Landbouwschap heeft zichzelf overleefd Reportage Pieter ter Veer (D'66): "KNLC moet poot stijf houden" 11 "Niet het Landbouwschap beslist over zijn eigen toekomst, dat doet het parlement", stelt Pieter ter Veer, lid van de Tweede Kamer voor D'66. Vlak na de jaarwisseling zal de partij het eerder aangekondig de initiatief-wetsontwerp indienen. Dat wetsontwerp behelst het in trekken van het instellingsbesluit waarmee Jiet Landbouwschap in 1954 werd opgericht. Pieter ter Veer: "De praktijk heeft de voorbeelden van moderne belangenbehartiging al neergelegd" (Foto: Ferdinand van der Duin). In zijn kamer, met aan de wand een fotoreportage waarop het kamerlid een kalf ter wereld helpt, zet Pieter ter Veer de bezwaren van zijn partij tegen het Landbouwschap nog eens uiteen. "Als liberaal stuit het mij tegen de borst dat je tot belan genbehartiging verplicht kunt wor den. Dat mij een publiekrechtelijk bedrijfsorgaan wordt opgedrongen dat voor mij belangen gaat beharti gen. Dat is het principiële bezwaar waarom ik mij kategorisch, tot de laatste snik tegen het Landbouw schap zal verzetten. Het bezwaar tegen de heffing en de wijze van heffen vloeit daaruit voort. Dat het Schap, naast dat het altijd al weg had gemoeten, nu extra weg moet, is omdat het hoe langer hoe meer door de tijd wordt achterhaald. Het wordt steeds meer een instrument dat slecht het doel dient". Het ondersneeuwen van akker- bouwbelangen is daarvan een symptoom. "Het verschil tussen sektorbelangen wordt steeds mar kanter", konstateert ook Ter Veer. "Juist als kamerlid ervaar ik dat be langenbehartiging effektiever is naarmate degene die de belangen verdedigt beter in staat is het pro bleem uit te leggen en te benadruk ken waarom het een probleem is. Ik merk duidelijk dat bijvoorbeeld de groep Emmeloord veel duidelijker en indringender in staat is uit te leggen dat er in de akkerbouw hele grote problemen zijn. Aan dat belangen- behartigingsoffensief kon het Land bouwschap op geen stukken na tippen". "Een ander voorbeeld, dé illustratie van waar het fout gaat: de Vereni ging van Varkenshouders in Dren the. Een aardige klub van zeg maar grote varkenshouders uit diverse ge ledingen. Zij ontdekken dat ze bin nen hun eigen standsorganisaties toch niet het goeie verhaal over het voetlicht krijgen. Zij kunnen hun stront niet kwijt als varkensboeren in Drenthe. Typisch het probleem van een groep binnen een sektor. Zij zeggen: Ter Veer, kómen. Voortref felijk. Zij hebben het Landbouw schap helemaal niet nodig als belangenbehartiger. De praktijk heeft zo al de voorbeelden van mo derne belangenbehartiging neer gelegd". Niet verdoezelen "We moeten toe naar een ander soort belangenbehartiging", konklu- deert Ter Veer. "We moeten erken nen dat er misschien wel tegengestelde belangen zijn. Bij de akkerbouw en de intensieve vee houderij is dat wel heel duidelijk. Daar kun je geen compromis uit bakken, anders dan een quotering. Zolang je dat compromis aan het bakken bent moet je die tegenstel lingen niet verdoezelen maar duide lijk presenteren. Dan kan ieder bepalen waar hij staat. En dan is het een kwestie van neuzen tellen, niet in het Landbouwschap maar in de Tweede Kamer, waar de laatste af weging plaats vindt. Behalve verdoezelend is het Land bouwschap ook contraproduktief, meent Ter Veer. "Ze overvoeren de politiek met standpunten die je tot vervelens toe worden nagedragen. Voor de landbouwwoordvoerders is het prachtig en comfortabel om uit gebreid van papier te worden voor zien. Maar bij de Tweede Kamer als geheel leidt het tot tegenzin". Het beeld dat die andere 140 kamerle den van de landbouw hebben wordt negatief beïnvloed doordat zij tel kens brieven krijgen van het Schap die onveranderlijk beginnen met "Het Landbouwschap kan zich niet vinden in" of "Het Landbouwschap heeft grote bezwaren tegen", aldus Ter Veer. De waardering voor de landbouw als ekonomische aktiviteit dreigt zo tot een absoluut minimum terug te vallen, meent hij. "Dan kan de Stichting PR Land- en Tuinbouw honderd enquêtes houden waaruit blijkt dat boeren nuttige dingen doen maar het draagvlak wordt steeds verder uitgehold. Als ekono mische sektor begeven we ons daarmee op verschrikkelijk glad ijs". Want voor alle aktiviteiten is bredere politieke steun nodig dan die van de landbouwwoordvoerders. De oorzaak van het isolement waar in de landbouw maatschappelijk raakt, zoekt Ter Veer in de domine rende rol van het CDA in de land bouwpolitiek. "Het CDA heeft een soort territoriumdrift als het gaat om de sektor landbouw. Het wil de sektor monopoliseren en slaat wild om zich heen als anderen daar iets willen doen". CDA'ers in het Land bouwschap, op het Ministerie van Landbouw en in de vaste kamer kommissie voor landbouw spelen elkaar de bal toe in 'fantastische een-tweetjes of eigenlijk een drietjes'. "Wij zitten voor nop te pra ten want alles is al voorbesproken, afgegrendeld en dichtgetimmerd". Ter Veer spreekt van 'de machina ties van een perfekte drieëenheid'. Wanbetalers Ook Pieter ter Veer keek uiteraard met spanning uit naar het rapport van het onafhankelijk onderzoeks bureau Rijnconsult. "Het rapport gaat voorbij aan de wezensvraag: is er een legitimatie, een rechtvaardi ging voor het bestaan van het Land bouwschap". Die vraag, die in elk geval door Ter Veer aan de onder zoekers is meegegeven, is nog steeds niet beantwoord. Hij vindt het verder een gemis dat de dertig procent heffingsplichtigen die geen lid is van een landbouworganisatie, niet vermeld wordt. "Het rapport meldt niet dat deze mensen daar door gedwongen zijn een hogere heffing te betalen. Wie zich niet ver tegenwoordigd acht, betaalt de hoogste heffing". Dat die groep boeren en tuinders slechts 15 pro cent van de sbe's beheert is geen reden om het probleem te bagatelli seren, meent het kamerlid. "In een demokratie is het niet zo dat wie het meeste geld heeft het mag zeg gen". Ter Veer had verder graag in formatie in het rapport gezien over hoe er met wanbetalers wordt om gesprongen. "Ik heb informatie die er op wijst dat men per geval een verschillende gedragslijn volgt". Ter Veer verwijt het Schap lafheid op dit terrein. Loze kreet 'Een loze kreet' noemt Pieter ter Veer de gedachte van de onderzoe kers om het Landbouwschap tot platform voor de agrarische belan genbehartiging te maken. "Als je niet eerst hebt aangegeven hoe je die dertig procent er zonder dwang bij kunt betrekken, hoe je omgaat met het fenomeen sektorale belan genbehartiging en met name hoe je de relatie ziet tot het totaal van de produktieketen waarin de sektor zich beweegt ga je in het wilde weg rijden zonder te weten waar naar toe", luidt zijn vernietigende oor deel. "Het Landbouwschap spartelt dus heel hard, doet zijn uiterste best, maar hoe je het ook wendt of keert: het is een struktuur die zich zelf heeft overleefd. Je kunt er niet mee door. D'66 zal dus het voorstel van het KNLC ondersteunen". Ter Veer doelt op de gedachte de belan- genbehartigende taak uit het Schap te lichten. Poot stijf Het initiatief-wetsvoorstel van D'66 zal na de jaarwisseling worden ge presenteerd. Het voorstel komt in essentie neer op intrekken van het instellingsbesluit van het Land bouwschap uit 1954. "Maar sinds die tijd zijn een hoop taken bij het Landbouwschap terechtgekomen. Dus we zullen ook aangeven wie die taken moet overnemen". Voor be langenbehartiging is in wat er van het Landbouwschap overblijft geen plaats meer. "Dat wordt iets voor privaatrechtelijke verenigingen, die zich naar goeddunken organiseren. Dat kunnen de 3 CLO's zijn, maar net zo goed het NAJK dat ook zelfstandig de weg naar de politiek weet te vinden". Het nadeel van een wetsontwerp is de lange tijd die het nodig heeft om wet te worden. "Daarom zou het meer waard zijn als het Landbouw schap zelf een signaal af zou geven. Het zou er verstandig aan doen na te denken over de principiële vraag naar legitimiteit. Daarmee zou het Schap de landbouw een dienst be wijzen en een herhaling van de groep Veeman voorkomen". De 'groep Veeman' boycotte dit voor jaar de Landbouwschapsheffing tot de aankondiging van het Rijnconsult- onderzoek. Ter Veer is optimistisch over de reaktie van de andere politieke par tijen op het wetsvoorstel. "Gelet op de hele diskussie rond de publiek rechtelijke bedrijfsorganen bij de be grotingsbehandeling en daarvoor al bij de algemene beschouwingen wordt het een hele boeiende behan deling. De PvdA en de VVD hebben méér dan vraagtekens gezet". "Het KNLC moet zijn poot stijf hou den en op dezelfde lijn blijven zit ten", meent Ter Veer dan ook. "In het parlement is een diskussie gaande. Daar kijkt men in de land bouw wat meewarig naar. Maar het is de volksvertegenwoordiging die regeert. Het Landbouwschap beslist niet over haar eigen voortbestaan. Dat is een denkfout in de landbouw. Het is aan de politiek wat zij doet met de wet uit 1954. De eindkon- klusie wordt hier getrokken!" Over wat er na het Landbouwschap komt is Ter Veer niet ongerust. "Er is zo veel traditie van vereniging en over leg in de landbouw, dat heeft zich binnen de kortste keren weer ge- settled". Er uitstappen Maar wat moet het KNLC nu doen als zij de enige organisatie blijft die de positie van het Schap fundamen teel ter diskussie wil stellen? Ter Veer: "Als KNLC-lid zeg ik: het KNLC moet stokstijf vasthouden aan haar voorstel. Je bent tenslotte in onderhandeling". Dat kan het KNLC volgens hem doen juist om dat in het parlement ook over de po sitie van het schap gediskussieerd wordt. "Ik ben er van overtuigd dat het Landbouwschap dit niet kan ba gatelliseren. Het zal niet overdrijven met een beetje mascara en wat zielkneden". En als de meerderheid van het Land bouwschap toch anders wil is het waarschijnlijk het beste voor het KNLC om in mei uit het Landbouw schap te stappen, voegt hij er aan toe. "Dan moet je zeggen: als er voor ons geen ruimte is willen we niet meer meedoen. Dan willen we voor een ieder die de landbouw volgt zichtbaar maken hoe groot de ellende is in de landbouw, hoe we naar de zelfkant van de ekonomi sche samenleving drijven". Zo'n stap zou voor het Landbouwschap gunstig zijn voegt hij er ironisch aan toe. KNLC-leden zouden dan immers de vollëdige heffing moeten betalen. Gerard Westerhof

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 11