Streven naar meer vaste werknemers Groen licht voor mestfabrieken Resultaten glastuinbouw in 1990 iets minder Twee miljoenste levende big de grens over Gewasbescherming bepalend voor toekomst akkerbouw Knieval voor Amerika Stikstofnota onacceptabel CAO-onderhandelaar Wim van Hitten: Afdeling Veehouderij KNLC Meer aandacht voor scholing in de CAO. Dat is de mening van Wim van Hilten uit Blokker, door de 3 CLO's aangewezen als woordvoer der bij de komende CAO-onderhandelingen. De CLO's zullen dit keer voor het eerst ook hun wensenpakket vóór de onderhandelingen op tafel leggen. "Ik heb duidelijk interesse voor de arbeidsvoorziening en voor omgaan met personeel, als champignonkwe ker met veertien vaste personeelsle den", schetst Van Hilten zijn eigen profiel. Via de sociale kommissie van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, waar hij inmiddels voorzitter is, kwam hij in het ASF Alkmaar, het Gewestelijk Arbeids bureau Hoorn en de kommissie so ciale zaken van het KNLC terecht. Het KNLC was aan de beurt om de werkgevers-woordvoerder voor de CAO-onderhandelingen te leveren. Van Hilten neemt het op zich met de druk vanuit het westen op zijn schouders. Zorgen voor voldoende terugkoppeling staat voor hem voorop. Van Hilten wil af van het negatieve imago dat land- en tuinbouw heb ben als het over arbeidsvoorziening gaat. "We willen naar een moderne bedrijfstak toe". Hij is een warm voorstander van professionalisering van de CAO-onderhandelingen. Daarbij denkt hij aan uitgroei van het nieuwe CLO-bureau Arbeids voorziening met een kleine poot die het hele arbeidsvoorwaardenoverleg gaat koördineren. De CLO's moeten dan ook zelf de deskundigheid in huis halen om de financiële gevol gen van CAO-voorstellen snel door te kunnen rekenen. Opzeggen De huidige CAO loopt tot 1 maart. Voor 1 januari moeten de partijen de huidige CAO opzeggen als zij een nieuwe willen. Dat de voedingsbon den opzeggen is gebruikelijk. Maar ook de CLO's zijn dat van plan. "Wij willen daarmee duidelijk aangeven dat we een goed, struktureel over leg willen", aldus Van Hilten. "Scholing en arbeidsvoorziening moeten een groot onderdeel van de CAO uitmaken", meent hij. Hij noemt als voorbeeld flexibilisering. "Meer deeltijdwerk, hoe zet je vaste en hoe zet je losse werknemers in. Wij denken met name aan het op zetten van projekten. De verschillende projekten zoals het afgelopen jaar in de bollen hebben veel energie gekost maar ook veel goodwill gekweekt om langdurig werklozen in de agrarische sektor aan de gang te krijgen". Projekten waarbij scholing een belangrijk ele ment is kunnen naar werknemers een duidelijk signaal geven dat de agrarische bedrijfstak A hier meer aandacht voor heeft, verwacht Van Hilten. De grote instroom van onge schoold personeel is een extra re den om hier aandacht aan te besteden. Meer vaste banen Van Hilten noemt de diversiteit van de bedrijfstak, met aan de ene kant een struktuur van kleine bedrijven en aan de andere kant veel grote be drijven een belangrijk gegeven. Die verschillende sektoren moeten het toch zoveel mogelijk over één CAO eens worden. "We moeten naar flexibiliteit in be drijfstijden toe maar met een grote zekerheid voor de werknemers", stelt Van Hilten. "We moeten veel meer groeien naar vaste banen. Er wordt in het algemeen toch nogal makkelijk omgesprongen met losse arbeid". Daarbij denkt Van Hilten niet aan arbeidspools maar aan kop peling van werk aan elkaar en de bedrijfsverzorgingsdiensten. In Hoorn wordt bekeken of je mensen afwisselend een tijd aan het werk kunt hebben en weer terug laten vallen op de sociale zekerheid zon der dat ze telkens in- en uitgeschre ven moeten worden. Op die manier kan werknemers meer zekerheid ge boden worden waardoor ze eerder binnen de sektor blijven. "En dan moeten we aan deze mensen de voorkeur geven als we vaste mede werkers zoeken". De voedingsbond FNV heeft al laten weten dat meer Wim van Hitten, woordvoerder onderhandelingen voor de 3 CLO aandacht voor losse werknemers wat haar betreft prioriteit krijgt bij de komende onderhandelingen. Van Hilten: "Wij kunnen qua sociale zekerheid een heel eind meegaan met de bonden. Wij willen graag werknemers een vaste plek bieden maar het mag niet te duur zijn. Voor een aantal sektoren zal het bijna niet te betalen zijn. De akkerbouw en de veehouderij gaan hele moeilij ke tijden tegemoet. In de tuinbouw mag het wel iets kosten als dat te rug komt via flexibilisering". De sek toren moeten hier solidair zijn maar niet ten koste van elkaar, is het uit gangspunt voor onderhandelaar Van Hilten. De CLO's zullen in de twèede helft van januari met hun wensenpakket naar buiten komen, verwacht Van Hilten. Dat is nieuw, in het verleden wachtten de CLO's altijd af waar mee de bonden zouden komen. "Het zou goed zijn als CLO's en Voor de Nederlandse glastuinbouw bedrijven wordt over 1990 een ge middeld verlies verwacht van circa 31.000 gulden. Dat komt overeen met 4% van de totale kosten per bedrijf. Dit resultaat is vrijwel gelijk aan dat van het voorgaande jaar, toen de opbrengsten 3% achterble ven bij de kosten. De potplantensector zal ook in 1990 weer winstgevend zijn in tegenstel ling tot de snijbloemensector die evenals in 1989 het jaar negatief af sluit. De glasgroentesector neemt in beide jaren met een kostendekken de exploitatie een tussenpositie in. Voor de champignonteelt wordt over 1990 een gemiddeld verlies ge raamd van 32.000 gulden per be drijf of 6% van de totale kosten. De kostendekkende exploitatie van 1989 kon niet meer worden geëve naard. Dat blijkt uit een raming van het Landbouw-Economisch Insti tuut (LEI) die binnenkort zal ver schijnen. Glastuinbouw De kostenstijging in de glastuin bouw is in 1990 met 8,5% per be drijf niet gering. Hoofdoorzaken zijn een hogere rentevoet, hogere ar beidskosten en een gestegen gasprijs. In elk van de drie sectoren is de opbrengst gestegen (gemid deld met 7%); bij de snijbloemen wat meer dan bij potplanten en glasgroenten. Deze stijging is te danken aan een hogere produktie per bedrijf. De prijzen van de pro- dukten in de drie sectoren wijken in 1990 niet veel af van die in 1989. Als gevolg hiervan neemt het verlies in de snijbloemensector met 2 pro centpunten toe tot 9% van de tota le kosten. De glasgroentesector geeft geen verandering te zien, met opbrengsten die de kosten juist compenseren. Met een evenaring van de winst van 3% voegt de pot plantensector weer een jaar toe aan de reeks waarin de kosten een meer dan voldoende beloning vonden in de opbrengsten. Champignons In de champignonsector nam de omzet per bedrijf met 2% af, als ge volg van lagere prijzen voor het eindprodukt. Daarnaast wordt een kostentoename van 5% verwacht. Het redelijke niveau van bedrijfsuit- komsten en inkomensvorming van 1988 en 1989 daalt daardoor weer enigszins. Een nagenoeg kostendek kende exploitatie in de champignon sector behoort blijkbaar tot de gunstige uitzonderingen. Nog altijd echter steekt de huidige situatie vrij gunstig af bij die van enkele jaren geleden, toen voor een vijfde deel van de kosten geen beloning be schikbaar kwam. De export van levende biggen be reikt dit jaar een record. Voorzitter Rob Tazelaar van het Produktschap Vee en Vlees (PVV) heeft dinsdag bij de grensovergang Nispen het twee miljoenste dier in een gereed staande vrachtauto geladen. De to tale exportwaarde van de 2 miljoen biggen bedraagt 220 miljoen gulden. De biggenexport heeft zich in de af gelopen jaren explosief ontwikkeld, periode van 1979 tot 1982 ip 30 werden jaarlijks 200 a 300 duizend dieren uitgevoerd. In 1986 waren dat er bijna 450.000, in 1988 werden 1,3 miljoen Nederlandse biggen in het buitenland gemest en dit jaar wordt de grens van 2 miljoen over schreden. Uit deze cijfers blijkt, dat ons land een biggenoverschot kent. Volgens PVV-voorzitter Tazelaar is dit voor een belangrijk deel toe te schrijven aan het gegeven, dat er per jaar per zeug meer biggen wor den afgeleverd. In de afgelopen tien jaar is dat aantal met maar liefst 20% gestegen. Weliswaar is ook de groeisnelheid van vleesvarkens toe genomen, maar toch onvoldoende om op de binnenlandse markt voor een evenwicht tussen vraag en aan bod van biggen te kunnen zorgen. In feite zou de mesterij dus moeten worden uitgebreid, maar milieube palingen verhinderen dat. Tazelaar sprak zijn waardering uit voor de veehandel. Die heeft in be trekkelijk korte tijd kans gezien het groeiende overschot aan biggen el ders in de EG af te zetten komende CAO- bonden elkaar met open vizier tege moet treden", vindt Wim van Hilten. "Een goede arbeidsvoorziening is in beider belang". Gerard Westerhof De Europese Commissie maakt geen bezwaar tegen subsidiëring van mestfabrieken door de Neder landse overheid. Daarmee is de weg vrij voor het verlenen van 35% in vesteringssteun. In totaal heeft het ministerie van Landbouw f 256 mil joen beschikbaar voor dat doel. De boeren dragen zelf via een heffing van 17,5% bij. De rest moet worden gefinancierd met leningen. Overheid en bedrijfsleven hebben met elkaar afgesproken dat eind 1994 de ver werkingscapaciteit van mestfabrie ken 6 miljoen ton moet zijn. Op de fabieken wordt de mest verwerkt tot korrels, die vervolgens worden geëxporteerd. Tijdens de jaarvergadering van de Stichting Takorganisatie Akkerbouw Noord-Brabant op 7 december j.l. gaf dr. H. Hoving, lid van de Doel groep Management Landbouw van het Ministerie van VROM, een toe lichting op het Meerjarenplan Ge wasbescherming. De heer Hoving is akkerbouwer op een bedrijf in de Noord-Oostpolder, maar is daar naast part-time in dienst bij het Mi nisterie van VROM. De heer Hoving ^telde, dat de voor gestelde beleidsmaatregelen in het Meerjarenplan Gewasbescherming in het algemeen geen dwingend ka rakter hebben. De voorgestelde maatregelen ten aanzien van grond- ontsmetting hebben dit echter wel. De belasting van het grondwa ter en oppervlaktewater is dermate groot dat het gebruik van grond ontsmetters met tenminste 80% moet worden verminderd. In de ak kerbouw worden met name grote hoeveelheden grondontsmet- tingsmiddelen toegepast in de fa brieksaardappelteelt. Dat is nodig om de 1 op 2-teelt te kunnen toe passen. De vruchtopvolging op het gemiddelde akkerbouwbedrijf in Zuid-Nederland zijn veelal zo ruim dat er weinig aan grondontsmetting hoeft te worden gedaan. De voor gestelde maatregelen ten aanzien van de bestrijdingsmiddelen tegen onkruiden, schimmels en insecten, hebben veel meer een sturend ka rakter. De vergadering was van mening dat er een Europese lijst moet komen met stoffen welke wel en welke niet meer toegepast mogen worden. Frankrijk zou bijvoorbeeld veel soe peler zijn dan Nederland en Duitsland. Een maatstaf is welke schadelijke stoffen in het grondwater op wat grotere diepte voorkomen. Deze stoffen kunnen een bedreiging vor men voor het leven van bijvoorbeeld vissen, algen en wieren in de opper vlakte wateren. B.J. Warmelink, voorzitter van de Afdeling Veehouderij, uitte tijdens de vergadering van 18 december felle kritiek op het plan van Mac- Sharry, die pleit voor inkomenssteun voor de boeren. Dit zou in de plaats moeten komen van de prijson dersteuning van landbouwproduc ten. Warmelink ziet dit plan als een 'knieval' voor de Verenigde Staten. "Het moment waarop dit naar bui ten is gekomen, is wel heel ver dacht", vond hij. "Toen het landbouwvraagstuk in de GATT- onderhandelingen niet opgelost kon worden, komt MacSharry plotseling met een oplossing. En het ergste is dat hij er nog politieke steun voor krijgt". Volgens Warmelink betekent het plan van MacSharry een klap voor de boeren. "Zeker degenen die de afgelopen jaren flink geïn vesteerd hebben, worden daarvan de dupa Dat vind ik schandalig", al dus de voorzitter. Het advies van de Commissie Stikstof dat in de week van 10 de cember werd uitgebracht is onhaal baar en onbetaalbaar. De leden van de Afdeling Veehouderij waren het er unaniem over eens dat het advies onacceptabel is. "Hier kunnen we helemaal niet mee uit de voeten", vond D.J.G. van der Kolk. T. Hamoen stelde dat het KNLC en de andere belangenorganisaties zo onderhand maar eens duidelijk moe ten stellen dat het wat de landbouw betreft 'tot hier en niet verder' is. "De nota's en rapporten komen steeds sneller achter elkaar en de maatregelen die de landbouw moet nemen, worden steeds zwaarder. Het is hoog tijd dat we duidelijk ma ken dat wij het niet meer accepte ren", betoogde hij. W. van Veldhuizen voegde daaraan toe dat de landbouw voortdurend in het defensief gedrongen wordt. "We moeten eigenlijk offensief be zig zijn. Maar de nota's met maatre gelen vliegen op ons af en door de druk van buitenaf zijn we alleen maar bezig met ons te verdedigen. Dat moeten we zien bij te sturen". Ook voorzitter B.J. Warmelink had geen goed woord over voor het ad vies van de Commissie Stikstof. "Deze maatregelen veroorzaken een enorm mestprobleem", meende hij. "Bovendien houdt ook deze no ta totaal geen rekening met wat er al in de landbouw gebeurt op het gebied van mest. Als we nu al die nota's eens met een lintje erom heen in de kast leggen en gewoon aan de gang gaan, dan kunnen we over tien jaar weieens kijken wat er nog gebeuren moet. En dan blijkt waarschijnlijk dat het merendeel van de nota's de prullenbak in kan omdat een groot aantal problemen inmiddels opgelost is".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 10