Kwaliteit voorop bij de aardappeloogst
Onkruidbestrij ding
in de stoppel
OLY
Teeltpacht moet mogelijk zijn
rj
10
Wereldproduktie suiker bereikte record
Kommissie Grondgebruik KNLC over pacht
Na de gewasverzorging en de oogst van granen gaat onze aandacht
uit naar de aardappeloogst. Meer dan bij andere gewassen speelt bij
aardappelen de kwaliteit een grote rol. De uitbetaling vindt steeds
meer plaats op basis van kwaliteit. Daarom moet bij de oogst iedere
vorm van beschadiging worden voorkomen. Hoe de omstandigheden
tijdens het rooien zullen zijn is vooraf moeilijk te voorspellen. Na het
gunstige voorjaar en de langdurige droogte is de verwachting dat de
grond goed zeefbaar zal zijn. Als er enige tijd voor het rooien wat
regen valt, is de kans op harde scherpe kluiten dit jaar gering.
Veel loof in de rooier geeft aanlei
ding tot verstopping, rooiverliezen
en beschadiging van de knollen. Het
vooraf goed verwijderen van het
loof betekent minder problemen met
uitzeven en bevordert een vlotte
doorvoer van de knollen in de ma
chine. Steeds meer wordt gekozen
voor het loofklappen in een aparte
werkgang. Afhankelijk van de hoe
veelheid loof en de mate van afster
ving kan men dan de rijsnelheid of
het toerental aanpassen. Goed loof
klappen betekent in de geulen het
loof verwijderen en bovenop de rug
minimaal 15 cm loof laten staan.
Een klepellengteverschil van mini
maal 18 cm is dan veelal gewenst.
Te grote valhoogte in de wagen geeft veel beschadiging.
Na het oogsten van granen, graszaad, erwten of andere gewassen kan het
voorkomen dat er een aantal lastige onkruiden voorkomt. Een paar voor
beelden hiervan zijn kweek, akkermunt, kattestaart, akkermelkdistel, akker-
distel, klein hoefblad en veenwortel. Voor de bestrijding hiervan zijn enige
methoden op een rij gezet.
a. Mechanisch
Door een aantal keren (2 3) een ondiepe grondbewerking uit te voeren wor
den de onkruiden uitgeput. Met de stoppelploeg bijvoorbeeld de eerste keer
op 6-8 cm ploegen, daarna op 10-12 cm en vervolgens op 15-18 cm.
Deze methode vraagt veel arbeid en nauwkeurigheid. Enkele keren cultivate-
ren of schijveneggen geeft soms ook goede resultaten. In de cultivator kan
dan het beste met ganzevoeten gewerkt worden.
b. Chemisch
Voor een goede chemische bestrijding is het nodig dat het onkruid zodanig
ontwikkeld is dat de spuitvloeistof het blad goed kan raken. Dan kan de
plant het middel goed opnemen en zodoende volledig af sterven. Kweek
moet, als de tijd het toelaat, minimaal 15 cm groot zijn wil het goed met een
glyfosaat-bevattend middel bestreden kunnen worden.
De resultaten van een mechanische bestrijding vallen nog wel eens tegen.
Kweek en veenwortel moeten bestreden worden met Roundup of andere
glyfoSaat-bevattende middelen. De hergroei van veenwortel in de stoppel valt
nogal eens tegen, zodat deze beter tot een week voor de oogst bestreden kan
worden met hetzelfde middel.
Klein hoefblad, akkermelkdistel, akkerdistel, en akkermunt kunnen goedko
per bestreden worden met de groeistof 2,4D. Dit middel kan zowel in de
stoppel als in een grasgroenbemester worden ingezet. Bij minder groeizame
omstandigheden werken de middelen ook langzamer en kan beter langer met
een grondbewerking worden gewacht.
Advies
Onkruid
kweek
klein hoefblad
akkermelkdistel
akkerdistel
veenwortel
akkermunt
Hoeveelheid in liters per ha
Roundup 2,4D
3-4
4-6
4-8
4-6
4-8
4-7
5
5-6
4-5 (of 4-5 MCPA)
Algemeen geldt dat Roundup altijd in één keer moet worden verspoten. Bij
de groeistoffen zijn echter de beste ervaringen opgedaan door deze in 2 keer
te verspuiten.
De laagste en de hoogste dosering hangen af van de ontwikkeling van de
plant.
ing. L.B. van der Velde
gesp. bedrijfsdeskundige DL V-team Goes
Banden en spoorbreedte
Vooral bij het opzetten van de perce
len moet er veel door het gewas wor
den gereden. Uit onderzoek is geble
ken dat de bandbreedte maximaal 25
cm mag zijn om knolbeschadiging te
voorkomen. Als er met beide wielen
door de geulen wordt gereden (op
zetten van perceel), dan dient boven
dien de spoorbreedte 1.50 meter te
zijn. Hier ligt voor de praktijk een
duidelijk probleem. De bandbreedte
van de transportwagens zijn hier
voor te breed en de spoorbreedte is
vaak groter dan 1.50 meter. Een een
voudige oplossing is hiervoor dik
wijls niet voorhanden. Soms worden
voor het opzetten van de percelen
smalle banden gemonteerd of wor
den hiervoor oude kleinere wagens
op smalle banden ingezet. Het mon
teren van smalle banden op de trek
ker geeft minder problemen. Alleen
onder moeilijke bodemomstandig
heden zal een bandbreedte van 25
cm onvoldoende trekkracht kunnen
overbrengen. Een dure maar ideale
oplossing hiervoor is: dubbellucht
op rijafstand met smalle banden van
9.5 inch.
Rooimachine
In de praktijk is gebleken dat de ma
te van knolbeschadiging nauwelijks
wordt bepaald door het merk van de
rooimachine. Beschadiging treedt op
doordat de knollen obstakels tegen
komen in de vorm van b.v. stoten of
vallen. Alle afstellingen dienen er op
gericht te zijn dat botsingen en rich
tingverandering zoveel mogelijk
worden beperkt. De opname van de
aardappelruggen dient vlot te verlo
pen. Een vloeiende overgang van de
scharen naar de eerste ketting is ge
wenst. De afstand tussen de schijven
zal circa 50 cm moeten zijn. Tussen
de scharen en de schijven mag maxi
maal 2,5 cm ruimte zijn. Voor be
scherming van de aardappelen op de
zeefketting biedt de omringende los
se grond de beste bescherming. Zorg
er daarom voor dat tot op het eind
van de eerste zeefketting nog enige
losse grond aanwezig is.
Gebruik de kloppers of schudders zo
weinig mogelijk. Bij te weinig losse
grond op de zeefketting dient men
de kettingsnelheid te verlagen of - in
dien de afvoer het toelaat - de rij
snelheid te verhogen door een hogere
versnelling te kiezen.^Een trekker
met veel versnellingen in het werk-
trajekt is dan erg aantrekkelijk. Na
dat de grond is uitgezeefd, kan er ge
makkelijk knolbeschadiging ont
staan. Alle kettingen na de eerste
zeefketting dienen daarom van een
bekleding te zijn voorzien. Goede er
varingen zijn opgedaan met lucht
kussen, zacht rubberkussen en rub
ber jalouziebekleding na de eerste
zeefketting. Deze duurdere bekle
ding lijkt zeker de moeite waard
wanneer u denkt aan een nieuwe ket
ting of een nieuwe rooier.
Voldoende losse grond tot op het eind van de eerste zeefketting beschermt
de aardappelen.
Valhoogte
Aardappelen die meer dan 40 cm
vallen kunnen worden beschadigd.
Het zijn vooral de grote knollen die
door hun grote massa het meest ge
voelig zijn. Bij het rooien worden
vaak grotere valhoogten gekonsta-
teerd. Vooral bij het rooien in een
verzamelbak of kipwagen komen
dikwijls te grote valhoogten voor.
Tracht bij het vullen van kipwagens
de zwanehals van de rooimachine zo
diep mogelijk in de wagen te bren
gen. Dit vergt wel nauwkeurig rijden
en een goede afstemming tussen bei
de chauffeurs. Het gebruik van val-
brekers wordt in de praktijk te wei
nig toegepast. Onderzoek uit het
verleden heeft aangetoond dat de
eerste 100 kg aardappelen van elke
lading het zwaar te verduren krijgt.
Elke valbreker, in welke uitvoering
dan ook, kan alleen maar bijdragen
aan minder beschadiging van de
aardappelen.
Naast de valhoogte is een lage
bandsnelheid erg belangrijk. Te ho
ge bandsnelheden geven de knollen
bij het verlaten van de band een te
grote beginsnelheid mee waardoor
de stootkracht wordt vergroot. Dit
verschijnsel kan zich zowel bij de af-
voertransporteur van de rooimachi
ne als bij transportbanden voor
doen. Een maximale snelheid van 40
meter per minuut dient in acht te
worden genomen. Tenslotte is het
van belang dat de inbrenglijn niet
wordt leeggedraaid bij iedere stop.
Zorg dat de aardappelen elkaar zo
veel mogelijk beschermen tegen be
schadiging.
ing. A. Remijn,
DLV-team akkerbouw Goes
Volgens EO. Licht bereikte de we
reldproduktie aan suiker een record
met 109,1 miljoen ton, wat vergele
ken met voorgaand jaar een stijging
betekent van 4,3De produktie
heeft betrekking op een suikerjaar,
dat liep van sept. 1989 t/m aug.
1990. In dat jaar is het wereldver-
bruik volgens Licht gedaald met
0,1% tot 108,02 miljoen ton. Als ge
volg daarvan zijn de overgangsvoor
raden aan het einde van het seizoen
1989/90 door Licht geraamd op
29.008 ton wat 1,9% meer is dan het
jaar daarvoor. De voorraden zijn
daarom voor het eerst sinds 1984/85
gestegen.
In het afzetpatroon is in de loop van
de jaren nogal wat verandering opge
treden. Tot medio 1970 waren de in
dustrielanden de grootste importeurs
van suiker, ook dan wanneer de prij
zen aantrokken. Inmiddels zijn de
ontwikkelingslanden als kopers op
de wereldmarkt verschenen. Deze
landen verlieten de markt bij stijgen
de prijzen, wat o.a. het geval was met
China. Een en ander wijst erop dat
van een suikercyclus zoals vroeger
niet meer sprake zal zijn.
Licht is overigens van mening dat op
langere termijn het verbruik toch
met 2% 's jaars zal kunnen toene
men.
Binnen de kommissie grondgebruik van het KNLC heeft op 16 au
gustus de definitieve besluitvorming over de pacht plaats gevonden.
De regeringsbeslissing over de Struktuurnota Landbouw is uit. Daar
om is het noodzakelijk dat het Landbouwschap zeer binnenkort met
een beslissing over de pacht komt. De kommissie kon het eens wor
den over de teeltpacht, over de*eenmalige pacht is een bestuursbesluit
gewenst.
Bepaalde teelten en sektoren, zoals
bloembollen, aardappelen en grove
groentegewassen hebben een groei
ende behoefte aan extra grond voor
een teeltseizoen. Dit in verband met
vruchtwisselingsproblemen en toe
komstige milieu-eisen. De meerder
heid van de kommissie grondgebruik
pleit voor deze vorm van teeltpacht.
Een klein deel van de kommissie is
op zich niet tegen deze vorm van
pacht, maar pleit voor wat beperkin
gen. De teelten, die gebruik kunnen
maken van deze vorm van pacht
moeten opgesomd worden of er
moet in de wet een maximum opge
nomen worden van de hoeveelheid
grond die een bedrijf in teeltpacht
mag uitgeven. Er moet voorkomen
worden dat hele bedrijven in teelt
pacht worden uitgegeven.
Niet unaniem
Voor de eenmalige pacht kon de
kommissie niet tot een unaniem
standpunt komen. Bij eenmalige
pacht zou de kontraktduur mini
maal zes jaar en maximaal 12 jaar
bedragen, is de prijs vrij overeen te
komen, heeft de pachter geen verlen-
gingsrecht, mag er geen onderver-
pachting plaatsvinden en wordt de
pacht wel geregistreerd bij de grond
kamer. Een deel van de kommissie
voelt er wel voor, een ander deel was
er tegen. Deze kommissieleden zijn
bang voor het uitstralingseffekt naar
de reguliere pacht. De kommissie
vindt dat het KNLC-bestuur op dit
punt een beslissing moet nemen. In
de regeringsbeslissing over de Struk
tuurnota Landbouw is eenmalige
pacht opgenomen als een van de mo
gelijkheden om de pachtwet te ver
anderen. Ook de kommissie van
goede diensten voor de akkerbouw
noemde deze pachtvorm als mogelij
ke alternatief voor de financie-
ringsproblematiek
Drie hektare
De regering stelt ook voor om voor
stukjes land van minder dan drie
hektare de prijstoetsing en het konti-
nuatierecht te laten vervallen. De
kommissie grondgebruik is hier fel
op tegen omdat dit de versnippering
in de hand werkt en de struktuur
vergaand aantast. Hiervoor in de
plaats stelt de kommissie teeltpacht
voor.
Een derde voorstel van de regering is
om op termijn de pachtprijs te ver
hogen totdat de verpachter uiteinde
lijk 2% rendement krijgt. Ook hier
is de kommissie grondgebruik fel op
tegen. Dit kan namelijk in sommige
gebieden tot een zeer grote verho
ging en soms zelfs wel tot een ver
dubbeling van de pachtprijs leiden.
Daarbij is het helemaal niet zeker
dat een verhoging van de pachtprijs
leidt tot meer animo voor pacht bij
de verpachters. Bij het verpachten
vai) grond speelt meer mee dan al
leen de prijs.
Het niet van toepassing laten zijn
van de prijstoetsing en het kontinua-
tierecht op stukjes van minder dan
drie hektare leidt volgens de kom
missie grondgebruik tot versnip
pering.
Vrijdag 24 augustus 1990