Systeem bij keuring van pootgoed heroverwegen Meijer boekt succes met nieuw aardappelras FNZ jubileert Rabobank ziet perspektief voor konsumptieaardappel Gemanipuleerde aardappelen kunnen geen plaag vormen Aardappelseminar Emmeloord Cebeco Agritech werkt samen met Oostduitsers Schering Agro neemt Dubbelboer over Zoogkoeien Het systeem van de NAK waarbij basis pootgoed automatisch wordt gedeklasseerd wanneer het loof niet op de einddatum is verwijderd zou moeten worden heroverwogen. Daarvoor in de plaats zou men kunnen denken aan een systeem waarbij einddata worden vervangen door adviesdata met vrijstelling van nakontrole voor de klassen E, A, B en C als het loof voor de adviesdatum is verwijderd. Deze suggestie deed mevrouw Ineke Mastenbroek, directrice van de NAK Emmel oord donderdag op een internationaal aardappelseminar in Em meloord. Zo'n systeem zou wel samen moeten gaan met een adekwaat informatie programma zodat de teler een goede inschatting kan maken van de risi co's die hij loopt als hij loof doodt lang na de adviesdatum. Op het se minar dat werd bijgewoond door vertegenwoordigers van aardappel organisaties van vrijwel alle EG- landen, Nieuw-Zeeland en Malta, stond het milieu en de benadering van de konsument in de jaren negen tig centraal. Op het seminar schetsten mevrouw Mastenbroek voor het pootgoed en de heer C.D. van Loon van het PAGV te Lelystad voor de kon- sumptiesektor de mogelijkheden en onmogelijkheden van een verder te rugdringen van milieu- en konsu ment minder vriendelijke middelen bij de teelt en bewaring van aard appelen. Verschuiving De heer R.E. Pizzoli, voorzitter van de Italiaanse Vereniging van Expor teurs en Importeurs van Fruit en Groenten en direkteur van een grote aardappelverwerkende industrie, beet de spits af met een toespraak met enkele opvallende uitspraken. Zo voorspelt hij voor de bewaring van aardappelen problemen. Steeds meer konsumenten willen, meent hij, een produkt met de aanduiding 'bevat geen konserveermiddelen'. Hij verwacht dat de Europese kom missie de middelen tegen het uitlo pen tijdens het bewaring van de aardappelen zal verbieden. Dat zou volgens hem wel eens tot een enorme verandering kunnen leiden in de voorkeur van gebieden voor de teelt van aardappelen. Het zou een enor me verschuiving van de teelt kunnen betekenen van Noord-Europa naar Zuid-Europa. Pizzoli zegt verder te geloven in aardappelrassen zoals Bintje die geschikt zijn voor zowel konsumptie als voor industriële ver werking. Volgens hem zijn deze 'dubbeldoelrassen' noodzakelijk om enerzijds de kosten voor de industrie laag te houden en anderzijds voor de telers die winst moeten maken. De heer Van Loon zei het daar niet mee eens te zijn. 'Wij opteren voor aardappelen die specifiek geteeld worden voor de industrie en andere rassen die met name hun bestem ming vinden in de konsumptiesek- tor'. Pizzoli voorspelt dat de ha- opbrengsten als gevolg van minder gebruik van bestrijdingsmiddelen zullen dalen. Verder verwacht de Italiaanse fritesfabrikant dat de bes te kwaliteit aardappelen naar de ver se markt zullen gaan terwijl het pro dukt dat qua vorm en omvang min der goed is naar de industrie gaat te gen een wat minder hoge prijs omdat de teler al een redelijke prijs voor de konsumptie aardappelen heeft ge kregen. De huidige marktsituatie met hogere prijzen voor Bintje 50 opw. voor de industrie dan voor konsumptie zal dus veranderen, ver wacht hij. Pizzoli voorspelt voorts dat het eten van verse aardappelen aanzienlijk zal dalen en dat het eten van konsumptie-aardappelen weer een luxe wordt. De konsumptie van het verwerkte produkt dat goedko per is, zal daarentegen aanzienlijk toenemen. Minder chemicaliën Volgens mevrouw Mastenbroek kan 14 de teelt van pootaardappelen met betrekkelijk weinig extra moeite toe met minder chemicaliën. Een ruime re rotatie, het gebruik van AM- resistente rassen, aangepaste midde len en methoden van toediening en betere methoden van loofdoding en minder N zijn daarvoor noodzake lijk. Ook grondontsmetting kan toe met minder middel door o.m. alleen daar te ontsmetten waar de besmet ting aanwezig is. Wel zullen daar door de teeltkosten hoger worden. Of daarbij de door de overheid ge noemde doelstelling van 50% kan worden behaald liet ze in het mid den. Zij ging verder vrij uitvoerig in op de recente ontwikkelingen bij de loofdoding. De onlangs gehouden demonstraties tonen volgens haar aan dat er nog een behoorlijke re- duktie mogelijk is van het gebruik van chemische middelen bij de teelt. 'Maar looftrekken, klappen, ver branden en groen rooien zijn alleen maar mogelijk met zware machines. Voor natte periodes moeten we dus de middelen wel achter de hand hou den', zo waarschuwde ze. Herbicides Volgens de heer C.D. van Loon is uit onderzoek gebleken, dat bij Ne derlandse aardappelen nauwelijks residuen aanwezig zijn. Wat het ge bruik van herbicides betreft, meent hij dat het al zeer geringe gebruik nog verder terug kan door mecha nisch wieden en door het gebruik van plastic. Problemen zijn er nog wel bij aardappelmoeheid. Toch lig gen hier ook nog wel mogelijkheden. 'Maar dat vereist wel bij de telers een goede kennis van zaken ei\_extra aandacht van de voorlichtings diensten. Een adviseur in elk teeltge- bied die de aantastingen registreert en de weersomstandigheden nauw lettend volgt, zal samen met een lan delijke koördinator de boeren op dit onderdeel van de teelt veel geld kun nen besparen. Verder zijn er uiter aard mogelijkheden met resistente rassen. Wat de bewaring van aard appelen betreft zijn de mogelijkhe den om te besparen op middelen om uitlopen te voorkomen, nog niet zo groot. De alternatieven zoals opslag onder gekontroleerde omstandighe den en natuurlijke middelen zijn re latief duur en of nog niet opera tioneel. Van Loon kwam tenslotte tot de konklusie dat de Nederlandse aard appel in de negentiger jaren geteeld kan worden onder omstandigheden die voldoende recht doen aan de kwaliteit van het milieu en aan de ei sen van de konsument. 'In het alge meen is de huidige kwaliteit vol doende en er is een gezonde basis voor een verdere verbetering. Een voorwaarde voor een verder sukses is wel dat de boer voldoende wordt geprikkeld om het voor hem finan cieel aantrekkelijk te maken om van kwantiteit naar kwaliteit te gaan. J. Wierenga De geprivatiseerde landbouwwerk- tuigenfabriek BBG in Leipzig in de DDR gaat in licentie landbouwspui- ten maken van Cebeco Agrifac B.V., een dochteronderneming van Cebeco Agritech B.V. in Steenwijk. De bedrijven kwamen vorige maand overeen dat het Steenwijkse bedrijf aan de Oostduitse fabrikant nieuwe landbouwspuiten levert, maar ook specialistische onderdelen en kennis, zodat de Oostduitsers een bepaald model spuit ook zelf kunnen maken. De overeenkomst geldt voor meer jaren. Acht Oostduitsers zijn in Ne derland om de kennis op te doen. Aan landbouwspuiten bestaat in de DDR grote behoefte. De eerste drie spuiten van Cebeco Agritech ston den op de Leipziger Messe. Bij een beoordeling van acht aardap pelrassen, waaronder Bintje, door een internationaal panel van 80 men sen is het nieuwe aardappeiras Tur bo van Meijer Kruiningen als eerste uit de bus gekomen. De test vond plaats op vrijdag 14 september in Emmeloord. De aardappelrassen werden beoordeeld op hun frites- kwaliteiten. Turbo is, zo meldt Meijer, een inte ressant ras voor de aardappelteler. Het is AM-resistent tegen de bioty- pen ABC (Rol en Ro3) en heeft on der andere goede bewaareigenschap- pen. Turbo is zeer geschikt voor de fritesindustrie. Meijer heeft de oogst van de praktijkteelt 1989 verwerkt tot een fastfoodfrites en daarmee goede resultaten geboekt. Ook voor huisgebruik is het nieuwe ras ge schikt. Het ras Turbo is in 1979 ontstaan bij kweker Smeenge uit Tollebeek. In 1986 vonden de eerste beproevingen plaats op het kweekbedrijf Oosthof van C. Meijer b.v. te Rilland. In overleg met de kwekers werd beslo ten tot aanmelding van de zaailing voor rassenlijst- en registratie- onderzoek. 1988 Was het jaar van de introduktie in de praktijk. Onder meer vanwege de snelheid waarmee het ras zich ontwikkelde werd geko zen voor de naam Turbo. Meijer verwacht dat er goede export mogelijkheden van pootgoed zijn naar Groot-Brittannië en Zuideuro- pese landen. In 1990 is een areaal van 25 ha pootgoed en 25 ha kon sumptie uitgeplant. In 1991 zal het areaal sterk worden uitgebreid. De jaarvergadering van de Konin klijke Nederlandse Zuivelbond FNZ, die woensdag 26 september wordt gehouden in 'Orpheus' te Apeldoorn, staat in het teken van de viering van het 90-jarig bestaan van de FNZ. Gastspreker is minister G.J.M. Braks van Landbouw, Na tuurbeheer en Visserij. De jaarver gadering wordt geopend met de jaar rede van FNZ-voorzitter drs. M.L. de Heer. Vast onderdeel van de ver gadering, waaraan ongeveer 750 per sonen uit de zuivelwereld en melk veehouderij deelnemen, is de uitrei king van de prijzen aan de 'Beste kaasmakers van het jaar 1990'. Ondanks een verhevigde konkurren- tiestrijd is het toekomstperspektief voor de Nederlandse konsumptie- aardappelsektor goed. Voorwaarde is wel dat in de hele produktieketen van teler tot konsument slagvaardig wordt ingespeeld op de wensen en ei sen van een dynamische markt. Milieu-eisen spelen daarin een steeds belangrijker rol. Dit konkludeert Rabobank Nederland in haar rap port 'Visie op Konsumptieaardappe- len', dat is uitgebracht ter gelegen heid van de Internationale Aardap pelmanifestatie. De aardappelkonsumptie in de EG is betrekkelijk stabiel en bedraagt op versbasis jaarlijks 80 kg per hoofd van de bevolking. De konsumptie verschuift momenteel van verse Schering Agro B.V., de houdster maatschappij waarin het Westduitse chemisch-farmaceutische concern Schering AG zijn Nederlandse be langen op het vlak van de gewasbe scherming heeft ondergebracht, heeft alle aandelen overgenomen van Dubbelboer Nederland B.V. te Tweede Exloërmond in Drenthe. Het ligt in de bedoeling de bedrijfs voering van Dubbelboer ongewij zigd voort te zetten. De naam van het bedrijf zal gekontinueerd wor den en op korte termijn zijn evenmin wijzigingen in het management te verwachten. Van Schering Agro maakt o.a. deel uit de werkmaatschappij" Schering AAgrunol B.V., de leidende produ cent en distributeur van gewasbe schermingsmiddelen. Schering Agro nam begin 1988 de Jan Mertens Be drijven te Baarlo over. Het werkter rein van deze groothandelsbedrijven is voornamelijk Limburg en Oost- Noord-Brabant. In 1989 werd voorts de Noord Nederlandse Bestrij- dingsmiddelenhandel te Leeuwarden overgenomen. De overnames passen in het beleid van Schering Agro dat gericht is op een snel en doeltreffend reageren op de toekomstige ontwik kelingen in de Nederlandse land- en tuinbouw. aardappelen naar aardappelproduk- ten, zoals pommes frites en snacks. Deze ontwikkeling past in de veran derende leefgewoonten van de kon sument, die minder tijd heeft en va ker een eenpersoonshuishouden voert. De sterke positie die de Ne derlandse aardappelverwerkende in dustrie in de EG inneemt, is voor een groot deel te danken aan de beschik baarheid van Bintje als kwalitatief goede grondstof voor voorgebakken produkten. Konkurrentie Vooral in België en Noord-Frankrijk neemt de konkurrentie echter toe door een verdere concentratie van de aardappelverwerkende industrie. De Rabobank verwacht vooralsnog geen grote konkurrentie van de Oosteuropese aardappelteelt. De sterke positie van Nederland kan worden behouden en kan wellicht zelfs verbeteren, als de producenten slagvaardig inspelen op de verande rende wensen van de konsumenten. Diversiteit in produkten, merken, rassen en verpakkingen en een inten sieve marktbewerking verdienen daarbij de aandacht. Een belangrij ke voorwaarde is dat hiervoor vol doende geldmiddelen beschikbaar zijn, aldus de onderzoekers van de Rabobank. De brochure is verkrijg baar bij de plaatselijke Rabobank. Voortaan kunnen de melkveehou ders met een quotum tot 60.000 kilo m aanmerking komen voor de EG- premie voor zoogkoeien. Er moeten minstens drie zoogkoeien op het be drijf zijn, maximaal komen tien koeien in aanmerking voor de pre mie van iets meer dan honderd gulden. De kans dat transgene aardappelen onder de huidige Nederlandse om standigheden een plaag zullen gaan vormen is klein. Dit is een konklusie uit het rapport 'Mogelijke gevaren van transgene planten voor wilde planten, een bijdrage tot de risiko- analyse', geschreven door ir. A. Evenhuis en prof. dr. J.C. Zadoks van de vakgroep fytopathologie van de Landbouwuniversiteit te Wage- ningen. De schrijvers van het rapport stellen dat de teelt van transgene aardappe len uit Nederland in Zuid-Amerika, het gebied waar de oorspronkelijke plant thuishoort, wel tot een over dracht van erfelijk materiaal (genen) naar verwante wilde soorten kan lei den. Zij achten een kruising met wil de verwanten zelfs waarschijnlijk. Zolang de effekten hiervan niet vol doende voorspeld kunnen worden, is de introduktie van transgene gewas sen in gebieden van oorsprong niet aan te raden, aldus het rapport. Vrijdag 21 september 1990

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 14