uit de
praktijk
Eerste tekenen van verpaupering platteland?
Herfst
Onderschatting van belangen
De praktijk en de werkelijkheid
RONDDE
Geschiedenis van de aardappel
Deze tijd van het jaar kenmerkt zich
ook in WEST ZUID-BEVELAND
als een drukke periode. Het afscheid
van de zomer, dus van het groeisei
zoen van vele gewassen, betekent dat
er geoogst kan worden. De grootte
van de opbrengst is afhankelijk van
vele factoren. Dat het weer hierbij
een belangrijke rol speelt hebben wij
in 1990 weer ervaren.
De nachtvorstschade in ons gebied is
in vele - niet alle - gevallen niet de
sastreus geweest. Het zag er wel naar
uit. Het vroege tijdstip van zaaien en
poten heeft niet voor ieder topop-
brengsten gebracht, omdat het weer
te mooi was, te droog dus. Hoewel
de maand september niet de mooiste
is geweest die we ons herinneren,
was de regen toch welkom. De eerste
helft van oktober is dusdanig mooi
dat vele werkzaamheden zonder pro
blemen zijn verlopen. Rondrijdend
zien we nu groene weiden met vee,
bijna lege boomgaarden en akkers
met groenbemesters. Percelen bieten
worden kleiner en over enige weken
zullen ze op de hoop liggen.
Wat opvalt zijn de vele zaaimachi-
nes. De graantelers kiezen blijkbaar
voor zaaien onder gunstige omstan
digheden en nemen de risico's van
grotere ziekte- en onkruiddruk voor
lief. Gezien het verschil in uitbeta
ling tussen voer- en kwaliteitstarwe
maken velen de keus ten gunste van
kwaliteit. Het ras Obelisk lijkt weer
koploper te worden. De inzaai in
tarwe van een ondervrucht heeft
sommigen doen besluiten een hier
voor geschikt tarweras (Urban, Ar-
minda) te kiezen. Wat men mogelijk
aan het ene gewas toegeeft, kan het
volggewas teruggeven.
De herfsttijd kan, zoals nu al een
aantal dagen het geval is, zich nog
kenmerken door een nazomertje. De
werkzaamheden verlopen probleem
loos. Groente- en fruitprijzen zijn
zeker niet slecht te noemen, terwijl
de aardappelmarkt, volgens een lan
delijk ochtendblad vrij positief
gestemd is. Voor degenen die deze
produkten op de markt brengen een
reden niet negatief te zijn over het
afgelopen seizoen. Producenten in
de dierlijke sektor hebben aanzien
lijk minder redenen om optimistisch
te zijn. Hierover de hele linie lagere
prijzen.
Wat de praktijk de laatste tijd te ho
ren krijgt over regelingen op milieu
gebied, eventuele kwoteringen, kor
tingen op subsidies, stemt ons niet
zonnig. Het doet de vraag rijzen of
onze agrarische wereld in de herfst-
periode is beland. De zon staat
laag en de schaduwen zijn lang.
Het prachtige nazomerweer van de
laatste week geeft het jaar 1990 als
nog een steuntje in de rug om als
mooi-weerjaar in de archieven ge
boekt te worden. Immers, de maand
september was toch een wat sombere
maand op weergebied. Weliswaar
kwam dit de boeren in het 'LAND
VAN AXEL' wel van pas.
Aardappels konden wat makkelijker
gerooid worden, de bieten groeiden
nog wat, op de erg verdroogde per
celen zelfs nog heel wat, en de wei
den werden weer groen. Er is zelfs
nog een behoorlijke grasgroei ge
weest de laatste weken. Doch ook de
alsnog gezaaide groenbemesters als
gras, mosterd en bladrammenas pro
fiteren nu van vocht en warmte.
Het mooie en droge weer komt ook
ten goede aan de in uitvoering zijnde
aanleg van een leiding t.b.v. van het
bedrijf Air Liquide. Deze leiding
wordt gelegd vanaf zeg maar de
Westerschelde bij Dow tot in België,
en doorsnijdt vele percelen bouw- en
weiland. Het spreekt voor zichzelf
dat er onder droge omstandigheden
veel minder struktuurschade ont
staat dan wanneer het nat is. Er mag
dan wel een schaderegeling zijn doch
niemand zit te springen om door
zwaar materieel verpestte grond.
Dit verhaal geldt ook voor de in uit
voering zijnde A2 werken in het le
district van het Waterschap 'de Drie
Ambachten'. Deze laatste fase van
deze werken in ons waterschap om
vat dan wel geen grote werken, toch
moet er nogal wat grond verplaatst
Door het aanhoudend goed weer verlopen de najaarswerkzaamheden
vlot. Een boer meldde per dag nu wel 5 ha. te kunnen ploegen, waar
dat in andere jaren soms nog geen 3'/> ha. is. Bovendien kan er "goed"
geploegd worden, een goede investering voor het volgend teeltseizoen
derhalve. Vanaf de dijk is zelfs een ploegende boer met ontbloot bo
venlijf gesignaleerd. En dat in oktober.....
Deze week de tijd genomen om onze
streek THOLEN en ST. PHILIPS-
LAND eens door te rijden. Al rij
dend bedacht ik dat het wellicht ook
voor mijzelf beter was geweest om
de fiets te nemen, daar het een stra
lende herfstdag betrof. Je zou zo af
en toe toch de fiets wat meer willen
pakken, wanneer je de tank van de
auto weer eens vol hebt gedaan, en
af moet rekenen tegen literprijzen
die tegen de twee gulden aan gaan
lopen. Ook onze tractoren verstoken
in deze periode heel wat lieters diesel
olie. Regelmatig kijk ik in onze tank
en denk ik, nu maar vol gooien of
nog even wachten. Wachten tot de
olie goedkoper wordt? Of wordt ze
duurder?
Iedere deskundige zegt dat er geen
reden is tot prijsverhoging van olie,
maar de markt trekt zich er niets van
aan en blijft stijgen. Ook hier gaat
het, net als bij veel van onze produk
ten, om een markt van stemmingen,
inplaats van om voldoende
voorraad.
De olieprijzen betekenen dus ook
voor ons kostenstijging. Anderzijds
laait daarmee de diskussie en hope
lijk ook het onderzoek naar alterna
tieve brandstoffen weer op. Wie
weet biedt dat voor ons toch wat
perspectief om tot milieuvriendelijke
plantaardige brandstoffen te ko
men. Brandstof uit bijvoorbeeld de
suiker van onze bieten. Suiker,
waarvan wij verzekerd kunnen zijn
dat wij dat in dit oogstjaar te veel
zullen hebben.
6
Naar wij vernomen hebben ligt de
gemiddelde opbrengst van de bieten
in onze streek op zo'n 70 ton p. ha,
maar valt het suikergehalte met
14,5% wat tegen. Uiteraard zijn er
grote verschillen in opbrengst. Wij
hoorden van 40 tot 100 ton p. ha
noemen.
De aardappelen in onze streek, die
nu allemaal wel gerooid zijn, vallen
in kg toch tegen. Wij schatten dat
het met 40 ton p. ha een eind ge
beurd zal zijn. De vorm en kwaliteit
is uitstekend, maar het tal per bos,
wat niet gunstig. De prijs trekt nu
wat aan. Hopelijk is dat een voort
gaande trent.
Ondertussen begint de dans omtrent
de hoeveelheid graan in Europa op
nieuw. Produceren we nu wel of niet
meer dan 160 miljoen ton in de Eu
ropese Gemeenschap. Voor mij is
het zeker dat de politiek beslist, en
niet de reëele opbrengstcijfers.
Ondertussen gaan ook de GATT on
derhandelingen door. Ook hier de
onduidelijkheid ten top. Vlak voor
de beslissing gaat vallen gaan de he
ren ministers gissingen maken wat
30% vermindering van subsidie voor
de inkomens van de boer gaat bete
kenen. Voor mij zijn voornoemde
zaken, en daar nog eens aan toege
voegd alle beperkingen die men ons
wil opleggen via allerlei milieu no
ta's een teken dat men in Nederland,
maar ook in Europa de waarde van
een goed en voldoende voedselpak
ket gaat onderschatten. Onderschat
ting, omdat men meent zich de luxe
worden uit de te graven sloten. Een
verbetering voor de belanghebben
den ligt in het verschiet: een grotere
oppervlaktewaterberging en de mo
gelijkheid om op juiste diepte te
draineren. Op deze manier ziet men
wat terug en is het te hopen dat men
profiteren kan van de betaalde wa
terschapslasten. En zo verandert er
nogal wat in het Zeeuws-Vlaamse
land.
Oude boerderijen
In het ZLM-blad wordt er de laatste
tijd nogal aandacht besteed aan
oude boerderijen in Zeeland. Al le
zend kom je dan tot de ontdekking
dat er wat dat betreft ook nogal wat
aan het veranderen is in het Zeeuws-
Vlaamse landschap. Na de zware
stormen van het afgelopen voorjaar
waren er niet alleen schuren vernield
maar ook - al of niet - zwaar bescha
digd. Nu is de tijd rijp voor de sloop
en zijn er op deze manier tesamen
vele jaren historie tegen de vlakte ge
gaan. Ook in onze naaste omgeving
zien we dat er karakteristieke
Zeeuwse boereschuren langzaam
aan onttakeld worden en wellicht
binnen zeer korte termijn letterlijk
het veld ruimen zullen.
Natuurlijk, de efficiëntie in deze ge
bouwen was in deze tijd ver te zoe
ken. Maar dat ze niet vervangen
worden door nieuwbouw heeft wel
licht ook iets te maken met de begin
nende verpaupering van het plat
teland.
Op bijeenkomsten en tijdens
gesprekken hoor je regelmatig dat er
veel pessimisme in de artikelen van
'Uit de Praktijk' zit. Het werkt soms
eerder ontmoedigend dan verfris
send, vindt men. De praktijkschrij
vers zijn teveel geneigd de negatieve
kanten van het boer zijn te belich
ten. Als praktijkschrijver van
WEST BRABANT ZUID moet je
dan de lezers misschien ten dele ge
lijk geven. De ontwikkelingen in de
land- en tuinbouw zijn met zijn ups
en downs van dien aard dat het voor
de auteurs van de 14-daagse rubriek
zoeken wordt om nog iets positiefs
op papier te zetten.
Buiten het weer en een incidentele
tijdelijke prijsverhoging blijft er niet
veel over. De vaste lezerskring wil na
een werkdag of in het weekend wat
lezen dat oök nog enige ontspanning
biedt. Maar vooral beleidsmatig
gaat het de laatste jaren bergaf
waarts. De tijd dat er bij de EEG-
voorstellen een prijsverhoging inzat
ligt weer ver achter ons. Uit de op
merkingen van de lezers kan de con
clusie getrokken wofden dat de land
bouw alles maar gelaten over zich
heen laat komen. Acties en doelge
richte vergaderingen helpen niet
meer. De steeds terugkerende artike
len over beperkingen, betere kwali
teit, lagere prijs, e.d. is men zo
zoetjes-aan beu. Het wordt nog wel
gelezen maar het gaat zijn inhoud
verliezen.
Bedrijfsgenoten die het financieel
moeilijk hebben of die door de ver
dergaande mechanisatie tijd over
hebben zoeken er een baantje bij.
Het is in de landbouw al volledig
geaccepteerd. Over iemand die
noodgedwongen moet afhaken
wordt geen schande meer gesproken.
Het kan ons ook overkomen zeggen
kollega's, wie weet, maar zoals het
er nu bijstaat ben ik voorlopig nog
niet aan de beurt, denkt men er bij.
Dat bedrijf en die buurman zijn
zwakker dan ik, dus die zijn eerder
aan steun of verkoop toe. Tegen die
tijd gaat het wellicht beter. De op
gang gekomen sanering zal wel eens
stoppen. Uit zulke ontwikkelingen
en uit gesprekken tussen boeren on
derling of bij de smid moet de prak
tijkschrijver zijn informatie uit de
streek putten. Logisch dat de uitslag
dan negatief is.
Toch zal ik na deze zware, niet op
beurende, kost een positief punt
naar voren brengen. Feit is dat de te
ruggang in de landbouw al een tijdje
aan de gang is en dat alles niet direkt
op een individuele boer afkomt; het
treft iedereen. Dit gegeven geeft dan
velen weer de moed om door te
gaan. Door te klagen ontstaat er een
vorm van saamhorigheid. Voorlopig
zal de inhoud van de praktijkstuk
ken een juiste weergave van de wer
kelijkheid laten zien.
te kunnen permitteren, wellicht on
bewust, de land- en tuinbouw te
kunnen beknotten in hun produktie,
daarmede afhankelijk wordend van
derden. De golfcrisis laat zien wat
dat betekent!
Onverstandig vond ik van de week
de reaktie van kamerlid Blauw op
het besluit van het KNLC om geen
politieke vertegenwoordigers in het
Landbouwschap te benoemen.
Kleinzielig vond ik de reaktie van
kamerlid Ter Veer daarop. Toch
heeft Blauw naar mijn mening ge
lijk. Het KNLC moet zorgen niet
buitenspel komen te staan. De poli
tiek besluit in dit land en het is dan
ook zaak daar je goede vertegen
woordigers te hebben. De CBTB en
KNBTB hebben dat beter door en
dus blijft Jan van Noort ondanks
het besluit van het KNLC gewoon
zitten.
Ik begon mijn verhaal met dat ik
door onze mooie streek reed. Door
het mooie weer zag ik dat de werk
zaamheden vlot verliepen. Aardap
pelland was netjes opengetrokken.
Vele collega's waren al aan het ploe
gen en een enkeling was zelfs al aan
het zaaien. Onder goede omstandig
heden werden teunisbloemen en an
dere bloemzaden gedorst of geoogst.
De werkzaamheden verlopen plezie
rig en vlot. Boer zijn heeft ook zijn
mooie kanten.
Daarom: zijn we zo nu en dan niet te
veel in mineur bezig, daarmede de
mooie kanten van dit vak onder
schattend?
Zuid-Amerika is het stamland
van de aardappel. Door de ont
dekkers van Amerika is de aard
appel eerst als curiositeit mee
naar Europa genomen. Wie de
eer toekomt als eerste de aardap
pel ingevoerd te hebben is niet
met zekerheid te zeggen. Vast
staat wel, dat langs twee wegen
de aardappel in Europa is geko
men in de tweede helft van de
zestiende eeuw. De ene weg leid
de via Spanje naar Oostenrijk en
vandaar naar verschillende ande
re landen. De andere weg ging
via Ierland naar Engeland en
vandaar verder. Uit beschrijvin
gen blijkt, dat er vermoedelijk
verschillende variëteiten langs
beide wegen werden ingevoerd.
Hoewel in het begin van de 17e
eeuw de aardappel vrij algemeen
bekend was, zou het tot het mid
den van de 18e eeuw duren, voor
dat er meer waardering voor de
aardappel als cultuurgewas
kwam. Slechts onder dwang van
regerende vorsten, die het belang
van het gewas inzagen, en heer
sende hongersnoden, kon de be
volking er toe gebracht worden
zich op de aardappelteelt toe te
leggen.
Aan het eind van de 18e eeuw
waren er in Europa reeds ver
schillende aardappelrassen te
vinden. Toch werd er in die tijd
niet doelbewust gekweekt om
nieuwe rassen te krijgen. Dit be
gon pas in het midden van de vo
rige eeuw, toen door het optre
den van de zo gevreesde 'aardap
pelziekte' de aardappeloogst bij
na geheel mislukte, wat in vele
streken tot ernstige hongersnood
leidde. Men is zich daarna gaan
toeleggen op het door middel van
kruisingen doelbewust kweken
van nieuwe rassen, die beter te
gen ziekten bestand zijn, een be
tere opbrengst geven en van een
betere kwaliteit zijn dan de be
staande rassen.
Het is dus nog betrekkelijk kort
geleden dat de aardappel een al
gemene verbreiding kreeg, thans
kunnen wij de akkerbouw zonder
de aardappel niet meer voorstel
len. Op allerlei grondsoorten
wordt de aardappel nu ver
bouwd. In bijna alle landen met
een niet te warm en te droog kli
maat is de aardappel thuis. Als
voedingsmiddel heeft de aardap
pel voor mens en dier grote waar
de. Daarnaast gaan grote hoe
veelheden naar de industrie. Ook
de exportvan consumptieaard
appelen neemt een grote plaats
in en er is een belangrijke export
van pootaardappelen.
Vrijdag 19 oktober 1990