven
worden nagewassen geteeld om de
mineralen die na de oogst achter
blijven in de bodem te behoeden
voor uitspoeling. Op het bedrijf van
Aasman zijn in 1989 goede resulta
ten geboekt. Het stikstofoverschot
op de mineralenbalans werd gehal
veerd ten opzichte van het gemid
delde van de drie voorgaande jaren.
Bovendien neemt het NMI de ad
viesbasis voor bemesting van
bouwland onder de loep: onvol
doende is onderzocht hoe groot de
mineralenverliezen zijn die gepaard
gaan met het handhaven van een
bepaalde bodemvruchtbaar-
heidstoestand. Voor het opstellen
van een adviesbasis voor geïnte
greerde bemesting zou hiernaar fun
damenteel onderzoek moeten
worden verricht. Zolang dit niet is
gebeurd moet er in de praktijk wor
den gewerkt met de huidige advies
basis voor bemesting.
De termijn tussen het uitvoeren van
een koperbemesting en het inscha-
ren van melkvee is teruggebracht
van zes naar twee weken. Als hand-
melken wordt toegepast, bljft de
termijn van zes weken van kracht
vanwege het grotere risico dat ko
per in de melk komt. Voor schapen
(vooral Texelaars) wordt een koper
gehalte hoger dan 20 mg per kg
grond als gevaarlijk aangemerkt.
Zes maanden na een koperbe
mesting met 3 a 3,5 kg Cu per ha is
het kopergehalte in de bovenste 1,5
a 2 cm beneden deze waarde ge
daald. Dan kunnen schapen worden
ingeschaard. Hogere adviesgiften
moeten worden gehalveerd waarna
grondonderzoek na 4 jaar moet uit
wijzen of weer een koperbemesting
nodig is.
Als bij herinzaai de kopergift door de
bovenste grondlaag wordt gewerkt,
gelden geen veiligheidstermijnen.
Dit blijkt uit een artikel van A. van
den Ham van het IKC voor de Vee
houderij te Ede in het blad
'Meststoffen' van het Nederlands
Meststoffen Instituut.
Het Gedetailleerde Informatiemodel
Melkveehouderij is gereed. Het mo
del is in de afgelopen vier jaar op
gesteld door werkgroepen uit
voorlichting, onderzoek en be
drijfsleven. Het beschrijft de infor
matie die een rol speelt op het
melkveehouderijbedrijf en wordt uit
gegeven door de Takorganisatie Au
tomatisering en Uniformering
Rundveehouderij Sector (TAURUS).
Het Informatiemodel Melkveehou
derij bestaat uit een procesmodel en
een datamodel. In het procesmodel
worden de activiteiten en beslissin
gen beschreven die op het melkvee
bedrijf plaats vinden. Het datamodel
beschrijft de gegevens die een rol
spelen bij de activiteiten en beslis
singen. In de rekenregels wordt aan
gegeven hoe de informatie, die bij
de processen wordt verzameld,
moet worden verwerkt. Daarnaast
bevat het Informatiemodel Melkvee
houderij een beschrijving van het
doel en de werkwijze. Het model is
opgesteld volgens Information Engi
neering methode.
Het Informatiemodel is van belang
voor: Softwarebedrijven die hiermee
kunnen besparen op de ontwikke
ling en het onderhoud van syste
men; het landbouwkundig
onderwijs omdat het model een
gestructureerd beeld geeft van de
informatie op een melkveebedrijf;
het landbouwkundig onderzoek om
de aanwezige kennis vast te leggen
en probleemgebieden op te sporen;
veehouders en voorlichting omdat
die gebruik kunnen maken van
gestandaardiseerde begrippen en
rekenregels.
Het Gedetailleerde Informatiemodel
Melkveehouderij is een boekwerk
dat bestaat uit ongeveer 1500 pagi
na's verdeeld over 3 ringbanden.
Het is te verkrijgen door f 250,—
over te maken op giro 5169911 ten
name van TAURUS in Lelystad on
der vermelding van 'Gedetailleerd
Informatiemodel Melkveehouderij'.
Meer informatie over het Gedetail
leerde Informatiemodel Melkvee
houderij is verkrijgbaar bij TAURUS
(03200-31766).
Met haar 22 jaar is het Gronin
ger paard Brunetta van de heer
A. Harthoorn uit Nisse welis
waar al op een respektabele leef
tijd, maar ze werkt nog als de
besta Bij het omploegen van de
tuin is dat ook geen overbodige
luxe, doordat de grond nogal
zwaar is. "Ze geeft het nooit op,
ze werkt zich nog liever dood",
verzekert de heer Harthoorn. Hij
heeft het paard al 20 jaar in be
zit. Vroeger gebruikte hij het om
voer voor de koeien mee binnen
te halen, nu alleen nog voor
werkzaamheden als het ploegen
van de tuin en het binnenhalen
van schapenvoer.
De heer Harthoorn houdt het
paard nog wel een tijdje. "Iets
wat eenmaal bij me is gaat niet
zo gauw weg". Brunetta is een
dochter van de hengst Abadan.
Volgens Harthoorn lijkt het erop
dat de 22-jarige nog weer een
veulen gaat krijgen. Dat zou dan
van een eigen hengst moeten
zijn. Die is echter niet 100 pro
cent Groninger, en dat vindt de
Nissenaar wel een beetje jam
mer. Hij had het liefst een 100
procent Groninger als veulen
gehad.
Afgelopen woensdag zou er een
leraar van de Landbouwschool
uit Tiel bij de heer Harthoorn op
bezoek komen. De leraar heeft
recent - via de stichting Het
Werkend Trekpaard Zeeland -
enige tijd met trekpaarden ge
werkt bij de familie Mol uit Waar-
da De stichting probeert ervoor
te zorgen dat de kennis en kunde
van het werken met paarden niet
verloren gaan, vandaar het be
zoek van de leraar.
De heer Harthoorn ploegt de tuin voor het huis. Zijn zoon heeft
hier winterwortelen geteeld.
De 22-jarige Brunetta neemt er even haar gemak van.
7