Suikeropbrengst per hectare ruim boven tien ton
zegge en schrijve
zuidelijke landbouw maatschappij
M
VRIJDAG 26 OKTOBER 1990
78e JAARGANG NO. 4043
land- en
tuinbouwblad
De bietencampagne wordt dit jaar extreem lang. Adjunct-directeur agrarische zaken van Suiker Unie Fons
Claon verwacht dat de campagne 111 dagen duurt, iets wat hij nog niet eerder heeft meegemaakt. Als alles goed
blijft verlopen kan de Suiker Unie op 29 december de campagne afsluiten, de hoge opbrengsten, zo'n tien pro
cent meer dan vorig jaar, zijn debet aan de lange duur van de campagne. Wat betreft het suikergehalte verwacht
Calon een campagne gemiddelde van 15,5 procent misschien een tiende procent hoger. Het suikergehalte eis de
laatste weken gestegen tot in de buurt van de 16 procent, door de zonnige dagen en de koude nachten. Het
tarragehalte is vrij constant laag geweest. Gemiddeld ligt het op ongeveer 14 procent.
De opbrengst van de Nederlandse bietenoogst komt, ge
middeld gezien, fors hoger uit dan in andere jaren. Naar
verwachting van het Instituut voor Rationele Suikerpro-
duktie (IRS) te Bergen op Zoom komt de gemiddelde
wortelopbrengst dit jaar op ongeveer 68 ton per ha. Het
IRS verwacht een suikeropbrengst per ha. van 10.600 kg.
Het is voor het eerst dat de suikeropbrengst per ha. bo
ven de tien ton komt.
Het IRS baseert zich op steekproeven die verspreid over
het land zijn genomen. Regionaal kunnen de opbrengsten
daarom wel wat wat hoger of lager zijn, maar de lande
lijke opbrengsten zullen aan het eind van het seizoen niet
veel afwijken van de schattingen, zo verzekert ons een
woordvoerder van het IRS. Ook de twee suikerin
dustrieën schatten de gemiddelde wortel- en suikerop
brengsten per ha op resp. 68 ton en 10.600 kg. De Suiker
Unie zit hier iets boven en de CSM er iets onder. Per 15
oktober bleek uit de steekproeven van het IRS een sui
kergehalte van 16,2 procent. Regionaal zitten in het sui
kergehalte vrij sterke schommelingen, zo lag het gemid
delde (van 22 gerooide en bemonsterde percelen) in Zee
land op 16,8 procent. Het laagste percentage kwam uit
het rivierkleigebied: 15,5 procent. Ook de suikerop
brengst vertoont regionale verschillen. In het Zuidwesten
komt de suikeropbrengst per ha naar schatting op 10.900
kg. Het IRS voegt er wel aan toe dat de schattingen per
regio erg voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden.
Tienjaarsgemiddelden
In de afgelopen tien jaar bedroeg de wortelopbrengst per
ha suikerbieten in Nederland gemiddeld 54,5 ton, zo
blijkt uit een overzicht van het IRS. De suikeropbrengst
per ha, gemiddeld over de laatste tien jaar, bedroeg vorig
jaar 8601 kg. Deze zogenoemde tienjaarsgemiddelden
zijn vanaf 1980 gestaag gestegen, en met de zeer hoge re
sultaten van 1990 zullen ze dus verder stijgen. Het tien-
jaarsgemiddelde van het suikergehalte bedroeg vorig
jaar 15,79 procent.
Het IRS schat dat de totale bietenopbrengst dit jaar op
8,5 miljoen ton komt. Het instituut verwacht een totale
suikeropbrengst van 1,2 miljoen ton, een hoeveelheid C-
suiker van ruim 300.000 ton dus.
GATT en inkomenssteun
Nog steeds is het niet gelukt om in het kader van de
GATT over de landbouw een Europees standpunt te
formuleren. Dat komt vooral door de harde Duitse eis
met Franse steun om zwart op wit van de Europese
Commissie de garantie te krijgen dat de boeren voor
honderd procent worden gecompenseerd voor elk inko
mensverlies vanwege de GATT.
Hoewel ik denk dat het Duitse standpunt meer te ma
ken heeft met de komende verkiezingen in Duitsland
dan met liefde voor de boeren ben ik er wel blij mee. De
landbouw is te vaak met vage beloften door de Europe
se Commissie het bos in gestuurd om daar nu nog ge
noegen mee te kunnen nemen. Zonder harde
toezeggingen vooraf moet er immers ernstig rekening
mee worden gehouden dat eventuele compensatie
voor de GATT achteraf onze Nederlandse neus voorbij
gaat. Onder de huidige omstandigheden is dat een te
hard gelag.
Dit weekend mogen de regeringsleiders van de EG nu
proberen de impasse te doorbreken. Of dat lukt is nog
maar de vraag. In de media wordt druk gespeculeerd
over een politiek compromis dat er in voorziet om
slechts afspraken te maken tot 1996 in plaats van tot
het jaar 2000 zoals de Amerikanen willen. Daardoor
zouden de gewenste prijsreducties dicht bij elkaar ko
men namelijk resp. 30% voor de EG en 35% voor Ame
rika. Voor de Europese landbouw is dit natuurlijk lood
om oud ijzer en is ook de discussie over compensatie
nog niet opgelost.
Wat de compensatie betreft ben ik overigens van me
ning dat er voor ons geen enkele reden is om eventuele
compensatie via directe inkomenssteun af te wijzen.
Sterker: Ik vind zelfs dat we ons voor directe inko
menssteun gegeven de omstandigheden zo nodig sterk
moeten maken. De tijd om daar principiële beschou
wingen over te houden is wel voorbij. Op dat vlak kun
nen we trouwens nog heel wat van de Amerikanen
leren. Hoe dan ook, volgende week weten we hopelijk
welke kant het opgaat.
Inkomenssteun
De vorige week bekend geworden cijfers over de aan
tallen akkerbouwers die een aanvraag hebben inge
diend voor tijdelijke inkomenssteun stemmen niet
vrolijker. Het zijn er meer dan verwacht hoewel minder
dan mogelijk zou zijn. Ondanks de moeilijke toegang
tot de regeling en de krappe voorwaarden zien alleen al
in ons werkgebied toch nog zo'n 570 akkerbouwers in
de regeling een mogelijkheid om hun inkomen aan te
vullen tot zegge en schrijve maximaal 34.000 gulden,
bruto wel te verstaan. Daarmee wordt de moeilijke si
tuatie in de akkerbouw nog eens onderstreept.
We denken echter dat nog (veel) meer akkerbouwers
voor inkomenssteun in aanmerking komen, maar om
redenen van te krappe criteria nu buiten de boot zijn
gevallen. Wellicht dat deze potentiële aanvragers vol
gend jaar wel een aanvraag kunnen indienen nu bekend
is geworden dat minister Bukman de regeling wil aan
passen voor wat betreft de referentieperiode.
De minister wil namelijk volgend jaar 1988/89 als peil
jaar meenemen mits hij daarvoor toestemming krijgt
van Brussel. Vanuit de ZLM is er voortdurend op gewe
zen dat het onjuist is om in de regeling het relatief bete
re jaar '86/87 mee te nemen in plaats van het slechte
jaar '88/89. Dat dat nu waarschijnlijk wordt aangepast
is in zijn algemeenheid een verbetering. Tegen deze
achtergrond is het des te meer veelzeggend voor de si
tuatie in de akkerbouw dat er ook nu al zoveel aanvra
gen zijn ingediend.
Overigens hoop ik dat de minister de hele regeling on
der de loep wil nemen om die waar nodig bij te stellen
mede op basis van de ervaringen aan dit jaar. Wij willen
daar vanuit de praktijk graag suggesties voor doen. De
regeling moet maximaal kunnen werken want de men
sen die er een beroep op doen, doen dat bepaald niet
uit weelde. Als dat maar duidelijk is.
Oggel