OLY Zeeuwsvlaamse biggen mogen weer naar België Grondbewerking de basis voor een goede oogst Landbouwschap verontrust over trage voortgang Europa 1992 Agrarisch inkomen kon in 5 jaar 10% dalen Project voorbeeldbedrijven van start Film belicht gezondheidsdiensten voor dieren In de akkerbouw wordt de hoofd grondbewerking uitgevoerd door middel van het ploegen. Hierdoor wordt in de herfst reeds de basis ge legd voor de groeiomstandigheden in het volgende teeltseizoen. De om standigheden waaronder moet wor den gewerkt zijn vaak sterk verschil lend. Zo hebben verschillende grondsoorten, de vochtig heidstoestand en de aanwezigheid van taaie wielsporen grote invloed op het resultaat. Het doel zal echter altijd moeten zijn voldoende vlak ploegwerk en enigszins verkruimeld om met een minimale bewerking in het voorjaar te kunnen volstaan. Extra uitrusting aan de ploeg De laatste jaren is wat ervaring op gedaan met extra uitrustingsstukken aan de ploeg. Het betreft dan het ge bruik van een schaarkouter of sne- deverdeler op de ploeg of de combi natie ploegen met vorenpakker. Beide systemen hebben hun voor en tegen. Het is vooral het doel wat men ermee beoogt en onder welke omstandigheden er moet worden ge werkt voor het kiezen van een be paald systeem. Vorenpakker aan de ploeg De vorenpakker is op de zandgron den al jarenlang bekend. Deze wordt daar gebruikt om de in het voorjaar geploegde grond direkt weer wat aan te drukken. Hiermede voorkomt men een te sterke uitdroging, terwijl de aangedrukte grond minder diepe trekkersporen nalaat bij een volgen de bewerking. Gebleken is dat ook op kleigronden de vorenpakker mo- gelijkheden biedt. Onder omstandig heden dat de ploegsneden nauwe lijks verkruimelen en het ploegwerk ruig is, snijden de ijzeren ringen gleuven in de ploegsneden. Deze in snijdingen zorgen voor een betere egalisatie van de bovenlaag. Boven dien zal de verwering van het bo venste laagje van de ploegsneden sterk worden bevorderd. De ervarin gen zijn zodanig dat in het voorjaar met één bewerking kan worden vol staan voor voldoende egalisatie en verkruimeling. Ook voor het klaarleggen van een zaaibed voor wintertarwe zijn met de vorenpakker gunstige ervaringen opgedaan. Naast de insnijdingen van de ploegsneden wordt de boven laag aangedrukt. Hierdoor ontstaan bij de volgende grondbewerking dui delijk minder diepe wielsporen. Vooral op de lichtere gronden is de insporing vaak erg diep, waardoor een zeer onregelmatig zaaibed ont staat met als resultaat een onregel matige stand. Schaarkouter of snedeverdeler Sinds enkele jaren is een schaarkou ter of snedeverdeler op de ploeg in gebruik gekomen. Het doel van dit systeem is dat tijdens het ploegen de grondbalk met een mes wordt inge- kerfd voordat deze gekeerd wordt. Wanneer de grondbalk 8 cm diep wordt ingekerfd, zal deze beter uit- Ploegen in combinatie met vorenpakker. Duidelijk zijn de insnijdingen in de ploegsneden te zien De voorzitter van het Landbouw schap, drs. Jef Mares, heeft dinsdag in Oostwoud (N.H.) het officiële startschot gegeven voor het project voorbeeldbedrijven opengrondsteel- ten. De voorbeeldbedrijven zijn be doeld om andere ondernemers in de agrarische sector te laten zien we er in de praktijk mogelijk is op het ge bied van milieuvriendelijke bedrijfs voering. Het project is een onderdeel van het Integraal Milieu-actieplan van het Landbouwschap. Bloembollentelers, vollegronds- groentetelers, boomtelers en fruitte lers kunnen zich nu oriënteren bij 14 collega's die al ervaring hebben met milieuvriendelijke produktietechnie- ken op hun bedrijf. Daarbij gaat het om bemestingstechnieken, biologi sche bestrijding van ziekten en het werken met schadedrempels. De voorbeeldbedrijven zijn normale praktijkbedrijven. Zij krijgen geen subsidie. Ondernemers die een voor beeldbedrijf willen bezoeken kunnen daarvoor een afspraak maken via de Dienst Landbouwvoorlichting. De 14 voorbeeldbedrijven voor de ver schillende sectoren zijn te vinden in de provincies Flevoland, Noord- Holland, Zuid-Holland, Noord- Brabant en Limburg. Het Landbouwschap vindt dat ons land meer haast moet maken met het omzetten van EG-richtlijnen in na tionale regelgeving. Als dat niet ge beurt zal de eenwording van de EG- markt op 1 januari 1993 niet zijn ge realiseerd. Van de 158 besluiten die in Brussel zijn genomen heeft ons land tot nu toe 40 procent overgeno men. Andere EG-landen scoren overigens nog slechter. Het Landbouwschap heeft zijn ver ontrusting over deze gang van zaken overgebracht aan de Vaste Commis sie voor EG-zaken in de Tweede Ka mer. Vertraging met het totstandko- Vrijdag 19 oktober 1990 eenvallen waardoor er in het voor jaar minder problemen zijn om de bovenlaagste egaliseren. Bovendien is de verwerking van de bovenste laag van de ploegsneden beter. Het zal duidelijk zijn dat de voordelen van een schaarkouter of snedeverde ler vooral tot uiting komen onder omstandigheden dat de grond taai is en niet of nauwelijks verkruimelt. De plaatsing van het mes dat de in kerving moet maken, dient zodanig te zijn dat op 8 a 10 cm vanaf de zij kant (schijfkouter) een inkeping ont staat. De meeste ervaringen zijn op gedaan met het monteren van het mes op de losse schaarpunt. Ook het plaatsen van een mes op het rister wordt toegepast. Het mes mag de grondbalk niet teveel dwingen om dat dan de krachten op het rister te hoog kunnen oplopen. Doordat een schaarkouter of snedeverdeler een voudig en doeltreffend is, lijkt dit vooral voor moeilijke omstandighe den een goede bijdrage te leveren voor een optimale grondbewerking in het voorjaar. Andere werktuigen Na het ploegen zijn er nog diverse mogelijkheden om de ploegsneden te egaliseren. De meest gebruikte werk tuigen hiervoor zijn: vaste tandculti- vator en de rotoreg. Voor de moei lijkste omstandigheden is de rotoreg het meest geschikt. Een rotoreg met messen in plaats van tanden kan on der zware omstandigheden meer for ceren. Dit komt vooral tot uitdruk king bij het klaarleggen van de grond voor wintertarwe op zware en taaie grondsoorten. In combinatie met een packerrol is onder deze moeilijke omstandigheden vaak één bewerking voldoende. De triltand en vaste-tandcultivator zijn meer geschikt voor de lichtere gronden. Belangrijke voorwaarden zijn: - de grond moet redelijk droog zijn - trekkerbanden op lage spanning - niet te intensief bewerken in ver band met slemp Algemeen In dit artikel is een aantal ontwikke lingen en mogelijkheden aangegeven De Stichting Gezondheidszorg voor Dieren heeft een voorlichtingsfilm gemaakt onder de titel 'Gezondheid voor dieren, onze zorg!' De film gaat over het werk van de regionale gezondheidsdiensten voor dieren, over de zorg voor rundvee, schapen, geiten, varkens, pluimvee en paar den. Ook de historie en de toekomst- perspektieven van de gezondheids diensten komen aan de orde. De film wordt gebruikt bij lezingen en open dagen. Belangstellenden kunnen terecht bij de regionale ge zondheidsdiensten voor dieren, de Gezondheidsdienst voor Pluimvee of de Stichting Gezondheidszorg voor Dieren, telefoonnummer 070 - 3547170. Bij gebruik van een schaarkouter of snedeverdeler wordt de grondbalk in gesneden waardoor een betere egalisatie en verwering wordt bereikt voor de grondbewerking in de herfst. Voor de keuze hangt veel af van de grondsoort en de omstandig heden waaronder moet worden ge werkt. Een juiste grondbewerking, waardoor een egale zaaidiepte kan worden verkregen, zal bijdragen tot optimalisering van de opbrengst. ing. A. Kemijn, DLV team Akkerbouw Goes 'Piet Bukman is de nieuwe minister van Landbouwhandel' Bart Edel, hoofdredakteur Agrarisch Dagblad (10 oktober 1990). 'Ik hou er niet van om bij het begin van een nieuwe job breed uit te meten welke donkere wolken zich allemaal aan de horizon samenpakken. Maar het is ook mij duidelijk dat er moeilijke dossiers liggen. Ik heb m'n ogen niet in mijn zak'. Drs. P. Bukman, minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (Oogst, 5 oktober 1990). 'Zo gauw je met die grote jongens praat, krijg je te horen: waarom zouden we de landbouw subsidiëren? We hebben de mijnen toch ook gesloten, en de textiel en scheepsbouw gesaneerd? Dan moet je steeds weer uitleggen dat de landbouw niet te vergelijken is met deze economische aktiviteiten. Dat de landbouw grondgebonden is en een meervoudige doelstelling heeft'. M. Varekamp, voorzitter KNLC (Agrarisch Dagblad 5 okto ber 1990). Er mogen vanaf afgelopen woens dag weer biggen vanuit Zeeuws- Vlaanderen naar België geëxpor teerd worden. Vorige week besloot het Permanent Veterinair Comité (PVC) om de naar aanleiding van de varkenspestepidemie in België in gestelde buffer- en beschermingszo nes per 17 oktober op te heffen. In aansluiting hierop heeft de Belgische overheid begin deze week besloten per dezelfde datum weer importen van varkens en biggen in het betref fende gebied toe te staan. Alleen voor een vijftal gemeenten heeft het PVC een aantal beperken de maatregelen gehandhaafd. Het gaat hierbij om Wingene en enkele omliggende gemeenten, genoemd 'beschermingszone F'. In het overige deel van de voormalige buffer- en beschermingszones is nu weer vrij vervoer van varkens en biggen mo gelijk. Onder bepaalde voorwaarden was het vervoer van varkensvlees al eerder mogelijk. Het niet toestaan van het vervoeren van varkens het betreffende gebied in was een maatregel van de Belgi sche overheid. 'Veterinair was er niets tegen op het toelaten van var kens in het gebied', legt een woord voerder van het Produktschap voor Vee en Vlees (PVV) uit. 'Maar om dat er geen dieren het gebied uit mochten heeft België het invoerver bod ingesteld. Andefs zou er een overschotsituatie ontstaan'. Het opheffen van de maatregelen is wat Nederland betreft vooral van belang voor de Zeeuws-Vlaamse ver meerderaars. Zij zijn zoals bekend georiënteerd op de Belgische markt. Tijdens het Belgische invoerverbod waren zij gedwongen de meeste big gen zo goed en zo kwaad dat het ging in Zeeuws-Vlaanderen zelf op te leggen. Een klein deel van de big gen werd, als vanouds, afgezet in Noord-Brabant (althans na het op heffen van het vervoersverbod in Zeeuws-Vlaanderen, 11 september jl.). Volgens de woordvoerder van het PVV was de biggensituatie in Zeeuws-Vlaanderen al weer behoor lijk nijpend aan het worden. men van de Europese eenheidsmarkt betekent dat grenscontroles en het daarmee samenhangende opont houd ook na 1992 blijven bestaan. Ook de nu bestaande verschillen in technische, fytosanitaire en veteri naire voorschriften worden dan niet weggenomen. Overigens geldt de stagnatie niet al leen voor het vervangen van natio nale regels door gemeenschappelijke regels van de EG. Ook in Brussel zelf zijn nog ruim honderd te har moniseren maatregelen in behande ling, met name op fiscaal, veterinair en fytosanitair gebied. Een daling van 10 procent van het totale agrarisch inkomen in vijf jaar behoort tot de reëele mogelijkheden als het voorstel om de EG- landbouwsteun met 30% te vermin deren werkelijkheid wordt. Dit blijkt uit een reactie van LE1- onderzoeker ir. H. Rutten in het CLO-weekblad Oogst. Rutten maakt overigens de nodige voorbe houden. Zo houdt hij in zijn voor spelling geen rekening met schom melingen in de wereldmarktprijzen. Hij gaat uit van het niveau 1986. De grotere binding aan de wereldmarkt prijzen maakt de onzekerheid voor de boeren groter. 'Het hele pakket bekijkend kun je stellen dat het markt- en prijsbeleid van de afgelopen jaren gewoon wordt voortgezet. Dat levert voor de meeste sectoren niet zo'n rooskleu rig beeld op', aldus Rutten. Voor rundvlees houdt hij rekening met een prijsdaling van 5% per jaar, voor de zuivelsector hooguit 2% en voor de akkerbouw hoogsten 3%. Wat betekent dit voor de inkomens? Volgens Rutten moet de melkveesec tor rekening houden met een ver mindering van 4 a 4,5%. De graan- verbouwende akkerbouwers zullen er naar zijn verwachting 5 tot 6% per jaar op achteruit (blijven) gaan. Overigens zullen de bedrijven met een wat ruimer bouwplan, zoals in de kleigebieden, er iets gunstiger af komen, zo'n 3% inkomensdaling, aldus de LEI-onderzoeker. De prijsstelling van de vrije produkten zal waarschijnlijk niet veel verbete ren als gevolg van de graanprijsda lingen. De oliehoudende gewassen zijn als gevolg van de EG- maatregelen al evenmin interessant. 'Uit de berekeningen blijkt een inko mensverlaging van 10% in vijf jaar. Maar ieder jaar vermindert het aan tal agrarische ondernemers ook met zo'n 2%. In deze situatie blijft de druk op de sanering bestaan', aldus Rutten in Oogst. Een lichtpunt is dat dan het teruglopen van de uitgaven voor de zware marktordeningspro- dukten er EG-geld vrijkomt voor compenserende maatregelen. 9

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 9