Verzekeringen ZLM staat stevig op de rails
Uit de
praktijk
Algemene vergadering in Hulst
Diefstal
Waarborgfonds
Aansprakelijk of
strafbaar?
Verzekeringen ZLM staat stevig op de
rails. Het is zaak het goede spoor te
blijven volgen
Deze optimistische woorden sprak de
voorzitter van de in Goes gevestigde
Onderlinge Verzekeringsmaatschap
pij, de heer L.W. van Nieuwenhuijzen,
op de algemene ledenvergadering die
dit jaar in Hulst werd gehouden. De
vergadering nam met instemming
kennis van het positieve saldo dat Ver
zekeringen ZLM behaalde in 1989
(ruim 7 miljoen) en stemde in met
het voorstel om 5,8 miljoen toe te
voegen aan de algemene reserve en
1,2 miljoen aan de egalisatiereserve.
De vrije reserves bedragen nu ca.
41,6 miljoen.
Sterk eigen vermogen
De heer Van Nieuwenhuijzen toonde
zich tevreden over het behaalde resul
taat, dat voor elke branche positief is
uitgevallen, waarbij vooral het herstel
bij de motorvoertuigen opvallend
was. Zo grillig als het weer in Neder
land kan zijn, zo grillig kan echter ook
het schadeverloop zijn. Daarom is het
van vitaal belang een sterk eigen ver
mogen te hebben. De heer Van Nieu
wenhuijzen memoreerde dat het aan
tal ZLM-polissen in 1989 met 6°7o
groeide tot een totaal aantal van
225.000 per 1 januari 1990. Door deze
groei en enkele premie-aanpassingen
kwam het totale bruto premie
inkomen op 64 miljoen. De schade-
uitkeringen bedroegen in 1989 onge
veer 46 miljoen en bleven daarmee
op hetzelfde peil. De kosten stegen
aanzienlijk vooral door het aantrek
ken van nieuwe vakbekwame mede
werksters terwijl ook het nieuwe
kantoor, gereed eind 1990, zijn in
vloed al deed gelden. Motorvoertui
gen blijven voor Verzekeringen ZLM
altijd nog de grootste branche, maar
ook de andere branches doen het
goed, en vooral in de brandverzekerin
gen zit groei.
Ledenbelang
Sprekend over de vele fusies en samen
werkingsvormen in de verzekerings
wereld zei de heer Nieuwenhijzen dat
voor Verzekeringen ZLM alleen het le
denbelang telt. 'Wanneer zich in dat
kader mogelijkheden voordoen zullen
wij daar graag op in haken. Wij zijn
oriënterend bezig, waarbij als uit
gangspunten kontinuïteit en het be
houd van een redelijke eigen identiteit
bepalend zullen zijn voor onze
keuzes'.
De direkteur van Verzekeringen ZLM,
de heer H. Doeleman Hzn., zei op de
algemene vergadering dat ook 1990
een gunstig jaar belooft te worden.
Het eindresultaat lijkt op hetzelfde ni-
vo als 1989 uit te komen, waarbij reke
ning is gehouden met extra uitkerin
gen als gevolg van de stormschade, die
begin 1990optrad. De doelstelling van
Verzekeringen ZLM blijft: hoge kwa
liteit en lage premie. De heer Doele
man noemde als belangrijke bedrijfs-
aktiviteit het overschakelen op de
nieuwe computer, een proces waarbij
de hele organisatie betrokken is. De
overgang zal vlekkeloos moeten verlo
pen zonder dat de leden er iets van
merken. Het is de bedoeling dat het
nieuwe systeem tegelijk met de inge
bruikneming van het nieuwe kantoor
per 1 januari 1991 operationeel wordt.
Benoemingen
De algemene vergadering deed zoals
gebruikelijk ook enkele (herbenoe
mingen). De heer I.C. Hage uit Oud-
Vossemeer werd in het bestuur herko
zen. In de financiële kommissie wer
den de heren A. Dingemanse uit Mid
delburg en P. Risseeuw uit Cadzand
herkozen. De plaats van de heer M.J.
Vinke (niet herkiesbaar) werd ingeno
men door de heer J. Hartgers uit Doe
veren. In de beroepskommissie wer
den de zittende leden, mevrouw C.M.
Dees uit Waarde en de heren mr. J.B.
van de Putten uit Meliskerke en J.H.
Hartgers, herbenoemd. Afscheid
werd genomen van de heer P.G. de
Bruijn uit Walsoorden, die sinds 1964
bestuurslid was van Verzekeringen
ZLM. In verband met de inkrimping
van het bestuur werd zijn vakature niet
meer vervuld. 'U heeft gedurende een
periode van 26 jaar een inbreng gehad,
die mede onze naam heeft gevestigd en
waarbij ook uw persoonlijke inzet een
belangrijke invloed heeft gehad op het
ledenbestand hier in Oost Zeeuws-
Vlaanderen', aldus de heer Van Nieu
wenhuijzen, die de heer De Bruijn een
tinnen bord met inscriptie aanbood.
De kring Hulst trad dit jaar op als-
gastheer voor de algemene vergade
ring. Na het officiële gedeelte werd een
bezoek gebracht aan de betonfabriek
Bleijko en een rondrit gemaakt door
het fraaie Oost Zeeuws-Vlaamse land.
K.Jille
Hoewel niemand erom zal vragen,
kan het iedereen een keer overko
men betrokken te raken bij een on
geval, of om andere redenen een
schade te moeten melden. Vaak ziet
men zich op zo'n moment gekon-
fronteerd met de vraag in hoeverre
men schadevergoeding mag ver
wachten, en op welke wijze men de
kans op schadevergoeding kan ver
groten.
Vanzelfsprekend komen deze vragen
vervolgens terecht op onze schade-
afdeling, waar getracht wordt u di-
rekt van de gevraagde informatie te
voorzien. Omdat bepaalde vragen
regelmatig terugkeren, leek het ons
raadzaam om als schadebehande-
lingsgroep bepaalde onderwerpen
eens uit de praktijk te lichten en van
een toelichting te voorzien. Onder
getekende heeft zich daarbij toege
spitst op artikel 31 W.V.W. (Wegen
Verkeers Wet), waarna vervolgens
de onderwerpen diefstalschade, ci-
vielrecht/strafrecht, en Waarborg
fonds Motorverkeer aan de orde ko
men door respektievelijk de dames
A. de Zeeuw, J. Hoogesteger en H.
Kentin.
Artikel 31
Wegen Verkeers Wet
Reeds eerder informeerden wij u in
deze rubriek over de werking en de
gevolgen van het gestelde in artikel
31 van de Wegenverkeerswet
D. Ridderhof
(WVW) (Land- en Tuinbouwblad,
verzekeringsnummer maart 1990).
Voor hen die een geheugensteuntje
nodig hebben: Artikel 31 WVW
handelt over de beschermde positie
van de niet-gemotoriseerde verkeers
deelnemers t.o.v. het gemotoriseer
de verkeer. Het komt er in dit artikel
op neer dat, indien een botsing
plaatsvindt tussen bijvoorbeeld een
auto en een fietser, de eigenaar van
de auto in principe aansprakelijk is
voor de schade, tenzij hij overmacht
kan aantonen, of medeschuld van de
fietser zelf. Wij informeerden u
voorts, dat een beroep op overmacht
of medeschuld bij jeugdige kinderen
vrijwel onmogelijk is. Wij achten
het raadzaam dit nog eens te bena
drukken, daar in een zeer recente
uitspraak van de Hoge Raad der Ne
derlanden naar voren kwam, dat een
beroep op medeschuld van kinderen
onder de 14 jaar vrijwel geen toepas
sing meer mag vinden. Naast het feit
dat nogmaals benadrukt wordt dat
het gemotoriseerde verkeer met de
impulsiviteit en onberekenbaarheid
van jeugdigen rekening moet hou
den, gaat de Hoge Raad in dit arrest
opnieuw een stukje verder, door de
leeftijdsgrens hiervoor te verrrui-
men. Opnieuw een extra stukje
slachtofferbescherming.
mw. D. Ridderhof
A. de Zeeuw
Wat doen we wanneer u diefstal van
uw auto of van onderdelen daarvan
ontdekt? Eén ding dat u altijd moet
doen, is onmiddellijk naar de politie
gaan om de diefstal te melden. U
zult een formulier 'aangifte van
diefstal' meekrijgen, dat met het
schademeldingsfor muiier bij de ver
zekeraar ingediend kan worden.
Schade die u lijdt door diefstal kan
geclaimd worden op uw kasko-
verzekering, waarbij opgemerkt
moet worden dat de no-claimkorting
niet aangetast wordt door een uitke-
rig van diefstalschade.
Een tweede handeling, die bij
diefstal van het volledige voertuig
moet gebeuren, is het afmelden van
de auto bij de Rijksdienst voor het
Wegverkeer (RDW) en bij de verze
keringsmaatschappij. De aangifte
van diefstal van uw voertuig bij de
politie wordt automatisch doorgege
ven aan de RDW, waar uw voertuig
dan als gestolen wordt geregistreerd
Indien uw auto namelijk niet afge
meld wordt bij de RDW, wordt u
nog steeds aangesproken voor even
tuele kwalijke gevolgen die het ge
bruik van uw gestolen auto met zich
mee kan brengen. Het afmelden bij
uw eigen verzekeringsmaatschappij
is van belang opdat de maatschappij
niet meer aangesproken kan worden
voor schade, welke is toegebracht
met het gestolen voertuig.
Als laatste willen wij u er nogmaals
duidelijk op attenderen dat de door
u geleden schade aangetoond zal
moeten worden door middel van
aankoopnota's. De aankoopnota
van de auto zelf is meestal nog wel
aanwezig, maar denkt u vooral ook
aan de nota's van uw geluidsappara
tuur en overige accessoires.
mw. A. de Zeeuw
Stelt u zich het eens voor: komende
bij de auto na het winkelen, zit er
een flinke deuk in uw auto. Geen
briefje onder uw voorruit en de da
der is gevlogen. Wat nu te doen?
In bepaalde gevallen is het nu moge
lijk om een verzoek tot vergoeding
van uw schade in te dienen bij het
Waarborgfonds Motorverkeer. Het
Waarborgfonds hanteert echter een
eigen risiko van 200,In ieder
geval moet aangifte worden gedaan
bij de politie. Dit dient onmiddellijk
te gebeuren. Voorts is het van belang
dat er minimaal één getuige is die
een zodanige verklaring kan afleg
gen dat aannemelijk is dat de schade
tijdens het geparkeerd staan is ont
staan en ook bereid is dit onder ede
te bevestigen. Tevens dient te wor
den aangetoond dat de schade door
een ander motorrijtuig is veroor
zaakt. Slechts wanneer aan al deze
voorwaarden is voldaan kan een ver
zoek tot betaling bij het Waarborg
fonds Motorverkeer sukses hebben.
Het Waarborgfonds kan in vijf ge
vallen worden benaderd:
1. bij een onbekende dader, zoals
hierboven besproken;
2. bij een tegenpartij die onverze
kerd is, mits voldoende is aange
toond dat op de tegenpartij zelf geen
verhaal mogelijk is;
3. het voertuig waarmee uw schade
is veroorzaakt is gestolen, en de ver
zekeraar van het betreffende voer
tuig biedt geen dekking;
4. in geval van een failliete verzeke
raar (komt vrijwel nooit voor);
5. wanneer de tegenpartij een vrij
gestelde gmoedsbezwaarde is, op wie
zelf de schade niet verhaald kan
worden.
Bovenstaande wil dus zeggen dat er
niet zomaar een beroep op het
Waarborgfonds kan worden ge
daan. Eén en ander moet duidelijk
door de verzekerde, c.q. de verzeke
ringsmaatschappij worden aange
toond. Bij onvoldoende bewijs staat
vooraf vast dat een verzoek bij het
Waarborgfonds geen kans van sla
gen zal hebben.
Wij vertrouwen dat bovenstaande
voor u verduidelijkt heeft wanneer
het Waarborgfonds ingeschakeld
kan worden. Belangrijk is dat de
schade in ieder geval door een ander
motorrijtuig is veroorzaakt en dat er
voldoende bewijs voorhanden is.
Mocht u nog vragen hebben hier
over, dan kunt u natuurlijk altijd
kontakt opnemen met één van onze
medewerk(st)ers van de schade-
afdeling. mw_ Kentin
H. Kentin
J. Hoogesteger
Vrijdag 17 augustus 1990
Iedereen, die aan het verkeer deel
neemt, maakt wel eens een fout.
Zo'n fout kan leiden tot schade.
Stel dat Partij A zijn voertuig par
keert op een plaats waar dit niet is
toegestaan. Partij B kent dit par
keerverbod ter plaatse, ziet het voer
tuig van Partij A te laat staan en
rijdt er tegenaan, waardoor schade
ontstaat. Wie is nu aansprakelijk of
strafbaar?
Er dient een onderscheid te worden
gemaakt tussen strafrecht en civiel-
recht. Partij A heeft een strafrechte
lijke overtreding begaan door te
handelen in strijd met een wettelijke
bepaling. Hij kan hiervoor vervolgd
en gestraft worden en bijvoorbeeld
een boete krijgen. Dit wil echter niet
zeggen dat partij A zijn schade niet
kan verhalen op partij B. Deze
kwestie tussen de beide partijen
dient namelijk volgens het civiel-
recht te worden afgewikkeld. Dit
houdt in dat we te maken hebben
met de bepalingen uit het Burgerlijk
Wetboek en met name artikel 1401.
Dit artikel zegt dat een ieder, die
zich onrechtmatig heeft gedragen en
hieraan schuld heeft, verplicht is de
schade te vergoeden die hierdoor
aan een ander is toegebracht.
In bovengenoemd voorbeeld zal par
tij B de schade van partij A dienen te
vergoeden. Het parkeerverbod gaf
partij B immers niet het recht tegen
de geparkeerd staande auto te rij
den. Bij voldoende oplettendheid
had hij de auto kunnen zien staan.
Daar veel onduidelijkheid blijkt te
bestaan over het belang van een
strafrechtelijke overtreding bij een
schuldvraagonderzoek, hopen wij u
met het bovenstaande enigszins dui
delijk te hebben gemaakt dat iemand
die een strafrechtelijke overtreding
heeft begaan niet vanzelfsprekend
aansprakelijk is op civielrechtelijk
gebied.
mw. J. Hoogesteger
7